![]() |
![]() Forum godinnen en beeldvorming | weblog | godinnen | forum home ||
|
Maak er Isakel van met als eindpunt 'Jezammed'! De rest moet je er zelf bij verzinnen!islamismygeloof schreef:Het is wat u denkt en uiteindelijk ook u slotsom is van uit 2 kanten,maar de waarheidsgehalte is een heel omvangrijk onderwerp naar mijn standpunt en vast ook voor alle Joden. 2 Goddelijke Boeken botsen tegen elkaar dat kan niet en mag niet! Want God is niet van chaos maar van Orde! 1 van de 2 moet gewoon de waarheid dragen en niet beide want dat kan niet. Het gaat niet om de beweegreden maar om de waarheid, Het gaat om een lijn van ;
Volgens de Joden/Christen
Abraham ---> Jocob ---> Izaak ---> Jezus
Volgens de Moslims
Abraham ---> Jocob ---> Ismael ---> Mohammed
Als de bovenste lijn klopt,erken ik Jezus als de laatste profeet en boodschapper,en laat ik de Islam achterwegen! Wie moest worden geofferd? Dit is heel belangrijk want hier gaat het om en niet om de motieven en herschrijving van de voorval. Het is nog steeds aan de gang want Gods Woord is nooit een relaas maar gaat me de seconde mee! Het gaat wel om de waarheidsgehalte aldus de ware doel.
fbs33 schreef:Maak er Isakel van met als eindpunt 'Jezammed'! De rest moet je er zelf bij verzinnen!islamismygeloof schreef:Het is wat u denkt en uiteindelijk ook u slotsom is van uit 2 kanten,maar de waarheidsgehalte is een heel omvangrijk onderwerp naar mijn standpunt en vast ook voor alle Joden. 2 Goddelijke Boeken botsen tegen elkaar dat kan niet en mag niet! Want God is niet van chaos maar van Orde! 1 van de 2 moet gewoon de waarheid dragen en niet beide want dat kan niet. Het gaat niet om de beweegreden maar om de waarheid, Het gaat om een lijn van ;
Volgens de Joden/Christen
Abraham ---> Jocob ---> Izaak ---> Jezus
Volgens de Moslims
Abraham ---> Jocob ---> Ismael ---> Mohammed
Als de bovenste lijn klopt,erken ik Jezus als de laatste profeet en boodschapper,en laat ik de Islam achterwegen! Wie moest worden geofferd? Dit is heel belangrijk want hier gaat het om en niet om de motieven en herschrijving van de voorval. Het is nog steeds aan de gang want Gods Woord is nooit een relaas maar gaat me de seconde mee! Het gaat wel om de waarheidsgehalte aldus de ware doel.
De naam van die nieuwe godsdienst heb ik alvast, en is 'jezam'!
Je bent dus de eerste jezamiet
Het is wat u denkt en uiteindelijk ook u slotsom is van uit 2 kanten,maar de waarheidsgehalte is een heel omvangrijk onderwerp naar mijn standpunt en vast ook voor alle Joden.
In de Bijbel vermeld dat Isaak moest worden geofferd en in de Koraan staat dat Ismael moest worden geofferd. De twee Goddelijke boeken botsen tegen mekaar. Welk van de 2 spreekt de waarheid en welke is daad werkelijk het Woord van God?
koran 37:100-113
100. Mijn Heer, schenk mij een nakomeling die goed zal zijn."
101. Dan gaven Wij hem de blijde tijding van een verdraagzame zoon.
102. En toen deze de knapenleeftijd bereikte, zeide hij: "O mijn lieve zoon, ik heb in een droom gezien, dat ik u heb te offeren. Zie, wat zegt gij daarvan?" Deze antwoordde: "O mijn vader doe zoals u bevolen is, gij zult mij, indien Allah het wil, zeker geduldig vinden."
103. En toen zij zich beiden aan (Gods bevel) hadden onderworpen, en hij hem plat op zijn voorhoofd had gelegd,
104. Riepen Wij hem toe: "O Abraham,
105. Gij hebt de droom reeds vervuld. Zo belonen Wij inderdaad degenen, die goed doen."
106. Dit was voorzeker een grote beproenng.
107. En Wij verlosten hem door een groot offer.
108. En Wij lieten voor hem onder de komende geslachten (de groet):
109. "Vrede zij Abraham."
110. Zo belonen Wij hen die goed doen.
111. Voorwaar, hij was één Onzer gelovige dienaren.
112. Wij gaven hem het blijde nieuws van Izaäk, een profeet onder de rechtvaardigen.
113. En Wij zegenden hem en Izaäk. En er zijn er onder hun nageslacht die goed doen en anderen die zichzelf openlijk onrecht aandoen.
Genesis 16. De geboorte van Ismaël
1 Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. 2 ‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in 3 en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. 4 Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. 5 Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’ 6 Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’ Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.
7 Een engel van de HEER trof haar in de woestijn aan bij een waterbron, de bron die aan de weg naar Sur ligt. 8 ‘Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg hij. ‘Ik ben gevlucht voor Sarai, mijn meesteres,’ antwoordde ze. 9 ‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de HEER, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’ 10 En hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn. 11 Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen, want de HEER heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had. 12 Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem. Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’ 13 Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want,’ zei ze, ‘heb ik hier niet hem gezien die naar mij heeft omgezien?’ 14 Daaraan dankt de bron die daar is zijn naam, Lachai-Roï; (16:14) Lachai-Roï – Lachai-Roï kan worden vertaald als ‘[bron] van de levende die mij ziet’. Hij ligt tussen Kades en Bered.
15 Hagar bracht een zoon ter wereld, en Abram noemde de zoon die zij hem gebaard had Ismaël. 16 Abram was zesentachtig jaar toen Hagar hem Ismaël baarde.
