Forum godinnen en beeldvorming
 weblog | godinnen | forum home ||

Durga - de vrouwelijke kracht

Hindoeisme, Boeddhisme, India, Japan, Indonesië, China en andere Aziatische landen en godsdiensten

Durga - de vrouwelijke kracht

Berichtdoor Zunrita » di 23 mei , 2006 13:11

De vrouwelijke kracht

Durga's naam betekent Buiten Bereik, of Onbenaderbaar en is een weerklank van de ongetemde, maagdelijke, vrouw. Veel van de met haar geassocieerde vrouwelijke figuren zijn inderdaad erkende 'maagden', maar dat is niet noodzakelijk. Maagdelijkheid wordt hier niet bedoeld in de beperkende zin die de patriarchale orde er aan toekent maar eerder in de zin van: zichzelf toebehorend, één met/in zichzelf. Zij draagt haar identiteit op grond van haar eigen bestaansrecht en niet op grond van een relatie tot een (goddelijke) echtgenoot of vader. Het bereik waaraan zij zich zo hardnekkig onttrekt is dat van een maatschappij die haar wil vertellen wie, wat en hoe zij is. Hoe onderdrukkender het beeld dat aan vrouwen wordt toegekend, hoe meer de maagdelijke staat een verdediging hiertegen wordt. Vrouwen zullen hun vrouwzijn desnoods verwerpen als daaraan de voorwaarde 'niet in staat zich vrij te bewegen' wordt verbonden.

Zij doordringt de kosmos. Zij schept, onderhoudt en vernietigd bij tijden. Als de kosmische verhoudingen worden bedreigt, manifesteert Zij zich in verscheidene vormen om de wereld te beschermen. Zij is de onderhoudster en beschermster van dharma, de kosmische orde.

In het hierna volgende verhaal van Durga is het opvallend dat de een- of tweevoudige goden de heersende rampzalige toestand niet zelf kunnen veranderen, maar dat zij daartoe de drievoudige godin Durga-Kali-Pàrvati nodig hebben. Als er sprake is van een impasse dan is het vrouwelijke het enige bewegelijke element omdat zij niet opgesloten zit in de dualiteit, terwijl ze het wel als mogelijkheid in zich draagt.

Dualistisch denken is kenmerkend voor viricentrische culturen (viricentrisch: gedacht vanuit en ten behoeve van de man). Het Chinese jin-yangteken was oorspronkelijk het drievoudige symbool van de triadische godin. De patriarchale orde heeft dat versimpeld tot twee elkaars principe in zich dragende principes. Binnen 'drie' is 'twee' wel, maar binnen 'twee' is 'drie' niet denkbaar.

Het beeld van tweedenken is de lijn tussen twee punten, of de balans waarop je alleen maar heen en weer kunt gaan - van A naar B en vice versa. Om 'in balans' te blijven, moet de middenpositie onbewegelijk worden ingenomen, of razendsnel heen-en-weer rennen van het ene naar het andere punt. Principieel duaal of binair denken (scheppen/vernietigen) leidt tot verdeeldheid of-of onbewegelijkheid. Zodra er sprake is van drie, onstaat de driehoek - het oudste symbool voor vrouw - en daarmee de cirkel- en de spiraalbeweging. De belangrijke derde factor die buiten beeld blijft in het tweedenken (scheppen/vernietigen) is behouden, onderhouden, beschermen, verzorgen.

Het ongenuanceerd denken van de wereld in tegengestelde - en elkaar noodzakelijk 'aanvullende' - categoriëen (aan/uit - ene/andere - stelling/tegenstelling - goden/antigoden - god/duivel - goed/slecht - positief/negatief - rechts/links - licht/donker - mannelijk/vrouwelijk - scheppen/vernietigen - opbouw/afbraak - vriend/vijand) werkt verdeeldheid, gebrek en verstarring in de hand. Dualisme houdt mensen op hun plaats en zorgt ervoor dat de positie van 'de ander' altijd de ongunstige kant van de vergelijking is. In het verhaal zijn de asuras Sjumbha and Nisjumbha hiervan het symbool.

