 Aphrodite berijdt een zwaan. De zwaan was een orakelvogel, die de komst van de dood aankondigt. Aphrodite. De naam is verwant met de Fenicische naam Astarte. De Grieken vertaalden haar naam als "Uit schuim geboren" (aphros = schuim). Etruskisch: Apru.
Namen en titels voor Aphrodite zijn Aphrodite Urania (Aphrodite van de hemel, de hemelse: de planeet Venus); dit is een vertaling van Semitische of Arabische malkat ha-ssamayim, 'hemelkoningin'. De naam Urania geeft ook Aphrodites verband aan met de Muzen. Als kind van Dione heette ze Dionaea of Pandemos (gewoon). Xeinia ('Vreemdelinge': Herodotus vermeldt deze naam in Memfis, en associeert haar met Helena). Nymphia ('bruid'). Melainis of Melaina ('de Zwarte'); Skotia ('Duisternis'). Als Paeonia ('genezeres') (in Attica) en als Hygeia ('gezondheid') heeft ze genezende kracht. Als Moira kan ze worden geassocieerd met de Moiren, de Griekse lotsgodinnen. Ze wordt vereenzelvigd met de planeet Venus. De Romeinen stelden Venus aan haar gelijk. De Etrusken noemden haar Turan.
In de Griekse mythologie heeft Aphrodite nog uitsluitend betekenis als liefdesgodin, maar haar functies omvatten alle fases van de geboorte tot de dood, alsmede de patronage van alle takken van de kunsten en wetenschappen. Haar naam Moira herinnert aan haar identificatie met de schikgodinnen. Van Moira werd gezegd dat ze ouder was dan de tijd. Tijdens begrafenissen zong men moirologhia, hymnen om de doden bij haar aan te bevelen.
De cultus van Aphrodite stamt af van de Fenicische Astarte. Ze heeft vele minnaars, ondermeer Adonis, Ares, Aeneas en Anchises, en meerdere kinderen. Onder andere de muzenen de horae worden genoemd als haar priesteressen. Deze zijn beroemd om hun zang en dans ter ere van de godin. Zij staan haar bij tijdens haar geboorte of wedergeboorte, en kleden en kronen haar.
Haar attributen zijn een baard en de cestus (gordel die liefde op kon wekken). Ze houdt van lachen, en een van haar titels verwijst hiernaar. Er bestaat een afbeelding van haar waarop ze rijdt op een gans. De duif, zwaan en dolfijn waren attributen van haar, en ook de citroen en de granaatappel.
 Tekening naar een oud beeld van Aphrodite. De godin met haar duif. De stijl heeft Fenicische kenmerken. Aphrodite werd volgens de Griekse mythen geboren uit het schuim van de zee, toen Kronos de geslachtsdelen van zijn vader Uranos in zee wierp. Ook de Titaanse Dione en Zeus werden als haar ouders genoemd. Ze was tegen haar zin gehuwd met de lamme smidgod Hephaistos, maar ze had een hele reeks minnaars, waaronder Ares: deze was de vader van drie van haar kinderen, nl. de zonen Deimos (schrik) en Phobos (paniek) en een dochter, de huwelijksgodin Harmonia. Hephaistos vangt haar een keer in een bronzen net uit jaloezie voor haar verhouding met Ares, maar hij maakt hiermee alleen maar zichzelf belachelijk. Het leidde tot een nieuwe relatie met Hermes, waaruit Hermafroditus werd geboren, en een affaire met Dionysos, die de vader werd van Priapos, de tuinman met het snoeimes. Deze kreeg van Hera een enorme fallus. Dionysos had in zijn cultus zelf betekenis als fallische godheid.
Als Aphrodite Nymphia had Aphrodite net als haar dochter betekenis als huwelijksgodin. Theseus richtte voor haar een tempel op ter gelegenheid van zijn huwelijk met Helena.
De sterfelijke Trojaanse held Anchises is de vader van Aeneas. Toen Aphrodite het leven van haar zoon vanuit het strijdgeweld in Troje trachtte te redden, werd zij door de sterfelijke held verwond aan haar hand, en het onsterfelijke godenbloed, de ichor, stroomde over haar lichaam. Ze vluchtte naar haar moeder Dione op de steile Olympus, die haar liefkozend troostte en vertelde dat alle goden te lijden hadden onder het geweld der mensen. Maar, sprak Dione, wie het tegen de goden opneemt, heeft niet lang meer te leven. Aphrodite werd vanwege haar kleinzerigheid uitgelachen door de andere goden, en Zeus raadde haar af zich nog verder met het oorlogsgeweld te bemoeien.