Genesis 21
1 De HEER zag om naar Sara zoals hij had beloofd, hij gaf haar wat hij had toegezegd: 2 Sara werd zwanger en baarde Abraham op zijn oude dag een zoon, op de vastgestelde tijd, die God hem had genoemd. 3 Abraham noemde de zoon die hij gekregen had en die Sara hem gebaard had, Isaak, 4 en hij besneed Isaak toen deze acht dagen oud was, zoals God hem had opgedragen. 5 Abraham was honderd jaar toen zijn zoon Isaak werd geboren. 6 ‘God maakt dat ik kan lachen,’ zei Sara, ‘en iedereen die dit hoort zal met mij mee lachen. 7 Wie had Abraham durven voorspellen dat ik ooit een kind de borst zou geven? En toch heb ik hem op zijn oude dag nog een zoon gebaard!’
8 Het kind groeide voorspoedig op, en toen de dag gekomen was dat het van de borst werd genomen, gaf Abraham een groot feest. 9 Sara zag dat de zoon die Abraham bij Hagar, haar Egyptische slavin, had gekregen, spottend lachte. 10 Daarom zei ze tegen Abraham: ‘Jaag die slavin en haar zoon weg, want ik wil niet dat mijn zoon Isaak later de erfenis moet delen met de zoon van die slavin.’ 11 Dit voorstel beviel Abraham allerminst; het ging immers om zijn eigen zoon. 12 Maar God zei tegen hem: ‘Je hoeft je niet bezwaard te voelen vanwege de jongen of je slavin. Alles wat Sara je vraagt moet je doen, want alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht. 13 Maar ook uit de zoon van je slavin zal ik een volk doen voortkomen, omdat ook hij een kind van je is.’
14 De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, legde dat op Hagars schouder, gaf haar ook het kind mee en stuurde haar weg. Ze trok de woestijn van Berseba in en doolde daar rond. 15 Toen het water uit de zak op was, liet ze haar kind onder een struik achter. 16 Zelf ging ze een eindje verderop zitten, op een boogschot afstand, omdat ze niet kon aanzien hoe haar kind stierf. En terwijl ze daar zo zat, huilde ze bittere tranen. 17 Maar God hoorde de jongen kermen, en een engel van God riep Hagar vanuit de hemel toe: ‘Wat is er, Hagar? Wees niet bezorgd: God heeft je jongen, die daar ligt te kermen, gehoord. 18 Sta op, help de jongen overeind en ondersteun hem. Ik zal een groot volk uit hem doen voortkomen.’ 19 Toen opende God haar de ogen en zag ze een waterput. Ze liep ernaartoe, vulde de waterzak en gaf de jongen te drinken.
20 God beschermde de jongen, zodat hij voorspoedig opgroeide. Hij leefde als boogschutter in de woestijn. 21 Hij ging in de woestijn van Paran wonen, en zijn moeder koos een Egyptische vrouw voor hem uit.
[Mohammed] ging naar binnen en zag afbeeldingen van de profeten Ibrahim en Ishmael, die voorspellingspijlen gooiden. Hij keurde deze handelingen van de Qoeraish af en gaf bevel dat alle afgodsbeeldjes gedemonteerd moesten worden en afbeeldingen en beeldtenissen uitgewist zouden worden.
Bovenstaand verhaal staat in de bijbel uitgebreider over Izaak. Maar over de geboorte van Ishmael staat er een heel ander verhaal.
Ishmael was de oprichter van de ka'aba (met Abraham), zoals Apollo werd genoemd als stichter van Delphi. De voorspellingspijlen worden hier geassocieerd met Ishmael, maar in andere teksten met Hubal.
Het heen en weer lopen tussen Safaa en Marwah
Het is bekend dat Hajar, de tweede vrouw van Ibrahiem (as), op het moment dat haar kind Ismaïl (as) begon te huilen zij tussen Safaa en Marwah (twee heuveltjes) liep op zoek naar een oplossing. Dit heeft ze zeven maal gedaan waarna er een bron (Zam Zam) ontsprong.
Bedoel je dat Ishmael niet als Abraham's zoon vermeld wordt i/d Koran, Els?
Dat Hagar een soort van priesteres geweest moet zijn, is een feit. Kan even de desbetreffende sites niet zo 1-2-3 vinden, doch het is wereldwijd bekend dat de Ka'Aba voorheen een heiligdom was, gewijd aan de Groot-Godin, wiens priesteressen tot ver over de grenzen bekend waren. Ishmael kan dus nooit de oprichter geweest zijn, en gesuggereerd wordt dat Abraham door beide zoons begraven zou zijn geworden ...
Het is wel een beetje merkwaardig toch. Ik zal morgen die 'biografie' van Ishmael er eens bijhalen. Erg veel over de opdracht om de ka'aba te bouwen, en dat hij met orakelpijlen in de kaba was afgebeeld, dat wel.
Verteld door Ibn Abbas.
De eerste vrouw die een gordel (?) droeg was de moeder van Ishmael. Ze droeg een gordel om haar sporen voor Sarah te kunnen verbergen. Abraham bracht haar en haar zoon Ishmael, die nog door haar werd gezoogd, naar een plaats bij de ka'ba onder een boom bij de plaats van Zamzam, op de hoogste plaats in de moskee. In deze dagen was er niemand in Mekka, noch was er water. Dus hij liet ze zitten en zette bij hen een leren zak gevuld met wat dadels, en een kleine waterhuid met wat water, en ging weer terug naar huis. Ishmaels moeder volgde hem, terwijl ze zei: 'O Abraham! Waar ga je heen? Laat je ons in deze vallei waar niemand is die ons gezelschap kan houden, en waar niets te doen is?" Ze herhaalde dit vele malen, maar hij keek niet terug. Toen vroeg ze hem: 'Heeft Allah je opgedragen dit te doen?" Hij zei: 'Ja'. Ze zei: 'Dan zal hij ons niet verwaarlozen', en ze keerde terug, terwijl Abraham verder ging, en toen hij de Thaniya bereikte, waar ze hem niet konden zien, keerde hij zich naar de Ka'ba, hief beide handen op, riep Allah aan en sprak de volgende gebeden:
'O Heer! Ik laat mijn nageslacht wonen in een onbebouwde vallei, bij uw Heilige Huis (de Kaba bij Mekka), zodat ze, O Heer, perfect zullen bidden. Dus zorg dat de harten van de mensen met liefde naar hen uitgaan, en geef ze fruit, zodat ze zullen danken.' (14.37)
Ishmaels moeder ging voort met het zogen van Ishmael en dronk van het water.
