Forum godinnen en beeldvorming
 weblog | godinnen | forum home ||

Prostitutie

Over boeken, films, tv-programma's, websites, museums, kunst etc.

Berichtdoor Brunetti » do 31 maart , 2005 10:58

‘De afschuwelijkste gewoonte der Babyloniërs is de volgende. Iedere inheemse vrouw moet eens in haar leven zich neerzetten in het heiligdom van Aphroditè (Ishtar in het Akkadisch, Inanna in het Sumerisch) en gemeenschap hebben met een vreemdeling. Vele vrouwen, die het beneden haar waardigheid vinden zich onder de andere te begeven, omdat ze zich op haar rijkdom laten voorstaan, rijden naar het heiligdom in overdekte wagens en wachten daarin, terwijl een groot aantal bedienden achter hen aankomt. De meesten gaan als volgt te werk: op het aan Aphroditè gewijde terrein zitten met een krans van strikken om het hoofd vele vrouwen; sommige komen erbij, andere gaan weg. Door de vrouwen heen lopen kaarsrechte paden en de vreemdelingen wandelen daarlangs en doen hun keuze. Wanneer een vrouw daar eenmaal zit, keert zij niet eerder naar huis terug dan nadat een vreemdeling geld in haar schoot heeft geworpen en omgang met haar heeft gehad buiten de tempel. Als hij dat geld werpt, moet hij erbij zeggen: “Ik roep de godin Mylitta aan.” Mylitta is de naam, die de Assyriërs aan Aphroditè geven. De geldsom kan van elke grootte zijn; zij mag die namelijk volstrekt niet weigeren, want dat is haar verboden, omdat dat geld gewijd wordt. Met de eerste man, die haar geld toewerpt, gaat zij mee en zij mag niemand afwijzen. Als de gemeenschap heeft plaats gevonden en zij zich van haar heilige plicht tegenover de godin heeft gekweten, gaat zij weg en naar huis terug en van die dag af kunt ge haar geven zoveel ge maar wilt, maar ge zult haar niet krijgen. Alle vrouwen, die gezegend zijn met schoonheid en een rijzige gestalte, kunnen spoedig terugkeren, maar de lelijke blijven er lange tijd, omdat ze aan de heilige wet niet kunnen voldoen; ja, sommige moeten er wel drie of vier jaar blijven.’

Herodotus, ‘Historiën’, I:199, vertaling door Dr. Onno Damsté


Herodotus schreef dit op in de vijfde eeuw vC. Het verhaal is waarschijnlijk met fantasie aangedikt. Herodotus – ook wel de ‘vader van de geschiedschrijving’ maar ook de ‘vader van de leugen’ genoemd – verwart vaak Assyriërs met Babyloniërs. Een schrijver uit Lucië, in de tweede eeuw nC, heeft het echter ook over zo’n gebruik in de tempel van Aphroditè (hier waarschijnlijk Astarte) van Byblos in Libanon.

Natuurlijk bestond er prostitutie in het Oude Nabije Oosten. Er zijn echter in de tijd en plaats grote verschillen waar te nemen zowel in Mesopotamië, Syrië-Palestina, als Egypte.

Een zeer gekende prostitué in de Babylonische literatuur is Sjamchat, die Enkidu verleidde in het Epos van Gilgamesj.

Voor Gilgamesj gekomen, richtte hij zich tot hem:
‘Er is een komen opdagen uit de steppe,
de sterkste en geweldigste van het land.
Zijn kracht is geweldig als een rots van Anu.
Hij zwerft voortdurend door de steppe,
zonder ophouden eet hij gras met de kudde,
voortdurend waart hij rond bij de drinkplaats.
Uit angst durf ik niet naderbij te komen.
De valkuilen die ik groef, gooide hij dicht,
de netten die ik spande, maakte hij kapot.
Hij laat het vee en de dieren van het veld door mijn handen
glippen.
Hij laat mij niets meer te doen over in de steppe.’
Gilgamesj zei tegen hem, tegen de jager:
‘Ga, jager, en neem Sjamchat, een dochter van Isjtar met je mee.
Wanneer hij komt om zijn kudde te drenken,
laat haar dan haar kleed afwerpen en haar charmes onthullen.
Zodra hij haar ziet, zal hij naar haar toe komen,
en zijn kudde, die met hem opgroeide in de steppe, zal hem
ontrouw worden.’

