het jodendom, het christendom en het heidendom

Vreekamp zwijgt niet bij volle maan
"Mijn verblijf op IJsland roept nog steeds grote emoties bij me op. Indrukwekkend. Hoe daar de heidense cultuur op perfecte wijze naast de christelijke cultuur kan bestaan. 95 procent van dit woest en ledige land is luthers, maar de kinderen leren op school allemaal nog de Edda."
Henk Vreekamp is hervormd dominee van en op de Veluwe en was jarenlang secretaris Kerk en Israël voor de hervormde kerk. De Edda is het boek van de gebundelde goden- en heldenliederen die in Noord-Europa de ronde deden. De wegen van de zieneres in de Edda en dominee Hendrik kruisten elkaar. Vreekamp schreef er een 'Geert Mak-achtig' cultuur-historisch essay over.
"Het was voorjaar 1992. Ik zat in mijn studeerkamer, maar moest naar buiten, ik moest wandelen." Vreekamp bleef wandelen, over de Veluwe maar ook door Noord-Europa waar eens de Kelten, Vikingen en Germanen heersten. Najaar 2003 resulteerde dit in het boek 'Zwijgen bij volle maan', de titel verwijst naar een Veluws volksverhaal.
"Ja tot 1900 bestonden op de Veluwe veel sagen en andere verhalen die door oude wijze oma's aan kinderen werden doorverteld. Vrouwen vormden de spil in het overbrengen hiervan. Wist je dat het bodemloze Udderlermeer ontstaan is toen de dondergod Thor zijn hamer naar de aarde slingerde om de zeeslang te doden! En zo zijn er honderden verhalen. Gelukkig zijn er veel opgetekend door Gustaaf van de Wall Perné die eind 19e eeuw de boerenhoeven langsging om de sagen op te tekenen. Het grappige maar ook het frappante is dat deze heidense verhalen stand hielden in dit bijbelgetrouwe gebied. Het tempo waarop het christendom zich in de Middeleeuwen over Veluwe heeft verspreid is overigens ook niet heel snel gegaan. Tradities beklijven hier."
Veluwenaar in Voorthuizen:
Een dominee moet dopen, begraven en bidden
maar hij moet met zijn prediking
zich niet mengen in wat wij doen of laten moeten
want dat weten wij zelf wel
G. van der Leeuw
(uit: 'Zwijgen bij volle maan')
In 'Zwijgen bij volle maan' laat Vreekamp het jodendom, het christendom en het heidendom door de hoofdpersonen met elkaar in gesprek komen. De jood houdt de christen een spiegel voor en vraagt hem: waar sta jij eigenlijk voor, wie ben jij? De heiden verwoordt en verbeeldt het mysterieuze oergevoel waar de christen nog steeds naar neigt. "Heiden betekent letterlijk 'van de heide' en staat synoniem voor de plattelander die verbonden is met de natuur en de seizoenen. Het recht van de sterkste en de angst voor de donkerte vieren hier hoogtij. De christen heeft de neiging hierin mee te gaan terwijl hij weet dat hij moet strijden voor gerechtigheid en moet opkomen voor de zwakkeren. Het heidendom kan gemakkelijk in fascistische handen vallen. Hitler dweepte hiermee."
"Na de Tweede Wereldoorlog is al het Germaanse en heidense cultuurgoed verbannen. Vandaar dat wij in Nederland er bijna niets meer van afweten. Als een kind heb ik me de afgelopen jaren kunnen verbazen over alle ontdekkingen die ik heb gedaan. Het heidendom waart nog steeds rond in mij en op de Veluwe. Zelfs van behoudende christenen kreeg ik lovende kritieken op mijn boek. Ergens voelen ze met me mee in deze sluierende traditie, het hoort bij hun eigen collectief geheugen. Vandaar dat ze die hele PKN maar niets vinden. Saksen hebben niets met een centraal gezag dat hen iets oplegt, en hun eigen plaatselijke hervormde kerk zomaar verandert in een nietszeggende naam als de PKN. Ik voel dat wel met hen mee."
Voor Vreekamp zelf hebben alle onderzoekingen van de afgelopen jaren regelmatig tot 'persoonlijke clashes' geleid. "In het begin probeerde ik mijn heidense wortels te verdringen, maar het gegeven dat al mijn voorouders tot 400 jaar terug ook al op de Veluwe woonden is niet weg te poetsen. Ik heb me er aan overgeven en ingeleefd in de mensen die hier in de 8e eeuw woonden, toen de kerstening onder Karel de Grote pas goed op gang kwam. Ik weet dat ik met de Saksen had meegevochten hiertegen. En ik kan nog steeds kwaad worden op een Bonifatius die een knoeperd van een heilige eik omhakt om aan te tonen dat er niets bijzonders aan deze boom is. Als gedoopte heiden noem ik dat cultuurverachting."