Toen het water uit de huid op was, kreeg ze dorst, en ook haar kind kreeg dorst. Ze keek vol smart naar hem. Ze verliet hem, want ze kon niet verdragen naar hem te kijken, en ontdekte dat de berg Safa de meest nabije berg was in dit land. Ze ging erop staan en keek met scherpe ogen over de vallei of ze iemand zag, maar ze zag niemand. Toen daalde ze af van de Safa, en toen ze de vallei bereikte, tilde ze haar rok op en rende door de vallei als een persoon in moeilijkheden en in paniek, tot ze de vallei door was gerend en aankwam bij de berg Marwa, waar ze bleef staan en om zich heen keek, in de verwachting iemand te zien, maar ze zag niemand. Ze herhaalde het rennen tussen Safa en Marwa zeven keer.
De profeet zei: 'Dit is de oorsprong van de traditie van het lopen van de mensen hiertussen. Toen ze Marwa voor de laatste keer bereikte, hoorde ze een stem, en zei tot zichzelf rustig te zijn en goed te luisteren. Ze hoorde de stem weer, en zei: 'O, wie je ook bent! Je maakte dat ik je stem hoor; heb je iets om me te helpen?' En zie! Ze zag een engel bij de plaats van Zamzam, die met zijn hiel (of vleugel) de aarde omspitte, tot er water van deze plaats stroomde. Ze begon er een soort bassin om te maken, op deze manier haar handen gebruikend, en begon de zak met haar handen met water te vullen, en het water stroomde eruit nadat ze wat had opgeschept.
De profeet voegde toe: 'Moge Allah Ishmaels moeder genadig zijn! Had ze de Zamzam (laten vloeien), dan zou de Zamzam nu een stroom zijn die vloeide over het oppervlak van de aarde.' De profeet voegde verder toe: 'Toen dronk ze, en ze zoog haar kind. De engel zei tegen haar; "Weest niet bang dat je zal worden verwaarloosd, want dit is het Huis van Allah dat door deze jongen en zijn vader gebouwd zal worden, en Allah verwaarloost zijn mensen nooit.'
Het Huis was toen een hoogte dat op een heuveltje leek, en toen de stromen kwamen, vloeiden ze naar rechts en naar links. Ze woonde zo tot er wat mensen bij haar en haar kind kwamen van de stam van Jurhum of een familie van Jurhun, terwijl ze de weg van Kada volgden. Ze kwamen in het lagere deel van Mekka aan, waar ze een vogel zagen die de gewoonte had rond het water te vliegen en het niet te verlaten. Ze zeiden: 'Deze vogel moet rond water vliegen, hoewel we weten dat er geen water is in deze vallei.'
Ze zonden een of twee boodschappers die de bron van het water ontdekten, en terugkeerden met de informatie dat er water was. Dus kwamen ze allen op het water af. De profeet voegde toe: 'De moeder van Ishmael zat bij het water. Ze vroegen haar: 'Kunnen we hier bij u blijven?' Ze antwoordde: 'Ja, maar het is niet toegestaan het water in bezit te nemen'. Ze stemden hiermee in. De profeet zei verder: 'De moeder van Ishmael was blij met deze situatie, want ze verheugde zich met het gezelschap van de mensen. Dus bleven ze daar, en later haalden ze hun families, die er bijtrokken, zodat een aantal families hier permanent bleven wonen. Het kind groeide op en leerde Arabisch van hen, en ze hielden van hem en bewonderden hem terwijl hij opgroeide, en toen hij de puberleeftijd bereikte, huwden ze hem met een vrouw van hun stam.
Toen de moeder van Ishmael was overleden, kwam Abraham, na het huwelijk van Ishmael, om de familie te zien die hij eerder had verlaten, maar hij trof Ishmael niet aan. Toen hij Ishmaels vrouw naar hem vroeg, antwoordde zei: 'Hij is op zoek naar levensmiddelen'. Hij vroeg haar hoe ze leefden en naar hun toestand, en ze antwoordde klagend: 'We leven in ellende, we hebben het moeilijk en zijn noodlijdend.'
Hij zei: 'Als je echtgenoot terugkeert, draag dan mijn groeten over en vertel hem de drempel bij de ingang (van zijn huis) te veranderen.'
Toen Ishmael thuiskwam, merkte hij dat er iets ongebruikelijks was gebeurd, dus hij vroeg zijn vrouw: 'Is hier iemand bij je geweest?' Ze antwoordde: 'Ja, een oude man, die er zo en zo uitzag, kwam hier en vroeg me naar jou, en ik vertelde het hem, en hij vroeg hoe je leefde, en ik zei dat we het moeilijk hebben en in armoede leven'. Daarop zei Ishmael: 'Gaf hij je een advies?' Ze antwoordde: 'Ja, ik moest zijn groeten overdragen en je te vertellen de drempel van je ingang te veranderen.' Ishmael zei: 'Het was mijn vader, en hij gaf me opdracht je te verstoten. Ga terug naar je familie.' Dus Ishmael verstootte haar en trouwde met een andere vrouw van de Jurhum.
