
Geplaatst:
wo 23 feb , 2005 13:52
door Rita
Ik ga met pasen naar cyprus. Aphrodite is voor de kust van Cyprus uit degolven gerezen. En de heilige Catharina van Alexandrier die al lang met belangstelling heeft komt er van daan. Wie heeft er tips voor mij over Cyprus in dit verband en zo wie zo over Catharina van Alexandrier waar maar weinig inforamtie over is. Toch schijnt zij mij een belangrijke vrouwelijke heilige juist voor deze tijd, zoals ze het dispuut met de filosofen aaan ging en won. Ik ben benieuwd.

Geplaatst:
vr 25 feb , 2005 18:41
door willy
Heilige Catherina van Alexandrië
Rita als het frans u niet afschrikt hier een klein tekstje en als ge de URL's aanklikt een paar afbeeldingen, willy.
On reconnaît ici les attributs traditionnels de la sainte : la palme du martyre, un livre et la roue armée de clous, allusion au supplice que l'empereur lui fera subir.
Souvent représentée à l'occasion de son mariage mystique avec le Christ, sainte Catherine d'Alexandrie symbolise l'union de la philosophie et de la religion. Alors âgée de dix-huit ans, Catherine s'opposera à Maximinus à l'origine de nombreuses persécutions. Incapable de répondre aux arguments de la jeune femme, l'empereur demandera à cinquante philosophes de lui fournir les arguments. Catherine les convertira. L'empereur les fera brûler sur un bûcher et demandera à Catherine de l'épouser. Celle-ci, qui avait reçu un anneau d'or du Christ, refusera. Battue et emprisonnée, Catherine sera sauvée par le Christ qui lui apparaîtra de nouveau et lui enverra une colombe blanche pour la nourrir. Elle convertira la femme de l'empereur, Faustina, et le chef de sa garde, Porphyrius, qui à son tour convertiront deux cents gardes impériaux. Ils seront tous exécutés. Catherine, qui subira le supplice d'une roue parsemée de clous et de rasoirs, sera libérée par miracle durant l'épreuve. Elle sera finalement décapitée. De l'huile recueillie sur ses ossements sera à l'origine de guérisons miraculeuses durant plusieurs siècles. Son corps sera transporté par des anges, au IXème siècle, au sommet du Mont Sinaï, dans le monastère de la Transfiguration du Christ fondé en 542, qui sera ensuite rebaptisé monastère Sainte Catherine. Sainte Catherine appartiendra aux visions de Jeanne d'Arc, avec sainte Marguerite.

Geplaatst:
zo 05 maart , 2006 18:51
door Pallas Athena
De heilige Catharina van Alexandrië (+307) behoort tot de meest populaire heiligen van de Middeleeuwen. Mede daardoor is haar levensgeschiedenis dermate overladen met legendevorming dat over de werkelijke gang van zaken zo goed als niets meer met zekerheid valt te zeggen. Door sommigen wordt zelfs ernstig getwijfeld aan haar bestaan. Daarom werd ze in 1969 met enige andere heiligen (o.a. de heilige Margaretha van Antiochië, de heilige Christoffel en op een iets andere manier de heilige Nicolaas) van de kalender afgevoerd. Toch komt ze weer in het directorium voor als vrije gedachtenis, omdat deze schrap-actie (zoals wel meer ingrepen uit die periode) al verschillende keren onterecht is gebleken, en het bovendien onwaarschijnlijk is dat een dergelijke grootschalige verering op helemaal niets gebaseerd zou zijn. De legende verhaalt het volgende:
Catharina, uit een roemrijk patriciërsgeslacht, kende al alle werken van Plato uit haar hoofd toen ze nog maar vijftien was. Ze was de Heer met hart en ziel toegedaan, en beloofde hem haar maagdelijkheid. Nauwelijks had ze dat gedaan, of keizer Maxentius werd verliefd op haar. Op haar weigering om met hem te trouwen wilde hij haar dwingen haar geloof af te zweren onder bedreiging met gruwelijke folteringen. Ook stuurde hij zijn veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren, maar dit pakte een beetje verkeerd uit: in plaats van Catharina werden de filosofen bekeerd, en wel tot het christendom. Daarop wilde hij haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. In plaats van Catharina brak echter het rad, getroffen door de bliksem. Hij wilde haar laten verbranden, maar het vuur waaide uiteen en verbrandde de beulen. Uiteindelijk lukte het dan toch haar te onthoofden. Uit haar halswonde stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde.
