homohaat is aangeleerd - aanpassing artikel 1 grondwet
Donderdag 28 Februari 2008, 01:08 am - Categorie: beeldvorming Vanavond lichtte Henk Krol bij Pauw en Witteman het voorstel dat hij donderdag zal doen om artikel 1 in de grondwet aan te passen, en hier het onderscheid van homoseksuele gerichtheid expliciet aan toe te voegen. Vooroordelen en geweld tegen homo's lijken zich weer steeds vaker voor te doen. Om duidelijk te maken dat dit niet acceptabel is, moet homoseksualiteit expliciet in de grondwet worden genoemd.De afkeer van homo's wordt vooral via de religieuze opvoeding meegegeven. Religies als christendom en islam planten hun afkeer van seksualiteit in de hoofden van kleine kinderen die nog niet eens weten wat seks is. Deze afkeer wordt vervolgens op scholen doorgegeven, waar kinderen niet worden gecontroleerd door ouderen en zo de homohaat onder elkaar versterken.
Krol wees op de imam El Moumni, die enige tijd geleden homo's met verwijzing naar islamitische teksten 'lager dan honden en varkens' noemde. De uitspraak was toen op basis van artikel 1 van de grondwet dat godsdienstvrijheid toch zwaarder weegt. Dit ging zoals ik me herinner meer over het 'recht op beledigen' met een 'heilig boek' in de hand, en niet om het recht om te mogen discrimineren. Maar in de praktijk wordt veelvuldig gebruik gemaakt van het recht op vrijheid van godsdienst om homo's en vrouwen te discrimineren. Op christelijke scholen is het vanwege de godsdienstvrijheid toegestaan homo's te discrimineren. De EO weert homo's op grond van hun christelijke uitgangspunten. Bij politieke partijen, publieke omroepen, scholen, kortom, in alle hoeken en plaatsen die invloed hebben op het normstelsel van de openbare maatschappij, vindt door de overheid gefinancierde discriminatie plaats. De vraag rijst waarom de overheid, die ons op zoveel gebieden betuttelende normen opdringt, niet het voortouw wil nemen als het gaat om het uitbannen van discriminatie en vooroordelen die te maken hebben met seksualiteit en geslacht.
Er is wel een en ander in te brengen tegen de visie dat vrijheid van godsdienst volgens de wet zwaarder weegt dan seksuele vrijheid. De mensenrechtenverklaring en anti-discriminatiewetten zijn bijvoorbeeld mede tot stand gekomen als reactie op de discriminerende wetten en opvattingen die onder invloed van de religies de cultuur hebben gedomineerd. Emancipatiebewegingen hebben zich hier in de loop van enige eeuwen aan weten te ontworstelen, mede dankzij het feit dat de godsdienst onder invloed van wetenschappelijke ontdekkingen naar de achtergrond verdween. De vooroordelen waren grotendeels verdwenen, en niet veel mensen maken zich nog druk over het seksuele gedrag van anderen.
Het zou dan een beetje merkwaardig zijn als diezelfde religies de antidiscriminatiewetten weer onklaar kunnen maken door te suggereren dat hun vrijheden zwaarder wegen dan de vrijheden van degenen die onder de godsdienstige overheersing het onderspit delven.
Het zijn vooral juist religies die discrimeren, en die discriminerende ideeën bij mensen inplanten. Wat hebben anti-discriminatiewetten voor zin als juist de instellingen die het meeste discrimineren boven de wet zijn geplaatst?