Toen bleef Abraham weg zolang Allah wilde, en ging weer langs, maar trof Ishmael niet aan. Dus hij kwam bij de vrouw van Ishmael en vroeg naar hem. Ze zei: 'Hij is levensmiddelen aan het zoeken.' Abraham vroeg haar: 'Hoe gaat het met jullie?' en vroeg wat ze aten en hoe ze leefden. Ze antwoordde: 'Het gaat ons voorspoedig en gelukkig.' Toen dankte ze Allah. Abraham zei: 'Wat eten jullie?' Ze antwoordde: 'Vlees'. Hij vroeg: 'Wat drinken jullie?' Ze antwoordde: 'Water'. Hij zei: 'O Allah! Gezegend zijn dit vlees en water.'
De profeet voegde toe: 'Toen hadden ze nog geen graan, en als ze wel graan hadden, zou hij dat ook hebben laten zegenen.' De profeet voegde toe: 'Als iemand alleen deze twee dingen als voedsel heeft, zal het niet goed gaan met zijn gezondheid, tenzij hij in Mekka woont.' De profeet voegde toe: 'Toen zei Abraham tegen de vrouw van Ishmael: 'Als je echtgenoot komt, breng dan mijn beste wensen over en zeg hem dat hij de drempel van zijn ingang zo kan laten.'
Toen Ishmael terugkwam, vroeg hij zijn vrouw: 'Is hier iemand geweest?' Ze antwoordde: 'Ja, een goeduitziende oude man is bij me geweest. Hij vroeg naar je en ik vertelde hem over je. Hij vroeg naar wat we aten, en ik vertelde hem dat het ons goed gaat.'
Ishmael vroeg haar: 'Gaf hij je nog een advies?' Ze zei: 'Ja, hij liet me de beste wensen overbrengen en zei dat je drempel van de ingang moet laten zoals hij is.' Daarop zei Ishmael: 'Dat was mijn vader, en ij bent de drempel. Hij vroeg me jou te houden.'
Toen bleef Abraham weg zolang Allah wilde, en bezocht ze toen weer. Hij vond Ishmael onder een boom bij Zamzam, waar hij zijn pijlen scherpte. Toen hij Abraham zag stond hij op en verwelkomde hem (en ze groetten elkaar zoals een vader zijn zoon groet of een zoon zijn vader).
Abraham zei: 'O Ishmael! Allah heeft me een opdracht gegeven.' Ishmael zei: 'Doe wat de Heer heeft opgedragen.' Abraham zei: 'Wil je me helpen?' Ishmael zei: 'Ik zal je helpen.' Abraham zei: 'Allah heeft me opgedragen hier een huis te bouwen,' en wees naar een heuveltje dat hoger was dan het omringende land.
De profeet voegde toe: 'Toen legden ze de fundering van het Huis (de Ka'ba). Ishmael haalde de stenen en Abraham bouwde, en terwijl de muren hoog werden kwam Ishmael met deze steen en legde hem voor Abraham, die zich erover boog en hem naar het gebouw droeg, terwijl Ishmael hem de stenen overhandigde, en beide zeiden ze: 'O Heer! Neem dit van ons aan. Waarlijk, U bnet Alhorend en Alwetend'. De profeet voegde toe: 'Toen gingen we verder met bouwen en liepen rond de Kaba, terwijl we zeiden: 'O Heer! Neem dit van ons aan. Waarlijk, U bent Alhorend en Alwetend.' (2.127)
[weggelaten, niet relevant]
Amr antwoordde: 'Ik hoorde Ubaid bin Umar zeggen dat de dromen van de profeet goddelijke inspiratie waren, en toen reciteerde hij het vers: 'Ik (Abraham) zag in een droom (O mijn zoon) dat ik je moest offeren (aan Allah).' (37.102)
Roy schreef:Mythe of geen mythe Els, ben er gek op, en vind élke zinspeling al de moeite waard deze na te vorsen. Juist ivm. de tegenstrijdigheden, wo. natúúrlijk dat vrouwenaspect!
De eerste vrouw die een gordel (?) droeg was de moeder van Ishmael. Ze droeg een gordel om haar sporen voor Sarah te kunnen verbergen.
Het verhaal van het offer van Ishmael
En hij zei: 'Waarlijk, ik ga naar mijn Heer. Hij zal mij leiden!' Mijn Heer! Geef mij (nageslacht) van de rechtvaardigen.' Dus gaven wij hem het goede nieuws van een verdraagzame jongen. En toen hij oud genoeg was om samen met hem te lopen, zei hij: 'O mijn zoon! Ik heb een droom gezien dat ik jou salcht, wat denk jij daarvan!' Hij zei: 'O mijn vader! Doe wat jou bevolen is, als Allah het wil, zul jij mij onder de geduldigen vinden.' Toen, terwijl zij zich allebei onderworpen hadden en hij had hem knielend op zijn voorhoofd neergelegd; En wij riepen naar hem: 'O Ibrahim! Jij hebt de droom vervuld!' Waarlijk! Dus belonen Wij de weldoeners. Waarlijk, dat was zeker een duidelijke beproveing. En wij hebben hem vrijgekocht met een groot offer; en wij lieten aan hem (een goede herinnering) onder de genreaties in latere tijden. Vrede zij met Ibrahim!' Zo belonen wij zeker de weldoeners. Waarlijk, hij was één van onze gelovende dienaren. En wij gaven hem het goede nieuws van Izaak - een profeet van de rechtvaardigen. Wij zegenden hem en Izaak en van hun beschermelingen zijn er die goed doen en sommigen doen zichzelf duidelijk onrecht aan.
