BESCHRIJVINGEN

Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.

LEXICON G t/m O

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z


Genezingen. Wonderbaarlijke genezingen werden niet alleen door Jezus verricht, maar waren aan de orde van de dag. Asclepius: genas door handoplegging doven, blinden, lammen, gekken.


Goede Herder. Een benaming waarmee in vele culturen werd verwezen naar een verlossergod. De Soemerische Dumuzi, de Prygische Attis en de Griekse Hermes werden zo genoemd. De Christenen gaven deze naam aan Jezus. De godheid werd gewoonlijk uitgebeeld als een man die een schaap over zijn schouders draagt.


Godendrank. In verschillende mythen is sprake van een godendrank. Op de Olympus dronken de goden nectar, geschonken door de schenkstergodin Hebe. Met de spijs ambrozijn bezorgde deze drank onsterfelijkheid en eeuwige jeugd. Nectar is een honingdrank; honing was niet alleen geliefd vanwege de zoete smaak, maar ook als gistingsmiddel om alcohol te maken, vanwege het hoge suikergehalte.
De hindoes kennen soma, vooral gedronken door de vegetatie- en vruchtbaarheidsgod Indra. Soma was melkachtig sap van een klimplant, en was symbool van kiemkracht, vruchtbaarheid en gezondheid. Soma is misschien hetzelfde als amrita('onsterfelijk'), de drank die voortkwam uit het karnen van de zee van melk, en die werd begeerd door goden en demonen.
De Iraniërs kenden haoma, waaraan een wonderbaarlijke geneeskracht werd toegeschreven.
Freya bood de Einheriar in het Walhalla een mededrank aan.
Tijdens de Mysterieën in Eleusis werd kukeyon gedronken.


Griffioen. Versmelting van leeuw en valk. Beide dieren waren in Egypte een symbool van de zon. In Egypte werd daarom de koning uitgebeeld als griffioen. In de Romeinse tijd verschenen Horus en Ra in de gedaante van een griffioen.


Grot. Grotten waren de baarmoerdersymbolen van Moeder Aarde. In de vroegste tijd werden religieuze rituelen uitgevoerd in grotten. De paleolithische grotschilderingen zijn overblijfselen van deze tijd. Later werden de grotten gecultiveerd in de grote grafheuvels van de nieuwe steentijd; ook deze zijn op te vatten als baarmoeder, waar de doden een rustplaats vonden, maar die tegelijk betekenis hadden voor het ontstaan van het nieuwe leven. De relatie is zichtbaar in het Sanskriet voor heiligdom, garbha-grha, dat tevens 'baarmoeder' betekende. De oeroude symboliek leeft in geabstraheerde vorm voort in de architectuur van kerken.
De tekens van spiralen, ruiten etc. op de ingang van de grot zijn symbolen van de Keltische moedergodin Danaan.Een van de functies van grotten en tempels was de functie van bordeel. Mensen kwamen erheen om seks te bedrijven met een heilige prostituee. Misschien speelde de tempel ook een rol als kraamplaats.

Naar de rol van de grot in de godsdienst wordt in vele mythische verhalen verwezen. Godinnen als Amaterasu en Demeter trokken zich bijvoorbeeld tijdelijk terug in een grot, waarop al het leven op aarde verdorde, tot zij weer terugkeerden. Het grote mysterie van Demeter vond tot in de Griekse tijd plaats in een grot. De Kretenzische Rhea woonde in een grot in de berg Dicte; al het leven kwam voort uit deze grot.
Ook de Azteekse Coatlicue verborg zich in een grot, op de vlucht voor haar moordzuchtige kinderen. De Baskische Mari en de Germaanse Holda of Hel verblijven in de onderwereld, van waaruit zij de natuurlijke cycli reguleren. Met de onderwereld wordt contact onderhouden via openingen en bronnen. Het water had waarschijnlijk symbolische betekenis als het levenschenkende menstruatiebloed van Moeder Aarde. In de grot van Holda druppelde water, waarin vrouwen zich moesten baden om hun jeugd te bewaren of om een kind te krijgen. De zegewagen van de Germaanse aardgodin Ertha stond in een grot, tot hij aan het einde van het seizoen als reinigingsceremonie in een meer tot zinken werd gebracht. De Griekse Maia sliep in een grot, en ook de Noorse Nornen en de Griekse Gorgonen woonden in een grot.
Orakels waren oorspronkelijk verbonden aan grotten. De profetische sibyllen woonden in een grot, die via een labyrint werd betreden. Een mogelijke betekenis van hun naam is, net als die van Cybele, 'zij die woont in een grot'. Ook het orakel van Delphi bevond zich in een grot, voor er een tempel werd gebouwd. 'Delphi' komt van delphine, wat Grieks is voor baarmoeder.
De aard- en akkerbouwgodin Pachamama uit de Andes woonde eveneens in onderaardse grotten. Haar vagina vormde de ingang. Deze verbinding met de onderwereld had zowel betekenis voor het leven als voor de dood.


Haar. Loshangend haar: in Egypte alleen getolereerd als teken van rouw. Bij danseressen etc. erotisch uitdrukkingsmiddel. Haar van Berenice.


Halleluja. Volgens Herodotus stamt deze kreet uit Afrika. Vrouwen riepen het hier bij het offeren.


Hemelvaart. Diverse goden werden na hun dood in de hemel opgenomen: Osiris, Romulus, Heracles etc.


