Hopelijk hebben jullie er wat aan. Ik vond het in ieder geval extreem boeiend om me erin te verdiepen.
LOSSE VROUWEN EN MUURBLOEMPJES - vrouwen in Sparta en Athene
Het Hellas van in de tijd van de stadstaten Athene en Sparta moet sociologisch zeer interessant zijn geweest: op relatief korte afstanden bestonden kleine autonome rijkjes, die op dit kruispunt van de antieke beschaving via oorlog, migratie, geloof en handel elkaar ethisch en filosofisch enorm moeten hebben beïnvloed. Hierin was voor elk van de staten ruimte om hun eigen cultuur te bepalen, en dit leverde boeiende socioculturele projecten op, zoals het Spartaanse systeem. Jammer genoeg had Sparta vooral een orale overleveringstraditie en hebben we enkel archeologie en de zeer uitgesproken subjectieve analyses van Atheense geschiedschrijvers om ons een oordeel te kunnen vormen over deze beschaving. In hedendaagse geschiedenis denken we dus aan filosofie en kunst als we aan Athene denken, en aan ascetische krijgskunsten als we verwijzen naar Sparta.
In ieder geval is de landweg tussen Sparta en Athene ruwweg slechts 180 kilometer, en is gezien het Spartaanse overwicht na de Pelloponesische Oorlogen, diverse Helleense militaire allianties en samenkomsten als de Olympische Spelen, de interactie tussen de stadstaten wellicht zeer groot geweest. We weten dat de banden tussen de twee nooit echt warm zijn geweest. Wellicht had dit als grondslag de zeer andere kijk op de gewenste aard van de samenleving die beide hadden.
Het is interessant dat Sue Blundell in haar verhandeling ‘Women in Ancient Greece’ enkele malen refereert naar de culturele invloed van de oudere beschaving Kreta op Sparta. Annine van der Meer beschrijft Kreta in haar boeiende boek over de neergang van godinnencultussen ‘Van Venus tot Madonna’ immers als een matrilokale en matrilineaire cultuur, toegewijd aan godinnen en met hoge achting voor vrouwelijke kracht en vruchtbaarheid. Van der Meer beschrijft ook duidelijk hoe Hellas in de tijd van Athene en Sparta een overgangszone was van beschavingen waarin vrouwen hoog werden geacht naar andere waarin vrouwen hun vereerde positie moesten prijsgeven aan mannen. Tekenen om dit te plaatsen zijn er voldoende in de Griekse mythologie: zowel de ‘Amazones’ uit Asia Minor als de figuren Tiresias en Dionysus tonen duidelijke ambiguïteit in geslacht, genderrol en seksualiteit, en er bestaan voldoende voorbeelden van sterke vrouwen, vrouwelijke mannen en antieke transgender rituelen, zoals het huwelijksritueel in Sparta dat Blundell bespreekt, waarbij de vrouw werd geschoren en getooid in mannelijke kledij op de huwelijksnacht.
Volgens Blundells onderzoek waren de genderrollen in Sparta zeer precies afgebakend. Gans de maatschappij was ingericht als een militaire eenheid en gevormd om maximale weerbaarheid en kracht te promoten bij zowel mannen als vrouwen. Hierbij wachtte de jongens een loopbaan in het leger en beheerden vrouwelijke burgers land en huis. Van 7 tot 30 jaar verbleven alle jongens samen in barrakken. Tijdens deze periode hadden ze amper contact met vrouwen. Er zijn voldoende referenties naar homoseksuele relaties en pederastie binnen deze barrakken, maar wellicht doen we er goed aan om dit in de tijdsgeest te bekijken. Wat ook zij, Sparta had een uitgesproken constructionistische samenlevingsstructuur. Terwijl de jongens klaar werden gestoomd voor militaire campagnes, traden de vrouwelijke burgers op als beheerders van landgoed en huis. Ook bij hen zien we referenties naar een lossere seksuele moraal: doorheen Hellas 'genoten' de Spartaanse vrouwen de reputatie seksueel losbandig te zijn. Wellicht is het geen toeval dat de beroemdste 'losse vrouw' van de geschiedenis, Helena, Spartaanse was. Zij diende als motivatie voor de brandschatting van Troye. De Spartanen hechtten een groot belang aan fysieke fitheid bij beide geslachten en er zijn voldoende referenties in Blundells tekst over Spartaanse vrouwen als fysiek sterke personen die halfnaakt meededen aan sportevenementen en strijdwagenraces, die via cultussen werden ingewijd in de vrouwelijke seksualiteit en die een zeer uitgesproken mening hadden. Ongeacht alle oordelen kunnen we zeker stellen dat deze vrouwen niet opgevoed werden tot mooie maar zwijgzame muurbloempjes.