Douwe Anne Verbrugge
Volgens mij geloven zij allemaal in dezelfde god
"Mijn verblijf op IJsland roept nog steeds grote emoties bij me op. Indrukwekkend. Hoe daar de heidense cultuur op perfecte wijze naast de christelijke cultuur kan bestaan. 95 procent van dit woest en ledige land is luthers, maar de kinderen leren op school allemaal nog de Edda."
Henk Vreekamp is hervormd dominee van en op de Veluwe en was jarenlang secretaris Kerk en Israël voor de hervormde kerk. De Edda is het boek van de gebundelde goden- en heldenliederen die in Noord-Europa de ronde deden. De wegen van de zieneres in de Edda en dominee Hendrik kruisten elkaar. Vreekamp schreef er een 'Geert Mak-achtig' cultuur-historisch essay over.
"Het was voorjaar 1992. Ik zat in mijn studeerkamer, maar moest naar buiten, ik moest wandelen." Vreekamp bleef wandelen, over de Veluwe maar ook door Noord-Europa waar eens de Kelten, Vikingen en Germanen heersten. Najaar 2003 resulteerde dit in het boek 'Zwijgen bij volle maan', de titel verwijst naar een Veluws volksverhaal.
"Ja tot 1900 bestonden op de Veluwe veel sagen en andere verhalen die door oude wijze oma's aan kinderen werden doorverteld. Vrouwen vormden de spil in het overbrengen hiervan. Wist je dat het bodemloze Udderlermeer ontstaan is toen de dondergod Thor zijn hamer naar de aarde slingerde om de zeeslang te doden! En zo zijn er honderden verhalen. Gelukkig zijn er veel opgetekend door Gustaaf van de Wall Perné die eind 19e eeuw de boerenhoeven langsging om de sagen op te tekenen. Het grappige maar ook het frappante is dat deze heidense verhalen stand hielden in dit bijbelgetrouwe gebied. Het tempo waarop het christendom zich in de Middeleeuwen over Veluwe heeft verspreid is overigens ook niet heel snel gegaan. Tradities beklijven hier."
Veluwenaar in Voorthuizen:
Een dominee moet dopen, begraven en bidden
maar hij moet met zijn prediking
zich niet mengen in wat wij doen of laten moeten
want dat weten wij zelf wel
G. van der Leeuw
(uit: 'Zwijgen bij volle maan')
In 'Zwijgen bij volle maan' laat Vreekamp het jodendom, het christendom en het heidendom door de hoofdpersonen met elkaar in gesprek komen. De jood houdt de christen een spiegel voor en vraagt hem: waar sta jij eigenlijk voor, wie ben jij? De heiden verwoordt en verbeeldt het mysterieuze oergevoel waar de christen nog steeds naar neigt. "Heiden betekent letterlijk 'van de heide' en staat synoniem voor de plattelander die verbonden is met de natuur en de seizoenen. Het recht van de sterkste en de angst voor de donkerte vieren hier hoogtij. De christen heeft de neiging hierin mee te gaan terwijl hij weet dat hij moet strijden voor gerechtigheid en moet opkomen voor de zwakkeren. Het heidendom kan gemakkelijk in fascistische handen vallen. Hitler dweepte hiermee."
"Na de Tweede Wereldoorlog is al het Germaanse en heidense cultuurgoed verbannen. Vandaar dat wij in Nederland er bijna niets meer van afweten. Als een kind heb ik me de afgelopen jaren kunnen verbazen over alle ontdekkingen die ik heb gedaan. Het heidendom waart nog steeds rond in mij en op de Veluwe. Zelfs van behoudende christenen kreeg ik lovende kritieken op mijn boek. Ergens voelen ze met me mee in deze sluierende traditie, het hoort bij hun eigen collectief geheugen. Vandaar dat ze die hele PKN maar niets vinden. Saksen hebben niets met een centraal gezag dat hen iets oplegt, en hun eigen plaatselijke hervormde kerk zomaar verandert in een nietszeggende naam als de PKN. Ik voel dat wel met hen mee."
Voor Vreekamp zelf hebben alle onderzoekingen van de afgelopen jaren regelmatig tot 'persoonlijke clashes' geleid. "In het begin probeerde ik mijn heidense wortels te verdringen, maar het gegeven dat al mijn voorouders tot 400 jaar terug ook al op de Veluwe woonden is niet weg te poetsen. Ik heb me er aan overgeven en ingeleefd in de mensen die hier in de 8e eeuw woonden, toen de kerstening onder Karel de Grote pas goed op gang kwam. Ik weet dat ik met de Saksen had meegevochten hiertegen. En ik kan nog steeds kwaad worden op een Bonifatius die een knoeperd van een heilige eik omhakt om aan te tonen dat er niets bijzonders aan deze boom is. Als gedoopte heiden noem ik dat cultuurverachting."
Douwe Anne Verbrugge
Volgens mij geloven zij allemaal in dezelfde god