Kleine aanvulling op mijn theorie waarom er geen god kan zijn, want als er een is waarom zou hij dan aan de aarde (een stofje in het Heelal) een bevoorechte positie toebedelen. Het kan toch niet dat er daar op een wolk een grijsaard met een lange baard op Suske en Wiske zit te kijken of zij geen vuile manieren aan het doen zijn.
Deze afbeelding van het heelal bevat het oudste licht uit het universum. De ovale vorm is een projectie van het hele heelal. De afbeelding bevat zoveel details dat het deze tot de meest belangrijke wetenschappelijke ontdekking sinds jaren maakt. Dit kosmisch portret is in 2003 gemaakt met de Wilkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP). Een van de grootste verassingen is dat de afbeelding data geeft van de eerste generatie sterren die 200 miljoen jaar na de Big Bang hun licht uitzonden. Astronomen zeggen op basis van deze data dat het heelal 13,7 miljard jaar oud is, met een foutpercentage van 1%.
Waar maken we deel van uit?
Volgens de
Big Bang theorie verandert het heelal voortdurend. Het heeft een duidelijke leeftijd en een duidelijk omschreven omvang. Er is volgens de huidige astronomen weinig twijfel aan, dat het heelal uitzet, net als een ballon, en dat de bestaande Melkwegstelsels (stippen op de ballon) verder van elkaar komen te staan.
De
'Steady State' theorie gaat er van uit dat de afzonderlijke sterren en melkwegstelsels zich ontwikkelen en sterven. Voortdurend worden er nieuwe geboren, die in de plaats komen van de verdwenen sterren en melkwegstelsels. Terwijl de hoeveelheid ruimte tussen de bestaande melkwegstelsels toeneemt, wordt er nieuwe materie geschapen in de ruimte. Die hoeveelheid is genoeg om de gemiddelde dichtheid van de melkwegstelsels constant te houden. Volgens deze theorie is er geen duidelijk omschreven begin en ook geen duidelijk omschreven einde. Het heeft in dat geval ook geen bepaalde omvang, want het strekt zich uit tot in het oneindige.
De derde theorie is die van het
Trillende heelal. Het heelal is aan schommelingen onderhevig en kent periodes van uitzetting en periodes van samentrekking, een soort ademend heelal. Sterren worden gevormd tijdens de uitzettingsperiode en storten ineen of sterven tijdens de samentrekkende periode. Tegenwoordig zouden we ons midden in een uitzettingsperiode bevinden. Maar vroeg of laat zou de uitzettende 'bobbel' beginnen in te krimpen. De theorie wordt niet erg waarschijnlijk geacht.
Ik denk dat de Big Bang theorie die van het Trillende heelal niet uitsluit. Het exploderende oer-atoom van zo'n honderdmiljoen km is in zijn uitdijende fase en zal mogelijkerwijze eens stabiliseren om vervolgens in te krimpen.
Vlak na de ontploffing van het Oer-atoom, dat protonen, neutronen en elektronen bevat als bouwstenen van atomen, steeg de temperatuur tot duizend miljoen graden. De deeltjes begonnen zich aan elkaar te binden en vormden atoomkernen. Na ongeveer 30 miljoen jaar is de temperatuur afgenomen tot enkele duizenden graden. Toevallige opeenhopingen van materie beginnen te condenseren en vormden sterren en melkwegstelsel. Het heelal van tegenwoordig is ongeveer tien miljard jaar oud. De delen van het Oer-atoom, die de grootste snelheid hebben gekregen bij de explosie, zijn nu het verst van het centrum verwijderd. Probleem is dat we eigenlijk niet ver genoeg kunnen terugkijken in de ruimte en in de tijd. Het licht van verafgelegen melkwegstelsels is heel lang onderweg naar de Aarde om ons te bereiken. De verst afgelegen melkwegstelsels, die tot nu toe ontdekt zijn, staan op ongeveer vijf miljard lichtjaar afstand. We zien dus wat er in werkelijkheid vijf miljard lichtjaar geleden gebeurde.
Het heelal groeit en wordt groter. Niet echter volgens de Duitse astronoom Heinrich Olbers, die meent dat het heelal eindig is.
Wat is de vorm van het heelal? Bolvormig of helemaal onbegrensd, zich uitstrekkend tot in het oneindige. Alle informatie die hierover bij de mens aanwezig is, komt van het licht (en de radiogolven) die worden uitgezonden door ver afgelegen melkwegstelsel. Het heelal is niet driedimensionaal, zoals een baksteen of een bol. Het is vierdimensionaal en de vierde dimensie is de tijd. Het licht speelt een belangrijke rol in de vierde dimensie die bepalend is voor de kromming van het heelal. Tijd is een factor waarmee de natuurkundige Albert Einstein zich onsterfelijk heeft gemaakt. Hij ontwikkelde in het begin van de vorige eeuw de
relativiteitstheorie, die tot op de dag van vandaag stand heeft gehouden. In zijn Algemene Theorie wordt voorspelt, dat het licht van een ster afgebogen zou worden door de zwaartekracht (aantrekkingskracht) van de Zon. Dat verandert dan de schijnbare positie van die ster. De theorie is van belang voor de vierde dimensie van het heelal.