Hercules. In Fenicië, in Tyros, heette hij Melqart. Hij is te vergelijken met Baäl. Heracles stierf met de woorden ‘Het is volbracht’. Zijn leven was een lijdensweg, en hij wandelde op het water. In de Griekse mythologie moest hij 12 werken verrichten. Bij zijn dood waren zijn moeder en lievelingsleerling (Hyllos), ook wel zoon, aanwezig. Bijnaam soter (heiland). Na zijn dood volgeden de opstanding en wonderbaarlijke hemelvaart.


Hermen. Fallische wegwijzerpaaltjes, geplaatst langs wegkanten en bij kruispunten. De paaltjes waren genoemd naar Hermes, die zowel geleider van de dode zielen was, als beschermgod van dieven en handelsreizigers. In Rome werden dergelijk plaatjes petra genoemd, naar Jupiter (of Petrus, wat 'rots' betekent). In Japan werden ook dergelijke paaltjes geplaatst, ter ere van de god Chimata-no-kami, de god van kruisingen, wegen en voetpaden.
Kruisingen werden vaak gezien als de grens tussen leven en dood. Deze betekenis speelde ook een rol in de verering van de Griekse Hekate en de Azteekse Tlazolteotl.


Hesiodus. Griekse schrijver van de Theogonie, een bron van mythen waaruit veel wordt geciteerd.


Hiernamaals. In Egypte: in het dodenrijk werden de zielen van zondaars en goede menssen gescheiden. Wie goed leefde, kwam in een soort paradijs, waar overigens wel moest worden gewerkt.
Navajo’s, Noord-Amerika: de ziel maakte een lange reis voor hij op de plaats van bestemming aankwam. Als ze bij een poel heeft gedronken krimpt ze ineen en steekt over naar het land van de geesten, waar ze van onstoffelijk voedsel leeft.
Maya’s: Ah Puch is god van de dood. Hij heerste over de onderste onderwereld, de negende. Hier werd volop gefolterd. Ook de Azteken kenden negen onderwerelden.


Hiërodule. 'Heilige prostituee'. Tempelpriesteressen die een rol vervulden bij seksuele rituelen. Het woord 'heilig' staat in verband met de praktijk van de seksualiteit. Semitische godinnen wier priesters en priesteressen deze functie vervulden werden Qadisja of Qedosj genoemd, wat heilige betekent. Qadisja was ook een epitheton van godinnen als Asjera of Astarte.
In de tempels van de hindoes heetten deze heilige vrouwen devadasis. Zij komen overeen met de Griekse Gratiën of Charites, of met de horen, nimfen of priesteressen in dienst van de Griekse Aphrodite. Dankzij de seksuele ervaring vond men verlichting. Deze gedachte komt bijvoorbeeld naar voren in de tantra. De naam van de heilige hoer in de tantra was Veshya. Hesiodus beweert dat de kracht van de hore het gedrag van mannen 'verzacht'.
Hoeren werden beschouwd als wijze vrouwen. Ze stonden bekend om hun kennis, en konden mensen genezen. Ook bezaten ze de gave van de voorspelling, en ze waren vaak profetes. Het Hebreeuwse woord zonah kan worden vertaald als hoer en als profetes. Ook mannelijke tempelprostitués kwamen voor. Dit blijkt uit ondermeer administratieve gegevens van een tempel op Cyprus, gewijd aan Aphrodite. Ook in de bijbel is sprake van deze 'gewijde' personen. In Deuteronomium 23:17 en 2 Koningen 23:7 wordt bijvoorbeeld melding gemaakt van aan 'ontucht' gewijde mannen. Het verhaal van Tamar en Juda (Genesis 38) beschrijft iets over het gebruik van de gewijde vrouwen.
Heilige prostitutie kwam voor in tempels voor bijvoorbeeld de Soemerische Inanna, de Babylonische Isjtar en de West-Semitische Astarte en Asjera. Herodotus noemt een gebruik in Babylonië waarbij meisjes verplicht zijn zichzelf eenmaal in hun leven in een tempel te prostitueren.
Een belangrijk gebruik was de hiëros gamos, het heilige huwelijk tussen de priesteres en de koning, dat in en jaarlijks ritueel werd opgevoerd om de vruchtbaarheid van het land, de aarde en de mensen te bevorderen. Door dit huwelijk verkreeg de koning het recht te regeren.


Hilaria. Feest in Rome ter ere van de hemelvaart van Attis. Vreugdefeest.


