BESCHRIJVINGEN

Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.

Hala. Kassitische geneeskrachtige godin. Ze kan worden gelijkgesteld aan de Soemerische Gula.


Hannahanna. Hittitische of Hoerritische grootmoedergodin. 'Hanna' betekent 'grootmoeder'. Ze werd vereerd in Anatolië. Ze was moeder aarde. Ze stond in verband met de schepping, geboorte en het lot. De Hittieten noemden haar Hwanhwanar, en zij was getrouwd met de heilige koning tijdens het Puruli-feest. Later verdween de koning naar het rijk van haar afgrond, waar hij de Heer van de Doden werd. Zijn naam was Samael, en zij komen overeen met de bijbelse Hannah en haar zoon Samuel. De namen Samael en Samuel komen overeen met de titel van de hindoegod van de doden Yama, 'Samana', in zijn functie als geleider van de zielen.
Hana was in Oud-Iraans de naam voor de stamoudste, en betekende 'grootmoeder'. Varianten van Hannahanna zijn de namen Hannah, Anna of Nana. In het Engels is nan nog altijd een woord voor grootmoeder. De Anatolische godin was de grootmoeder van de maagdelijke Mari. De godin Inaras werd wel haar maagdelijke aspect genoemd. In de christelijke traditie is de grootmoeder van Maria Anna, de moeder van Elizabeth of Elisjaba.
Het Hittitische ideogram voor Hannahanna komt overeen met dat voor Dingirmah ('Grote Godin') of Nintu. In de proto-Hattische tijd werd ze genoemd naast de godin Katahziuuri, en naast de god Telipinu. In de mythologie kwam ze voor als helpster tijdens de zoektocht naar een verdwenen kind. Zij stuurde een bij, die het kind terugvond.


