'k Heb niet de intentie om even Alexander de Grote te spelen, maar voor mezelf wil ik alles even netjes op een rijtje zetten. Vandaar deze bijdrage! Hopelijk neemt niemand er aanstoot aan dat ik even mijn stofjas aandoe (tegen het krijt

I. De Godsdienst van de jager-verzamelaar
of paleolithische religie (tot 8000 vC)
Al heel vroeg moet de mens religieuze bedoelingen hebben gehad. Hoe weten we dat? Archeologen graven mensenschedels op die blijkbaar onderhevig zijn geweest aan rituele handelingen. Mensen worden op sommige plaatsen op dezelfde manier begraven en/of met grafgiften. Wetenschappers zijn het er steeds meer over eens dat de grotschilderingen in oa. Altamira en Lascaux (13.000-12.000 vC) ook religieuze bedoelingen hadden. We treffen overal vrouwenbeeldjes aan (vooral en overwegend - de phallusmannetjes zijn sterk in de minderheid) met uitgesproken borsten en dijen. Misschien nog te vroeg om te spreken van een 'moedergodin' (?) maar er is hier zeker sprake van een vruchtbaarheidssymbool.


II. Neolithische religie
de opkomst van landbouw en veeteelt
De religieuze beleving, het religie gevoel, het gevoel van spiritualiteit, de mystiek (hoe je het ook wil noemen) wordt veel meer gericht op het ritme van de seizoenen. De omschakeling naar vaste nederzettingen, de landbouw en veeteelt, zorgt ervoor dat deze seizoenen, de oogsten, van levensbelang zijn. Er komt een nauwere relatie met de natuur, en meer specifiek met de aarde. Niet te verwonderen, denk ik.
Dit religieus gevoel (laten we het maar zo noemen) was onderdeel van het leven. Er waren voorlopig nog geen aparte personen, laat staan gebouwen, nodig om dit te beleven.
Dit laatste vind ik belangrijk in de manier waarop ik naar dit thema kijk. Ik maak een onderscheid tussen de persoonlijke beleving van het spirituele gevoel, het religieus gevoel én de religie in de handen van de elite. Aan de ene kant - zeg maar de volkse religie, die veel meer gericht is op de aarde, de natuur, het gewone leven. Aan de andere kant - laten we het maar staatsgodsdienst noemen, die letterlijk en figuurlijk zich bezig houdt met hogere thema's, meer gericht op de hemel. Dit is een rode lijn die door de geschiedenis van de religies loopt. En ik kom hier beslist op terug.
III. naar een urbane kijk
De eerste Sumerische tempelgemeenschappen waren onmiskenbaar de eerste plaatsen waar verdeling van arbeid en goederen plaats vond. De priesters als eerste die een 'kapitalistisch' systeem invoerde. "religie als opium voor het volk!" De priesters beheersten de productie en organiseerde de handel. Het is ook hier dat de overgang plaats vindt tussen het 'token'-systeem (van schmandt-Besserat) in heel Mesopotamië in gebruik, naar de eerste stappen tot het schrift. De priesters of in de tempels (voorraadhuizen) waren en zaten de eerste geletterden. Tempels, festivals, godsbeschouwingen en geschriften moesten dit herverdeelsysteem mee ondersteunen.
De patesi of priesterkoning is daar een eerste voorbeeld van. Het is pas veel later dat er een scheiding plaats heeft tussen de tempel en het paleis.

We mogen ondertussen niet uit het oog verliezen dat de neolithische band tussen mens, aarde, natuur en persoonlijke godheden BLIJFT bestaan! De tweedeling blijft tussen religie als een gemeenschappelijke aangelegenheid en religie als een persoonlijke aangelegenheid. Tempels, priesters, erediensten, offers, mythen, rituelen, vieringen, godsbeschouwingen, verhalen, geschriften stonden los van het dagelijkse leven, maar beïnvloedde natuurlijk wel de huiselijke rituelen. Ben ik hier wel duidelijk? 'k Wil weer veel te veel tegelijkertijd vertellen... grrr..
De persoonlijke religieuze beleving ziet er heel anders uit dan hetgeen de 'overheid' voorschrijft. Iets soortgelijks doet zich ook voor in het Antieke Griekenland (weliswaar iewat later). De gewone Griek had geen voeling met de Olympische goden. Al die verhalen oa. opgetekend door Homeros was een godenwereld misschien door de elite en/of priesters uitgedragen maar de mensen thuis hadden hun eigen huisgoden, huisrituelen,... Ook al werd er veel belang aan gehecht (hun leven hing er soms van af), toch was het een ver-van-mijn-bed-show.
Ondertussen werden er heelder godenfamilies gesticht... maar de gewone mens bleef zich bezig houden met typische 'Neolithische' religieuze belevingen: vooroudercultus, vruchtbaarheidsriten, huisgoden, ritueel aardewerk om de kwade geesten uit huis te houden, begrafenisriten, enzovoort.
Officieel en zoals wij het meestal toch in de schoolbanken hebben voorgeschoteld gekregen, was het de gemeenschappelijke religie die standaard was. De persoonlijke beleving is een verborgen geschiedenis, maar één die er was én nog steeds is. In Europa, mits een opflakkering met de Megalithische religieuze beleving, verloor ook zogezegd het formele contact met de natuur. De bijdrages die de vroege steden voortbrachten bleef overeind.
Ik weet dat het man-vrouw thema hier niet veel is aangehaald. Maar het is vermoedelijk wel duidelijk de link te leggen. Neolithische religie = vrouw, natuur, aarde, vruchtbaarheid, persoonlijk, thuis, ... De officiële gemeenschappelijke religie = man, uit huis, hemel, ten dienste van de overheid,...
Dus de monotheïstische religies zijn een voorbeeld van dit laatste. Wil niet zeggen dat de officiële instanties regelmatig zaken hebben gebruikt uit de persoonlijke sfeer om hun gelijk te halen.
Heden ten dage spreekt men over 'religieuze verweesdheid'. Volgens mij is dit dus de teloorgang van de gemeenschappelijke religie, de religie van de elite. Wat overblijft is een spiritueel gevoel, de persoonlijke beleving. Back to the roots?
Effe break... De kat wil eten!