De jager ging en nam Sjamchat, een dochter van Isjtar, met zich
mee.
Zij gingen op pad, namen de juiste weg.
Op de derde dag kwamen zij aan op de plaats van bestemming.
De jager en de dochter van Isjtar wachtten in hun schuilplaats.
Eén dag, twee dagen zaten zij tegenover de drinkplaats.
Toen kwam de kudde en dronk van het water,
Het wild kwam en deed zich tegoed aan het water.
En hij, Enkidu, die is geboren in de steppe,
at gras met de gazellen,
met de kudde verdrong hij zich bij de drinkplaats,
met de wilde dieren deed hij zich tegoed aan het water.
Toen zag de dochter van Isjtar hem, de wildeman,
de bloeddorstige man uit het diepst van de steppe.
‘Dat is hem, Sjamchat, ontbloot je borsten,
doe je benen wijd, opdat hij je neme.
Aarzel niet, neem zijn ademstoten tot je.
Zodra hij je ziet, zal hij naar je toe komen.
Doe je kleed uit, zodat hij je kan dekken.
Doe met hem, de woesteling, het werk van een vrouw.
Het wild waarmee hij opgroeide in de steppe zal hem ontrouw
worden,
terwijl zijn liefdesspel als een fluistering over je heen gaat.’
Sjamchat liet haar kleed vallen,
en deed haar benen wijd, opdat hij haar kon nemen.
Zij aarzelde niet, en nam zijn ademstoten tot zich.
Zij deed haar kleed uit en hij dekte haar.
Zijn liefdesspel ging als een fluistering over haar heen.
Zes dagen en zeven nachten bleef Enkidu overeind en bedreef de
liefde met haar.

Toen zijn wellust eindelijk verzadigd was,
richtte hij zich naar zijn kudde.
Maar zodra de gazellen Enkidu zagen, sprongen zij op en renden
weg.

Hij keerde terug en zette zich aan de voeten van de dochter van
Isjtar.
Hij zag Sjamchat in het gelaat;
wat zij zei, hoorden zijn oren.

Sjamchat zei tegen hem, tegen Enkidu:
‘Mooi ben je, Enkidu, als de goden.
Waarom ren je met dieren door de steppe?
Kom, ik zal je meenemen naar het Uruk van de schaapskooien,
naar de schitterende tempel, woonplaats van Anu en Isjtar,
waar de sterke Gilgamesj is, de volmaakte,
die als een wilde stier zijn krachten botviert op de mensen.’
Haar woorden vielen in goede aarde.
Hij begreep dat hij een vriend nodig had.
Enkidu zei tegen haar, tegen Sjamchat, de dochter van Isjtar:
‘Kom, Sjamchat, neem mij mee
naar de schitterende tempel, de heilige woonplaats van Anu en
Isjtar,
waar de sterke Gilgamesj is, de volmaakte,
die als een wilde stier zijn krachten botviert op de mensen.
Ik zal hem uitdagen tot een gevecht.
Midden in Uruk zal ik uitroepen: « Ik ben de sterkste! »
Ik zal de loop van de geschiedenis veranderen.
Wie in de steppe geboren is, is de sterkste.
[Sjamchat spreekt:]
‘Laat daar je gezicht zien.
Ik weet waar hij is.
Kom, Enkidu, je kunt hem vinden in het Uruk van de
schaapskooien,
waar de jonge mannen getooid gaan in prachtige lendendoeken.
De meisjes van plezier zijn er het mooist,
wellustig en uitgelaten.
Zelfs de ouderen staan op van hun bed.
Enkidu, jij die het leven niet kent;
ik laat je Gilgamesj zien, de blij-bedroefde man.
Bekijk hem, zie zijn gezicht:
wat een mannelijk schoon, wat een potentie,
zijn hele lijf wellustig.
Hij is sterker, geweldiger dan jij:
overdag noch ‘s nachts rust hij.
Enkidu, verander je lot.