[Koran 37-99-113]
Ibn Kathir zei dat er vermeld werd dat toen Ibrahim emigreerde uit het land van zijn volk hij aan Allah verzocht hem een rechtschapen zoon te geven. Toen gaf Allah hem goed nieuws over een zoon die klaar zou staan zich op te offeren en te lijden. De zoon was Ismael, omdat hij het eerste kind van Ibrahim was. Alle goddelijke wetten zijn het hierover eens. Ibrahim was toen 86 jaar oud.
Allah zei: 'En toen hij oud genoeg was om samen met hem te lopen...' (koran 37: 102) zag Ibrahim in een droom dat hem bevolen werd zijn zoon te slachten. In een hadith die door Ibn 'Abbas verteld wordt, zei hij: 'De dromen van de profeten zijn inspiraties'.
Dit was een nieuwe beproeving voor Ibrahim. Eerst werd hem bevolen zijn vrouw en zijn enige zoon Ismael in een onvruchtbaar en onbewoonbaar land achter te laten en hij voerde het bevel uit, terwijl hij zijn hoop op Allah richtte en zich aan hem overgaf.
Vervolgens verzachtte Allah het leed van de moeder en het kind en voorzag hen van bronnen die zij zich nooit hadden kunnen voorstellen. En nu beveelt Allah aan Ibrahim zijn enige zoon op te offeren, die geboren werd, nadat Ibrahim al heel oud was. Ibrahim haastte zich echter het bevel van Allah uit te voeren en besprak de zaak daarna met Ismael om de psychologische druk [(duidelijk eigentijds ingevoegd commentaar) te verzachten, in plaats van het bevel met geweld uit te voeren. Allah zei hierover: 'O mijn zoon! Ik heb een droom gezien dat ik jou slacht, wat denk jij daarvan!' (Koran 37:102). De zoon antwoordde meteen zonder aarzeling: 'O mijn vader! Doe wat jou bevolen is, als Allah het wil zul jij mij onder de geduldigen vinden.' (Koran 37:102) Dit laat zien hoe goed en gehoorzaam de zoon was tegenover zijn heer en zijn vader.
Toen, terwijl zij zich allebeid onderworpen hadden en hij had hem knielend op zijn voorhoord neergelegd; (koran 38:103)
Ibn 'Abbas zei dat Ibrahim zijn zoon liet knielen en op zijn voorhoofd neerlegde, zodat hij gedurende het slachten niets kon zien.
Al-Soeddi zei: 'Toen Ibrahim het mes op de keel van Ismael zette, sneed het niet.' Er wordt gezegd, dat er zich een goudkleurige cirkel vormde rond de hals van Ismael, die het mes ervan weerhield de keel te bereiken. [Aan de aanhalingstekens te zien, was het niet Al-Soeddi die dit zei: een ongefundeerde invoeging van de vertaler!!]
Ibn Kathir zei dat op dat ogenblik Allah tot Ibrahim riep: 'O Ibrahim! Jij hebt de droom vervuld!' (Koran 37:105), hetgeen betekent dat het doel van de droom al vervuld is, dwz jouw overgave aan de wil van Allah en jouw gehoorzaamheid tegenover hem.
En wij hebben hem vrijgekocht met een groot offer... (koran 37:105). Dit offer was in plaats van het offer van zijn zoon. Volgens de mening van de meeste geleerden was het offerdier een witte ram met heldere ogen en stevige hoorns, die Ibrahim vastgebondne vond aan een doornachtige plant op de berg Thabir in Mekka.
Ibn 'Abbas vertelde dat zo'n ram gedurende veertig jaar in het paradijs gegrazen had, voordat hij in Mina geofferd werd, dit is volgens het verslag van Moedjahid, of in de verblijfplaats van Ibrahim, volgens het verslag van 'Oebaid bin 'Oemair.
Ibn 'Abbas vertelde dat de kop van de ram nog aan de Ka'aba hing terwijl hij al droog was.
Volgens de mening van Ibn Kathir was dit een bewijs dat de geofferde Ismael was (Niet de hadith van Al Soedi was dus volgens Ibn Kathir het bewijs, maar deze hadith over de ka'ba!!), omdat hij in Mekka leefde, niet Izaak, zoals de joden beweren, daar het niet overgeleverd is dat Izaak een bezoek aan Mekka bracht toen hij jong was. Dit is duidleijk in de tekst van de koran, die het verhaal van het goede nieuws aan Ibrahim van zijn zoon Izaak vermeldt na het verhaal van het offer.
Het beste bewijs van deze gebeurtenis is hetgeen Mohammed bin Ka'b Al-Qardhi afleidt. Hij gaf commentaar op het vers uit de koran: [i]Maar wij gaven haar het goede bericht van Izaak en na hem van Jakob.[/[i] (koran 11:71, zeggende: 'Hoe kan aan Ibrahim het goede nieuws van Izaak gegeven worden en dat Izaak de vader van Jakob zou zijn, terwijl Ibrahim daarna het bevel krijgt Izaak te offeren als jonge jongen, nog voordat hij volwassen was en hij een kind met de naam Jakob hadgekregen?!' Dit staat in tegenstelling met het eerder genoemde goede nieuws. Allah weet het beter.
Ibn Jarir heeft overgelverde dat Ibn 'Abbas gezegd had: 'De opgeofferde is Ismael.' De joden beweerden dat de opgeofferde Izaak was, maar dat was een leugen.
Volgens Ibn Kathir was de bewering van de joden dat de opgeofferde Izaak was voortgekomen uit hun jaloersheid tegenover de Arabieren. Dit is zo omdat Ismael de vader van de Arabieren is, waartoe Hagar behoorde en ook de profeet Mohammed. Van de andere kant was Izaak de vader van Jakob en van Israel die tot de joden behoorde. Op die manier wilden zij zichzelf met deze eer een privilege geven, hetgeen hen ertoe aanzette de woorden van Allah te verdraaien en er iets aan toe te voegen. Zij waren een kwaadaardig volk, dat niet inzag dat alle zegeningen van Allah komen en dat hij ze geeft aan degene die hij maar wil.