Durga kan de gevolgen van deze verdeeldheid alleen wijzigen door toepassing van een vermogen dat gewoonlijk onuitvoerbaar is onder het dualistisch regime: zij gaat geen enkel bondgenootschap aan met het heersende mannelijke. Ook niet als die haar met zoete woordjes, beloften of dreigementen tot een huwelijk wil 'verleiden'. Zij gaat de strijd aan. Gezeten op haar tijger - gebruikmakend van haar scheppende EN behoudende EN vernietigende krachten, uitgedrukt in de oerklank OM - neemt ze in haar Kali-gestalte het vijandige dualisme weer in zich op.


Uw schitterende gedaante
in de drie werelden
en uw furieuze gestalten,
behoedt ons in alle


uit: Devi mahatmya*



Er was een tijd dat de mannelijke goden - uitgeput van een langdurige strijd tegen de demonen - de grote godin Durga te hulp moesten roepen. Eerst hadden zij de godin als Pàrvati, Dochter van de Hemel, gesmeekt om de goden en de mensen te redden. Op haar aanwijzingen voegden zij hun energieën in vurige stromen samen tot een supernova, van waaruit vlammen in alle richtingen schoten. Toen verzamelde zich dit unieke licht dat de drie werelden met haar luister doorstraalde, en het werd één vrouwelijke vorm.
De Devi straalde een overweldigende almacht uit. De drie-ogige was getooid met de maansikkel. Haar vele armen omvatten zegenrijke wapenen en emblemen, sieraden en juwelen, gewaden en werktuigen, guirlandes en gebedskettingen. Met haar gouden lichaam, stralend als de schittering van duizend zonnen, gezeten op haar tijger, was Durga een van de meest opzienbarende personificaties van kosmische energie.
Haar geweldige kracht werd gereed gehouden voor de grimmige strijd ter verdelging van de demonische krachten, de asuras wier overdreven ikbewustzijn de harmonie in de wereld verstoort en wier enig doel is, te verdelen, te heersen en in bedwang te houden. Het was de universele oorlog tegen onwetendheid, leugens en onderdrukking.
De wereld schudde op haar grondvesten en de zeeën beefden toen de godin zich in een hevige strijd begaf met de grote demon Mahisjasura en zijn legers, waarbij zij haar eigen vrouwelijke bataljons liet ontstaan uit de kreten die zij slaakte gedurende het gevecht. Toen de strijd ten einde was, had de Devi het demonische leger, symbool van scheidingbrengende vijandigheid, vernietigd.