De feestdag van Catharina is 25 november.

Geplaatst:
zo 05 maart , 2006 18:53
door Pallas Athena
De Republiek Cyprus is gelegen op het eiland Cyprus in het oosten van de Middellandse Zee, ca. 70 km ten zuiden van Turkije en 100 km ten westen van Syrië. De hoofdstad is Nicosia (Levkosía [Gr.] / Lefkoşa [Tr.]). Andere belangrijke steden op het eiland zijn Limassol, Larnaca, Paphos, Famagusta (Gazimağusa [Tr.]) en Kyrenia (Girne [Tr.]).
Sinds 1974 bestaat op het noordelijk deel van het eiland de Turkse Republiek van Noord-Cyprus, die alleen door Turkije wordt erkend.
oppervlakte: 9251 km²
inwoners: 763.000 (zonder ca. 260.000 in het Turkse deel)
bevolkingsdichtheid: 82,5/km2
talen: Grieks, Turks
bevolkingsgroepen: Grieks-Cyprioten (~70%), Turks-Cyprioten (~10%), kolonisten uit Turkije en Turkse militaire bezettingsmacht (~16%), kleine groepen Armeniërs en Maronieten
religies: christendom (Grieks-orthodox, Armeense Kerk, maronitische Kerk), islam
De economie steunt vooral op de export van agrarische producten (m.n. citrusvruchten, aardappelen, druiven, tabak) en op de inkomsten uit het toerisme. De visserij is nauwelijks van belang: de wateren rond het eiland zijn arm aan vis. Er is enige mijnbouw: koper- en ijzererts, marmer en gips.
In de tijd van de dekolonisatie werden in de Britse kroonkolonie Cyprus besprekingen gevoerd over meer autonomie. De Griekse gemeenschap eiste echter onafhankelijkheid. Een meerderheid wenste zelfs aansluiting van Cyprus bij Griekenland (enosis). Voor de Turks-Cyprioten was dit onbespreekbaar omdat ze niet als Turkse minderheid in de Griekse staat wilden wonen. Zij streefden, vooral op instigatie van Turkije, waarvoor Cyprus ook van strategisch belang is, naar de scheiding van het eiland in een Turks-Cypriotisch en een Grieks-Cypriotisch deel. Omdat de Britten weinig wilden weten van een onafhankelijk Cyprus, ging de nationalistische, Grieks-Cypriotische organisatie EOKA in 1955 over tot een geweldscampagne tegen de koloniale overheerser. Deze was niet gericht tegen de Turks-Cyprioten, maar omdat de Britten juist veel Turks-Cyprioten recruteerden voor de politiemacht, werden zij in de praktijk wel slachtoffer. Turks-Cypriotische nationalisten richtten in hetzelfde jaar een eigen gewapende militie op die aanvankelijk Volkan en later TMT werd genoemd. Na een pijnlijke periode van vier jaar guerilla besloten Turkije, Groot-Brittannië en Griekenland tijdens onderhandelingen in Londen en Zürich het eiland onafhankelijkheid te verlenen. Een onafhankelijkheid onder curatele want Ankara, Athene en Londen behielden zich als garanderende mogendheden het recht voor op om Cyprus in te grijpen als de grondwettelijke orde zou worden verstoord. De grondwet bevatte zoveel mogelijkheden voor beide gemeenschappen om het bestuur te frustreren dat al in 1963 het staatsapparaat knarsend tot stilstand kwam. De voorstellen van president Makarios om de grondwet te wijzigen en de vergaande voorkeurstatus van de kleine Turks-Cypriotische gemeenschap (18% van de bevolking) in te perken, leidden in december 1963 tot gevechten tussen Turks en Grieks-Cypriotische nationalisten, die beiden nog enosis en taksim en hun vaandel droegen. In de loop van de jaren zestig wist aartsbisschop Makarios een meerderheid van de Grieks-Cyprioten achter zijn politiek van ongebondenheid en afwijzing van enosis te krijgen. De rol van Griekenland bij het onderhandelingsproces over de onafhankelijkheid, maar vooral het optreden vanaf 1967 van een fascistische junta in Athene, luidde de blijvende ondergang in van het eens zo populaire begrip enosis. Het begrip taksim bleef populair bij de Turks-Cypriotische nationalisten, die daarbij