De prostitué Sjamchat verleidt Enkidu en brengt hem uit de wildernis, in de beschaving. Later als Enkidu sterft, zal hij Sjamchat vervloeken omdat ze dit heeft gedaan. In deze passage heeft Enkidu het over de plaatsen waar prostituees hun werk beoefenen: in de taveerne, aan de stadsmuur, aan de kruispunten, en in de woestijn.

We zitten hier al veel later in de geschiedenis van Mesopotamië (ca.1200 vC). Prostitutie krijgt oiv. het huwelijk (er worden steeds meer huwelijkscontracten gevonden) een dubbele moraal. Prostitutie – wat ik direct wil aantonen – was vroeger veel meer aanvaard. Nu heeft men het over ‘harimtu’: de afgescheiden vrouwen (los van hun normale taken: huwelijk, baren en opvoeden).

‘Sjamchat, ik zal je lot voor je bepalen,
een lot dat jou tot in eeuwigheid zal achtervolgen.
Ik zal je vervloeken met een grote vloek.
Vanaf nu zul je mijn vervloekingen overal tegenkomen:
Moge je nooit een huis met een gezin hebben.
Moge je nooit een kind van je schoot koesteren.
Moge je nooit deel uitmaken van een harem.
Laat drab je mooie lendenen bevuilen.
Laat de dronkaard met zijn braaksel je feestkleed besmeuren.
Van het glanzende albast zul je niets hebben.
Met een homp klei van de pottenbakker zul je je moeten
opmaken.
Het glanzend zilver, de trots van de mensen,
zal niet in jouw huis te vinden zijn.
Het portaal zal de plaats van je genot zijn,
het kruispunt van wegen je verblijfplaats,
het braakliggende veld je ligplaats.
In de schaduw van de stadswallen zul je je ophouden.
De dronkaard zowel als de nuchtere zal op je wang slaan.
De bouwmeester zal je wanden niet willen bepleisteren.
Uilen zullen zich in de gaten van je muur nestelen.
In je huis zal nooit een feestmaal plaatsvinden.

Wie zich ook voor jou bloot geeft,
maak je waardeloos.’

Toen Sjamasj hoorde wat hij zei,
riep hij hem toe vanuit de hemel:
‘Waarom, Enkidu, vervloek je Sjamchat, de dochter van Isjtar,
die jou voedsel heeft laten eten, de goden waardig,
die jou het beste bier heeft laten drinken, koningen waardig,
die jou heeft gekleed in schitterende kleren
en die jou als metgezel de uitnemende Gilgamesj heeft gegeven.
Gilgamesj, jouw vriend, jouw lievelingsbroer,
laat je slapen in een prachtig bed.
Hij laat je slapen in een bed van liefdevolle zorg.
Hij laat je zitten op een zetel, een zetel aan zijn linkerkant.
De vorsten van de Onderwereld kussen je de voeten.
Hij laat de mensen van Uruk om jou huilen een weeklagen.
Vrolijke mensen verandert hij voor jou in verdrietige.
Na jouw dood zal hij zijn haar en zijn lichaam laten vervuilen
en gekleed in een leeuwenhuid zal hij door de steppe dalen.’

Toen Enkidu de woorden van de heldhaftige Sjamasj hoorde,
kalmeerde zijn boze hart.
‘Sjamchat, ik zal je lot bepalen.
Mijn mond die jou eerst heeft vervloekt, zal je nu zegenen.
Gouverneurs en vorsten zullen van je houden.
Degenen die één dubbele mijl van je weg is,
zal zich op de kuiten slaan.
Degene die twee dubbele mijl van je weg is,
zal zijn haar los schudden.
De soldaat zal zonder aarzeling zijn riem voor je losmaken.
Hij zal je obsidiaan en lapis lazuli geven.
Hij zal je oorringen van gehamerd goud geven.
Regen zal rijkelijk op hem neerdalen, zijn voorraden zullen zich
ophopen.
De priester zal je doen binnentreden in het huis van de goden.
Voor jou zal de eerst-gekozen vrouw, die zeven maal moeder is,
worden verstoten.’