Harmonia. Beschermster van staat en familie. Grieks. Boeotië, Thebe. Ze is de dochter van Afrodite Cytherea en Ares. Op Samothrake werd ze genoemd als dochter van de Pleiade Elektra, een dochter van Pleione en Atlas, en Zeus. Euripides noemde in Medea de blonde Harmonia de dochter van de negen Piërische muzen.
Harmonia huwde met de Thebaanse Kadmos, de Fenicische broer van Europa. Haar dochters waren Ino, Semele en Agave. Deze staan alledrie in verband met de orgiastische cultus rond Dionysos. Ino was de moeder van Melikertes, de Fenicisch-Tyrische Melkart ('Koning van de stad'), die in Griekenland Hercules werd genoemd. In Italië werd Ino vereerd als Mater Matuta, de dageraad; ook werd ze geïdentificeerd met Leukotheia, de 'Witte Godin'. Verder was er nog een dochter Autonoe en een zoon Polydoros. Euripides noemde Harmonia de moeder van de muzen.
Het huwelijk van Harmonia met Kadmos is een geliefd thema in de Griekse mythologie. Zij ontving vele beroemde geschenken van de twaalf aanwezige Olympische goden en andere gasten; Aphrodite of Cadmos gaf haar een peplops en ketting gemaakt door de smid Hephaistos, hoewel anderen zeiden dat Europa deze ketting had gekregen van Zeus. De ketting schonk de draagster schoonheid, en de jurk goddelijke waardigheid. Ook Athene werd genoemd als schenkster van een jurk, en van een aantal fluiten. Hermes schonk haar een lier, en Elektra, de moeder van de in de mysteriën ingewijde Iasion, onderwees haar in de rituelen van de Godin. Dankzij Demeter, die speciaal voor de gelegenheid op een driemaal omgeploegde akker copuleerde met Iasion, was het feest rijk voorzien van gerst. Deze Iasion zou de zoon zijn van de Pleiade Elektra, en ook gehuwd zijn met Cybele, met wie hij het kind Corybas, naamgever van de Corybanten, kreeg.
Tijdens het huwelijk werd gezongen door de Muzen. In Thebe, de stad waar zij heerste als koningin, kon men de plaats waar zij zongen nog in de Griekse tijd bezichtigen, evenals de ruïne van haar bruidskamer, de thalamos, waar de consummatie van haar huwelijk plaatsvond. De 'bruidskamer' van Semele was ook daar te vinden. Later bevond zich op die plaats de markt van Thebe. Ook bevonden zich daar drie xoana's, stokoude houten votiefbeelden, die naar men zei nog door Harmonia zelf waren geplaatst ter ere van haar moeder Aphrodite. Deze beelden droegen de namen Urania ('hemelse'), Pandemos ('gewone') en Apostrophia ('Verwerper'). Deze verwezen respectievelijk naar spirituele liefde, lichamelijke liefde en naar het verwerpen van lust.
De stad Thebe, waar zij regeerde met haar echtgenoot, was volgens de mythologie gesticht door de Fenicische Kadmos, de morgen. Hij staakte op advies van het orakel van Delphi de zoektocht naar zijn zuster Europa, de avond, en volgde in plaats daarvan een koe geflankeerd met twee witte manen, tot de plaats waar de koe zich te ruste legde. Dit gebeurde in Boeotië, 'koeienland'. Hier stichtte Kadmos een tempel voor de Fenicische Athene, onder haar Fenicische naam Onga, volgens Pausanias. Pausanias vermeldde ook dat anderen van mening waren dat het ging om de Egyptische Neith, die ook soms werd voorgesteld als koe. De maankoe kan net als Europa zelf worden geassocieerd met de avond.
Met een rots verbrijzelde Cadmos in deze omgeving de kop van een slang of draak die een bron gewijd aan Ares beschermde, en moest voor straf Ares een groot jaar dienen, acht jaar volgens onze tijdrekening. Uit de in de grond gezaaide drakentanden ontstonden soldaten, Spartoi ('gezaaide mannen') genaamd. Hierna huwde hij Harmonia, Ares' dochter. In deze tijd droeg de stad echter de naam Kadmeia. De naam Thebe kreeg de stad pas later, toen de koning Zethus huwde met Thebe, die de stad haar naam gaf. Harmonia droeg echter toch de bijnaam Thebaanse.
In Thebe bevond zich ook het graf van Semele, en de graven van al de kinderen van Niobe en Amphion. In deze stad waren Dionysos en Hercules, de zoon van Alkmene, geboren. Alkmene zelf had geen graf, omdat zij in een steen zou zijn veranderd, een lot dat ook de Thebaanse koningin Niobe onderging.
Aan het einde van hun regeerperiode, op hoge leeftijd, vertrokken Harmonia en Kadmos naar het land der Encheleërs. Dionysos had hen voorspeld dat ze zouden heersen over een barbaars volk. Ze zouden worden vereerd, zittend op hun wagen, die werd getrokken door jonge koeien. Vervolgens zou Kadmos veranderen in een draak, en Harmonia in een slang. Zij overwonnen voor de Encheleërs de Illyriërs, die het gebied bewoonden dat tegenwoordig Servië heet. Agave, die inmiddels gehuwd was met de Illyrische koning Lykotherses, doodde hierop haar nieuwe echtgenoot en schonk het rijk aan Kadmos. Hier kregen Harmonia en Kadmos, terwijl ze al oud waren, nog een zoon Illyrios. Vervolgens trokken ze naar de eilanden der Gelukzaligen, en ze veranderden in slangen of in leeuwen. Hun graf bevond zich in Illyrië.
Sinds de vijfde eeuw bestond er in Samothrake een mysteriecultus voor Harmonia. Hier kwam ze voor als de dochter van de Pleiade of Atlantide Electra en Zeus. Ze werd ontvoerd door Kadmos, en overal door haar moeder gezocht. Dit mysterie is te vergelijken met de graancultus voor Kore en Demeter. Iasion, met wie Demeter het deed op Harmonia's huwelijksfeest, was ook een zoon van deze Electra, en dus Harmonia's broer. Maar de Pleiade Electra werd ook genoemd als Harmonia's voedster.
Als dienstmaagd van Harmonia werden door Hyginus Anatolia of Anatole ('dageraad'), Mesembria (de middag) en Dysis (de zonsondergang) genoemd, twee horen.
Er werd ook nog een Harmonia genoemd als Voedster van de wereld, Moeder van Alles. Aan haar vroeg Aphrodite als gunst voor haar dochter Beroë het Recht. Beroe werd ook genoemd als de dochter van Tethys, die zelf net als deze Harmonia Voedster en Moeder van Alles was. Verder komt er nog een Naiade (bron- of waternimf) Harmonia voor. Apollonius van Rhodos vermeldde hoe de nimf Harmonia met Ares in het bos van Acmonia lag, en zo moeder werd van de Amazones.