onvoorwaardelijke steun ontvingen van de Turkse regering. Na de onafhankelijkheid namen de spanningen tussen Grieken en Turken toe en deze kregen tussen 1963 en 1967 het karakter van een burgeroorlog, waarin Grieks en Turks-Cypriotische nationalisten tegenover elkaar stonden. Dit was aanleiding voor de VN tot het sturen van een vredesmacht, die nog steeds op het eiland opereert. Onder vaak gewelddadige druk van Turks-Cypriotische nationalisten trok een groot deel van de Turkssprekende bevolking zich terug in enclaves, die door de regering tot het enigszins afnemen van de spanningen na 1967 economisch en politiek werden geboycot. Na een crisis in 1967, waarbij hevige onderlinge gevechten leken uit te lopen op een invasie door Turkije, begonnen de beide gemeenschappen onderhandelingen onder leiding van Rauf Denktash en Glafkos Clerides, die tijdelijk een zekere ontspanning teweeg brachten. Die toenadering werd ruw onderbroken toen het Griekse kolonelsbewind in 1974 een staatsgreep tegen president Makarios organseerde, met als doel aansluiting van Cyprus bij Griekenland. Deze staatsgreep leidde tot hevige gevechten tussen voor- en tegenstanders van aartsbisschop Makarios. Hoewel de Turks-Cyprioten in hun enclaves nauwelijks bij de gevechten betrokken raakten, was de staatsgreep aanleiding voor Turkije om eenzijdig in te grijpen, nadat de Britten hadden geweigerd in te stemmen met een gezamenlijke actie. Turkije ging in juli 1974 over tot een invasie waarbij een deel van het noorden van het eiland werd bezet. De Turkse invasie betekende het mislukken van de staatsgreep. President Makarios, die naar Londen was gevlucht, werd tijdelijk opgevolgd, zoals de grondwet voorschreef, door parlementsvoorzitter Clerides. Hiermee was de constitutionele orde hersteld en vervield de grond voor de aanwezigheid van de Turkse invasietroepen. In plaats van zich terug te trekken begon Turkije in augustus echter een nieuw offensief, waarbij het gehele noorden van het eiland werd bezet. Het Turkse optreden had een enorme vluchtelingenstroom tot gevolg. Honderdduizenden Grieks-Cyprioten werden met geweld van huis en haard verdreven. Na het sluiten van een wapenstilstand, begonnen de Turks-Cypriotische nationalisten de uittocht van Turks-Cyprioten uit het niet-bezette deel van het eiland te organiseren. Met mooie beloften en bangmakerij werden zij naar het noorden gelokt. Waar deze taktiek niet werkte, werd soms geweld gebruikt. Het gevolg was een sociale, economische en politieke scheiding van het eiland, die tot op heden bestaat: in het zuiden het onbezette gebied van Republiek Cyprus en in het noorden de in 1983 zelfverklaarde Turkse Republiek van Noord-Cyprus. Deze laatste wordt alleen door Turkije erkend. Hiertussenin ligt ook nog de tot niemandsland verklaarde spookstad Varoshia, de toeristische buitenwijk van Famagusta, die door de VN-vredesmacht van de buitenwereld is afgesloten.
Sinds de bezetting in 1974 is Rauf Denktash leider van het bezette noorden van het land. Sinds 20 april 2005 is Mehmet Ali Talat de nieuwe gekozen president van Noord Cyprus Turks Republiek. In maart 2003 is Tassos Papadopoulos president geworden van het zuiden van het land.
De bezetting van het noordelijke deel van Cyprus door Turkije is iets heel merkwaardigs. Sommige mensen beweren dat het niet om een "bezetting" gaat omdat de Turk-Cypriotische bevolking de aanwezigheid van de Turkse troepen tolereren en ondersteunen. Voor de Verenigde Naties is Noord-Cyprus echter bezet gebied, en is de zogenaamde "Turkse Republiek van Noord-Cyprus" slechts een marionetten-regime van Turkije. De TRNC wordt door geen enkel ander land erkend, behalve door Turkije zelf.