Roy schreef:Super Els, di. een gewéldige toevoeging. Over die "gordel" zou je de Amazonen-mythen kunnen doorspitten die niet-Grieks zijn en oa. de Heracles' roof van de gordel refereert.
Honderden afgodsbeelden stonden rond en op de Ka'Aba,
De heilige "Hajjar Al Aswad" is de naam voor de Zwarte Steen, bedekt door de Kiswah, een zwarte doek, en gevat in edelmetaal.
Het is deze Ishmaël die als eerstgeborene én wettige zoon van Abraham & de Egyptische Hagar verwarring sticht, níét vernoemd wordt in de offering door Abraham, doch wél gevierd wordt in de Eid Al-Adhha/ul-Adha tot op de dag van vandaag.
islamismygeloof schreef:In de Bijbel vermeld dat Isaak moest worden geofferd en in de Koraan staat dat Ismael moest worden geofferd. De twee Goddelijke boeken botsen tegen mekaar. Welk van de 2 spreekt de waarheid en welke is daad werkelijk het Woord van God?
Bluehue schreef:Jij hebt hety of niet gelezen of niet de moeite van het beeantwoorden gezien, wel heb je mooie Quotes gemaakt, maar op een vervalste originele text is dat natuurlijk niet echt de waarheid, maar slechts propaganda van Mohammed.
Het probleem is alleen dat ik het niet snap. In het Engels staat er 'girdle', ik neem aan dat er een gordel wordt bedoeld. Maar hoe kan een gordel (als dit wordt bedoeld) haar sporen uitwissen?
In de Heilige Koran hoofdstuk 37 vers 102 lezen wij:
“En toen hij de leeftijd van het werken met hem bereikt had, zei hij: O, mijn zoon! Waarlijk, ik heb in een droom gezien, dat ik u ten offer breng; overweeg dan wat gij ziet. Hij zei: O, mijn vader! Doe wat u bevolen is; indien het God behaagt, zult gij mij een van de lijdzamen vinden”.
Verder lezen wij in de verzen 103 t/m 111 dat Abraham de opdracht van zijn Heer ten uitvoer wil brengen en dat Ismael daarin volledig meegaat. Als hij de daad bij het woord wil voegen, laat Allah, via de engel Gabriël weten, dat het slechts een beproeving was en dat Abraham waarheidlievend is en dat Allah degene, die goed doet, beloond. “En Wij kochten hem met een groot offer vrij en Wij vereeuwigden de lof voor hem onder de latere geslachten” (vers106 en 107). Het grote offer was een ram en wordt groot genoemd, omdat het tot op heden door ruim één miljard moslims wordt nageleefd.
Genesis 17: 7-8 & 19-21
7 Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht en hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn.
8 Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft, het ganze land Kana-an, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn.
19 Sara zal een zoon baren, en gij zult hem Isa-ak noemen en Ik zal Mijn verbond met hem oprichten tot een eeuwig verbond voor zijn nageslacht.
20 En wat Ismael betreft, Ik heb u verhoord; zie, Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar doen zijn en uitermate talrijk maken; twaalf vorsten zal hij verwekken, en Ik zal hem tot een groot volk stellen.
21 Maar mijn verbond zal Ik oprichten met Isa-ak, die Sara u op deze zelfde tijd in het volgende jaar baren zal.
Ismael kreeg als woongebied de woestijn van Paran en Isa-ak het land Kana-an. De genoemde bijbelteksten maken duidelijk dat geen enkel ander volk dan de kinderen van Israel aanspraak kunnen maken op het Beloofde Land of zelfs maar delen daarvan. De landbelofte aan Israel wordt maar liefst 47 maal onder ede door de Here God in Zijn Woord herhaald.
Abraham is nooit in dit BEKKA of MEQQA geweest. Mohammads wilde niet dat Abraham/Ibrahim ooit in Beersheba verbleef, want dat was in 630 nC"vijandelijk"gebied en je wil toch niet dat een Voorouder Profeet als Abraham, jouw Godsdienst startte in het land van de Vijand? dat maakt hem immers" ongeloofwaardig "?! ABRAHAM is niet zijn echte naam, ...
Roy schreef:Overigens wordt het hele Ishmael-offer expliciet vernoemd in de Koran, en uiteraard als een voortzetting is van de "vorige" monotheïstische religies Judaïsme & Christendom. Dat wordt eigenlijk in het begin v/d Koran zo uitgelegd.
Quote:
In de Heilige Koran hoofdstuk 37 vers 102 lezen wij:
Hetzelfde voor de connectie tussen Ishmael en Ish-Mahal (Shiva)
RoyJava schreef:Hetzelfde voor de connectie tussen Ishmael en Ish-Mahal (Shiva)
Hi Els,... kun je enige referenties geven waar je dit vandaan hebt? Snap wel steeds meer waarom de Ishmaël figuur met zekere duisterheid wordt omgeven ... alvast dank, groet Roy
Het is overigens best onbeschoft een ziekte als aanleiding te geven om geloofwaardig te willen zijn, maar daar is de tijd nu erg rijp voor wereldwijd, niet?
RoyJava schreef::lach2: hi Els,...
