Bismillah al-Rahman al Rahim
In de naam van God, de Barmhartige, de Meedogende
God, Godin, en dualiteit in de islam.
Inleiding.
Vaak komt er uit heidense hoek de kritiek op monotheïstische godsdiensten dat die het Ene Goddelijke uitsluitend een mannelijke stempel geven en daarom dus patriarchaal zijn. Mijns inziens moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen God zoals wij in "Hem" geloven, en God zoals "Hij" is. God zoals wij in Hem geloven kent miljarden variaties, eigenlijk evenveel als er mensen zijn. Van God zoals Hij "is" is er echter maar Een. Alle menselijke definities en termen over God zijn eigenlijk al per definitie fout en ontoereikend en dienen alleen maar om het voor de mens makkelijker te maken om Hem te vereren en contact met Hem te leggen. Dat ten eerste.
De geschiedenis van de vrouw in de oude beschavingen.
Ten tweede vind ik het niettemin interessant om dit onderwerp verder uit te diepen. Zoals wij allen weten, wordt de schepping en de mensheid gekenmerkt door dualiteit, zoals b.v. mannelijk-vrouwelijk, licht-donker, dag-nacht, etc. Vanaf het moment dat mannen en vrouwen zich begonnen te realiseren dat er Een Goddelijk Principe aan het begin van de schepping staat, hebben zij zich gebogen over dit oppervlakkig gezien irrelevante, maar toch, zoals gebleken uit de culturele geschiedenis van de hele wereld, belangrijke onderwerp. Ondanks het feit dat men zich al vroeg realiseerde dat het Goddelijke een totaal ander Wezen moest zijn dan bijvoorbeeld mensen, dieren en planten, creeërde men als het ware een antropomorf Godsbeeld. Een geopperde theorie is dat het monotheïsme een van de eerste "oplossingen" was, die de mensheid ontdekte, maar dat de God Die werd aanbeden te verheven en "ver weg" was om in het dagelijks leven van de mens geïntegreerd te worden. Na de uitvinding van de landbouw kwam de mens tot de ontdekking dat de vruchtbaarheid, die al het leven schraagt en draagt, in feite iets heiligs was. De link tussen het abstracte, als heilig beschouwde begrip "vruchtbaarheid" en de vrouw, die hier een epiphanie van leek, was makkelijk gelegd, en zo begon het tijdperk van de Grote Godin, die millennialang vereerd zou worden als de bron van alle leven. Hoe hieraan een einde kwam en ook "mannelijke" goden hun intrede deden, is niet helemaal duidelijk. Sommige mensen beweren dat de oorspronkelijke, matriarchale maatschappijvorm is vernietigd door oprukkende ruiters uit het noorden. Een andere mogelijke theorie is echter, dat het evenwicht te veel begon "door te slaan" en, om het wat profaan uit te drukken, de mannen te weinig aan bod kwamen. In ieder geval ontstond er een patriarchale samenleving. Overigens betekende dit niet dat er een einde kwam aan de verering van godinnen. Zowel goden als godinnen werden vereerd, maar de dominantie van het mannelijke werd langzamerhand bekrachtigd door de veranderende maatschappijvormen; namelijk van agrarisch en sedentair naar stedelijk, en in de stad werden "mannelijke" eigenschappen zoals kracht, snelheid en agressie higer aangeslagen. Vooral de positie van vrouwen in het Babylon van Hammurabi en het Griekenland in de tijd van de poleis was vreselijk slecht. Vrouwen werden gemarginaliseerd, uitgehuwelijkt en mochten niet zonder toestemming van hun man naar buiten; ze werden zelfs door de grootste geesten van die tijd, zoals bijvoorbeeld de Griekse wijsgeren, gezien als wezens die ergens tussen de mensheid en het dierenrijk in zweefden. In deze zelfde tijd hadden godinnen echter nog steeds vurige aanhangers en bestond er in veel landen nog steeds tempelprostitutie; de positie van de doorsnee vrouw was er echter niet minder belabberd op. Dit bewijst dan ook meteen dat de verering van godinnen geen garantie betekent voor een goede maatschappelijke positie van vrouwen, net zoals het hebben van een "mannelijk" Godsbeeld niet per definitie betekent dat vrouwen als tweederangsburgers worden behandeld.
De islamitische visie.