Verder is er tegen in te brengen dat het artikel 1 van de grond zegt: op welke grond dan ook.
http://www.art1.nl/?node=1198
Dat religie met name wordt genoemd, maar homoseksualiteit moet worden afgeleid uit 'op welke grond dan ook', houdt natuurlijk niet in dat vrijheid van religie boven andere vrijheden mag worden gesteld, zodat die andere vrijheden worden aangetast. Er is geen hiërarchie van vrijheden: de grondwet stelt dat discriminatie op geen enkele grond mag plaats vinden.Art 1. Allen die zich in Nederland bevinden , worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Wie kwaad wil, kan natuurlijk altijd 'gelijke behandeling van gelijke gevallen' zodanig uitleggen dat een gelovige en een homo geen gelijke gevallen zijn: de gelovige staat boven de homo. Het is voor iedereen met gezond verstand duidelijk dat dit niet de strekking van het artikel is, maar rechters halen dit eruit.
Het tweede punt is dat dit laatste in de Mensenrechtenverklaring expliciet is gesteld: artikel 30 zegt dat op je geen enkele bepaling van de verklaring zo mag uitleggen dat die andere vrijheden en rechten teniet doet.
http://www.unhchr.ch/udhr/lang/dut.htmArtikel 30
Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, ten doel hebben.
Hoe duidelijk moet je zijn?
De inhoud van begrippen als goed en slecht zijn cultureel ontwikkeld. Je moet er niet op vertrouwen dat het goede altijd wel boven komt drijven. Wie belang hecht aan de verworvenheden van onze cultuur, moet iets ondernemen als vooroordelen de kop op steken en discriminerende ideologieën zich weer op de voorgrond gaan dringen. Als ons waardenstelsel op de tocht staat, moeten we dit verdedigen.
Tijdens Pauw en Witteman werden een paar suggesties gedaan om tolerantie voor seksualiteit te bevorderen. Openbare instellingen zoals media en scholen moeten meer homo's zichtbare functies geven, zodat ze als rolmodel kunnen dienen. Het onderwerp moet op scholen bespreekbaar worden gemaakt. In onze cultuur is homoseksualiteit bijna volledig geaccepteerd en vanzelfsprekend, maar onder invloed van de islam begint homohaat weer te leven. Dit ontstaat niet vanzelf. Als mensen niet van hun ouders, omgeving, vrienden, religie etc. horen dat homo's slecht en minderwaardig zijn, komen ze niet op dit idee. Zodra de homohaat weer op scholen wordt aangewakkerd, moet hierop worden ingesprongen, zodat het zich niet ongemerkt en ongeremd kan verspreiden tot het onbeheersbaar is.
Vanuit gelovige hoek worden wij regelmatig gemaand tot het uitdragen van de juiste normen en waarden. Maar de praktijk, ingegeven door de heilige boeken, laat andere geluiden horen. De religieuze normen en waarden zijn blijkbaar nogal selectief.
Als er geen tegengeluiden komen, blijft het niet alleen bij geluiden, maar worden op termijn mensen weer net als voorheen ingedeeld volgens bijbelse of koranse rangen en standen. Dan worden discriminatie, onderdrukking, uitstoting en zware straffen weer normaal, niet om de rechten van mensen te beschermen, maar om hun rechteloosheid en gebrek aan keuzevrijheid te beschermen.
Teveel gelovigen zijn geïnspireerd door de religieuze teksten in staat om hun geweten en menselijkheid uit te schakelen, en maken zonder blikken of blozen misbruik van antidiscriminatiewetten om hun respectloze, mensenhatende opvattingen tegen anderen te gebruiken. Dat zij hierin worden gesteund door de rechterlijke macht, die willens en wetens of uit domheid de wet zo krom uitlegt dat een expliciet gestelde regel in zijn antithese wordt uitgelegd kan alleen maar een gotspe worden genoemd.
Daarom moeten we erop blijven hameren dat vrijheid van religie een individueel recht is, en geen recht van de religies om hun discriminerende stelsels over anderen te mogen laten gelden. De wet is hierover duidelijk genoeg. Alleen moet het begrip van de strekking van de wet nog beter worden aangekweekt, want de religieuze normen domineren nog veel te vaak de opvattingen over onze medemensen.
| | Auteur: els-geuzebroek
Dit artikel is keer gelezen.
negen reacties