Sjamchat wordt hier gebruikt als eigennaam, gecombineerd met ‘charimtu’, de aanduiding voor tempelprostituee. Aan de tempel van Isjtar in Uruk waren verschillende klassen van deze aan de godin gewijde vrouwen verbonden. De hoogste in rang was de godenbruid, die als plaatsvervangster van Isjtar een heilig huwelijk met de koning aanging. Niet gebruikt als eigennaam, maar als zelfstandig naamwoord duidt ‘sjamchatu’, evenals ‘charimtu’ een bepaalde klassen van prostituees aan. De woorden worden zowel met een positieve als een negatieve lading gebruikt; positief als aanduiding voor een vrije, gewijde vrouwenklasse, negatief bij voorbeeld in vervloekingen waarin de dochters van een man het lot van straatprostituee (charimtu) wordt toegewenst.

Dus ook hier zien we al de dubbele moraal. De godin Inanna (Isjtar, Astarte, Nanaya,…) is de patrones van de prostituees, godin van de liefde (seksueel gedrag, buitenechtelijke seks). Sommige beschouwen haar als ook instaand voor het huwelijk wat beslist fout is. Zij beschimpt het huwelijk. Ook wordt zij al of niet terecht gezien als een moedergodin? Hier is veel onduidelijkheid rond.

Gilgamesj opende zijn mond, sprak en zei tegen de vorstelijke
Isjtar:
‘Wat moet je ervoor hebben wanneer ik je neem?
Zal ik je lichaamszalf geven of kleren?
Heb je mijn brood nodig en mijn voedsel?
Moet ik je eten geven, goden waardig,
en dranken, koningen waardig?
Laat de straat jouw verblijfplaats zijn.
Iedereen die zin heeft, zal je nemen.
Je bent als een kachel die niet verwarmt in de kou,
een onaffe deur waar de wind en de tocht doorheen blazen,
een paleis waar de held zijn ondergang vindt,
een olifant die zijn dekkleed afwerpt,
pek dat degene besmet die ermee omgaat,
een waterzak die water morst op zijn drager,
een kalksteenblok dat de tichelmuur omver stoot,
een stormram die vriend zowel als vijand verzwakt,
schoeisel dat knelt.

Wie is de minnaar die je voor langere tijd liefhad?
Wie van jouw vogels vloog weer vrij uit?
Ik zal je minnaars voor je opnoemen.
Tammuz, je jeugdliefde,
heb je veroordeeld tot weeklagen jaar in jaar uit.
Je hebt de veelkleurige allallu-vogel bemind.
Daarna heb je hem geslagen en zijn vleugel gebroken.
Nu dwaalt hij door het bos en schreeuwt:
« Mijn vleugel, mijn vleugel! »
Je hebt van de leeuw gehouden, die de sterktste is.
Zeven en nog eens zeven kuilen groef je voor hem.
Je hebt van het fiere strijdros gehouden.
Zweep, sporen en karwats waren zijn deel.
Zeven dubbele mijl moest het rennen.
Troebel water moest het drinken.
Zijn moeder Silili moet nu eindeloos om hem huilen.
Je hebt van de herder, de veehouder gehouden,
die trouwhartig brood, in de as gebakken, voor je opstapelde,
die elke dag geitjes voor je slachtte.
Je hebt hem betoverd en in een wolf veranderd.
Zijn eigen herdersjongens verjagen hem nu,
zijn honden bijten hem in de achterpoten.
Je hebt van Isjullanu gehouden, je vaders hovenier,
die geregeld manden met dadels voor je meebracht
en dagelijks je dis overlaadde.
Je lonkte naar hem en ging op hem af:
« O, Isjullanu, » zei je, « laten we proeven van je mannelijkheid.
Strek je hand uit, streel mijn geslacht. »
Maar Isjullanu zei tegen je:
« Wat wil je van mij?
Heeft mijn moeder niet gebakken, en heb ik niet al gegeten?
Wat ik met jou eet, zou brood met scheldwoorden en vloeken
zijn.
Riet zou mijn enige bedekking zijn tegen de kou. »
Toen je dat hoorde,
heb je hem betoverd en veranderd in een dwerg.
Je liet hem achter bij zijn werk,
maar de zwengel gaat niet meer omhoog,
de emmer niet meer omlaag.
Mij zou je net zo behandelen wanneer je van mij zou houden!’