Harpijen. Grieks harpuiai. Harpijen' kan worden vertaald als 'roofsters'. In de Griekse mythologie worden de harpijen genoemd als dochters van Electra ('barnsteen') en Thaumas ('wonderbaarlijk'), en als zusters van Iris. Zij worden beschreven als snelle, blondharige, gevleugelde strijdsters, of als vrouwen in de gedaante van vogels, met name gieren. Ze zijn ook wel half vogel, half vrouw. Ze hebben scherpe klauwen. Harpijen kunnen geen kinderen krijgen, maar ze kunnen ook niet sterven. Ze zijn altijd jong, en worden ondanks hun afschrikwekkende verschijning vaak omschreven als mooi.
Ze zijn personificaties van de stormwinden. De naam van de harpij Aëllo of Aëllopos is te vertalen als 'snelle storm'; Ocypete is te vertalen als 'snelgevleugelde'; haar naam wordt ook weergegeven als Ocythoe of, door Hesiodus, als Ocypode. Celaeno betekent 'duistere'. Een vierde harpij heet Nicothoe; verder komt er nog een Podarge ('heldere voet') voor. Er is afwisselend sprake van twee, drie, negen of twaalf harpijen.
Harpijen behoren tot de gevleugelde wezens die de doden naar de onderwereld geleiden, net als hun zus Iris. Misdadigers leverden ze over aan de Erinyen, die hen berechtten. Ze zijn verwant aan de sirenen, de vogelvrouwen die met hun zoete zang mannen naar hun eilanden lokken. Sirenen die op een grafmonument waren afgebeeld, werden eerder voor harpijen gehouden. Ook Ker en de keren hebben veel gemeenschappelijk met de harpijen. Keren zijn kwaadaardige lotsdemonen die de mensen ouderdomskwalen brengen. Met allerzielen verschijnen ze tevens als de treurende zielen van de doden, aan het slot van het Atheense feest de anthesteria. Dit is een vrolijk bloemenfeest, waarbij veel wordt gedronken. Aan het slot vind een huwelijk plaats in een ossestal. Het wordt voornamelijk bijgewoond door vrouwen.