Leven in de spiraalarmen van de Melkweg
Tijdens een donkere nacht kunnen we een zwakke lichtband zien, die zich langs de hemel uitstrekt. Dit beeld dat we met het blote oog waarnemen, is de oorzaak van zijn naam: de Melkweg. Het melkachtige verdwijnt als we er met een eenvoudige kijker naar kijken en zien dan dat het zwakke licht afkomstig is van ontelbare sterren, die in groepen dicht op elkaar staan. De Melkweg is feitelijk een melkwegstelsel, een opeenhoping van sterren, gas en stof met een doorsnede van 100.000 lichtjaar. De Melkweg kan verdeeld worden in drie onderdelen. Het centrum is een bolvormige kluit van dicht op elkaar gepakte sterren. Van hieruit waaieren sprieterige spiraalarmen van sterren, gas en stof uit, die een schijf vormen van 100.000 lichtjaar in doorsnede en 2.500 lichtjaar dik. Het derde gedeelte van het melkweg-stelsel is de halo, een schaarser met sterren gevulde bol die een uitbreiding is van de dicht opeengepakte centrale kluit in het centrum. Deze heeft eveneens een doorsnede van 100.000 lichtjaar.
Het zonnestelsel met de Zon, Aarde en de planeten, bevindt zich in één van de spiraalarmen ongeveer 30.000 lichtjaar van het centrum. Vanaf de Aarde kijken we tegen de scherpe kant van de Melkweg aan, want de Aarde maakt zelf deel uit van de schijf. Dit verklaart, dat de Melkweg verschijnt als een lange, dunne band, met zijn helderste deel in de richting van het centrum van het stelsel. De sterren in het vlak van de Melkweg draaien langzaam om het centrum. De sterren aan de uiterste rand doen er langer over om een omwenteling te maken dan de sterren die dichter bij het centrum staan. De buitenste sterren willen dus achteraan blijven hangen en spiralen vormen. De baan van de zon om het centrum van de Melkweg duurt 220.000 miljoen jaar.
De Melkweg omvat zo'n 200 miljard sterren in diverse stadia van hun ontwikkeling. De sterren van de halo en het centrum zijn veel ouder dan de sterren in de spiraalarmen.
De Melkweg begon zijn leven als een onmetelijk grote bolvormige wolk van waterstofgas, die samentrok toen de aantrekkingskracht tussen zijn gasdeeltjes deze naar het centrum trok. Het gas was niet gelijkmatig verdeeld waardoor er afzonderlijke sterren gevormd werden in de dichtere plekken van het samentrekkende gas. De schijf van de Melkweg bevat ongeveer 500 miljoen sterren, slechts een klein gedeelte van de hele Melkweg.
Zonnestelsel draait in een van de spiraalarmen van de Melkweg
In één van de spiraalarmen van het Melkwegstelsel, de Orionarm, bevindt zich het zonnestelsel, waarvan behalve de zon nog negen planeten deel uitmaken met vele tientallen manen (satellieten van planeten), een groot aantal kleinere hemellichamen, zoals kometen en asteroïden, en het interplanetaire medium, bestaande uit gassen en interplanetair stof.
Het
Zonnestelsel werd ongeveer 5 miljard
jaar geleden gevormd uit een grote draaiende wolk van gas en stof. In zo'n wolk is er altijd een gevecht tussen de gasdruk, die het gas uit elkaar wil laten gaan, en de
zwaartekracht, die het gas bij elkaar wil brengen. Op een gegeven moment kreeg de
zwaartekracht de overhand en toen stortte de wolk in elkaar tot een draaiende schijf die in het midden het dikst was. Het midden van de schijf klonterde samen en vormde de
Zon. Alle draaiingen die in het midden van de schijf zat kwam in de
Zon terecht en zorgt ervoor dat de
Zon rond zijn as draait.
In één van de spiraalarmen van het Melkwegstelsel, de Orionarm, bevindt zich het zonnestelsel, waarvan behalve de zon nog negen planeten deel uitmaken met vele tientallen manen (satellieten van planeten), een groot aantal kleinere hemellichamen, zoals kometen en asteroïden, en het interplanetaire medium, bestaande uit gassen en interplanetair stof.
Contact op latitude N 51º 00' en longitude E 05º 51' (fantasie voorstelling)
Het is 2429818.087153 Julian date, (Aardetijd is 7 juli 1940 te 03:05:38) wanneer ik de dampkring en dus de territoriale sfeer van de Aarde binnenkom op zoek naar een verblijfplek. Rita Verdonk moest nog geboren worden, dus daar had ik geen last van.
De aarde genaderd. Wat nu? Enteren of een andere planeet zoeken? Ik besluit dichterbij te komen. Aan de oostzijde van de Atlantische oceaan ontwaar ik een continent dat Europa blijkt te heten. Ik rem af en zie in Noordelijke richting, aan wat de Noordzee heet, een klein landje dat ruimtelijk zeer gestructureerd lijkt. Aan die ordening moet een hiërarchisch gezag ten grondslag liggen. Ik wijk van de kustlijn af naar het Oosten en zie de rivier de Maas. Oostelijk daarvan maak ik in Sittard op latitude N 51º 00', longitude E 05º 51' contact.
Mijn aankomst gaat vergezeld van veel wapengekletter. Aardmens Hitler heeft zojuist (mei 1940) aan een groot aantal mensengemeenschappen de oorlog verklaard. Maar ook uit de voorafgaande menselijke geschiedenis blijkt dat mensengemeenschappen elkaar bij voortduring naar het leven staan. Aan die kortzichtigheid moet je wel wennen als je van elders komt. Ik moet veel weerzin overwinnen om te blijven en te achterhalen wat daarvan de drijfveren zijn en natuurlijk om mij en de anderen in het heelal te wapenen voor het geval Aardmensen de zwaartekracht van hun planeet ontvluchten en naar elders gaan uitzwermen.