Haar minnaar Adonis is een stervende en herrijzende jaargod. De naam Adonis komt van het Fenicische Adon, dat 'heer' betekent. Net als de Fenicische Adon is Adonis de geliefde van de godin. Adonis' moeder was Smyrna of Myrhhe: zij werd zwanger van haar vader, door Aphrodite in een mirreboom veranderd en in tweeën gespleten, waarop ze Adonis baarde. Aphrodite gaf het kind in een kistje aan de onderwereldkoningin Persephone, die er liefde voor opvatte en hem niet weer wilde afstaan. Door de muze Kalliope werd geoordeeld dat beide godinnen evenveel recht op de jongeling hadden, en hij mocht een deel van het jaar in de onderwereld bij Persephone blijven, en de rest van het jaar bovengronds bij Aphrodite. Ares werd echter jaloers, en vermomd als zwijn doodde hij Adonis. Uit zijn bloed ontsprongen anemonen, en Adonis daalde af naar de Tartaros. Toen hij stierf, sprong de rouwende godin in haar smart van de Leucadische rots. Voor de gestorven Adonis werd ritueel geweeklaagd en er werden klaagzangen gezongen.
 Fluitspelende nimf. Zij is afgebeeld op dezelfde troon waarop ook een afbeelding staat van de zogenaamde 'geboorte van Aphrodite'. Kinderen van Aphrodite en Adonis zijn een zoon Golgos: stichter van Golgi op Cyprus, en een dochter Beroë: stichtster van Beroia in Thrakië. Ze gaf ook haar naam aan Beiroet in Libanon. Ook Priapos, de tuinman met de enorme fallus die de tuin besproeit, wordt wel genoemd als kind van Adonis. De godin komt al voor in de vroegste epi, maar haar naam ontbreekt in de Myceense literatuur bekend van het tablet met het lineair B-schrift.
De cyclische rite met Adonis komt overeen met die van de Kanaänitische of Fenicische Astarte en Adon Tammoetz ('Heer Tammoetz') of Baäl ('Heer') en de Akkadische Ishtar en haar minnaar Tammoetz. De bekendste cultusplaats was te vinden op Cyprus. Aan haar verering op dit eiland dankt ze de bijnaam Cypris ('koper', naar het metaal dat hier werd gedolven). Haar Egyptische tegenhangster Hathor was ook de beschermgodin van een belangrijke mijn in de Sinai-woestijn.
Haar belangrijkste tempel was te vinden bij de stad Paphos. De zeevarende Feniciërs brachten de cultus van Astarte naar Cyprus, waar deze godin als Aphrodite de beschermvrouwe van het eiland werd. De tempel die aan haar was gewijd dateerde uit de -9e eeuw. Uit de administratie van de tempel blijkt dat daar priesters, zangers, bakkers, kappers en heilige prostituees van beide geslachten in dienst waren. De mythe over Atalanta en Hippomenes herinnert aan de betekenis van de godin voor de tempelprostitutie.
Als Aphrodite Pandemos ('Van het volk', 'gewoon') zou Aphrodite betekenis hebben gehad voor de lichamelijke liefde. Hiertegenover werd Aphrodite Urania gesteld, die een hogere, spirituele liefde vertegenwoordigde. Urania was echter geen naam die speciaal betrekking had op spirituele liefde. Het was een naam voor Aphrodite als de planeet Venus, waarmee ze van oudsher de heilige seksualiteit en de vruchtbaarheid vertegenwoordigde. In deze betekenis is ze terug te voeren tot op de Babylonische Ishtar. Urania was ook een naam voor een de Muzen, die bij de Grieken voorkwamen als een geabstraheerde inspiratie, maar een belangrijk aspect van deze inspiratie was in feite de vrouwelijke seksuele energie.
Er werden planten en dieren geofferd. Ook mensenoffers hebben plaatsgevonden; deze werden later vervangen door dierenoffers. Aphrodite werd hier ook aangeduid met de naam Mari. De Egyptenaren noemden het eiland Ay-Mari. Mari is ook een andere naam voor Myrrhe (mirre), de moeder van Adonis; Aphrodite werd hier dus geïdentificeerd met de moeder van Adonis. Mirre werd gebrand als aphrodisiacum tijdens de rituelen voor de Adonis. Met de komst van het Christendom werd de tempel hier gewijd aan de maagd Maria; de maagd bleef hier de naam Panaghia Aphroditessa dragen. Mirre wordt dan als geschenk aangeboden bij de geboorte van Jezus. Ook bij zijn dood kreeg hij mirre. Dit was een symbool voor de dood en wedergeboorte van een god, en het was in het vroege christendom nog steeds verbonden met zijn moeder.