Deze overwinning vormde echter niet het slot van de episode. Twee andere machtige asuras, Sjumba en Nisjumba, hadden de goden beroofd van hun goddelijke functies, en wederom wendden de goden zich met eerbetoon en smeekbeden tot de Devi.
De godin, als Pàrvati, zwichtte niet meteen voor deze mannelijke aanbidding. In plaats daarvan projecteerde zij haar ziel uit haar lichaam in de gestalte van Kausiki, de Bedekte, om hun gebeden naar waarheid te kunnen schatten, in haar eigen Schaduwzelf. Eenmaal overtuigd verspreidde zij haar overweldigende macht. Als Kalika koos zij haar woonplaats op een top van de Himalaya.
Daar ontmoetten Canda en Munda, dienaren van de machtige demonen Sjumbha en Nisjumbha, de Devi in een uitzonderlijk bekoorlijke gedaante. Zij keerden terug en zeiden tot Sjumba: "O koning, een vrouw van onvoorstelbare schoonheid houdt daar verblijf en laat haar licht stralen over de Himalaya. Tracht te weten te komen, o heer, wie zij is en neem haar in bezit. Zij is een juweel van volmaakte vorm die de vier hoeken van de aarde met haar glans verlicht, o vorst der demonen. Waarom zoudt ge dit schone juweel niet bemachtigen?"
Ditmaal werd de godin niet rechtstreeks benaderd maar met mannelijke verleidingstactieken, met het doel haar door vleierij te ontwapenen. Sjumbha zond een mooipratende demon met de opdracht: spreek zodanig dat zij snel van liefde en ontzag vervuld naar mij toekomt. De boodschapper begaf zich naar de bergen waar de Devi verbleef en sprak zoetklinkende woorden:
'O Devi, Sjumbha de vorst der asuras, heerst over de drie werelden. Geef gehoor aan de woorden van hem wiens bevel nimmer wordt getrotseerd door de deva's en die alle vijanden der asuras heeft onderworpen: "De drie werelden behoren mij toe. O schone vrouwe, parel der vrouwelijkheid, kom tot ons, want wij zij de genieters van het schoonste. Kom tot mij en mijn dappere broeder Nisjumbha. Onmetelijke rijkdommen wachten u als ge mij uw hand geeft. Besef dit en word mijn gemalin".
De Devi antwoordde en sprak rustig: 'Wat je zegt is waar. Sjumbha is inderdaad de Heer der drie werelden, en Nisjumbha eveneens. Maar hoe kan mijn gelofte ongedaan worden gemaakt? Hoor wat ik mijzelf beloofd heb in mijn dwaasheid: hij die mij in het gevecht overwint, die mij van mijn trots berooft en mijn gelijke is in kracht en kennis in deze wereld, die zal mijn gemaal zijn. Laat dus Sjumbha hierheen komen of de grote asura Nisjumbha. Laat hij hier over mij zegevieren en hij kan mijn hand voor zich opeisen'.
'O Devi', antwoordde de boodschapper, 'Je bent hoogmoedig. Spreek niet zo. Welke man in de drie werelden kan standhouden tegen Sjumbha en Nisjumbha? Zelfs Indra en alle goden kunnen de asura's niet weerstaan in een gevecht. Hoe zou jij, een vrouw, hem dan kunnen weerstreven? Neem mijn raad aan en ga naar Sjumbha en Nisjumbha; verlies niet je waardigheid door aan je haren naar hen te worden toegesleept'.
De Devi sprak: 'Het is waar, Sjumbha is sterk, en Nisjumbha is buitengewoon dapper. Maar wat kan ik doen, aangezien ik mijn onbezonnen gelofte lang geleden heb afgelegd?
Nu keerde de boodschapper terug en vertelde de koning der demonen verontwaardigd wat de devi had gezegd. In woede ontstoken beval Sjumbha zij legerhoofdman zich te haasten om 'mij deze helleveeg met geweld te brengen. Sleep haar aan haar haren naar mij toe!'
Toen de hoofdman de godin op de besneeuwde bergwand zag staan, beval hij haar naar zijn heer te gaan. 'Als je niet uit vrije wilt komt, zal ik je tegen je wil en met geweld en aan je haren meevoeren!' De Devi antwoordde dat zij -aangezien de hoofdman vergezeld was van een leger- niets kon beginnen als hij haar zou wegslepen. Daarop stormde hij naar voren en Ambika verpulverde hem tot as met één enkele klank, een supersonische HUM, terwijl haar tijger, toornig en vol energie het leger der asura's uitroeide.
Toen Sjumbha vernam dat zijn aanvoerder en leger waren vernietigd, beval hij zijn dienaren Canda en Munda, de Devi met behulp van een sterke legermacht bij hem te brengen, aan haar haren, gewond en desnoods in ketenen.
