Om van religie bevrijd te zijn

Om van (georganiseerde) religie bevrijd te zijn, denken velen dat het genoeg is om niet in een kerk te komen, niet te bidden, of geen gewijde teksten te lezen. Die illusie kan bestaan in landen waar men leeft onder het beginsel van scheiding van kerk en staat. Welliswaar geeft dat een zekere matiging van religieuze en burgelijke hartstochten maar de invloed van religie op de cultuur wordt er niet mee teniet gedaan. We zijn allemaal doordrongen van de Griekse, Latijnse, Oosterse, Joodse en Christelijke tradities door met name beeldende kunst, literatuur, het gedachtengoed en de mythen die we vaak zonder het te beseffen, belichamen, uitwisselen en voortzetten.
Overgang naar een ander tijdperk kan niet geschieden enkel door te ontkennen wat bestaat. De meeste interpretaties, van Marx en Freud bijvoorbeeld, zijn onbruikbaar omdat ze schatplichtig zijn aan de partiarchale mythologie. En die ondervraagt zichzelf erg weinig als zodanig. Het patriarchaat en de bijbehorende fallocratie zijn zelf deels mythen, die door gebrek aan afstand zichzelf als enig mogelijke maatschappelijke orde zien. Vandaar ook onze neiging om mythen als een minder belangrijke werkelijkheid te zien en niet als een van de belangrijkste vormen van maatschappij-ordening in een bepaald tijdperk.
Neerbuigendheid tegenover wat ruwweg 'de prehistorie' wordt genoemd, wordt wel verklaard uit deze verwarring van het patriarchaat met zijn enig mogelijke Geschiedenis. Allerlei specialisten rangschikken zeer uiteenlopende vroegere werkelijkheden en tijdperken onder de noemer Prehistorie. En vaak beperken ze die vroege uitingen tot de functie van mythen, sprookjes en legenden. Het als onbelangrijk bestempelen van deze weergaven van de werkelijkheid gaat hand in hand met het verdringen en vernietigen van bepaalde culturele dimensies. Vooral de dimensies die betrekking hebben op de economie van het onderscheid tussen de geslachten. Dat heeft ook tot gevolg dat de Geschiedenis wordt beperkt tot een onvolledige, steriele opvatting.
Daarom is het belangrijk niet-patriarchale mythen en voor-patriarchale beelden op te duiken, door te geven, te herhalen, herhalen, herhalen. En nieuwe interpretaties te verzinnen... als tegengif.
Overgang naar een ander tijdperk kan niet geschieden enkel door te ontkennen wat bestaat. De meeste interpretaties, van Marx en Freud bijvoorbeeld, zijn onbruikbaar omdat ze schatplichtig zijn aan de partiarchale mythologie. En die ondervraagt zichzelf erg weinig als zodanig. Het patriarchaat en de bijbehorende fallocratie zijn zelf deels mythen, die door gebrek aan afstand zichzelf als enig mogelijke maatschappelijke orde zien. Vandaar ook onze neiging om mythen als een minder belangrijke werkelijkheid te zien en niet als een van de belangrijkste vormen van maatschappij-ordening in een bepaald tijdperk.
Neerbuigendheid tegenover wat ruwweg 'de prehistorie' wordt genoemd, wordt wel verklaard uit deze verwarring van het patriarchaat met zijn enig mogelijke Geschiedenis. Allerlei specialisten rangschikken zeer uiteenlopende vroegere werkelijkheden en tijdperken onder de noemer Prehistorie. En vaak beperken ze die vroege uitingen tot de functie van mythen, sprookjes en legenden. Het als onbelangrijk bestempelen van deze weergaven van de werkelijkheid gaat hand in hand met het verdringen en vernietigen van bepaalde culturele dimensies. Vooral de dimensies die betrekking hebben op de economie van het onderscheid tussen de geslachten. Dat heeft ook tot gevolg dat de Geschiedenis wordt beperkt tot een onvolledige, steriele opvatting.
Daarom is het belangrijk niet-patriarchale mythen en voor-patriarchale beelden op te duiken, door te geven, te herhalen, herhalen, herhalen. En nieuwe interpretaties te verzinnen... als tegengif.