Heey, maak je niet druk Het is idd beetje frustrerend allerlei berichten te lezen, die niet of nauwelijks gemaatstaafd kunnen worden, doch vind het spel van "zoek én vind" té interessant ivm. bepaalde dingen die ik zelf zoek. Verzonnen of niet, ieder heeft een eigen invalshoek,Over die Ish Mahal, di. nét zo interessant*
Al-Tabari, die wordt beschouwd als een van de meest vooraanstaande historici van de islam, geeft een opsomming van de verschillende opvattingen binnen de islamitische Umma (gemeenschap) over dit onderwerp:
"De oudste wijzen van het volk van onze profeet verschillen van mening over welke van de twee zonen van Abraham hij op bevel van god moest offeren. Sommigen zeggen dat het Izak was, terwijl anderen zeggen dat het Ishmael was. Beide gezichtspunten worden ondersteund door verklaringen die worden teruggevoerd op de Profeet van God. Als beide verklaringen even sterk zouden zijn, dan - aangezien ze beide van de profeet komen - kan alleen de koran als bewijs dienen dat het verslag dat Izak noemt duidelijk degene is die meer overeenkomt met de waarheid. (2;p.82). '
In plaats van beide zijden van dit probleem op te sommen zal onze studie zich daarom concentreren op degenen die Izak noemden. Alle volgende citaten zijn te vinden in al-Tabari ((2: pp. 82-86):
Het verslag dat Izak noemt kennen we via Abu Kurayb- Zayd b. al-Hubab- al-Hasan b. Dinar- 'Ali b. Zayd b. Jud'an- al-Hasan- al-Ahnaf b. Qays- al-'Abbas b. 'Abd al-Muttalib- DE PROFEET uit een conversatie waarin hij zei; 'Toen kochten we hem los met een enorm slachtoffer'. En hij zei ook: Hij is Izaak'.
Volgens Abu Kurayb - Ibn Yaman-Mubarak - al-Hasan-al-Ahnaf b. Qays-al - 'Abbas b. 'Abd al-Muttalib: Het citaat: "Toen kochten we hem los met een enorm slachtoffer" slaat op Izaak.
Volgens al-Husayn b. Yazid al-Tahhan - Ibn Idris - Dawud b. Abi Hind - 'Ikrimah - Ibn 'Abbas: Degene die Abraham moest slachten was Izaak.
Volgens to Ya'qub - Ibn 'Ulayyah - Dawud - 'Ikrimah - Ibn 'Abbas: Het slachtoffer was Izaak.
Volgens Ibn al-Muthanna - Muhammad b. Ja'far - Shu'bah - Abu Ishaq - Abu al-Ahwas: Een man schepte op tegen Ibn Mas'ud: "Ik ben die en die, zoon van die en die, zoon van edele ouderen." En ' Abdallah zei: "Dat is Jozef zoon van Jacob, zoon van Izaak het slachtoffer van god, zoon van Abraham de vriend van god."
Volgens Ibn Humayd - Ibrahi, b. al-Mukhtar - Muhammad b. Ishaq - 'Abd al-Rahman b. Abi Bakr - al-Zyhri - al-'Ala' b. Jariyah al-Thaqafi - Abu Hurayrah - Ka'b: Toen god zei: "Toen kochten we hem los met een enorm slachtoffer", sprak hij over Abrahams zoon Izaak.
Volgens Ibn Humayd - Salamah - Muhammad b. Ishaq- 'Abdallah b. Abi Bakr - Muhammad b. Muslim al-Zuri - Abu Sufyan b. al-'Ala' b. Jariyah al-Thaqafi, de bondgenoot van de banu Zuhrah - Abu Hurayrah - Ka'b al-Ahbar: De zoon wie Abraham moest offeren was Izaak.
Volgens Yunus - Ibn Wahb - Yunus - Ibn Shihab - 'Amr b. Abi Sufyan b. Usayd b. Jariyah al-Thaqafi: Ka'b zei tegen Abu Hurayrah: "Moet ik je vertellen over Izaak, de zoon van de profeet Abraham? Abu Hurayrah zei: 'Zeker." Dus Ka'b gaf het volgende verslag:
"Toen Abraham werd gezegd Izaak te offeren, zei Satan: "Bij Allah! Als ik het volk van Abraham hiermee niet kan bedriegen, zal ik het nooit kunnen." Dus toen Abraham er met Izaak op uit trok om hem te offeren, bezocht Satan Sarah, de vrouw van Abraham, in de gedaante van een man die het volk van Abraham kende, en vroeg haar: "Waar gaat Abraham zo vroeg heen met Izaak?" Ze zei: "Hij ging vroeg weg voor een boodschap."
Satan zei: "Nee, bij Allah! Dat is niet de reden dat hij zo vroeg wegging." Sarah vroeg: 'Waarom ging hij dan zo vroeg weg?' Hij zei: 'Hij nam hem mee om hem te offeren." Sarah zei: 'Dat is niet waar, hij zou nooit... zijn eigen zoon offeren.' Satan zei: 'Bij Allah, het is waar.' Sarah zei: 'En waarom zou hij hem offeren?' Hij antwoordde: "Hij beweert dat het een opdracht is van de Heer." Sarah zei: 'Als de Heer dit hem opdroeg, moet hij gehoorzamen."
Toen verliet Satan Sarah en ging naar Izak, die met zijn vader liep, en zei: 'Waar neemt je vader je zo vroeg mee naartoe?" Izaak antwoordde: 'Hij neemt me mee voor de een of andere boodschap.' Satan zei: 'Nee, bij Allah, hij neemt je niet mee voor een boodschap. Hij neemt je zo vroeg mee om je te offeren.' Izaak zei: 'Mijn vader zou me nooit offeren." Satan zei hem: 'Nou en of hij dat zou doen." Izak vroeg: 'Waarom?' Satan zei: 'Hij beweert dat zijn Heer dit hem heeft opgedragen.' Izaak antwoordde: 'Bij Allah, als de Heer mijn vader dat opdroeg, moet hij hem zeker gehoorzamen.'
Dus Satan verliet hem en ging naar Abraham, en zei: 'Waar ga je zo vroeg met je zoon heen?' Abraham zei: 'Ik neem hem mee voor een boodschap.' Satan antwoordde: 'Bij god, je neemt hem op dit vroege tijdstip mee om hem te offeren.' Abraham vroeg: 'Waarom zou ik dat doen?" Satan zei: 'Je beweert dat je Heer het je heeft opgedragen.' Abraham zei: 'Bij god, als mijn Heer me zoiets opdraagt, zou ik het zeker doen.'