Dit hangt wellicht samen met de losse manier waarop de Spartanen keken naar relaties. Waar men volgens David Cohen’s artikel ‘seclusion, separation and the status of women in classical Athens’ in Athene een hoge waarde hechtte aan de maagdelijkheid van de vrouw, was dit geenszins het geval in Sparta. Er zou volgens antieke schrijvers in Sparta geen kader zijn geweest voor het begrip 'ontrouw'. We zien hier een systeem van polyandrie, waar meerdere mannen een vrouw deelden en waar vrouwen zowel worden genoemd in relatie tot lesbische liefde als buitenechtelijke escapades, zonder dat hier strikte oordelen over werden uitgesproken. Meer nog: in dit systeem had de vader als concept weinig waarde. Een vader was in huis immers vaak afwezig, omdat deze in de barrakken zat tot zijn dertigste. Wie de vader was van een kind had dus minder betekenis, wat bezitterigheid moet hebben afgeremd. Hier zijn we een uitgesproken matrilokaal en matrilineair systeem: het is de man die de vrouw ging bezoeken, en alleen de afstamming van de vrouw had werkelijke waarde. Jongens spraken alle oudere mannen in de barrakken aan als 'vader'.
Hier hoort echter een verwijzing naar wat men waardevol achtte in Sparta: van beide geslachten vroeg men een uiterste weerbaarheid. Alles wijst erop dat vrouwelijke schroom en mannelijke bezitterigheid zoals deze terugkomt zowel in het Atheense systeem als in onze hedendaagse samenleving, in Sparta minder zou hebben gespeeld. Er blijkt in Sparta bij beide geslachten een duidelijke minachting voor in onze cultuur als typisch vrouwelijk omschreven genderrolpatronen als zwakheid en emotionaliteit. Volgens meerdere bronnen op het internet zouden deze taken zijn gedelegeerd naar de uitgebreide slavenkaste, de heloten, en zouden zwakke kinderen op jonge leeftijd zijn vermoord. We kunnen hier dus duidelijk zeggen dat de Spartaanse vrouwenrol anders was dan onze hedendaagse: van een vrouw werd niet verwacht dat ze zich kleiner opstelde en haar mond hield. Ook voor haar gold dat ze best het meeste maakte van haar persoonlijke ontwikkeling, en zichzelf toelegde op fysieke en intellectuele kracht. Omdat we dit alles vanuit onze hedendaagse bril bekijken, missen we wellicht de essentie van hoe deze samenleving er voor vrouwen moet hebben uitgezien: ook al waren de geslachten strikt opgedeeld, de Spartaanse vrouw lijkt moeilijk te beantwoorden aan onze veronderstelling dat 'mannen jagers zijn en vrouwen pronkers'. Wat natuurlijk meer zegt over onze eigen concepten dan over de effectieve kleur van de vrouwelijke ziel.
Athene sluit daarbij meer aan bij onze hedendaagse cultuur, en Cohen doet er wellicht juist aan om een vergelijking te trekken met de huidige mediterrane samenlevingen. In Athene waren de geslachten ook gescheiden, maar zien we een meer uitgesproken patriarchaal systeem. Hier mogen we stellen dat de rol van de man en de vader belangrijker was. Cohen beschrijft hoe de huiselijke kring toebehoorde aan vrouwen en dat mannen die te lang in huis bleven, verdacht waren.
Ook al waren vrouwen vanuit hun genderrol vrij om hun zaken te regelen, de manier waarop zowel mannen en vrouwen er zich opstelden vertelt ons één ding: hier hechtte men een veel hoger belang aan de mannelijke afstamming dan in Sparta, waar dit quasi onbestaande was. Gevolg is dat we een patroon zien terugkomen dat we ook vandaag nog kennen uit bijvoorbeeld moslimgemeenschappen: het was belangrijk om potentiële vrouwelijke seksuele losbandigheid aan banden te leggen door vrouwen schroom aan te leren en mannen trots en eer ten opzichte van 'hun' vrouw. Hier werd de vrouw teruggedreven tot in een ondergeschikte positie in de afgeschermde wereld van het eigen huis. Vrouwen waren vrij om deel te nemen aan handel, samen te komen rond de waterput en actief te zijn in spiritualiteit, maar werden anders dan in Sparta niet tot individuele groei voorbij de huiselijke kring gestimuleerd.
