![]() |
![]() Forum godinnen en beeldvorming | weblog | godinnen | forum home ||
|
Thunarkind schreef:In voorchristelijke tijden was de Eik een heilige boom (zoals er veel heilige boomsoorten waren). Bij de grieken leefde de oppergod Zeus in deze boom. Het was mooi geweest wanneer dit bij de voorchristelijke Noord-Europeanen hetzelfde was geweest. Dwz, dat de eik aan Wodan gewijd was. Maar dat is dus niet zo. De eik was bij onze voorouders aan de vruchtbaarheidsgod Donar gewijd.
Thunarkind schreef:In voorchristelijke tijden was de Eik een heilige boom (zoals er veel heilige boomsoorten waren). Bij de grieken leefde de oppergod Zeus in deze boom. Het was mooi geweest wanneer dit bij de voorchristelijke Noord-Europeanen hetzelfde was geweest. Dwz, dat de eik aan Wodan gewijd was. Maar dat is dus niet zo. De eik was bij onze voorouders aan de vruchtbaarheidsgod Donar gewijd. Donar was ook een stuk populairder dan Wodan, vooral omdat Donar geen mensenoffers vroeg.
Aan de cultus van Dodóni kwam echter een definitief einde met de verspreiding van het christendom: in 392 liet keizer Theodosius I de heilige eik omhakken en de wortels verwijderen, in overeenstemming met zijn politiek om alle voor-christelijke praktijken uit te roeien. De christenen poogden aanvankelijk nog het heiligdom voor eigen doeleinden in te lijven door de bouw van een basiliek omstreeks 550, maar nadat keizer Justinianus het nabijgelegen Ioánnina had gesticht raakte Dodóni langzaam maar zeker in verval. Een overval van de Gothen en een grote aardbeving deden de rest.
Thunarkind schreef:Donar is het kind van Wodan en Erda en is de beschermer van goden en mensen. Ik zie hier een parallel met het christendom. Jezus was (volgens de verhalen) evenals Donar een kind van de oppergod en de aarde (of een aardse vrouw, in dit geval Maria). Jezus is bij de Europese Christenen ook populairder dan God zelf. Jezus is zelfs gelijkgesteld met God.
Interessant thema. Dat die omgehakte eikebossen materiaal voor de kerken werden vond ik ook leuk om te weten. Ik zal eens denken over meerdere parallellen tussen de eik en die diverse Germaanse, Griekse en Romeinse cultussen. Lijkt me leuk om de integratie van de Germaanse godsdienst in de kerk eens op een rijtje te zetten.
Gaat het dan om zuive integratie of om overduidelijke adoptatie zoals sint Nicolaas, de kerstboom en paaseieren schilderen?
Wat sint Nicolaas betreft heb ik nog een heel mooi Noord-Europees verhaal ipv de Mira uitvoering. Je kan daar nog heel duidelijk de verwantschap tussen st Nikolaas en Wodan/Odin zien. Ik zal eens in de boeken duiken om het op te snorren.
Maar wat die eik betreft. Ik vind het wel raar dat in de noordse mythologie de eik aan de zoon van de oppergod gewijd was terwijl het in de Zuid-Europese mythologie juist de oppergod was die daarin vereerd werd. Maar mischien werd de boom in een eerdere uitvoering van de Noord-Europese religie wel aan de oppergod toegeschreven?
Aan iemand als Uller bijvoorbeeld? Dat dat in de tijd was dat de mensen nog van de jacht moesten leven? En dat in een latere periode de landbouw belangrijker werd en Uller om de een of andere reden door Donar vervangen werd?
Leuk ook dat Uller in latere tijd de stiefzoon van Thor was. Maar eigenlijk, waar blijft Wodan/Odin, de (W)alvader dan in dit verhaal wanneer de eik dus in principe aan de oppergod is toegewezen?
Opeens herinner ik me dat het woord 'kurk' van quercus komt. Dat woord kwam pas hier in de vijftiende eeuw, via het Spaans.
Ook mistig is: wie is Sif? Als Donar Zeus of Jupiter is, zou hij als echtgenote de 'eerste der godinnen' moeten hebben, maar Sif is bijna helemaal onbekend. En de echte vader van Ull is helemaal niet bekend (zocht ik even op). Kortom: vaagheid, onbekendheid en onbelangrijkheid troef.
