door Brunetti » wo 02 maart , 2005 14:00
Hallo iedereen,
Nogmaals alles wat ik zelf bezit van literatuur over de Etrusken doorgenomen én naar de bibliotheek gestapt en twee recente (na 2000) boeken gevonden over de Etrusken. ‘k Geef aan het einde van dit epistel wel even deze bronnen mee. Maar wat ik al wel had gehoord maar nog nooit zo bij had stilgestaan is ‘het mysterie: Etrusken’. Waarom is dit een mysterie, wat is dan dit mysterie én vooral waarom wordt dit mysterie in stand gehouden! Ik ben voor mezelf tot verbijsterende conclusies gekomen (waar ik trouwens niet alleen sta). Laat ik beginnen met een uitspraak van één der grootste hedendaagse Etruskologen, Massimo Pallotino.
" Zelfs om vandaag nog, na alle ontdekkingen, ook die van de meest recente datum en na alle rijkdom en variatie van kritische analyses en interpretaties, de Etruskische beschaving in kaart te brengen, blijft lastig werk, om niet te zeggen een onuitvoerbare opdracht. "
Kortom we weten nog biezonder weinig over dit volk. Hoe komt dit?
Voor eerst de Romeinen! Zij hebben de Etruskische beschaving niet alleen opgeslokt maar tevens letterlijk platgebrand. Niks bovengronds bleef intact! Waarom? Om te beginnen vreesden de Romeinen de macht van de Etrusken. Wellicht waren de Etrusken véél machtiger dan we vandaag vermoeden. Zij kenden een snelle rijkdom dankzij de ijzerontginning (toendertijd haast even duur als goud). Zij ondernamen grote economische zegetochten in het Middellands Zeegebied, Frankrijk, Spanje, ver achter de Alpen, Zuid-Italië, Sicilië, Griekenland, Voor-Azië, Carthago. Daarbovenop maakten ze tevens gebruik van piraterij. Door de handel bezaten de Etrusken vele luxegoederen vooral uit Griekenland.
Veel wat aan de Romeinen wordt toegedicht is cultuurgoed van de Etrusken. De Romeinen legden er hun claim op. Wat weten we zeker? Purperen toga, fasces (roedebundels met bijlen), ivoren klapstoeltjes voor magistraten, waterwerken, stadsplanning, tempelbouw, waarzeggerij, stormram, entertechnieken op volle zee, ...
Niets van het glorieuze verleden van de Etrusken mocht bewaard blijven. Naar het schijnt waren de Etrusken verwoede toneelspelers, revues en reciteerden epische gedichten. Hun linnen boeken in de vorm van een harmonica las je van rechts naar links. Zo goed als niks van hun taal en schrift is overgebleven tenzij enkele inscripties en een toevallig overgebleven mummiewikkel van Zagreb (een Egyptische mummie ingewikkeld in een doek die ze toevallig voorhanden hadden waarop Etruskisch schrift staat). Heel de geschiedenis van de Etrusken hebben ze toendertijd getracht weg te vagen.
Zelfs de bronnen kort na de Etrusken zijn zoek geraakt! Een 25-delen Etruskische historie in het Grieks geschreven door de Romeinse Keizer Claudius met als titel ‘Tyrrhenica’ is waarschijnlijk opgebrand in de bibliotheek van Alexandrië.
De Etrusken hebben dit blijkbaar lijdzaam ondergaan? Dit uitbundig volk wat zich uitte in wrede vechtlust maar ook in gracieuze dansen, gekend omwille van de vrije omgangsvormen (ook sexueel) waar de vrouw een eigen, vrije niet-bevochte positie innam, hadden hun eigen noodlot en val voorspeld. Zij gaven zichzelf een kleine 10 eeuwen bestaansrecht op aarde, beginnend vanaf 968 vC tot 44 vC. Opgelet een eeuw bij de Etrusken werd bepaald door de waarzeggers, en eindigde door één of ander natuurverschijnsel. Zo kon een Etruskische eeuw variëren van 80 tot wél 120 jaar. Het einde werd bepaald door een grote komeet (dezelfde van ‘t kerststalleke?). Ook al werd de Etruskische kunstuitting wat zwartgalliger tegen het einde van die periode, moeten we weten dat de Etrusken geen schrik hadden van de dood. De dood was een verlengstuk van het leven. Een begrafenis was dan ook een uitbundig feest en op andere feesten werden de doden als aanwezig ervaren.
