door willy » za 27 mei , 2006 11:30
Dit is een door mij zo goed mogelijk vertaalde Franse tekst.
Wetenschappelijke definitie van de ziel
De materie bestaat niet. Wij hebben dit begrip te danken aan het Joodse spiritualisme, bij wie het dogma van de bovennatuurlijke ziel, de macht verleent om het natuurlijk bewegingsloze lichaam leven te schenken. Het is wat ons beweerd word in Genesis wanneer zij verzekerd dat God in de neus van de eerste mens "een adem van leven" blies en aldus een levend wezen creëerde. Het is eveneens wat het christendom ons zou willen laten geloven, daar het, het onderwerp van een schaamteloos misbruik is geweest. De waarheid is dat het idee van deze "substantie" door onze verbeeldingskracht werd gebaard.
Het feit is dat alles slechts combinaties van onwaarneembare energiebronnen is. De mens kent aan deze combinaties willekeurig een karakter van materie toe, door de subjectieve indruk die hij ervan kent. Als wij echter naar beneden tot het atoom gaan, wordt het onbetwistbaar dat deze substantie niet bestaat. Alleen waarneembaar zijn de interne en externe verschijnselen van de samengevoegde energiebronnen.
In elke combinatie van energiebronnen, neigt elke energie individueel naar het absolute. Echter maakt de individuele macht van elke energie dit absolute onuitvoerbaar. Het individuele absolutisme, trouwens eenvoudigweg een potentieel, sluit immers de mogelijkheid uit van het collectieve absolute, en stelt hiervoor in de plaats het relatieve evenwicht, welke de middellange termijn vervangt tussen het individuele streven. Elke energie neemt dus zijn betrekkelijkheid waar in functie zelf van zijn niet te verwezenlijken almacht, welke in laatste analyse de gevoeligheid vormt van de beschouwde energie. Aldus in het kort samengevat de atoompsychologie.
De magneet biedt ons in dit verband het meest suggestieve voorbeeld aan. In de natuurkunde, beschouwt men de natuurlijke magneet als een agglomeraat van kleine magneten, een geheel van gepolariseerde magnetische deeltjes. Ik zou dit agglomeraat graag willen vergelijken met het menselijke lichaam, gevormd van een oneindigheid van gevoelige moleculen, verenigt in energiekernen. Cel, stof, orgaan en lichamen, zijn de vier "sociale" stadia van deze levende gemeenschappen, in kolonies verenigt.
Aangezien de reacties van een magneet door zijn polariteit werken, had men moeten afleiden dat de magneet met zijn eigen polariteit "voelt", en de polariteit van de andere magneten identificeert door ze te relateren aan het zijne. Dit is het geheim van de ziel. Zij komt in twee woorden tot uiting : aantrekking en afstoting ...
Bij het menselijke wezen, komt de grondtendens in een constant streven naar tevredenheid van het lichamelijke en geestelijke “ik” tot uiting. Aangezien deze tevredenheid natuurlijk niet verwezenlijkt kan worden in de absolute richting, blijft de werkelijke tevredenheid dus altijd relatief.
Lichamelijk en psychisch, veroorzaakt deze betrekkelijkheid bijgevolg de gevoeligheid, of bewustzijn, aangezien door zijn niet-absolute zelf, “voelt” het niet-absolute zijn graad van geforceerde ontevredenheid en zijn verwijdering van het absolute.
Dit zal duidelijker lijken als ik zeg dat de lauwheid, de hitte en de kou door deze lauwheid voelt, want relatief "de lauwheid” stelt door zijn eigen temperatuur zijn betrekkelijkheid ten opzichte van de hitte en de kou op, beiden beschouwend als vergelijkingsabsolute.
Dit zal duidelijker lijken als ik zeg dat de lauwheid, de hitte en de kou door deze lauwheid voelt, want relatief "de lauwheid” stelt door zijn eigen temperatuur zijn betrekkelijkheid ten opzichte van de hitte en de kou op, beiden beschouwend als vergelijkingsabsolute.
Stelt zich vervolgens dat het verschijnsel van bewuste betrekkelijkheid zich in elke energiecombinatie herhaalt, dat zij anorganisch of organisch is. Men identificeert het in het atoom, de cel, de stof, het orgaan, en, bijgevolg, in het levende lichaam, van de wormen tot de mens. Het menselijke wezen zal je dus tenslotte een organische massa lijken die van een massa samenhangende gevoeligheden wordt gevormd, die tot een geheel zijn versmolten, aangezien dit geheel het menselijke wezen zelf is.
Dit bevestigt aldus dat door de bovennatuurlijke ziel te ontkennen, - onwaarschijnlijke mythe waar het spiritualisme "het bezielende principe van de materie” van heeft gemaakt -, moet men de mens beschouwen als een energiemassa die aan een complex van verenigde plaatselijke gevoeligheden wordt onderworpen. Maar uit het product van deze gezamenlijke ondergeschikte gevoeligheden vloeit een resulterende gevoeligheid. In de literatuur, zou ik het de ziel noemen. Maar in de natuurkunde wijs ik het aan onder deze twee andere benamingen : hoofdgevoeligheid of abstractiegevoeligheid.
De abstractie is het verschijnsel waardoor de ziel het grondkarakter van een indruk afzonderlijk onderzoekt. Het is, door de abstractie dat de gevoeligheid of bewustzijn, de verhoudingen tussen zijn huidige betrekkelijkheid en alles opstelt wat deze betrekkelijkheid kan wijzigen. Maar het gaat niet op, om daar een faculteit van te maken De abstractie is een eenvoudige verrichting van de gevoeligheid, waardoor deze het positieve of negatieve karakter van elke indruk, identificeert door het te relateren aan zijn eigen niveau.
De ziel, of de hoofdgevoeligheid, brengt dus goed de resulterende gevoeligheid voort die, in hun geheel, alle moleculen van de magneet geven. Evenals de magneet, waarvan elke deeltje zelf een magneet is, vormt de ziel het abstracte principe van alle ondergeschikte gevoeligheden die tussen hen worden verenigd. Een eerste filosofische conclusie is af te leiden dat de ziel sterft in de scheiding van zijn bestanddelen, zoals het magnetisme van de magneet verdwijnt tijdens het smelten ervan. Beter nog : de dood van de ziel gaat vooraf aan de dood van het lichaam, zelf mogelijk met slechts een duizendste van een seconde.
Als laatste punt tegen de spiritualistische filosofie, zal ik eraan toevoegen dat de ziel dus niet een oorzaak is, maar een gevolg. Het is geen bezielend principe, van bovennatuurlijke oorsprong, maar de manifestatie zelf van de intrinsieke energie van een lichaam. In de eindeloze reeks van de wezens, vanaf het atoom tot de mens, door via de delfstoffen, de planten en de dieren te gaan, verschilt deze gevoeligheid slechts door zijn vormen en zijn kwaliteiten. Echter blijft zij altijd identiek in haar natuur en haar principes.
Er een faculteit inzien zou echter verkeerd zijn. De abstracte gevoeligheid is in werkelijkheid niet een faculteit. Zij staat gelijk met het principe één van de Energie onder al zijn aspecten, en vertaalt de permanente betrekkelijkheidstand tussen een complex en alles wat dit omgeeft. Het is het licht dat de duisternis ontdekt, omdat zij licht is. Het is de schoonheid die door zijn schoonheid de lelijkheid identificeert. De ziel is kortom een potentieel van relatief evenwicht dat handelt en reageert in functie van dit potentieel.
Rodolphe Werner : Le monstre humain