Hubal. Arabische godheid, vereerd in de ka'aba voor de komst van de islam. Zijn beeld was gemaakt van rode saffier of agaat. Hubal werd volgens de overlering door Amr b. Luhai naar Mekka geïmporteerd vanuit Syrië of Moab. Dit is een van de redenen waarom hij wel wordt gelijkgesteld aan de Semitische Ba-al. De bijbel vermeld een Baäl Chemosj die in Moab werd vereerd, naast de Astarte. De geschiedenis over de Moabitische Ruth vertoont vele overeenkomsten met die van korengodinnen als Demeter. Hierdoor valt ook een relatie te leggen met de verering van de pre-islamitische goden in Mekka en de Semitische en Griekse godsdienst rond de Middellandse zee. Maar Ba-al op zich is geen god: het is een aanspreektitel voor een god die 'heer' betekent. Uit de rest van de mythen is echter af te leiden dat een godheid als Baal Tammoetz of Adon Tammoetz in Mekka is vereerd. Hubal en een andere god, Dushara, vervulden zo'n rol.
Zijn begeleidende attributen waren pijlen. Een hand van het beeld in menselijke vorm miste, dus deze werd vervangen door een kostbare gouden hand. Maar Hubal werd net als de godinnen als Al-Lat en al-Oeza en andere goden ook in de vorm van een steen vereerd.
Zijn beeld was geplaatst bij de heilige bron van de ka'aba. Ook is sprake van een beeld van Hubal op het dak van de ka'aba.
Er is verwantschap tussen Hubal en de Vedische Ba-Hubali, een naam voor de Indiase aapgod Hanuman, de tempelwachter. Deze wordt eveneens in rood of rode steen uitgebeeld, en is ook vaak geplaatst op het dak van heiligdommen, waar hij evenals Hubal de vlag van de godsdienst draagt. Hanuman was de dienaar en lijfwacht van de oorlogsgod Rama.


Jaargod. Er zijn vele goden die jaarlijks sterven en weer herrijzen. Vaak sterven zij als offer voor de mens; hun dood waarborgt het leven voor de anderen. Zij hebben vaak de functie van koning, of ze sterven in plaats van de koning.
Hun dood en herrijzenis staat vaak in verband met de cyclus der seizoenen en het sterven en verrijzen van de natuur en het graan. De gedachte dat de dood nodig is om het nieuwe leven mogelijk te maken komt voort uit het het idee dat de landbouwgewassen voortkomen uit het geoogste en gezaaide graan: het moet eerst onder de grond worden gestopt voor het in de lente opnieuw tevoorschijn komt.
De data van de feesten lijken vanuit ons klimaat gezien soms vreemd gekozen: een geboorte midden in de winter en sterven in de lente ligt niet voor de hand. Dit heeft echter te maken met de verschillen tussen de seizoenen in andere klimaten. De zomer betekent in het zuiden en zuidoosten vaak langdurige droogte, en is dus een moeilijke periode. In het najaar begint de regentijd en komt alles weer tot leven. De geboorte, die vaak plaats vindt rond de winterequinox, heeft te maken met het lengen van de dagen, dat het nieuwe jaar aankondigt.
Voorbeelden van goden die sterven en herrijzen zijn: Attis, Adonis, Jezus, Melqart, Kore, Hercules,


Jani.Litouwse god, personificatie van zomerstoltium. Zijn feest werd op 23 juni gevierd. De voorbereidingen werden al enige dagen eerder getroffen: landbouw- en tuinierswerk werd afgemaakt, huizen werden schoongemaakt. Voor het feest werden kaas en bier gemaakt, vruchten van de oogst en de veeteelt. De dag voor Jani was kruidendag: mensen, huizen etc werden versierd met kruiden en bloemen, die gezondheid, geluk en vruchtbaarheid brachten. Feest: zingen, dansen, springen over een vreugdevuur dat op een heuvel een hele nacht brandend werd gehouden.


Janus. Romeinse god met twee gezichten, die voorwaarts en achterwaarts kijken. Zijn naam is afgeleid van sanskriet Jana-h, wat iets betekent als eeuwige beweging. Voor de tweehoofdige god als Janus bekend werd, was het een androgyne godheid, waarvan de vrouwelijke helft Jana heette. De naam is verwant met de Litouwse god Jani, de personificatie van het zomerstolstitium. Hij was oorspronkelijk een van de Numen, de Romeinse beschermgeesten van de familie en staat. Hij was een personificatie van de deur, die zowel opent naar het verleden als naar de toekomst. Hij was vaak afgebeeld boven deurposten. De maand januari is naar hem genoemd, de eerste maand van het jaar, waarbij zijn blik zowel achterwaarts als voorwaarts was gericht. Dit komt overeen met de godinnen Postvorta en Antevorta, die met midzomer voorwaarts en achterwaarts blikten.


Jupiter. Symbool; adelaar. Attribuut; bliksem. Tijdens Processie waarbij hij rondreed op zijn wagen, getrokken door 4 paarden, droeg hij een kroon van eikenbladeren, en zijn gezicht was rood geverfd.