Toen Isjtar deze woorden hoorde, werd ze woedend.
Ze steeg op naar de hemel.
Toen ze bij Anu, haar vader, kwam, begon ze te huilen.
Bij Antu, haar moeder, stroomden haar tranen.
‘Vader, Gilgamesj, heeft me de hele tijd uitgescholden.
Hij heeft me allerlei schandelijke dingen toegevoegd,
scheldwoorden en vloeken.’
Anu opende zijn mond, sprak en zei tegen de grote Isjtar:
‘Heb je koning Gilgamesj niet zelf uitgedaagd?
Daarom heeft hij je die schandelijke dingen toegevoegd,
die scheldwoorden en vloeken.’
Isjtar opende haar mond, sprak en zei tegen Anu, haar vader:
‘Vader, geef me de Hemelstier
om Gilgamesj te doden en zijn huis te verwoesten.
Als je mij de Hemelstier niet geeft,
zal ik naar de Onderwereld gaan.
Ik zal de doden laten opstaan
en de levenden laten verslinden.
Er zullen meer doden dan levenden zijn!’


We kunnen in Mesopotamië een onderscheid maken tussen ‘straat’-prostitutie en ‘heilige’-prostitutie. Dit is nog een voortdurend debat onder specialisten maar er zijn bepaalde zaken waar men het wel over eens is.

Er is bewijs dat meisjes/vrouwen, gehuwd of niet gehuwd, werden toegewezen aan de tempels voor prostitutie. Dit gebeurde enerzijds om schulden af te lossen, maar ook vaak om bepaalde culten te onderhouden. Zo kennen we culten rond Isjtar of Nanaya, culten rond de Elamietische (ZW Iran) godin Pinengir. Deze ‘heilige’ prostituees hadden hun eigen klederdracht, hun eigen haartooi, waren aldus heel herkenbaar. Ze stonden bekend onder namen zoals ‘qadishtu’ en ‘kulmashitu’. De vertrekken waar deze priesteressen woonden en hun ‘ding’ deden, werden versierd met allerlei erotische plaquettes en figuurtjes.

Er bestond ook een cultus rond Adad (Sumerische stormgod Ishkur). Of er hier sprake was van prostitutie, denk ik niet. De priesteressen moesten eerder zoveel mogelijk kinderen baren en opvoeder ter ere van de god Adad.

Er is ook verwarring rond zangeressen en danseressen aan het hof en in de tempel (courtesanes). Daar zij er halfnaakt bij liepen, werd de link gelegd met de priesteressen die zich prostitueerden. Maar dit is onduidelijk.

Vooral in Mesopotamië was prostitutie algemeen aanvaard. Zoals reeds eerder vermeld, kon een familie een vrouwelijk lid aan een ander persoon of de tempel geven voor prostitutie, om schulden af te lossen. Een gebruik dat niet alleen opging voor prostitutie. Een vrij man/vrouw kon tijdelijk in de slavernij terechtkomen om alzo zijn/haar schulden af te lossen. Prostitutie was ook geen bezwaar voor een huwelijk. Wel werd de man gewaarschuwd dat als hij een ex-prostituee huwde, hij flink zijn best zou mogen doen.

De prostituee had een zekere status. Prostitutie werd vaak gelieerd met bier, taveernes. Prostituees zijn vrouwen die bier en wijn verkopen. De godin Inanna (Isjtar,…) heerste in deze taveernes. Het was vaak ook in deze taveernes (aan de haven) waar de handelaars samen kwamen. We lezen in oude Hethietische teksten dat er prostituees mee reisden met de Assyrische (18de eeuw vC) handelaars, en verbleven in de taveernes van hun handelskolonies. Latere Griekse commentaren bevestigen dit als men het bij voorbeeld had over Lydië (zuidkust van Anatolië) waar prostitutie normaal was en een prostituee een behoorlijke economische macht vertegenwoordigde.