Met slechts 180 kilometer tussen Athene en Sparta moeten beide culturen elkaar serieus hebben beïnvloed, en dat blijkt ook wel uit de zeer uitgesproken meningen die de Atheense geschiedschrijvers hadden over het Spartaanse systeem. Aristoteles beschrijft het wellicht nog het treffendst: voor hem was de macht die de Spartaanse vrouwen bezaten tegengesteld aan het staatsbelang. Spartaanse vrouwen zouden 'te mannelijk' en te uitgesproken zijn, zouden hun plaats niet kennen, zouden te veel grond bezitten, enzovoort. Blundell refereert in haar tekst naar historici die suggereren dat de uiteindelijke neergang van het Spartaanse rijk hiermee deels zou samenhangen , maar ik ben geneigd dit te nuanceren. We weten dat Sparta te maken had met een dalend aantal burgers (van 8000 in de vijfde eeuw voor Christus tot 700 in 224 voor Christus), dit omdat burgerschap samenhing met landbezit en omdat steeds meer grond in steeds minder private handen kwam. Mij lijkt de neergang van Sparta eerder een voorbeeld van 'Imperial Overstretch': te weinig volwaardige burgers voor te veel ondergeschikten deden het rijk imploderen. Ook al waren de Spartaanse soldaten goed getraind, ze waren wellicht gewoon met te weinig om een groot rijk in handen te houden. Ik lees in de suggestie dat deze neergang werd bespoedigd door het feit dat Spartaanse vrouwen steeds meer grond bezaten een weinig integer ethisch oordeel. De essentie is hier dat het aantal burgers terugviel omdat dat de kloof tussen arm en rijk groter werd, niet dat die burgers vrouwen dan wel mannen waren. Eerder zou ik durven stellen dat in het Spartaanse systeem de vrouwen de burgerlijke samenleving uitmaakten en de mannen de militaire overkoepeling daarvan. Waarna we ook mogen stellen dat Sparta hier bewijst dat dit systeem niet 'vrouwelijk zwak' of zo was - het waren de Spartaanse vrouwen die de mannen aanzetten voor grotere moed en weerbaarheid, het waren de vrouwen die de geschiedenis ingingen als de grondleggers van de uitspraak 'erop of eronder': ofwel kom je als overwinnaar terug uit de oorlog, ofwel kom je niet meer terug. Een extra reden om te stellen dat de huidige waarden die we in onze streken hechten aan mannelijkheid en vrouwelijkheid, in Sparta wellicht minder waren terug te vinden.
De vraag is hoe deze samenleving invloed heeft gehad op Athene, en omgekeerd. Dat de mannelijke Atheense geschiedschrijvers zo negatief waren over het Spartaanse systeem, spreekt boekdelen. We zien hier een duidelijke ideologische botsing. Hoe reageerden de vrouwen in Athene op de beperking van hun rol in contrast met het Spartaanse systeem? Dat hier wel eens conflict van kwam, minstens op het vlak van discours, blijkt uit het bestaan van het toneelstuk Lysistrata, waarin Atheense en Spartaanse vrouwen samen een 'seksstaking' houden om hun mannen te dwingen tot vrede in de Pelloponesische Oorlog. Omdat de Atheense geschiedschrijvers allemaal mannen waren, hebben we weinig referenties naar de mening van de Atheense vrouwen op hun positie, maar het lijkt me sterk als de uitgesprokenheid van de Spartaanse vrouwen geen geweldige weerslag zou hebben gehad op de Atheense vrouwen. Dit moet interne druk hebben gezet op het Atheense systeem. Daarin vinden we wellicht ook een extra motivatie voor de hooghartige oordelen van de Atheense geschiedschrijvers op Sparta.
Misschien hebben we Aristoteles wel verkeerd begrepen, en bedoelde hij dat de kracht van de Spartaanse vrouwen tegengesteld was aan het staatsbelang... van Athene...
Maarten "Tiresias" Van Hove
BRONNENMATERIAAL