Ka'aba. Heiligdom in Mekka dat tegenwoordig de gebedsrichting van de moslims bepaalt, en waarnaar iedere moslim minstens eenmaal in zijn of haar leven een pelgrimstocht naar moet maken. Oorspronkelijk was dit een heiligdom uit de polytheïstische Arabische godsdienst. Centraal in de verering staat een ingemetselde zwarte steen, de Hajar al-Aswad, die was gewijd aan de 'Oude Vrouw'; hier werd de godin aanvankelijk door priesteressen werd geëerd. Later namen mannen in vrouwenkleren gehuld hun taak over. In de ka'aba is volgens de overlevering Hajar begraven.
De steen werd voor de islamisering vereerd als een vagina of fallus. De godin die in de ka'aba werd aanbeden was dezelfde als de godin Cybele, wier naam evenals het woord kaba met 'kubus' in verband wordt gebracht. Het heiligdom had de vorm van een kubus. De godin werd vereerd door gecastreerde, voor vrouw doorgaande priesters, de galloi. De seksualiteit die vroeger een rol speelde in de tempel komt nog naar voren in mythen als die van Atalanta, die na haar seksuele vereniging met Melanion in Cybeles tempel door de godin in een leeuw werd veranderd. Dezelfde betekenis bestaat nog altijd in het Hindoeïsme, waar overal de yoni-lingams worden vereerd, stenen die de vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen symboliseren.
Eenzelfde cultus bestond in de tempel van Jeruzalem; ook hier werd de cultus rond de godin als steen geleid door als vrouw geklede priesters. Onderzoek toonde aan dat tempel in Jeruzalem dezelfde vorm en functie had als de tempel die de ka'aba bevat. Het woord kaba komt van het Sanskriet Gabha, 'heilig'. De ruimte is identiek aan het 'Sanctus Sanctorum' of 'Heilige der Heiligen' van de joodse tempel of de Katholieke kerk.
In Jeruzalem werden in het Heilige der Heiligen de Ark des Verbonds bewaard. Deze zou twee platte stenen bevatten, die de god en godin symboliseerden.
Volgens een andere islamitische legende waren Adam en Eva in de steen van de ka'aba verenigd. De steen was gesneden uit een enorme robijn en bevatte een witte steen in het hart. De kleuren rood en wit vertegenwoordigden respectievelijk het vrouwelijk en mannelijk principe. Later werd de steen door de zonden in de wereld helemaal zwart: de derde heilige kleur. De steen had oorspronkelijk waarschijnlijk dezelfde functie als de Hindoeïstische yoni-lingam, de vereniging van het vrouwelijke en mannelijke geslachtsorgaan.
Volgens sommigen was de steen een meteoriet.


Kleur.Kleursymboliek in Egypte: in de kunst: mannen bruin, vrouwen gelig, oude mannen oranje.
wit. Heiligheid, vreugde. Kosmische volheid van macht en zuiver goddelijk licht.
zwart. Onderwereld. Wijsheid. Duisternis van de nieuwe maan. Anoebis: zwarte huid. Min: zwart, nl. teken van wedergeboorte.
rood. Levensbevestigend, bloed, razernij. Seth: rode haren en ogen: gevaar overgebracht op de kleur rood. Aan Seth werden rode runderen geofferd, en vroeger ook mensen met een rode huidskleur.
groen. Het goede, vegetatie en ontkiemende nieuw leven. Osiris: ‘grote groene’.
blauw. Verwijst naar het goddelijke aspect van een wezen. Blauw van de hemel. Amon was blauw, als teken van de oneindige kosmos. Maria wordt afgebeeld met een blauwe mantel.
Rood-wit. Combinatie die volmaaktheid symboliseert. Dubbele kroon: wit van Opper-Egypte (eigenlijk van groen riet), rood van Beneden-Egypte: teken van vereniging en vervolmaking.


Korengod. De korengod vertegenwoordigde het zaad dat in het ene seizoen in de grond wordt gestopt, dus sterft, en in het volgende seizoen weer tot leven komt. Overal worden goden met deze cyclus vereenzelvigd. Kore en Osiris zijn voorbeelden van de opstanding van de graangod.


Korenmaagd. Of: korenmoeder, korengeest, maismoeder, rijstmoeder etc. Het koren of de groei- of voedende kracht van het graan wordt voorgesteld als korengeest, die korenmaagd of iets dergelijks wordt genoemd. Joegoslavische korenpop Het geloof aan een dergelijke geest komt overal ter wereld voor waar de graanverbouw plaatsvindt. In Europa zijn korenmoeders, gerstemoeders, roggemoeders etc. bekend. Aziatische landen waar rijst het hoofdvoedsel is kennen een rijstmoeder. In Zuid-Amerika, waar de maisverbouw in hoge mate is gecultiveerd, komen maisgoden- en godinnen voor. De korenmaagden worden in menselijke gedaante voorgesteld als een korenpop, die een rol speelt in de rituelen en feesten.
Het maismeisje heeft dezelfde functie als de korenmaagd of korenpop in Europa en Azië. Het is de personificatie van de jonge, nog niet rijpe mais of koren, of van het zaaigoed. De rijpe mais of het koren dat wordt geoogst, wordt gepersonifieerd door een oude vrouw, de korenmoeder.
Tegenwoordig wordt de mais of het graan voorgesteld door poppen, die worden gemaakt van het koren of het graan, die de mais- of korengodin vertegenwoordigt.
Die pop wordt rondgereden of gedragen door het veld, in een wagen of in een mand. Hierdoor wordt het land vruchtbaar. Een bekende korenpop stelt de Britse of Keltische godin Brigid voor. Er zijn ook voorbeelden van andere gewassen zoals de roggevrouw of roggemaagd in de Baltische landen. katsinapopje van de pueblo-indianen In Noord-Amerika, door o.a. de Hopi's, worden nog altijd de populaire katschina's gemaakt, die de geest van het koren vertegenwoordigen. Ook op de Balkan worden nog altijd korenpopjes gemaakt, die als gelukspop fungeren voor de oogst van het komende jaar.
Vroeger werd de godin van het oude en jonge graan vertegenwoordigd door een persoon, die werd geofferd. Afhankelijk van de cultuur was dit een vrouw of een man. Een overblijfsel van dit ritueel is de vogelverschrikker, een stropop op ware lichaamsgrootte die rond een vaak kruisvormige houten paal is opgehangen en boven het veld uittoornt, om toe te zien op een vruchtbare oogst.
De bekendste Griekse korengodinnen zijn Demeter en Kore. Tijdens het huwelijk van Harmonia en Kadmos copuleerde Demeter in een versie van het heilige huwelijk met Iasos in het veld, en baarde vervolgens Ploutos, 'overvloed', de personificatie van de rijke oogst, die het resultaat was van de magische werking van het huwelijk. Iasos werd in het veld door Zeus' bliksem getroffen en stierf. In Egypte was Osiris een hele belangrijke korengod, maar ook Jezus werd wel vereerd als korengod.