Nu zal ik in het kort de islamitische visie uiteenzetten. (Met "de islamitische visie" bedoel ik de visie zoals die uiteengezet wordt in de heilige Qor'an, niet die van de geïnstitutionaliseerde islam, of de geïncorporeerde culturele en religieuze gebruiken van de bekeerde volkeren) De islam beschouwt mannen en vrouwen als volkomen gelijkwaardig, maar zeker niet gelijk. Hiermee wordt bedoeld dat hoewel mannen en vrouwen evenveel rechten en plichten hebben, zij niet hetzelfde is en er een wezenlijk biologisch verschil en geestelijk verschil is tussen mannen en vrouwen, dat zich al vanaf de vroegste leeftijd in bijvoorbeeld de verbale en motorische ontwikkeling openbaart, nog voordat ouders, omgeving en culturele conditionering een rol van betekenis kunnen gaan spelen. Het maatschappijbeeld dat de Qor'an voorstaat, is dan ook een afspiegeling van die dualiteit: mannen en vrouwen worden als elkaars beschermende vrienden gezien en mannen en vrouwen worden vermaand elkaar vriendelijk te behandelen, seks niet als chantagemideel te gebruiken en samen een egalitaire, islamitische samenleving op te bouwen. Ook liefde en barmhartigheid worden beschreven als tekenen van God. Maar nu op naar het eigenlijke thema van dit artikel. Namelijk, de islamitische visie op de natuur van God: specifiek mannelijk, vrouwelijk, allebeide
of geen van beiden? Laten we eerst beginnen enkele Arabische woorden, waarmee het Ene Goddelijke wordt beschreven, of, benaderd zo u wilt, bekijken.
De hoogste en meest gebruikte naam voor het Ene Goddelijke is Allah, eigenlijk simpelweg het Arabische woord voor God (ook gebruikt door christenen).
Dit woord laat zich zo ontleden: Allah = al-lah= al-(i)lah= dé god, of dé godheid.
Het vrouwelijke woord hiervan gaat overeenkomstig: Allaat = al-laat= al-(i)lahat = dé godin
Alhoewel het woord "Allah" grammaticaal gezien dus mannelijk is, en er in de Qor'an ook met mannelijke woorden naar God wordt gerefereerd, is het woord voor Gods ongenaakbare Wezenheid, dus God zoals God bij Zichzelf is (al-Dhat) grammaticaal gezien vrouwelijk. Later werd de theorie van de dualiteit van God door moslims uitgewerkt. God had, zoals veel moslims betoogden, twee belangrijke eigenschappen, waarvan de ene expliciet mannelijk en de andere expliciet vrouwelijk waren. Die eigenschappen waren jalal (=kracht) en jamala(=schoonheid). De schepping en dualiteit van mannen en vrouwen was, zo betoogden zij, een bevestiging van die dualiteit; volgens hen was de basis-eigenschap van mannen, dat ze sterk waren, en de basis-eigenschap van vrouwen, dat ze mooi waren. Deze theorie vertoont overigens sterke overeenkomsten met het yin-yang principe uit de Chinese filosofieën, het lingua-yoni idee uit het hindoeïsme en het god-godin idee uit het wicca. Islamitische mystici zouden deze ideeën later uitbreiden en betogen dat de uiterlijke weg, van bijvoorbeeld de islamitische wetgeving Gods jalal("krachtige") attributen weergaven, en de innerlijke weg, namelijk die van de mystieke islam, een reflectie waren van Gods "jamal" attributen. Verder wezen zij erop dat de tweede voornaamste Naam van God, al-Rahman, de Erbarmer, grammaticaal verband hield met het woord "rahm", wat baarmoeder betekent. De beroemde mysticus Mawlana Jalal al-Din Rumi zou zelfs een stapje verder gaan en naar God refereren met het woord "Moeder".
Slot.
Om het kort samen te vatten hebben mannen en vrouwen altijd getracht God te "begrijpen" en te "doorgronden", op allerlei verschillende manieren, om als het ware het Ene Goddelijke te "vangen" en beter met Hem/Haar/Het in contact te treden. Maar omdat God Iets/Iemand totaal anders is dan wij mensen zijn, is alles wat wij over "Hem" zullen zeggen per definitie fout, en kan het maar een deel van die Waarheid vangen. Alle godsdiensten en godddelijk geïnspireerde Boeken zijn een benadering, dus ook de Qor'an is een benadering. Onze profeet Mohammed (as) zag zichzelf, net zoals alle profeten/profetessen sinds mensenheugenis, tegenover de moeilijke taak om de Universele Boodschap van de islam, zoals die hem voor de voeten werd geworpen door zijn God, te interpreteren en aan de mensheid door te geven. Dit was een pijnlijk en moeizaam, maar ook wonderschoon en leerzaam proces, wat hem in een bijzonder intieme contact met God schonk en een zeer nauwe relatie met God liet aangaan. Ook Mohammed (as) was een kind van zijn tijd en cultuur, en interpreteerde de Boodschap op zijn manier. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het feit dat in de Qor'an het Ene Goddelijke in mannelijke termen wordt beschreven. Mijns inziens is de manier waarop we naar God refereren niet relevant. Relevant is de intentie, het geloof en de liefde waarmee het gedaan wordt. En God weet het het beste.