Wodan wordt traditioneel (dankzij de Romeinen) aan Mercurius gelijkgesteld, maar dit belemmert misschien het zicht op zijn werkelijke betekenis
Het nadeel van de Germaanse en Noordse godenverhalen is natuurlijk dat ze door een Romeinse en christelijke bril zijn overgeleverd. De Kelten en Germanen maakten zelf geen gebruik van het schrift, dat deden ze pas toen ze christelijk werden
Reebroggens Borgt was ofëbrand;
Drij Kiinder dwêlden um deur 't land;
Zij hadden hònger, waeren kold;
En zwörven kriitend um in 't wold.
Zij klopten bij 'n jaeger an;
"Ontfarm! ontfarm joe, beste man!
De viiand kwaemp ~ stak 't huus in brand,
En lee oeze Olden neer in 't zand."
Ö arme schoap! wat bitter kruus!
Wat bê' joa kold! Koomp gauw in huus!
Warmpt oe bij 't vuur en vreest gien nood,
Slaept op miin stroo en eet miin brood."
Maor doe zij waeren binnentreen
Greep eur dê Oeger een veur een,
Houwt mit ê biil eur leden fiin,
En kuupt ze in 't vat as zult van 't zwiin.
Sunt nicloas kwaëmp noa zeuven joar
Van veere reizen ook ees doar;
Hij klöpte mee bij d'Oeger an,
En reup: "laet binnen mij, goë man!"
"Koompt binnen, heerschop", zee de boas,
"Zet an heerd joe, Suntercloas!"
De Sunt zee: " 'k dee 'n wiiden tocht,
Vund nergens stee woar 'k eten mocht."
" 'k heb zeunemelk met kruderien. " (a)
"Da's kost 'n Sunt neet antebien."
" "k sla rempen 'n ei twee, drij in pan."
"Da's kost, dè 'k neet verdraegen kan!"
" 'kheb in ê spinde 'n hartebolt..."
"Gien hartebolt, moar wat uut 't zolt!
Uut kupien doar, maek mij wat kloar;
't is vleis, ezult veur zeuven joar."
Pas zee dat woord nog Suntercloas,
Of 't wörde griis en greun den boas;
Hij griinde luud, wol deur heruut,
En docht zuk kant al duvels buut.
Ö jaeger! jaeger! neet ebeeft!
Want dê berouw teunt ~God vergeeft!"
Sunt Nicoloas lee nou op den rand
Van 't vat, drij vinger van ziin hand.
En uut ê kruup op d'êgen stond
Rees 't drijtal kiinder frisch en zond,
En 't eerste zee: "wat sleup ik zacht!"
Het tweede: "wat een lange nacht!"
Het Darde: " 'k dreumde wisse en kloar ~
'k was in den hemel ~ zeuven joar!"
De jaeger trok noa Rome hen,
En störf in 't kloëster Bethlehem.
De kiinder raekten hoog in stand;
't oldst wörde Drost van Drentheland;
Het tweede ~ ook een grootmachtig heer,
Bouwde op het huus Reebrogge weer;
Het darde wörde 'n Vörst der Kark,
Looft God den Heer veur 't wonderwark.
(a) Karnemelk, gekookt met grutten en brood, en gekruid met anijs.
Bron: Drentsch Sagenboek - J.R.W. Sinninghe - Interbook - 1974 (fotografische herdruk? Inleiding uit 1943.)
Ö jaeger! jaeger! neet ebeeft!
Want dê berouw teunt ~God vergeeft!"
Thunarkind schreef:Nou hoop ik alleen dat de Eik al Quercus genoemd werd voor Linnaeus ter tonele kwam . Zal ik eens moeten uitzoeken.
1303, from Sp. alcorque "cork sole," prob. from Ar. al-qurq, ult. from L. quercus "oak" or cortex (gen. corticis) "bark."
Romulus frondea coronavit Hostum Hostilium, quod Fidenam primus inrupisset. avus hic Tulli Hostilii regis fuit. P. Decium patrem tribunum militum frondea donavit exercitus ab eo servatus imperatore Cornelio Cosso cos. Samnitium bello. civica iligna primo fuit, postea magis placuit ex aesculo Iovi sacra, variatumque et cum quercu est ac data ubique quae fuerat, custodito tantum honore glandis.
els schreef:Nog wel even toevoegen: het woord 'kirika' dat de herkomst zou zijn van kerk (via het Byzantijnse rijk dus) was ook bekend in de Noorse landen. Zover hadden de Romeinen het niet gebracht, bij mijn weten. Dat toch even in het achterhoofd houden.