Een ander aspect waar weinig over geweten is, wordt aangehaald door de Griek Xanthus. Hij had het over prostituees en vrouwen die zich lieten steriliseren.

Egypte lijkt een geval apart! Zelfs Herodotus vond dit. Hoe algemeen aanvaard en in de maatschappij ingeworteld prostitutie in Mesopotamië was, lijkt hij dit zo goed als niet tegen te komen in Egypte? Er is inderdaad weinig of niets van terug te vinden, tenzij in de Ptolemaïse en Romeinse periode, waar prostitutie wordt afgekeurd en zelfs bij wet wordt verboden. Het is niet omdat men het er niet over had dat het niet bestond. Prostitutie als beroep komt anderzijds ook niet in alle culturen voor. De veel voorkomende erotische kunst in Mesopotamië (soms ronduit pornografisch), zien we ook niet in Egypte.

Bij de Hebreeërs (of is het Hebreeuwers) heeft de profeet Amos het over vaders die hun zonen voorlichting geven door met hen naar de prostituees te gaan. (Hosea 2:7).

Een ander aspect van seksuele (gewilde of ongewilde) contacten is het ‘recht van de eerste nacht’ uitgevoerd door de stadsheerser de dag voor een vrouw gaat trouwen (zie ook het epos van Gilgamesj).

De man opende zijn mond en zei:
‘Ik ben voor een bruiloft uitgenodigd.
Het is de gewoonte van mensen
om huwelijken te sluiten.
Ik zal de feestdis overladen
met lekkernijen voor de bruiloft.
Voor de koning van Uruk, de grote marktplaats,
zal het bedgordijn worden opengedaan,
zodat hij als eerste kan binnengaan.
Voor Gilgamesj, de koning van Uruk, de grote marktplaats,
zal het bedgordijn worden opengedaan,
zodat hij als eerste kan binnengaan.
De bruid die aan de beurt is, zal hij bezitten;
hij eerst, dan pas de bruidegom.
Zo is bepaald bij goddelijk besluit.
Reeds vanaf het moment dat zijn navelstreng was doorgesneden,
was het voor hem zo bepaald.’


Het gaat hier om het jus primae noctis, het recht op de eerste nacht. Volgens dit recht had de koning als eerste gemeenschap met nieuwe bruiden, als gevolg waarvan alle leden van de gemeenschap als het ware de zonen van de koning waren en hij de vader van allen. Dit gedeelte van de tekst komt uit de Oudbabylonische versie, het zogenoemde Pennsylvania-tablet. Het staat echter wel vast dat het jus primae noctis rond 1.700 vC al werd gezien als een misstand uit vervlogen, primitieve tijden en wordt gebruikt om het mythische karakter van het verhaal te benadrukken.


Prostituees worden vaak afgebeeld, leunend uit het raam.

Afbeelding


Groeten
Brunetti
 
Berichten: 166
Geregistreerd: di 01 maart , 2005 14:11

Berichtdoor els » do 31 maart , 2005 12:00

Bedankt voor het openen van dit interessante onderwerp, Brunetti. Ik wilde dit al heel lang een keer doen, maar het komt er steeds niet van. Helaas loop ik nu een beetje achter, dus het moet even wachten. Toch een paar opmerking.

Wat betreft de term 'qadishtu': dit woord is te vertalen als 'heilig', en geeft dus aan dat het hier heilige, aan de tempel verbonden seks betreft. Dit woord komt veel voor als titel (bijv. van Ashera, de Kanaänitische 'heilige hoer'), of als functie, zoals in de bijbel. Hier is sprake van Qeteshim, een mannelijk woord voor aan de tempel verbonden mannelijke prostituees.

Een ander woord dat je noemde, 'harimtu', heeft misschien te maken met het woord harem. Dat woord duidt op een verbod, dus een voor mannen verboden vertrek. In de islam kreeg dit als bijbetekenis een ruimte waar weliswaar geen mannen in mochten, maar de vrouwen mochten er niet meer uit, en werden er dus in opgesloten. Maar als verboden vertrek had het ook betekenis in de tempel. Vanzelfsprekend wordt het wel genoemd als ruimte waar de heilige tempelseks plaatsvond. Deze ruimte kennen we ook als 'heilige der heiligen'.
Ik kom later nog wel met meer info over deze ruimte, die bijvoorbeeld in de Romeinse Vesta-tempel te vinden is en waarin het palladium een rol speelt, bij de Egyptenaren bekend is als tempel van Opet, in het sanskriet wordt aangeduid met een woord dat 'baarmoeder' betekent (ben het even kwijt).