Van de offers in Noord- en Zuid-Amerika zijn vele beschrijvingen, omdat de vroege Spaanse kolonisten en priesters uit de vijftiende en zestiende eeuw hier verslagen hebben opgetekend.
Een voorbeeld van een maismeisje was het meisje dat de Azteekse maisgodin Chicomecohuatl vertegenwoordigde, in Mexico. Omdat zij de onrijpe mais vertegenwoordigde, werd zij geselecteerd uit de mooiste jonge meisjes, van ca. 12 jaar. Voor zij werd geofferd, werd er zeven dagen gevast. Het kind werd opgetooid met een mijter en een veer op het hoofd, en kreeg feestkleren aan. Ze moest dansen om de mensen wat op te monteren.
De rituelen voor haar duren een paar dagen. Er werden processies gehouden met dans en muziekinstrumenten, en er werd wierook gebrand. Ook hierbij werd een reliek rondgedragen, maar niet de godin of haar beeld zelf. De mensen brachten haar bloedoffers.
Dezelfde rituelen liggen ten grondslag aan zowel het christendom als aan verhalen uit het Oude Testament.
Ten slotte werd het hoofd van het meisje afgesneden, en haar bloed werd over de gewassen gesprenkeld, en over een houten beeld van de godin. Dan werd ze gevild en trok een priester haar huid en kleren aan, en kreeg haar attributen. Hij danste dan vooruit voor een processie, op trommelmuziek, in een extatisch ritueel.
Soortgelijke rituelen werden ook uitgevoerd in Noord-Amerika. Waarschijnlijk namen zij deze over van Midden-Amerika, tegelijk met de kennis over het verbouwen van mais. Rijstpop, personificatie van Dewi Sri, die een offer heeft ontvangen. In Indonesië werd bijvoorbeeld door de Dajaks het bloed van geofferde dieren over de aanplant van jonge, elders opgekweekte rijst, gesprenkeld, om de groeikracht te vergroten.
De rijstmoeder in Indonesië werd voortdurend in een goede stemming gehouden. Zij is bijvoorbeeld gesteld op het piepende geluid van het molentje dat de sawa bevloeit, dus de boer zorgt dat dit een gunstige positie inneemt. De rijstmoeder bevindt zich vooral in enkele voorspoedig groeiende aren, die bij het oogsten bijzondere aandacht krijgen, omdat zij worden verondersteld de ziel van het gehele rijstveld te bevatten. Op Midden- en Oost-Java spreekt men van het rijstbruidspaar. Hier speelt bij de oogst het huwelijk van de rijst een rol. De rijstverbouw staat onder bescherming van de rijstgodin Dewi Sri.


Kraai. De kraai wordt in verband gebracht met verschillende goden of godinnen. De kraai was een orakelvogel, en werd ook wel beschouwd als boodschapper van de andere wereld. Hij stond in verband met de dood. De kraai is meestal gelijk te stellen aan de raaf, roek of kauw en andere vogels van deze zelfde familie.
De kraai was ooit als symbool van wijsheid de heilige vogel van de godin Athene, voor haar plaats werd ingenomen door de uil. De Deense godin Krake was een kraai, die de vorm van een vrouw aannam om moeder te kunnen worden van Sigurd. Goden die vaak worden afgebeeld begeleid door een kraai zijn Apollo, de genezende jaargod Asklepios, de Romeinse zaaigod Saturnus en de Britse god Bran. Asclepius' moeder heette Coronis; zij kan in verband worden gebracht met Athene, in het bijzonder met Athene Hygieia, en Rhea. Kronos' naam kan waarschijnlijk in verband worden gebracht met het Griekse Korone en Latijnse cornix. Kronos was de echtgenoot van Rhea. De Romeinen noemden hem Saturnus; deze zaaigod werd zelf begeleid door een kraai. Verschillende nimfen droegen de naam Koronis, zoals bijvoorbeeld een van de Hyaden.
De kraai van Asklepios was zijn getranformeerde, maagdelijke moeder. De Keltische held Cu Chulain werd bezocht door de godin Badb in de vorm van een kraai, Badb Catha, en deelde hem zijn lot mee. De kraai begeleidde de ziel van de dode nadat hij was geofferd.
De kraai hoort ook bij het typische beeld van de vogelverschrikker, in het Engels scarecrow. Deze gestaltes die zich verheffen boven het zaailand waren nooit bedoeld om de vogels te verjagen, maar zijn overblijfselen van het gebruik om iemand te offeren en aan een kruisvormig stuk hout op het land op te hangen, om de oogst te beschermen. Op het rottende lijk kwamen kraaien af; dit beeld is te vergelijken met het middeleeuwse 'galgenveld', waar zich eveneens kraaien ophielden.
De gekruisigde stropop boven het korenveld is een overblijfsel van de tijd dat de geofferde lijken aan roofvogels werden overgelaten, die de botten kaalvraten alvorens deze werden begraven. De vogels werden beschouwd als vertegenwoordigers van de hemel; zij namen de dode zielen mee naar boven, letterlijk door ze op te eten. Dit is de achtergrond van de psychopompos, de geleider van de zielen naar de hemel. Dit waren gevleugelde, antropomorfe boodschappers van de hemel, zoals Iris, Hermes en Isis. Ook sommige engelen vallen hieronder; het woord engel betekent eveneens 'boodschapper'.
De Noorse Valkyries droegen soms ravenveren. Bij de Kelten was de raaf gewijd aan de Morrigan en aan de vogelgodin Rhiannon. De raaf was een voorbode van de dood.
Bij de Eskimo's, Amerikaanse Indianen en in Siberië was de raaf gehuwd met de Grote Moeder en verschafte de mens magische wijsheid.