In Griekse en Romeinse verhalen werden ze vaak met scherpe woorden afgeschilderd als een schrikbeeld, angstaanjagende wezens die allerlei kwellingen op mensen loslieten. Zo waren ze berucht vanwege het veroorzaken van honger, door het voedsel te bederven. Geïnspireerd door zijn muze schrijf Aristophanes: "[]...deze twee Harpijen, de plagen van de zee, wier gulzige buiken al de vissen verteren, die volgers van oude vrouwen, die geiten met hun stinkende oksels.' Ovidius spreekt in Jason en Medea over 'verdorven harpijen met hun vuile, scherpe snavels '.
De harpijen nemen het eten weg van de Thrakische koning Phineus. Attische vaas van ca. -480. De harpijen maakten de blinde ziener-koning Phineus van Thracië, te Salmydessus, het leven zuur. Phineus was een broer van Europa. De koning werd bezocht door de Argonauten, die hem de weg naar Kolchis vroegen, waar ze het Gulden Vlies wilden ophalen. Phineus was met blindheid gestraft omdat hij zijn zienersgave misbruikte door Zeus' geheimen te onthullen; verder werd hij overgeleverd aan de harpijen, die zijn eten stalen of het oneetbaar maakten door een onverdraaglijke stank. Phineus beloofde de Argonauten de weg te wijzen als ze hem van zijn kwelgeesten bevrijdden. Daarop werden zij verjaagd door twee van de boreaden, Zetes ('hevig waaiende') en Kalais ('goed waaiend'), die hen dreigden te doden als hun zuster Iris niet tussenbeide was gekomen. Net als de harpijen zijn de boreaden winddemonen, in het bijzonder personificaties van de noordenwind. De boreaden staakten hun tocht bij de Strophaden, de 'keereilanden' in het gebied van de Ioniërs, waar de harpijen vervolgens bleven wonen. Bij deze eilanden keren de winden. Volgens sommigen viel één harpij, Aëllopos, in de rivier de Tigres, in de Pelopponesos. Deze rivier werd sindsdien Harpys genoemd. Ook de grot Dikte op Kreta werd als hun woonplaats genoemd.
In de Aeneas van Vergilius zijn de Strophaden het woonoord van de harpijen. Hier werden zij lastig gevallen door de Trojanen, die onder leiding van Aeneas op zoek waren naar een nieuw thuisland, nadat hun stad in de oorlog tegen de Grieken was gevallen. De Trojanen doodden de loslopende kuddes vee op het eiland en richtten een feestmaal aan. Voor ze konden eten, verschenen er stinkende harpijen, die het vlees wegnamen. De Trojanen vielen de harpijen aan met hun wapens, maar harpijen kunnen niet worden verwond of gedood. Ze waren te snel, en hun verenkleed was als een ondoordringbaar harnas. Uiteindelijk berispte Celaeno de Trojanen vanwege het slachten van al hun vee en het aanvallen van de harpijen in hun eigen gebied. Zij noemde zichzelf de 'oudste van de Furiën'. De Trojanen werden gedwongen te vertrekken.
Een harpij of sirene neemt een van de kinderen van Pandareos mee.De harpijen waren ook bekend als kinderroofsters. Ze roofden de dochters van Pandareos, Merope en Kleothera ('edele schoonheid'), ook wel Kameiro ('uitdeelster') en Klythië ('beroemd'), juist terwijl Aphrodite ze even alleen had gelaten om een goed huwelijk voor ze te regelen. Pandareos was omgekomen, op de vlucht voor Zeus, omdat hij een gouden hond had gestolen die de smid Hephaistos voor Rhea had gemaakt, om haar pasgeboren kind Zeus op Kreta te beschermen, die bij de grot Dikte door de geit Amalthea werd gevoed. Pandareos gaf de hond aan Tantalos, volgens sommige bronnen de zoon van Plouto, die een dochter was van Rhea zelf. De harpijen overhandigden de meisjes aan de Erinyen, om hen te dienen, als boete voor de wandaad van hun vader.
In de Aeneas van Vergilius houden de harpijen zich op bij de ingang van een grot die naar de onderwereld leidt, naast de Avernische (van a-ornos, 'zonder vogels') poel in de omgeving van Cuma en Napels. Uit de poel stegen giftige dampen op. Bij de poort verbleven vele plagen die aan de dood voorafgaan, zoals ziekte, ouderdom, smart en vrees. Onder de bladeren van een oude iep schuilden de dromen.
Uit een seksuele verbintenis tussen de god Zephyros, de Westenwind, en de harpij Podarge kwamen vier paarden voort, Xanthos ('geel') en Balios ('bont')(van Apollo) en Phlogeos ('vurig') en Harpagus (van de Dioscuren). Xanthus en Balius werden door Poseidon geschonken aan Peleus, ter gelegenheid van zijn huwelijk met Thetis.
De harpijen zijn verwant aan Egyptische giergodinnen zoals Nechbet en Moet. Kenmerken van de Etruskische Vanthen doen aan de harpijen denken. Ook komen ze overeen met de Germaanse Valkyren en de Keltische dodenvogels van Rhiannon en de Morrigan. Vergilius identificeert de harpijen met de Furies. Aeschylos stelt ze gelijk aan de gorgonen. De mythologie vertoont inderdaad aanknopingspunten hiervoor, zoals de rol van gevleugelde paarden in de diverse verhalen. Bovendien spelen de harpijen een rol in de berechting van de doden, een teken van hun verwantschap met de Erinyen. Gorgonen, harpijen en boreaden worden overeenkomstig afgebeeld in de typerende rennende houding met gebogen knieën.
Een soortgelijke functie is waar te nemen in de Perzische Daëna, die de dode tegemoetkwam om hem naar de andere wereld te leiden. Had de dode een goed leven geleid, dan had ze de gedaante van een mooie, sterke vrouw (kaniko), was hij slecht, dan naderde hem een angstaanjagend meisje (charatik), begeleid door een stinkende noordenwind, die hem van de brug in het ravijn kieperde. De Daëna was altijd de dubbelgangster van de dode.