Wat Shamat betreft: de functie die zij uitoefende doet denken aan de functie van de Indiase Shakti: het is de vrouwelijke kracht of energie, die mannen via seks van vrouwen kunnen verkrijgen. Uit het verhaal van Shamat blijkt dat mannen zonder deze kracht ruw en onbeschaafd zijn.
Er is ook verwarring rond zangeressen en danseressen aan het hof en in de tempel (courtesanes). Daar zij er halfnaakt bij liepen, werd de link gelegd met de priesteressen die zich prostitueerden. Maar dit is onduidelijk.


Toch zijn hiervoor wel aanwijzingen in andere culturen. In India bestonden bijvoorbeeld devadasi's, aan Shiva (de god van de dans) gewijde prostituees, die naast het beoefenen van prostitutie werden opgeleid in kunsten als zang en dans.
Iets dergelijks is te zien in Japan bij de geisha's. Deze zijn natuurlijk het tegendeel van naakt (er zit dagelijks een uurtje of vier in hun bijzonder geformaliseerde aankleding).

Een relatie tussen geperfectioneerde kunst en seks vind je ook in de kamasutra.

Ook de Griekse muzen herinneren aan de Shakti (inspiratie) en de kunsten en beschaving die met vrouwen werden geassocieerd. De muzen zijn echter ontdaan van seksualiteit.

De Griekse hetairen waren ook bekend vanwege hun functie als prostituee gecombineerd met hun hoge opleiding, waarmee ze in hoge kringen serieuze gesprekspartner waren. Maar - dit is mijn mening weer eens - doordat het patriarchaat en de bijbehorende knechting van de vrouw intussen al tot in alle hoekjes was doorgedrongen - waren de hetairen een uitstervende soort.

Niet toevallig natuurlijk dat het bekendste Griekse bordeel was gewijd aan Aphrodite. Maar daar blijkt wel dat er weinig heiligs was aan de heilige seks, want het was niet meer dan vrouwenhandel wat daar werd bedreven.
Wat dat betreft had Herodotus volgens mij wel degelijk een punt: heilige seks kan niet bestaan in een wereld waarin mannen alle touwtjes in handen hebben. Het 'jus primae noctis' dat je noemde is daarvan maar een voorbeeld. Ik deel dan ook zijn kritiek, zelfs al zit hij er historisch gezien misschien enigszins naast.

De woorden worden zowel met een positieve als een negatieve lading gebruikt; positief als aanduiding voor een vrije, gewijde vrouwenklasse, negatief bij voorbeeld in vervloekingen waarin de dochters van een man het lot van straatprostituee (charimtu) wordt toegewenst.


Ook iets waar ik nog eens over wou nadenken. Met de ontwikkeling van het huwelijk krijgt de vrije prostitutie een steeds negatievere klank, en gehuwde vrouwen wordt het verboden prostitutie te bedrijven. Hiermee samen hangt een lasterlijke visie op prostituees, en het belang van concepten als deugdzaamheid, trouw en gehoorzaamheid bij gehuwde vrouwen.

Om vrouwen te dwingen zich over te geven aan het instituut van het huwelijk worden niet-getrouwde vrouwen en prostituees dus belasterd, en naarmate hun aantal verdwijnt steeds meer uitgestoten.

Ik zal nog eens zien of ik een passage kan terugvinden in de bijbel die volgens mij slaat op het bedrijven van tempelseks en het verbod hierop.