Gouden dubbelbladige bijlen, gevonden in een grot bij Arkalochori op Kreta, uit ca. -1500Labrys. De labrys is de dubbelbladige bijl, vooral bekend als attribuut van de Amazones en als cultusvoorwerp op Kreta gedurende de Minoïsche en Myceense tijd. Ook Hittitische goden en godinnen werden met dit attribuut afgebeeld. Over de oorsprong en symbolische betekenis ervan wordt veel gespeculeerd, maar deze zijn voor een groot deel in mythische nevelen gehuld. De labrys werd vaak een wapen genoemd, maar heeft op afbeeldingen vaker betekenis als scepter.
In de Griekse mythologie wordt de labrys vaak als wapen genoemd, met name als beruchte strijdwapen van de Amazones. Hittitische stormgod met de dubbele bijlVolgens deze mythen werd de labrys door Theseus buitgemaakt, en sindsdien was het een attribuut van Zeus. Bij hem heeft het echter vooral betekenis als symbool voor de bliksem, wat wijst op zijn verwantschap met de Aziatische weer- en stormgoden. Ook de Hittitische stormgod werd met de dubbelbladige bijl afgebeeld, hoewel hij ook wel een enkelbladige bijl draagt. Deze kan fungeren als scepter of koningsscepter, maar symboliseert ook de bliksem. Het attribuut komt overeen met de hamer van de Germaanse Thor. Hieruit valt af te leiden dat Zeus kant en klaar met zijn bijl of hamer in de Griekse mythologie terecht is gekomen, en dat dit attribuut niet later is toegevoegd.
De vele dubbelbladige bijlen die op Kreta zijn gevonden, hadden voornamelijk cultische betekenis. Nergens blijkt uit dat ze als wapen zijn gebruikt. In een grot bij Arkalochori, uit ca. -1500, is een groot aantal gouden bijlen gevonden, een materiaal dat vanwege de kostbaarheid niet erg geschikt is om als wapen te gebruiken. Ook in Knossos zijn deze bijlen gevonden, reden waarom wel wordt gesuggereerd dat het woord 'labyrint' waarin de Minotauros huisde van 'labrys' is afgeleid. Labyrint wordt volgens deze uitleg vertaald als 'huis van de dubbele bijl'.
Op diverse afbeeldingen lijkt de labrys een onderdeel te zijn van de vruchtbaarheidssymboliek, die door diverse natuurlijke en abstracte voorwerpen werd gesymboliseerd.
Er is overeenkomst met symbolen zoals de ankh en het kruis.
Overeenkomsten in de vorm van de labrys en vlinders, die op Kreta religieuze betekenis hadden. Links een vrouw die in haar opgeheven handen een labrys vasthoudt. Later wordt dit attribuut in Klytaemnestra's handen een moordwapen.Ca. -1500 komt de labrys veel voor tussen allerlei natuurlijke figuratie, zoals bloemen, vruchten en bomen, Hieraan verwant is de relatie die Baring en Cashford laten zien tussen de bijl en afbeeldingen van vlinders en bijen, die op Kreta ook religieuze betekenis hadden. Deze dieren waren vaak dragers van de ziel, dus van de levensadem.
Op een Myceense zegel prijkt de labrys naast de levensboom in een tuin waarin vrouwen zitten. De vrouwen houden vruchten, bloemen en papavers in de hand. Boven hen zijn de zon en de maan afgebeeld.
De labrys heeft op een Myceense zegel een rol in de mythische tuin waarin zich de levensboom bevindt. Voornamelijk vrouwen spelen een rol in de rituelen. Klik voor de volledige afbeelding.Op een afbeelding is te zien hoe Klytaemnestra haar moorddadige echtgenoot Agammemnon met een dubbelbladige bijl. Het moordwapen kan zowel naar een Aziatische als naar een Kretenzische herkomst verwijzen, hoewel de verhalen rond Klytaemnestra hoofdzakelijk zijn verbonden aan de oorlog met de Aziatische Trojanen. Maar de godinnen die in deze mythen verder een rol spelen, en waaraan ook Klytaemnestra verwant is, zijn ook geworteld in de Kretenzische traditie. Zo werd de godin (of priesteres) net als Klytaemnestra afgebeeld met de labrys in haar opgeheven handen; het attribuut is hier echter geen wapen, maar een teken van haar macht of gezag.
Het symbool is zelfs gevonden in grotten van de paleolithische cultuur, in Niaux in Zuidwest-Frankrijk, en in het neolithische Tell Halaf in Irak. Misschien had het uitsluitend symbolische betekenis met betrekking tot de natuurlijke cycli en is pas achteraf in de mythologie als wapen van de Amazones aangeduid. Baring en Cashford vermelden wel dat de bijl als ritueel mes werd gebruikt voor het slachten van de heilige stier. Dit is wel weer een functie die de Griekse godinnen hebben overgenomen, getuige hun epitheton Tauropolos ('stierenslachtster'). (Demeter, Artemis, Europa). Op Kreta is de labrys uitsluitend in handen van vrouwen. In Azië is het vooral een attribuut van weergoden, hoewel ook godinnen ermee worden afgebeeld.