Tot de tanden gewapend, onder bevel van Canda en Munda, rukten de asura's uit naar de plaats waar de Devi, zittend op haar tijger en vriendelijk glimlachend, op een hoge bergtop wachtte. Toen zij haar zagen trachtten enkele demonen haar in hun opwinding te vangen, terwijl anderen haar met gespannen boog en getrokken zwaard naderden.
Daarop werd Ambika schrikwekkend in haar toorn. Haar gelaat verduisterde tot de kleur van inkt. Uit haar gefronste voorhoofd kwam de geduchte godin Kali tevoorschijn. Gekleed in een tijgervel, zwaaiend met een met schedels getooide en met een schedel bekroonde staf, uitgeteerd, met opengesperde mond, neerhangende tong en diep in hun kassen liggende rode ogen, vervulde Kali de hemelen met haar gebrul. Met een verschrikkelijke lach verslond zij het demonische leger, waarbij ze olifanten tezamen met hun berijders in haar mond wierp, strijdwagens en paarden tussen haar tanden vermorzelde en andere onder haar voeten vertrapte. Zij sloeg hen met haar zwaard en haar staf, tot het leger verslagen was.
De grote demon Canda ontketende een pijlenregen en Munda slingerde discusschijven bij duizenden naar de Devi, die allen in haar mond verdwenen. Kali's antwoord was een ontzagwekkend gebrul. Haar scherpe tanden glinsterden en haar lach was vervuld van een immense razernij. Zij sprong op haar tijger, stortte zich op Canda, greep hem bij zijn haren en sloeg hem met haar zwaard het hoofd af. Toen Canda geveld was, stormde Munda op haar af. Razend hief zij haar zwaard en onthoofdde ook hem. Toe de dappere Canda en Munda gevallen waren, vluchtte de rest van het leger in alle richtingen. Kali droeg de hoofden naar Durga met de woorden: 'Ik breng je de hoofden van Canda en Munda, twee grote dierenoffers in deze offerdienst. Sjumbha en Nisjumbha moet je zelf doden'. Kali kreeg van Durga de naam Camunda 'omdat je mij Canda en Munda hebt gebracht'.
Ditmaal trok Sjumbha zelf op tegen de Devi, met nog grotere legers. Toen Durga hem hoorde naderen liet zij een machtig geluid horen; ze streek met haar vingers langs haar boog en liet haar bel klinken. De tijger brulde, Kali vervulde de vier hoeken van de aarde met het woord HUM. Alle goden zonden vrouwelijke energieën, sjakti's, uit, gewapend en te paard, gereed voor de strijd. De Devi benoemde Sjiva tot boodschapper tussen haar en de demonen. Toen werd het demonenleger in tweeën gesplitst, neergehouwen en op de vlucht gejaagd met heilig water, achtervolgd door het smakelijke gelach van Sjiva.
De machtige demon Raktabije bleef gewond achter. Uit het bloed dat uit zijn wonden stroomde, ontsprongen duizenden nieuwe krijgers die het destructieve, overweldigende mannelijke element vertegenwoordigden. Om deze kracht teniet te doen, dronk Kali herhaaldelijk de rakta-bija, het fallische zaadbloed.
In het vervolg van de ontzagwekkende strijd doodde de devi Nisjumbha. Toen Sjumbha zag dat zijn broeder dood was, sprak hij tot de godin: 'O Durga, je bent opgeblazen van trots vanwege je kracht. Maar loop daar niet zo mee te koop, want je laat anderen voor je vechten'.
Zo beschimpte Sjumbha de Devi, omdat zij vocht met de kracht van haar vrouwelijke leger. Doch zij liep niet in deze val. Ze verzamelde de vele vrouwelijke verschijningen van godheden aan haar borsten en in haar schoot, waarmee zij haar voedende en beschermende vermogens tot uitdrukking bracht. Durga antwoordde: 'De vele vormen die ik van mij uitzond, zijn weer tot mij teruggekeerd. Ik sta hier alleen, strijd nu manmoedig'.
De godin en de demon streden eerst met hun wapens op afstand en toen lijf aan lijf, met de blote vuist. Sjumbha greep de Devi, nam een sprong en voerde haar hoog de lucht in. Temidden van de sterren vochten Sjumbha en Candika als nooit tevoren, tot verbijstering van de siddha's en de wijzen, totdat Sjumbha tenslotte viel, doorboord door haar pijl.
Toen zij hun doel bereikt zagen naderden alle goden, geleid door Agni, met stralende gezichten en zij prezen de godin.