Hatmehit. Egyptische gouwgodin, cultusplaats in Mendes. Attribuut: vis. Ze wordt afgebeeld met een vis op haar hoofd. Ze werd beschouwd als eerste der vissen en droeg het teken van een dolfijn op haar rug.


Hathor met haar typerende kapsel. Hathor. Hathor is de Griekse naam voor het Egyptische Het-Heru of Hwt Har, hetgeen betekent 'Huis van Horus'. Spellingsvarianten zijn Hathoor, Het Heru, Heb Horoe of Het-Hert ('Het huis boven'), Athyr, Athor. Zij was de moeder van Horus voor Isis met haar versmolt en deze functie overnam. Ze is de hemel en de godin van de doden. Ze werd meestal afgebeeld met op haar hoofd de zonneschijf tussen twee gekromde koeiehoorns. Ze werd vooral vereerd in Dendera, waar een belangrijke tempel voor haar stond. In Thebe was ze godin van de doden. Ze droeg hier de hiëroglyf voor 'westen' (amenta) op het hoofd. De stervenden in haar gevolg wilden door haar tegen de macht van de duisternis beschermd worden. Ze werd hier vereerd als vrouwelijke ziel met twee gezichten. Verder was Hathor godin van de liefde, dans en de alcoholische roes. Ze was de beschermgodin van vreemde landen.
Als tanetu was ze de godin van het licht. Deze benaming is misschien verwant aan de Punische Tanit. In elk geval was Hathor verwant aan de Fenicische Asjera of Astarte. Ook hun namen zijn aan elkaar verwant. Hathor bezat een tempel in Fenicië vanwege haar betekenis als beschermster van de mijnbouw. Handel van de Egyptenaren met Palestina en Fenicië bracht de cultus voor Hathor naar deze gebieden. Dit heeft bijgedragen aan de vorming van Astarte of Ashera (Athart of Athirat).
Hathor was de beschermgodin van de mijnbouw. Bij de zogenaamde mijnen van de bijbelse koning Salomo in het Palestijnse dal van Timna, ca. dertig kilometer van de Golf van Aqabah is een Egyptische tempel voor Hathor opgegraven. Mijnwerkers werden beschermd door de twee grote, rode, zandstenen zuilen, die 'Zuilen van Salomo' werden genoemd. Uit de Egyptische inscripties bleek dat deze mijnen zo'n 1200 jaar v.o.j. werden gesloten. Bij opgravingen bij El-Mardesh, 50 km zuidelijk van Aleppo, in Noord-West Syrië, werd een standbeeld met inscriptie voor Hathor gevonden. Het beeld was gewijd door Ibit-Lim, een koning van Elba.
Aan de verering van Hathor in Israel herinnert ook de naar haar genoemde bijbelse stad Hazor, die door Jozua werd verwoest. Hathor kwam overeen met de Fenicische Athtart (Astarte).
Ook is er verwantschap met de oorlogszuchtige maagd Anat in de mythe waarin Hathor door Ra werd opgedragen de mensen wegens ongehoorzaamheid te straffen. Hathor kweet zich voorbeeldig van haar opdracht, en raakte in zo'n roes door het bloedbad dat ze niet meer van ophouden wist. Het water van de Nijl was roodgekleurd door het stromende bloed. Uiteindelijk werd ze dronken van grote hoeveelheden wijn, die Ra haar gaf, en die ze voor bloed aanzag, en ze kwam tot bedaren. In deze mythe wordt Hathor gewoonlijk vereenzelvigd met de leeuwengodin Sekhmet. Een identiek verhaal werd ook verteld over de Griekse Enyo.