Lemuria. Tijdens de Lemuria (9, 11 en 13 mei) kwamen in Italië de schimmen van de doden uit hun graven en bedreigden de levenden. Ook Larvae genaamd. Grieks Lamia. Zij zou als geliefde van Zeus door Hera tot waanzin zijn gedreven, en doodde haar eigen en andere kinderen.


Leania. Dionysosfeest, in Athene in januari gehouden. Tijdens dit feest werden komedies opgevoerd, en later ook tragedies.


Levensteken. Levensstrik, Sa-strik: geknoopt amulet, gedragen door de bevolking, net als de ankh teken van onvergankelijkheid.


Linga. (of lingam) fallus van Sjiva, die in bepaalde cultussen werd vereerd. De yoni is sanskriet voor het vrouwelijke geslachtsdeel, dat wordt voorgesteld door een lotus.


Linos. Klaagliederen over Linos. Herodotus: Egyptisch Maneroos (kom bij ons terug).


Lupercalia.


Maria Boodschap. 25 Maart. De aankondiging van de geboorte van Jezus, negen maanden voor zijn geboorte op 25 december. Op dezelfde dag werd de geboorte van Horus aangekondigd bij de maagd Isis.


Maria Hemelvaart. 13 augustus of 15 augustus. Op deze dag werd Maria in de hemel opgenomen. Dertien augustus was ook een belangrijke feestdag ter ere van de godin Diana of Artemis in Ephese. In deze plaats verkreeg Maria in 431 haar epitheton 'Hemelkoningin'. De populaire mythe dat Maria door Jezus en de engelen naar de hemel werd gedragen werd in de zesde eeuw een officiële dag op de kerkelijke kalender, op de datum die eerder aan de Ephesische godin was gewijd.


Maangod. De Luwiërs vereerden een maangod Armasj. In Phrygië werd de maangod Men vereerd. Hij heerste over de magie. De Baltische Menes is een maangod; hij was de echtgenoot van de zonnegodin Saule, tot zij zich van hem scheidde toen Menes hun dochter, de dageraad, lastig viel. Sindsdien verschenen zij niet meer samen aan de hemel. De Hoerritische maangod Yarikh was gehuwd met de maangodin Nikkal.
De Soemerische maangod Sin was het kind van Ninlil en Enki; in Akkad was Sin de zoon van Ellil en Isjtar. De orakelgod Sin werd voorgesteld als jonge stier, en zijn hoorns stelden de maansikkel voor. Hij verlichtte het pad voor de nomaden die 's nachts door de woestijn trokken. Zijn cultus werd onderhouden door priesteressen, die volgens de traditie koningsdochters waren. In oude teksten werd hij Suen genoemd. Op een kleitablet van -3800 worden Inanna en Enki genoemd als ouders van de maangod An; Inanna wordt ook genoemd als de moeder van de maangodin Nanna en de hemelgod An. In Mesopotamië kende men de mannelijke maangod Nanna; deze was de vader van Inanna. Zijn metgezel was Ningal. De Babylonische maangod Kingu ontving de wetsteksten van Tiamat, de oerzee of oerslang; hij was zowel haar zoon als haar minnaar. De bijbelse mythen van Mozes die de wet ontving op de berg Sinai zijn een hervertelling van deze maanverering. De 'gehoornde Mozes' van Michelangelo, in de Roomse San Pietro in Vincoli, herinnert aan de oude Semitische maangod die op de berg de wet ontvangt van de godin. Volgens sommige interpretaties was Allah in de pre-Islamitische tijd een maangod. De islamitische profeet ontving evenals Kingu en Mozes zijn wet op een berg. In elk geval komt het symbool van de maan, de sikkel, nog steeds voor op vele vlaggen.
In Iran bestond een maangod Mah.
De maangod van de aboriginals, Bahloe, was de geliefde van de zonnegodin Yhi. De Egyptische gier- en moedergodin Moet was de moeder van de maan Chons. Zijn vader was Amon ('verborgen'). Samen vormden zij een triade.


Mars. Mars was de Romeinse god van de oorlog; hij was echter een oudere Italische chtonische god, die werd vereerd als beschermer van akkerbouw en vee. Het is mogelijk dat hij via een functie als god van de doden tot oorlogsgod is ontwikkeld.
Hij kan dus een functie hebben gehad in een vruchtbaarheidscultus. Aanvankelijk werd hij aangeroepen in een hymne tijdens een feest voor de vruchtbaarheids van de akkers. Hij speelde een rol in de Ambarvalia, een feest in mei waarbij offers werden gebracht aan de machten van de onderwereld; dit speelde zich af rond een akker. Hij was de zoon van Juno, die zwanger van hem werd na een magisch kruid te hebben aangeraakt. Oude naam: Mavors.