Er heerste weer vrede in de wereld. De hemel klaarde op, de rivieren hernamen hun loop, de wind fluisterde, de zon scheen stralend en de heilige vuren brandden. Beangstigende geluiden stierven langzaam weg.
Voor haar vertrek bood Durga de goden een geschenk aan. Zij beloofde dat zij, als Sjakhambari, de wereld in tijden van nood zou voeden met het gewas dat uit haar eigen lichaam voortsproot en dat zij in haar 'verschrikkelijke vorm' degenen die haar trouw waren zou bevrijden van onderdrukking. Toen verdween de godin en de goden staarden in de leegte.


Afbeelding

De syllabe OM (HUM) wordt de matrikamantra (moedermantra of moederklank) genoemd. Klank/taal was het oorspronkelijke scheppingsmiddel van de Grote Godin. Deze OM staat in het Sanskriet Devanagarischrift.

*Devimahatmya (of Durgasaptasati) is een lofzang van zevenhonderd verzen in de Markandeya Purana. In de Puranas, de allerheiligste texten die dateren van de vijftiende eeuw tot de derde eeuw v.o.j. (voor onze jaartelling), worden mythische daden bezongen. Daarvan is een hele Purana, de Devi-bhagavatam, gewijd aan Durga. De belangrijkste tekst is die sectie van de Markandeya Purana die de Devimahatmya wordt genoemd (waarschijnlijk uit de zevende eeuw) ook bekend als de Durgasaptasati of de Candimahatmya. Deze tekst is zo vereerd dat elk vers als een mantra wordt beschouwd, een heilige murmeling van de Godin. De Devimahatmya draagt de theologie van Durga.
In de Devimahatmya wordt gesteld dat Durga, Kali, Sarásvati geen verschillende godinnen zijn; zij zijn drie onderscheiden aspecten van dezelfde shakti (vrouwelijke) energie. Sarásvati (kunsten en wetenschappen) en Kali (schrikwekkende moeder van het universum en vernietigster van onwetendheid) verbinden zich wel met het mannelijke, Durga echter nooit.


Verhaal van Durga is overgenomen uit:
Kali, de Vrouwelijke Kracht van Ajit Mookerjee; uitg. Mirananda, Den Haag, 1988. Vertaling van Kali, the Feminine Force. Uitg. Destiny Books, 1988.
Mijn inleiding hierboven is een vrije bewerking van de inleiding in dit boek.
Zunrita
 
Berichten: 219
Geregistreerd: za 13 nov , 2004 22:42

Berichtdoor Zunrita » di 23 mei , 2006 14:20

Op: http://home.wanadoo.nl/a.heer/Boeddhisme.htm#_Dharma
kwam ik zo'n typisch staaltje van dualistisch denken tegen:


Dharma (Pali: dhamma) is een centraal begrip in het boeddhisme; het wordt in verschillende betekenissen gebruikt.

1. De kosmische wet die ten grondslag ligt aan onze wereld; vooral de wet van karmisch bepaalde wedergeboorte. Het leven bestaat uit een continu proces van veranderingen. Wij mensen zijn opgenomen in dit proces van verdwijnen en ontstaan.

Hier gaat A. Heer de dualistische fout in: hij benoemd alleen verdwijnen en ontstaan, en 'vergeet' het onderhoud!

2. De leer die de Boeddha formuleerde. Dharma in deze betekenis wordt vaak met een hoofdletter geschreven uit eerbied voor de door de Boeddha geformuleerde leer.

Het begrip dharma is natuurlijk wel even wat ouder dan het verwende prinsje Siddharta Gautama die in 563 v.o.j. zo schrok van de ellende in de wereld (ellende die zijn vrouw allang kende).

3. Boeddhistische gedragsnormen en ethische regels.

Door de priesterkaste opgesteld.

4. Manifestatie van de werkelijkheid; elk voorwerp of verschijnsel is een manifestatie van de werkelijkheid en maakt als zodanig deel uit van de dharma.

5. Mentale inhoud, voorwerp van gedachte, idee. Hier worden weerspiegelingen van de realiteit in de menselijke geest bedoeld. Zo kan een voorwerp dat zich buiten ons bevindt in onze geest weerspiegeld worden als voorstelling of gedachte. Deze gedachteninhouden zijn tot ons gekomen via de zintuigen (zien, horen, ruiken, proeven en tasten) en door onze mentale bron. Uit deze laatste bron welt de stroom van mentale verschijnselen op, zoals gedachten, concepten, emoties, herinneringen, plannen, fantasieën, enz. Ze bevatten de zogenaamde mentale dharma's, onze gedachtenstroom.