Toen Abraham Izaak opnam om hem te offeren, hield god zijn hand tegen en bevrijdde hem met een 'enorm slachtoffer'. Abraham zei tegen Izaak: 'Sta op, mijn kleine zoon, want god heeft je vrijgelaten'. En god zei tegen Izaak: 'Ik zal elk gebed inwilligen dat je wil.' Izaak zei: 'Mijn god! Ik bid dat toegang tot het paradijs is toegestaan tot elke gelovige, in het verleden en heden, die U aanbidt en niemand anders naast u.'
Volgens 'Amr b. Ali - Abu 'Asim - Sufyan - Zayd b. Aslam - 'Abdallah b. 'Ubayd b. 'Umayr, zijn vader: "Mozes zei: 'O heer! Waarom wordt u toegesproken als 'O god van Abraham, Izaak en Jacob?' God antwoordde: "Abraham beschouwde nooit iets als gleijk aan mij, maar plaatste mij boven alles. Izaak was vrijgevig tegen mij inzake het offer en in andere zaken; en wat Jacob betreft, hoe meer ik hem op de proef stelde, hoe beter hij over me dacht.'
Volgens Ibn Bashshar - Mu'ammal - Sufyan - Zayd b. Aslam - 'Abdallah b. 'Ubayd b. 'Umayr - zijn vader: Mozes vroeg aan god: 'O heer! Waarom gaf je Abraham, Izak en Jacob, en wat gaf je hen? "En gods antwoord was hetzelfde (als wat hierboven werd gegeven).
Volgens bu Kurayb - Ibn Yaman - Isra'il - Jabir - Ibn Sabit: Hij was Izaak.
Volgens Kurayb - Ibn Yaman - Sufyan - Abu Sinan al-Shaybani - Ibn Abi al-Hudhayl: Het slachtoffer was Izaak.
Volgens Abu Kurayb - Sufyan b. 'Uqbah - Hmaza al-Zayyat - Abu Ishaq - Abu Maysarah: Jozef zei de koning in zijn gezicht: "Je wil met me eten als ik, bij god, Jozef, de zoon van Jacob de profeet van god, zoon van Izaak slachtoffer van god, zoon van Abraham vriend van god ben.
Volgens Abu Kurayb - Waki' - Sufyan - Abu Sinan - Ibn Abi al-Hudhayl: Jozef zei tegen de koning: ... (De rest van het verslag is ruwweg hetzelfde.)
Volgens Musa b. Harun - 'Amr b. Hammad - Asbat - al-Suddi - Abu Malik and Abu Salih - Ibn 'Abbas en Murrah al-Hamdani - Ibn Mas'ud en een aantal metgezellen van de profeet: Abraham kreeg in een droom de opdracht 'je belofte uit te voeren dat als God je een zoon bij Sarah schonk dat je die moet offeren.'
Volgens Ya'qub - Husahym - Zakariya' and Shu'bah - Abu Ishaq - Masruq: Toen God zei: 'We kochten hem los met een enorm slachtoffer', had hij het over Izaak.
En ten slotte Tabari zelf:
"Wat het hierboven genoemde bewijs uit de koran betreft dat het werkelijk over Izaak gaat: het is het woord van God waardoor wij horen over het gebed van zijn vriend Abraham toen hij zijn volk verliet om naar Syrië te emigreren met Sarah. Abraham bad: 'Ik ga naar mij Heer, die me zal leiden. Mijn Heer! Schenk me een rechtmatig kind.' Dat was voor hij Hagar kende, die de moeder van Ishmael werd. Na dit gebed gaat god verder met het gedicht te beschrijven en zegt dat hij Abraham voorspelde dat hij een goede zoon zou krijgen.
God noemt ook Abrahams visioen waarin hij die zoon offert toen hij oud genoeg was om met hem te lopen. Het boek zegt niets over de aankondiging van een mannelijk kind voor Abraham behalve in dit geval, waar het slaat op Izaak, waarbij god zegt: 'En zijn vrouw stond erbij en lachte toen ze hoorde toen we de boodschap over Izaak meedeelden, en na Izaak Jacob, en 'Toen werd hij bang voor ze.' Ze zeiden: 'Wees niet bang!', en gaven hem de boodschap van een wijze zoon. Toen kwam zijn vrouw eraan, klagend en zich in het gezicht slaand: 'Een onvruchtbare, oude vrouw'.
Dus, overal waar de koran noemt dat god de boodschap van een zoon aan Abraham bracht, slaat het op Sarah (en dus op Izaak), en hetzelfde moet dus waar zijn over de woorden van god 'Dus brachten we hem de boodschap van een goede zoon', net zoals het bij alle andere verwijzingen hierover is in de koran. (Ibid., p. 89).
In een ander deel zegt al-Tabari: De ram werd gevangen gehouden tot god hem vrijliet als 'losgeld voor Izaak!' (De Geschiedenis van Al-Tabari: algemene introductie van de Schepping tot de Vloed, vertaald door Franz Rosenthal [State University van New York Press (SUNY), Albany, 1989], Volume 1, p. 310)
RoyJava schreef:Gelukkig dat het gróótse Islam-land Indonesië nu regelmatig van zich laat horen, de vinger in de pap stijf houdt dankzij natuurgeweld, en ons nog vele vele malen zal verrassen. Lees volgend eens >>>![]()
Groet Roy
Zunrita schreef:Iedereen zit hier lappen huiswerk te maken voor 'islamismygeloof' maar zelf doet hij niets dan (af)wachten tot hij een antwoord krijgt op zijn brandende kwestie.
Keer terug naar jodendom christendom islam
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 1 gast