In Klein-Azië, bij de stad Aphrodisia, stond een tempel voor Aphrodite, die eerder was gewijd aan Ishtar. Tot in de twaalfde eeuw fungeerde de godin hier als beschermgodin van de kunsten en letteren, ambachten en cultuur. Haar relatie met deze uitingen van beschaving blijken ook uit de taken die haar priesteressen, de muzen en de horen, hadden. Zij bewaakten de kennis van de astronomie, kalenderwetenschappen, geschiedschrijving, het schrift en andere wetenschappen, en waren verantwoordelijk voor het handhaven van de wetten of natuurwetten.
Ook komen haar rituelen overeen met die voor de Phrygische Cybele.
Aphrodite droeg een magische gordel, de cestus, waardoor iedereen verliefd op haar werd. De Hellenen verboden de seksorgiën van de Grote Godin van de Middellandse Zee. Haar priesteressen in Paphos baadden iedere lente in de zee, waarna zij gereinigd werden herboren.
Het jaarlijkse feest dat voor Aphrodite in Argos werd gehouden, heette hysteria, 'baarmoeder'. Van het feest maakte een orgiastisch ritueel deel uit, en een symbolische bevruchting.
De cultus voor Aphrodite bij het heiligdom op Sicilië op de berg Eryx was misschien de eerste waarbij Aphrodite door de Romeinen werd vereenzelvigd met Venus. Op last van de Sibylla werd de godin in Rome geïntroduceerd. Er werd een tempel op het Capitool gebouwd naar aanleiding van de Romeinse nederlaag tijdens de Tweede Punische oorlog. De cultus op Sicilië was al een voortzetting van de oudere verering van de Fenicische godin Astarte. Bij Eryx werd de hogepriesteres van Aphrodite Melissa ('Bij') genoemd. Een attribuut was hier een gouden honingraat. Bijen waren al tijdens het neolithicum een symbool van wedergeboorte. Melissa maakte het de zielen mogelijk opnieuw te worden geboren. Ook in Ephese was de bij een van Artemis' dieren; bijen zijn hier afgebeeld in haar kleding. Haar priesters waren castraten, essenes (darren) geheten. De Ephesische Artemis werd ook vereenzelvigd met Rhea op Kreta; het gezoem van bijen speelde hier in de mythologie een rol om de geboorte van het kind Zeus te verhullen. Misschien is er een relatie met de bijbelse priesteres Deborah, wiens naam eveneens 'bij' betekent. Bijen hadden dezelfde betekenis als vlinders, die ook de zielen van de overledenen in zich opnamen, tot ze ergens anders een verblijf vonden. De manier waarop deze in het neolithicum werd uitgebeeld doet denken aan de latere labrys, de dubbele bijl die overal in Klein-Azië en op Kreta een symbool was van de godin.
Robert Graves vermeldt dat in Syrië, Klein-Azië en Griekenland het heilige jaar van de godin werd verdeeld in drie delen: leeuw, geit en slang. De geit, het midden, werd verbonden met Aphrodite, de slang met Persephone, die de dood en het einde van het jaar vertegenwoordigde, de leeuw met de geboorte door Smyrna: de mirreboom stond bekend als afrodisiacum. Griekenland kende twee seizoenen, die werden gescheiden door de equinoxen (oosterse traditie) of de solstitia (Athene, Thebe). De drie dieren staan in verband met de sterrenbeelden die in de desbetreffende seizoenen aan de hemel staan.
De Germaanse Freija is verwant met Aphrodite.© nissaba.nl Deze pagina is 13911 keer bekeken
|
| KenmerkenEtymologie: Uit schuim geboren; Astarte, Hathor Titels: Urania, Pandemos, Xeinia, Nymphia, Melaina, Skotia, Paenia, Hygeia, Moira, Cypris Verwant: Moira, Muzen, Astarte, Hathor, Freija, Harmonia, Dione
Functies: huwelijk, liefde, prostitutie, sexualiteit Lexicon: Leucadische rots, aphrodisiacum, essenes hemellichamen: Venus Attributen: dolfijn, duif, gans, gordel, granaatappel goden: Adonis, Aeneas, Ares, Hephaistos, Hermaphroditus, Priapos, Uranos Mythische plaatsen: Olympus
Landen/volken: Grieken Streek/gebied:
Oude pagina's
Kijk hier voor uitgebreide zoekmogelijkheden.
lexicon
kalenderdagen
mythische plaatsen
hemellichamen
attributen
functies
goden
archeologische lokaties, tempels etc.
landen
steden
|
Beer (Demeter) Hoi Els mag i k wee
Els (Bellona) Hallo Lou, er zijn n
lou (Bellona) goed uitgelegd :duim
Els (Diana) PS, de achterzijde v
Els (Diana) Hallo Gretha, bedank
Gretha/Beer (Diana) "Haar belangrijkste
Els (Diana) Hee Gretha, zeker ma
Gretha (Diana) Hoi Els Mag ik weer
Marleen (Artemis) Dit heeft mij erg ge