Maarreh, Plinius? Die leefde dus van 23 tot 79. En die sprak dus van de Quercus? Staat dat in de Naturalis Historia? Zo ja, kan je me zeggen waar ongeveer?
Glandem, quae proprie intellegitur, ferunt robur, quercus, aesculus, cerrus, ilex, suber.
Eikels, in de eigenlijke betekenis, groeien aan de Wintereik, Zomereik, Hongaarse eik, Moseik, Steeneik en Kurkeik.
Thunarkind schreef:Dat Wodan/Odin met Mercurius wordt gelijkgesteld is niet heel vreemd. Zijn handel en wandel komen ook overeen met Hermes.
Wat ik dan wel weer grappig vind is dat als Hermes en Wodan gelijk zijn, dat Wodan in dat geval boodschapper der goden is en niet de oppergod.
Zo konden jezuïeten nog in 1618 plaatsen vinden waar het christendom onbekend was en in 1805 waren er nog steeds mensen die nabij Kalnénai de wilg vereerden, ondanks het feit dat groothertog Stanislovas Augustas Poniatovskis (1732-98) tijdens zijn regeerperiode de laatste heilige eik van Europa in Vilnius had laten omhakken!
Ik heb nog iets over Sif opgezocht, en zag daar staan dat haar naam verwijst naar bloedverwantschap. Het zal dus verwant zijn met sibbe (en het Engelse sibling). Die naam doet wat 'stammoederig' of 'familie-oorsprongachtig' aan, maar dan zonder naam
De mythische bronnen die spreken over Ull laten ons achter met een mysterie, op dit moment niet beantwoord in de populaire presentatie van onze mythologie: het mysterie van het vaderschap van Ull.
Lees verder op:
Royjava schreef:Kerk, ontleend aan Byzantijns-Grieks "kuri(a)kon", huis van de Heer (van "kurio - heer). Het woord is sinds de 4e eeuw in gebruik als synoniem van grieks "ekklêsia - kerkgebouw.
Willy schreef:The mansion of Ullr is named Ydalar -- the primal dells of rain and storms, and the root and sacred source of earth's existence.
Alles goed overwogen, werd het kwade in werkelijkheid door degenen veroorzaakt die durften, zonder het alleen maar te begrijpen, théosophie Germaans te oordelen; en hun eigen onwetendheid bevorderde het bijna spontane ontluiken van een oneindigheid van valse ideeën, die vandaag in miljoenen hersens worden verankerd. Maar de waarheid is helemaal geheel bevat in de oude leer van Wotan. Het zal dus voldoen om algemeen van deze voorvaderlijke traditie uiteen te zetten, om te corrigeren zoals hij zich de belachelijke vonnissen moet dat doctoralement duidelijk de grote geesten van de profane wereld hebben. Als eerste details, merkt men allereerst op dat Wotan geen tempel heeft, want niets van wat menselijk is zou het niet kunnen bevatten. Wotan heeft geen beelden, want niets van wat werd gecreëerd zou de Producent niet kunnen vertegenwoordigen. Wotan is de oorzakelijke Energie, de opperste Benzine, de vernielende Macht en bouwer, de eerste Eenheid van alles die bestaat. De mens kan derhalve de attributen van Wotan slechts door de kennis van de principes van het Principe ontwerpen en doordringen. In dit inwijdingsstadium, identificeert de adept zich geestelijk met divinité en wordt Draden van God. Wotan moet niet met Odin verward worden. Odin is slechts een déifié held, de flinke Zetel, die, in 33 vóór het christelijke tijdperk, van Asgard vertrok, - stad gelegen tussen de Brug Euxin en de Caspienne zee -, waagde zich naar het Noorden, legde alle Skandinavische volkeren voor, en verzamelde, aan de leer van de Stier, groffe volkeren die aldus tegenpartijen van de leer van de Ram werden. De verering waarmee later herinnering van Zetel was omgeven nam tenslotte van de verering van Wotan de plaats in. Hij deed zich aldus dat de eerste Bestuurder van de discipelen van Wotan weinig zich aan weinig met die verwarde waarvan hij de profeet was geweest. Voor de ingewijde, echter, kan Wotan zich met niemand verwarren. Producent, dégénérateur en regenerator, heeft hij de Wet van de Zon en de Maan veroorzaakt. Maar hij is noch de Zon noch de Maan, en deze twee sterren zijn slechts de emblemen van zijn Geheimen. Alles rond Wotan draaien om divinités van Skandinavische panthéon. Het is eerst Frigga, - of Freyja -, trouwt van Odin en moeder van Thor; zij identificeert zich precies met Egyptische Isis, en is aan verschillende andere déesses verwant; door verschillende