Matronalia. Feest van de Romeinse godin Juno, op 1 maart in Rome gevierd.


Mensenoffer. Odin: slachtoffers werden opgehangen aan een boom; misschien in relatie met Odins beproevingen aan Yggdrasil om het geheim van de runen te ontsluiten: Odin hing zichzelf op aan deze heilige boom om geheime kennis van de godin Freya te verkrijgen, misschien kennis over runen. De Vikingen namen het Christendom vrij makkelijk over, omdat Jezus ook aan het hout was genageld.
De Azteekse Quetzalcoatl ('Gevederde slang')stierf aan een boom of kruis, zodat deze god verjongd kon herrijzen.
Mictlantecuhtli: door Montezuma werden aan deze god o.a. huiden van gevilde mensen geofferd.
Moloch: Carthago, Tyrus: met name kinderen werden geofferd aan Baäl (Baäl-Hammon?).


Mitras. Geboortedag: 25 december. Dies natalis solis (geboortedag van de zon). Motieven: rots (Petrus), haan, sleutel.


Mysterieën. Geheime godsdienstige inwijdingsrituelen, die bevrijding, verlossing, loutering en een goed leven na de dood verzekerden. Aanvankelijk waren de mysterieën te Eleusis het bekendste, maar later breidden ze zich uit. Bv Isis, Mithras etc.
Orpheus-Mysteriën (Orfisme); afkomstig uit Thracië, door de Ciconen.
Eleusinische mysteriën: bij Athene: Demeter en Kore.


Noen. Ook Nun. In Egypte de personificatie van de oerzee. Deze werd hier als mannelijk opgevat, in tegenstelling tot de meeste andere culturen, waarin het oerwater en de afgrond de baarmoeder personifieerden die de zon en de goden baarde. Zo wordt het oerwater voorgesteld in de Soemerische Nammu of de Babylonische Tiamat. De Griekse Amphitrite komt ook voort uit een dergelijk beeld van een 'oerzeegodin'.
Ook bij 'hemel' en 'aarde' wijkt de geslachtstoewijzing bij de Egyptenaren af. De 'hemel' (Noet) is vrouwelijk, de aarde ('Geb') is mannelijk.
Noens vrouwelijke tegenhanger is Naunet. Zij waren het eerste van de vier oergodenparen uit de Ogdeade van Heliopolis.
De Egyptenaren stelden de aarde voor als een platte schijf. Het oerwater Noen omringde deze schijf, en ook de hemel en de onderwereld. Egypte bevond zich in het midden. Vanuit Noen rees de oerheuvel op waaruit al het leven ontstond. Noen komt ook overeen met de Egyptische Nijlgod Hapi. Hapi geldt eveneens als een echtgenoot van Naunet.
Noen is in de bijbelse mythologie gelijk te stellen aan Noach. Naunet staat dan gelijk aan Naama.


Oedipus. Dit verhaal heeft gelijkenissen met het ritueel van de godin met haar zoon/minnaar, die jaarlijks sterft en herrijst. Zo is Oedipus zoon en minnaar van Iocaste, en hij is zowel herder als koning.


Olie. Egypte: bij de cultus van goden en begrafenissen werden zeven heilige oliën toegepast, die werden bewaard in een zalfpot.


Oesjbeti. Mummieachtige figuren die in Egypte aan de dodenrijk werden meegeven. Oesjbeti = ‘antwoordgever’: als de gestorvene werd geroepen voor het verrichten van zijn werk, moest hij roepen ‘hier ben ik’.


Oog van god. Het alziend oog van god. In Egypte werden zon en maan beschouwd als ogen van Horus of Ra. Dit oog was afgebeeld op het piramidion.
De jaloerse Seth had zijn oom een oog uitgerukt, na Osiris te hebben vermoord en in stukken gesneden. De ogen stonden voor de macht van alwetendheid en eeuwig leven. De afzonderlijke delen van het oog hebben de waarde 63/64, omdat Seth 1/64e deel van het oog had laten verdwijnen.


Ophieten. Gnostici die de slang van voor de zondeval vereerden. Ook Naäsenen.
De slang liet de mensen van de boom der kennis eten; de slang was de leermeester van de gnosis.


Ophiuchus. Ophiuchus betekent slangendrager. De oude naam voor Cyprus was Ophiusa. Ophis: Hebr. nachash (slang).


Osiris. Herodotus stelt Osiris gelijk aan Dionysos: hun riten waren sterk aan elkaar gelijk. Osiris sterft jaarlijks en verrijst weer: hij is het goddelijk beeld van het graan dat wordt gezaaid (onder de grond) en weer als nieuw leven ontkiemt. (vgl Jezus in Joh12:23).
Zijn geboortedag was 6 januari.
Bijnaam: Wennofer (het goede wezen, de volmaakte).
Osiris werd afgebeeld met een groene huid en vereerd als de Grote Groene, als symbool van wedergeboorte. Hij introduceert akkerbouw en wijnbouw: Seth vermoordt hem uit jaloezie.
Mysteriën: Frazer, vanaf p474. De achttien dagen durende plechtigheid eindigt ermee dat het lichaam van de dode god wordt achtergelaten in een ondergrondse tombe.






index | informatie | literatuur | links | forum |