Oorspronkelijk omvat het begrip dharma alleen de gebieden 1, 4 en 5, de gebieden die onder zeggenschap van MahaKali vallen.
Zunrita
 
Berichten: 219
Geregistreerd: za 13 nov , 2004 22:42

Kali- Dharma

Berichtdoor BlueHue » wo 28 jun , 2006 22:31

Beste Zunrita, de Grieken schreven op perkament/ schapevellen de Romeienen op koeienvellen en de Egyptenaren op Papyrus, de Hindoes schreven kennerlijk nog veel vollere zinnen en gedichten, op welk material eigenlijk "Lotusbladen/ palm bladen? of reeds papier van houtpulp? de Assyriers schreven het minst , maar gebruikten dan ook geen papier maar klei!
BlueHue
 
Berichten: 85
Geregistreerd: ma 13 dec , 2004 19:00
Woonplaats: "GRUMPY", DELFT, Z- Holland, De Stad van" Master- Painter " Vermeer.

Berichtdoor RoyJava » vr 30 jun , 2006 8:32

De syllabe OM (HUM) wordt de matrikamantra (moedermantra of moederklank) genoemd. Klank/taal was het oorspronkelijke scheppingsmiddel van de Grote Godin. Deze OM staat in het Sanskriet Devanagarischrift.
Práchtige bijdrage over Durga Zunrita, alsnog dank. Durga is op Java en Bali een nog lévend aspect van de Godin des Doods (vaak vereenzelvigd met het Noorden) en daardoor een soort tegenpool van de Javaanse Godin Der Zuidzee. Vreemd genoeg zijn de mensen er nogal bang van, doch wanneer je de rituelen en ceremoniën in beschouwing neemt, gewijd aan Durga, zijn deze van een zo intense schoonheid jegens de natuur, dat de achtergrond van oudtijden een beetje uit de duisterheid haalt. Deze betreft oa. het slachten van een buffel/karbouw met een geelgouden streep om zijn hals (en waarachtig, zo'n dier komt als vanuit niets tevoorschijn, wanneer een ritueel wordt verlangd).

Overigens is het Boeddhisme idd de "leer' van Siddharta. Doch vermoed dat zijn patriarchaal denken reeds parten speelde, en vaak genoeg als argument "gebruikt" worden van dit patriarchaal (en Brahmanistisch) denken. Ben echter (nog steeds) bezig met de vrouwen uit zijn leven (gelukkig zijn die er!), en daar is ook ene AMBA-PALI de courtisane met het zwarte haar! Helemaal gelukkig met het gezegde over het beweeglijke element dat als een constante vloeiing verbindt, doet scheiden, creëert, en ook vernietigt ...

Binnen 'drie' is 'twee' wel, maar binnen 'twee' is 'drie' niet denkbaar.
Helaas wel, voor de verstandelijk denkende mens... niet voor de lagere vorm waaruit deze ontwikkeld werd ...
Binnen de 3 is de 2 aanwezig in uiterlijk én innerlijk, binnen de 2 is de 3 zeer zeker aanwezig, nl. door de 2 uit te leggen!
Door de 1 ontstaat 2 (oa. dualiteit), uitgelegd in 3, waardoor het Éne ontstaat als 4 (3 + 1 = 4). Pas dán raak je dicht bij de oorsprong (5), doch dat is pas de helft. 5 is de helft van 10, het meest perfecte getal, waar de 1 en de 0 in verwerkt zijn, ofwel de punt en de cirkel (de 1 is uiteraard de "mannelijke" erectie, en de 0 is de werkelijke oorsprong, die pas rond de 11e eeuw als zodanig (nul) werd gebruikt... typisch idd.!

Groet Roy (ehhh wil niet als 'n BlueHue of WhiteFlower klinken hoor,...dus wals er maar over heen)
RoyJava
 
Berichten: 366
Geregistreerd: ma 12 sep , 2005 20:07
Woonplaats: Den Haag


Keer terug naar Aziatische godsdiensten



Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 1 gast

cron