details wijst zij op Astarté van Phéniciens, Aphrodite van de Grieken, Venus van de Romeinen, Bendis van Thraces, Ops van de Etrusken, de Hutu's van de Galliërs, en de Lege Moeder. Vrouw van de god Odin, is zij beschermend van oorlogs bestrijdend onder de orden van haar zoon Thor, die voor de drempel van Walhalla moet bezwijken, symbool van het nieuwe tijdperk. Odin, Freyja en Thor vormen ondergeschikte trinité afkomstig van Wotan, als Osiris, Isis en Horus vormen ondergeschikte trinité die uit Râ voortkomt, de opperste God. Tussen Egyptische trinité en Skandinavische trinité echter bestaat een nuance: de Egyptische goden zijn immers initiatiques symbolen, terwijl de goden van de Skandinavische mythologie met exotériques allegorieën van deze symbolen overeenstemmen. Aan deze fundamentele trilogie komen bij Heimdall, de gids; Gra, déesse van de kennis van de tijd; Surtur, de god van het Vuur, en Miord, de god van de Wateren; verschillende andere divinités van minder belang vullen deze verpersoonlijkingen van de verschillende factoren van de Grote Vormverandering aan.
Rodolphe Werner: Het Geheim van de Piramide van Khéops, uitgave de Vlaag, 1943.
Regarding the word church, Ebenezer Cobham Brewers Dictionary of Phrase and Fable of 1898 reads:
The etymology of this word is generally assumed to be from the Greek, Kuriou oikos (house of God); but this is most improbable, as the word existed in all the Celtic dialects long before the introduction of Greek. No doubt the word means "a circle." The places of worship among the German and Celtic nations were always circular. (Welsh, cyrch, French, cirque;
Scotch, kirk; Greek, kirk-os, etc.) Compare Anglo-Saxon circe, a church, with circol, a circle.
If church is derived from the word “circle,” how then did the original Greek word ekklesia become “church” or “circle?”
Throughout England, pagan religious gatherings were always held in a circle. The Druids with their Stonehenge, the Celts, and Saxons also met in stone circles, to worship their gods. Many of these stone circles still exist throughout England and about twenty eight are found in the Wyclife’s Yorkshire area. Many of the first English Christian buildings for worship were located on these circle sites or were built using stones from these circles. Through this association, the people of Wyclife’s day continued to call these buildings a “kirk”(Scottish), a cirice (Old English), or chirche (Wyclife’s version), each variation meaning “circle” and describing a place— occult—and not the people.
bron:
Oller is waarschijnlijk een zeer oude god, omdat zijn oorsprong wordt teruggevoerd op een van de vorst-reuzen en hij wapens en gerei draagt, die behoren tot de rondtrekkende jagers en verzamelaars uit prehistorische tijden. Hij wordt dan ook verbonden met andere godinnen, die ook uit een ver verleden stammen. In Skandinavie is hij het gemaal van Skadi, terwijl hij in Duitsland het gemaal is van Vrouw Holda (of Holle). Zijn naam is ook onder invloed van de vele lokale variaties: Fries - Walth4 , Gotisch - Wuldor/Wulthus, Angelsaksisch - Vulder5 , Skandinavisch - Uller en Duits - Holler. De betekenis van zijn naam is onduidelijk en is een punt van twist.
bron:
De god Oller is de patroon van de (winterse) jacht.
The mansion of Ullr is named Ydalar -- the primal dells of rain and storms,
Willy schreef:The shield or protection of Ullr has a special meaning as he is the god of a "cold" (unformed) world:
Willy schreef:The mansion of Ullr is named Ydalar -- the primal dells of rain and storms, and the root and sacred source of earth's existence.
De Taxusboom (Taxus baccata) is niet voor niets verbonden met Oller, want het levert namelijk van oudsher het hout voor het maken van een boog. Deze boom heeft ten eerste door zijn giftigheid de kracht van de dood in zich, ten tweede door zijn levensduur de kracht van het leven en ten derde door de veelvuldige groei van een jonge binnen een afstervende boom de kracht van wedergeboorte in zich. Taxushout werd vaak gebruikt voor het kerven van runen
Keer terug naar godsdienst en mythen algemeen
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 0 gasten