De Etrusken waren verspreid over 12 steden (misschien meer?) en elke stad had zijn eigen bestuur en beleid. Ze vochten tegen mekaar en van een eenheid is zelden sprake tenzij in hun gebruiken en buitenlandse handel. Rome maakte hier dankbaar gebruik van en speelde deze steden tegen mekaar uit. De 12 steden, de decadente (?) aristocratie wilden niet samenwerken anders was er nooit sprake geweest van het Romeinse Rijk maar wél van het Etruskische Rijk!
Door de weinig informatie over de Etrusken én zeker ook door de informatie die wél beschikbaar was (zeer éénzijdig, de Etrusken waren blijkbaar allemaal prinsen en koningen... het gewone volk had blijkbaar niet bestaan) bleven de Etrusken een gemakkelijke prooi voor fantasten en mysteriemakers. Ze werden voor vele hun karretje gespannen.
Tijdens de Renaissance ge(mis)bruikten de nieuwe machtshebbers, oa. de Medici, de Etrusken om de Pauselijke hegemonie in Rome te pareren. De fascistische propaganda onder Mussolini: " We zijn al lang een uitverkoren ras, zie maar naar de Etrusken! ". Na WO II werden de Etrusken dan weer gebruikt om aan te tonen dat óók de moderne Romeinen de Etrusken konden verslaan. En dan zelfs de dag van vandaag blijft dit een zeer actueel onderwerp van misbruiken. Berlusconi heeft voor zichzelf al een Etruskisch aandoende graftombe gebouwd. De plaatselijke bevolking is fier op hun Etruskische afkomst maar verfoeid de overheid én archeologen die het opgegravene enkel uit winstbejag of machtsvertoon meenemen. Zij steunen daarom hedendaagse grafrovers en doen daar zelfs gretig aan mee. Héél de mythevorming rond de Etrusken wordt gehandhaafd door de overheid. Er wordt bijna geen schop in de grond gestoken (hier komt stilaan verandering in maar héél moeizaam). Amateur archeologen ontdekken graftombes bij de vleet en zelfs vermoedelijk nieuwe steden onder de grond. Ze krijgen geen vergunning én als de overheid zich ermee komt moeien wordt de site opengegooid waarna ze onbewaakt en onafgewerkt wordt achtergelaten voor ettelijke jaren. Deze politiek is schering en inslag. Héél bewust mag de Etruskische beschaving, het Etruskische gewone volk niet in kaart gebracht worden!!! Te gek voor woorden maar het gebeurt!
En dan krijgen we onze wetenschappers die nog snel een doctoraatsstudie of iets dergelijks in mekaar moeten steken. Zowel amateurs maar vooral professionele onderzoekers doen ontdekkingen, onder meer over de taal, die later vals blijken te zijn. Herroepen worden die stellingen bijna NOOIT, omdat de bedenkers van mening zijn dat je met die Etrusken best kunt stoeien, zolang hun raadsel toch blijft bestaan. Om af te sluiten met de wijze woorden van de onderzoeker Nicolas Fréret:
" Bij deze studie moet men vaak zijn onwetendheid durven bekennen en niet blozen over een bekentenis die eervoller is dan een pralend vertoon van nutteloze geleerdheid! "
De Etrusken spreken van r.s.p. Beekes, l.b. Van der Meer
Etrusken de mythe achterna van Willebrord Nieuwenhuys