Hathor wordt ook Vrouw van turkois genoemd. Haar kind is Ihy, de nieuwe zon die dagelijks wordt geboren.
Attribuut: koe, gehoornde koe, cornucopeia, zonneschijf; slang, vijgeboom (sycamore); parelketting. Leeuw.
Aan het begin van de wereld werd het zonne-ei door Hathor uitgebroed. Hathor baarde de zon terwijl ze de vorm van een Nijlgans aannam. De zon werd wel het 'ei van de gans, tevoorschijn komend uit de sycamore' genoemd; de sycamore is Hathors heilige vijgeboom. De hiëroglyf voor het wereldei was het zelfde als dat voor het embryo in de baarmoeder.
Hathor  met ankh, scepter en zonneschijf tussen de koeiehoorns Hathor heeft soms twee leeuwehoofden, die voorwaarts en achterwaarts keken. Dergelijke tweehoofdige voorstellingen verwijzen naar het verloop van de tijd; het ene hoofd kijkt naar het verleden, het andere naar de toekomst.
Hathor wordt afgebeeld met koeiehoofd en koeiehoorns, met hiertussen de zonneschijf, of als vijgeboom. In de pre-dynastieke tijd werd ze vereerd als hemelkoe, oermoeder en hemelse voedster. Zij draagt de cornucopia, de hoorn des overvloeds, in haar manifestatie als koe. Het is de holle hoorn van de koe, die alle vruchten bevat die de vruchtbare Moeder Aarde aan de mensen schenkt.
In haar cultus speelt de staffetisj (Oech) een rol: deze stelt een hemelpilaar voor. Deze scepter bestond uit een papyrusstengel en twee veren en werd vereerd in Cusae. Haar belangrijkste cultusplaats was Dendera, waar ze als vrouwelijke ziel met twee gezichten werd vereerd. In Thebe was ze godin van de doden. De laatste wens van de stervende werd tegen de machten van de duisternis beschermd. Voor Isis gold zij als de moeder van Horus.
Ze werd later de belichaming van de hemelse diepten, maar ook van de dans, liefde en de roes. Haar naam ('Huis van Horus') verwijst naar de oergrond van de hemel, waar de valk Horus woont.

sistrum, het ratelinstrument dat werd gebruikt tijdens feesten ter ere van Hathor, Isis en Nephtys.Ze wordt wel afgebeeld met een Ankh in de hand. Haar menit-parelketting was een geneeskrachtig sieraad. Met dit sieraad en het sistrum werden door de Hathor-priesteressen ratelende klanken opgewekt. De vier ratels van het sistrum waren de vier elementen waaruit het universum is geschapen. De klank die werd geproduceerd stelde de vermenging van de elementen tijdens het scheppingsproces voor.
Het geratel van de sistrum werd vergeleken met het ruisen van papyrus: Met het geratel konden goden worden bezworen, vooral de vrouwelijke aspecten van roofdiergodinnen. Boze geesten werden erdoor verdreven. Dit is te vergelijken met de functie van kerkklokken in de Middeleeuwen. De sistrum was vormgegeven met het hoofd van een koe, of als fallus, die haar mannelijke metgezel voorstelde.
Het dubbele gelaat stelde aspecten van Isis en Nephtys voor, die voor leven en dood staan.
De Zeven Hathors waren lotsgodinnen, te vergelijken met de Faten of Moiren. Als vroedvrouwen legden zij bij de geboorte het lot van ieder nieuwgeboren kind vast, en bepaalden de levensduur. Zij gaven iedereen bij de geboorte zeven zielen. De zeven Hathors werden ook geassocieerd met de zeven hemelse sferen.


Haumea. Hawaii. Een andere naam voor Haumea was Papa, zie daar voor meer informatie. De aardgodin Haumea was de moeder van de vulkaangodin Pele. Een andere dochter was Hi'iaka of Laka, de godin van Hula. Haumea komt in de verhalen voor als beschermster van de landbouw en van de geboorte. Als geboortegodin leerde ze de vrouwen hoe ze hun kinderen moesten baren.