Hoe dan ook, ik kom later nog eens terug, eerst effe ander topic.
els
Beheerder
 
Berichten: 3134
Geregistreerd: zo 14 jul , 2002 22:08
Woonplaats: Amsterdam

Berichtdoor Brunetti » do 31 maart , 2005 12:15

Lekker een vrije dag. Na mijn bijdrage hier, effe in de zetel geploft. Kreeg ik nog net de laatste minuten te zien op Discovery Channel over 'Sex B in Greece'. Over toeval gesproken... Jammer genoeg dus weinig van kunnen zien. Is er iemand die deze uitzending niet heeft gemist?
Groeten
Brunetti
 
Berichten: 166
Geregistreerd: di 01 maart , 2005 14:11

Berichtdoor els » zo 03 apr , 2005 15:45

Nou, aan mij heb je ook niks. Ik zie net dat het zo weer komt op discovery, over 10 minuten (vijf uur zondagmiddag).

En dat terwijl ik nu al twee weken de gids doorploeter om eventueel wat te kunnen tippen. :huh: :muts:
els
Beheerder
 
Berichten: 3134
Geregistreerd: zo 14 jul , 2002 22:08
Woonplaats: Amsterdam

("Griekse")Minoische Slangen-Godin was eigenlijk &

Berichtdoor BlueHue » ma 22 mei , 2006 16:38

BESTE. . . . ELS,


:p Zomaar een opmerking:

Die Minoische slangen Danseres op die roodbruine " intalglio" van jou ,is oorspronkelijk de egyptise "Godin" Kadesch". (=Sita-Kamoze.)


Op enkele schaarse Graf-Steles staat ze in Eva-Costuum, :moppen: op een tijger-vloerkleedje, dat "het Paradijs-land" voorsteld.)met in de ene hand 3 Slangen en in de andere hand 4 Lotusbloemen, op haar hoofd draagd ze een "hoedendoos-tiara" (=de"Doos"van Pandora..) met daar-uitkomend: 3 trossen druiven; als pruik, draagt ze twee brede platte vlechten met elk een gouden band en eind-krul( van een olifanten-slurf.)over haar sleutelbeenderen. Ze wordt geflankeerd door de egyptiese God:"Amon-Min" en haar"oom: Farao Kamose die een Knots draagt


Het Tableau"Vivant"moet een Ode aan de Moedergod (=Muth / Kadesch.)van Egypte voorstellen, waarbij deze de:"Alfa(= Min)en de "Omega"(=Kamoze.)is, als het "Middelpunt der Aarde"(=Pantervel.) Alas ASCHtarte (=aTARgathis.) wordt ze ook wel met vogelpoten afgebeeld( dit moeteen iconografisch "Begrip" een Beeld-verkleinings/afkorting van een Olifant zijn.)


Als"Assyrische "Asherat"staat ze op een Stier en heeft 4 pijlen achter haar schouders. Er zijn mischien iconografische associaties met de 4 Evangelisten, die immers oorscpronkelijk:"Amset-Hapi-Duamutef en Kebesneuf" waren, de 4 Kanopen koppen van een Engel, Stier, Leeuw (Hiëronymus.)en Arend.


Op de Codex die de ouste Christus-afbeelding toond met een zittende figuur met boek en "zegenende vinger"(=Slangen-teken")als:"Christus-Leraar"Heer der Zodiac,
is het Bijbelboek-beslag versiert met 4 (Lotus) bloemen in de Hoeken, deze werden in grotere afbeeldinge later vervangen dd 4 evangelisten in Dier-gedaante maar later als "Mens"bv.Cherubijn/ Serafijn, of witgebaarde- filosoof.


:duivelwolk: Dat er zo weinig beeld-Steles van haar in die positie over zijn, komt omdat Kamoze zijn nichtje had "Verketterd/ "gedemonioseerd"nadat zij met haar jongere broer Amoze was gehuwd, zonder zijn medeweten( hij zou het hebben verboden en zijn broer gedood hebben, in het geniep; als"eerwraak", maar nu kon Kamoze dat openlijk doen.


:sorry: Muth-Kadesch wordt wel, vereenzelvigd met Eva-Lillith. groetjes v. :| "BlueHue" :|
BlueHue
 
Berichten: 85
Geregistreerd: ma 13 dec , 2004 19:00
Woonplaats: "GRUMPY", DELFT, Z- Holland, De Stad van" Master- Painter " Vermeer.


Keer terug naar gezien en gelezen



Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 4 gasten

cron