Hebat. Hoerritische of Hittietische godin. Ook Hepit of Hepatoe. Hittietisch Hepa of Hipta betekent 'aardmoeder'. Haar naam is een variatie van de Griekse Hebe, de schenkster der goden, wier drank onsterfelijkheid verschafte. Ook Sjeba is een variatie. Walker vermeldt dat ook Hera (de moeder van Hebe, aan wie ze ook wel wordt gelijkgesteld) een variant is. In Ugarith heet ze Alalakh. Ook is er naast de etymologische overeenkomst verwantschap aan te wijzen met de mythologie over Eva. Sjeba of Saba is ook een variant van haar naam.
Hebat is de Hoerritische naam voor de Zonnegodin van Arinna, de beschermgodin van de Hittieten. Arinna is niet gelokaliseerd, maar waarschijnlijk lag het centraal in het Hittitische rijk, een dag reizen verwijderd van de hoofdstad Hattusa. Haar Hattische naam was Wurusemu, maar ze werd vereerd als Arinnitti. Sinds de Hoerritische invloed toenam, werd ze met de Hoerritische naam Hebat aangeduid. Haar echtgenoot is de Hittitische stormgod. Zijn Luwische, en misschien ook Hittitische naam was Tarhun (Tarhund). In Hattusa heette hij Taru, en de Hoerrieten noemden hem Tesjoeb. Hij werd geassocieerd met de heilige stier en met bergen. Haar zoon was de weergod van Nerik, door de Hoerrieten Sjarumma genoemd. Ze had ook twee dochters, Mezulla en Hulla, en een kleindochter Zintuhi. De koning en koningin waren haar priester en priesteres.
In haar cultus stond een zonneschijf centraal. Hoewel ze werd vereerd als de zon, heeft ze ook kenmerken van een chtonische godheid. Ze werd wel 'zonnegodin van de aarde' genoemd, en kan als zodanig misschien worden gelijkgesteld aan Lelwani, de heerseres van de onderwereld. Ze wordt afgebeeld met een leeuw of panter, of staand op een leeuw. Ze droeg een puntvormige koningsmuts, een 'Phrygische' muts.
De Hittieten stelden Hebat wel voor als moedergodin, de beschermster van het huwelijk. In Anatolië heette ze 'Koningin der koninginen'. De Lydische Hipta was voedster van de god Bacchus of Dionysos en ega van Zeus Sabazios.
Als zoon van Hebat wordt Sjarruma genoemd. Hij werd toen de Hoerritische invloed in het Hittitische rijk toenam vereenzelvigd met de Hittitische weergod van Nerik en Zippalanda. Tesjoeb is de naam van de stormgod en oorlogsgod bij de Hoerrieten. Een andere naam voor hem is Taru; als Taru is hij getrouwd met de zonnegodin Wurusemu. Hij is de zoon van de androgyne Kumarbis en Anus. In de mythe over de reus Ullikummis is Tesjoeb de zoon van Ea. Tesjoeb wordt afgebeeld met een baard en een knots. Zijn zuster is Isjtar. Als Tesjoeb faalt in het verslaan van de reus Ullikumis, wordt Hebat uit de tempel op de Kuntarra, de heilige godenberg, verdreven, en verliest ze het contact met de goden. Ze maakt zich zorgen over het lot van haar echtgenoot en zendt haar bediende Takitis uit op informatie. Mogelijk deelt deze haar mee dat de stormgod is verslagen.
In een ander gedeelte overwint Tesjoeb de reus waarschijnlijk toch, nadat Ea (Ayas) zijn voeten eraf heeft gehakt. Tesjoeb stuurde zijn broer Tasmisus of Tasmisu, die Hebat bezocht in een hoge uitkijktoren; hij deelde haar mee dat de stormgod voor een bepaalde termijn naar een 'lage plaats' was verbannen.
Tesjoeb wordt met tasjbi (slag) geassocieerd. Hij heet ook Tarhunda of Targunt. Ook de naam Tarquinius, van de legendarische Romeinse keizer die de Sibyllijnse boeken kocht, is van zijn naam afgeleid. In Mesopotamië komt hij voor als Adad, bij de Semieten als Ba'al.

De bruiloft op het rotsreliëf in Hattusa, Armenië. Klik voor een grote afbeelding, 40 Kb. Duurt wel een momentje, hoor! In Hattusa is Hebat op een reliëf in een rots afgebeeld terwijl ze op een leeuw staat, terwijl ze volgens een interpretatie juist haar heilige huwelijk gaat vieren met de stormgod. Ze heet hier Hepatoe. De leeuw keert bij de Grieken terug in de verhalen over de werken van Hercules als Nemeïsche leeuw, die door Hercules wordt gedood voor zijn huwelijk met Hebe, de Griekse Hebat. In de bijbel wordt de Hittitische Bathsjeba ('Dochter van Sjeba') geroofd door David, wiens daden in bepaalde aspecten overeenkomen met die van de Hittietische storm- en oorlogsgod. Zij wordt echtgenote van Uria genoemd, een verwijzing naar de Hoerrieten. Graves merkt op dat Hercules gelijk kan worden gesteld met Zeus Zabazios. Ook de naam Zabazios is etymologisch aan Hebat verwant.
Tot Hebats hofhouding behoorden ondermeer de androgyne godheid Kubaba, de godin van Carchemisj, de god Adamma, die een androgyne eenheid vormde met Kubaba, Isjtar, de godin van oorlog en liefde en Isjara, de godin van de medicijnen. De twee godinnen die op de afbeelding uit Hattusa op de adelaar staan, zouden gezamenlijk de godin Alanzu kunnen vormen. Ze symboliseren mogelijk de twee seizoenen. Sauska wordt afgebeeld met haar twee musicerende bedienden.
In Lydië heet ze Hipta; ze is de voedster van Bacchus of Dionysos, en ega van Zeus Sabazios.


Hebe. 'Jeugd'. Godin van de jeugd; schenkster der goden in Griekenland. Ook Dia of Ganymede (Ganymeda). Gevleugelde Hebe, de schenkster van de Olympus, brengt nektar en ambrozijn naar de goden. Daarmee behielden de goden hun eeuwige jeugd. Haar Latijnse naam is Iuventas. Zij schonk de goden op de Olympus de nektar, een verjongingsdrank, het levenswater dat het eeuwige leven schonk. Ze heette de 'bekerdraagster' van de goden. Ze werd afgebeeld met in haar handen de beker die de drank der onsterfelijkheid bevatte. Hebe was in de Griekse godenwereld de dochter van Zeus en Hera. Haar broers waren Ares en Hephaistos. Nadat Ganymedes Hebes functie op de Olympos had overgenomen, werd Herakles haar echtgenoot. Herakles werd via een imitatie van een geboorteritueel een zoon van Hera; hierdoor is Hebe een zuster van haar man.
Hebe wordt ook wel geïdentificeerd met haar moeder Hera. Ze wordt bijvoorbeeld genoemd als parthenogene moeder van Ares en Eris, toen zij een slakrop aanraakte; dit kan ook echter Hera zijn geweest toen zij een bloem aanraakte. Ze is misschien te beschouwen als het maagdelijke aspect van een triadische godin.
In Phlious en Sicion werd ze Ganymeda of Dia ('heldere' of 'hemelse') genoemd. Dia kan ook worden geïdentificeerd met Hera. Dia werd genoemd als de eerste vrouw van Ixion, die later huwde met Nephele, een wolk in de gedaante van Hera. Ook werd Dia ooit verleid door Zeus in de gedaante van een hengst.
In de Orphische hymnen komt een Hipta (aardmoeder) voor, die werd geassocieerd met de wijn- of biercultus van Dionysos of Zeus Sabazios. Sabazios wordt wel beschouwd als een andere naam voor Hebe of de Hittietische of Hoerrietische Hepa, Hepit, Hebat of Hepatoe. Hipta huwde de Hittietische stormgod, die te vergelijken is met Hercules. Op een Hattische afbeelding in een rotsreliëf werd Hipta afgebeeld staande op een leeuw, tijdens haar huwelijk met de stormgod. Dit komt overeen met het huwelijk van Hebe met Hercules, die ritueel wordt herboren in het hol van de Nemeïsche leeuw die hij heeft gedood.
Hebe is via deze Hittietische godin ook wel gelijkgesteld aan Eva (Chawwa), de 'Moeder van alle leven'. Eva stond juist op het punt onsterfelijkheid te verwerven voor haar en Adam toen ze uit het paradijs werd verdreven, zoals Hebe niet langer op de Olympus mocht wonen. Eva heeft ook overeenkomsten met Hera, een ander aspect van dezelfde godin; beiden beheren ze een tuin met een heilige boom, die wordt bewaakt door een slang.
De eerste juni was een feestdag voor Hebe; ze werd dan geëerd tegelijk met Juno of Hera. Ook 25 december ontving ze offers en gebeden, tegelijk met ondermeer Athene, Hestia en Moira.







home: www.nissaba.nl/godinnen