BESCHRIJVINGEN

Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.


Hekate. Hecate was een aardgodin en een maangodin. In de laat-antieke tijd werd ze geïdentificeerd met de maan. Ze was beschermster van de geboorte en het moederschap; als voedster van de kinderen heette ze Kourotrophos. Ze had een rol als verlosser en in verband met loutering (Hekate Soteira). Ze werd maagd genoemd. De diverse bronnen waarin ze werd genoemd, geven bij elkaar een tegenstrijdig beeld van Hecate als weldoenster tegenover een als kwaardaardige tovenares. Als godin van de doden was ze gevreesd en gevaarlijk. Ze kon zowel straffen als belonen, en ze was verantwoordelijk voor zowel het slagen als het falen van ondernemingen. Ze was meesteres van nachtwegen en kruisingen, waar ze de weg wijst. Ook gold ze als beschermster van heksen en tovenarij, en als heerseres over mensen die niet zijn begraven. Van belang in haar verering waren de mysteriën die voor haar werden gehouden, waarin de inwijdelingen het pad naar de kennis hoopten te bereiken.
Hekates betekenis als maangodin blijkt uit het feit dat in de Griekse kalender, die werd gerekend in maanmaanden, de eerste dag van elke maand aan haar was gewijd. De eerste dag van de maand, de noumenia ('nieuwe maan') was de nieuwe maan, als de maan weer aan een nieuwe cyclus van haar fasen begon. Tijdens noumenia werd wierook gebrand. In Macedonië stond Hekate centraal op 8 januari, de dag die was gewijd aan de vroedvrouwen.
Als Kleidophoros droeg ze de sleutels naar de onderwereld; Propylaia verwees naar haar functie als degene die bij de poort stond. Als Limenoskopos bewaakte ze de drempel, limen. Haar titel Phosphoros betekende 'Draagster van het licht'; ze droeg de fakkels die haar volgelingen de weg toonden. Haar bekendste rol als gids is als zij Persephone terugbrengt vanuit de onderwereld naar de aarde. Hekate komt in deze mythe overeen met de Ugaritische 'fakkeldraagster van de goden' Shapat of Shapash, die Anat hielp in het terughalen van Baäl uit de onderwereld, om zijn lichaam te kunnen begraven.
Walker wijst op overeenkomstige aspecten van de Azteekste Tlazoltéotl.
Over haar afstamming in de mythologie bestond weinig eenheid. Hesiodus noemde haar een dochter van Asteria en Perses, Museaus noemde Asteria en Zeus. Euripides noemde Leto als haar moeder. Deze verhalen stemmen in zoverre overeen dat de namen van deze godinnen Griekse vormen zijn van de Fenicische of Syrische godin, Athirat ('Vrouwe') of Elat ('godin') (ook Al-laat). Ook de oergoden Nyx (nacht) en Erebos (avond) werden als haar ouders genoemd.
Over Hekates verering bestaat weinig materiaal. Het meeste is gebaseerd op inscripties. Deze zijn gevonden in een wijd verpreid gebied, in Klein Azië, Griekenland en Sicilië. Ze was voor de Grieken van grote betekenis. Ze heeft ondermeer een kleine rol in de Eleusinische mysteriën, als degene die Demeter vertelde waar haar dochter was gebleven. Ook in Hesiodes' Theogonie en in de homerische Hymne voor Demeter heeft ze een positieve rol. Ze had ook een rol in de mysteriën van Samothrake en Aigina. In Karia, in het zuidwesten van Klein-Azië, was ze de voornaamste godheid; hier en in Ionia waren Hekataia en Hekataios populaire persoonsnamen. Misschien verspreidde haar cultus van hieruit rond de zesde eeuw naar Griekenland. In de traditie rond de Chaldeese orakels, vanaf de tweede eeuw, had ze een rol als verlosser. Hekate was verder van belang in Mycene.
Hekate Trivia, met drie hoofden en zes armen. Op haar hoofden draagt ze een korf, in de handen houdt ze twee zwaarden, twee zwepen en twee fakkels. Ze wordt geflankeerd door twee slangen, die zich kronkelen om een stok. Als godin van de driesprongen wordt ze Trivia genoemd. Zij wordt wel afgebeeld met drie hoofden en zes armen, gezeten op een steen. op haar drie hoofden draagt zij een korf of mand. In haar zes armen draagt zet twee zwaarden, twee zwepen en twee fakkels. Bij haar voeten kronkelen zich twee slangen rond een stok. Andere namen zijn Tricephalus, Triceps (driehoofdige), Triformis of Triodia. Dit kan in verband staan met haar verering op driesprongen of met haar functie als drievoudige maangodin. Op het graf van een Romeinse vrouw staat vermeld dat zij was in gewijd in het 'drievoudig mysterie' van Hekate. Wat deze drievoudigheid precies inhield, is niet bekend. Kruispunten golden vaak als een plaats waar verschillende werelden samenkwamen, zoals de spirituele en de fysische wereld, of de wereld van de mensen en die van de goden. Dankzij haar kennis waren de ingewijdenen in staat de juiste weg te kiezen. Met haar fakkel verlichtte ze de weg naar de kennis voor de inwijdelingen.
Haar afbeelding met drie hoofden duidt soms op haar betekenis op driesprongen, maar ook op haar betekenis als personificatie van de drie seizoenen; haar hoofden van leeuw, slang en hond verwijzen naar de sterrebeelden waarin de zon opkomt in de verschillende seizoenen. De hond verwees naar de honddsster, Sirius. Hecate huilde soms als een hond. Ze verzamelde gif op kerkhoven.
Ook wordt naar haar verwezen met de namen Allermooiste of Vriendelijke, gebruikelijke namen voor godinnen van de onderwereld. Ze wordt vergezeld door een hond.
Attributen: toorts en zwaard; zweep; strikken; soms heeft ze een nest slangen in het haar. Kruiden: papaver, mandragora. Ze heet Kleidophoros als draagster van de sleutels van de onderwereld. Hekate had een rol als bemiddelaar tussen de levenden en de doden.

Hecate was een tovenares, die Circe en Medea in deze praktijk had onderricht. Ze werd vooral vereerd op driesprongen, die golden als het trefpunt van geesten. Hier werden honden, lammeren en honing aan haar geofferd. Voor Hekate werden op de laatste drie dagen van de maand maaltijden klaargezet voor haar en de schimmen, die haar begeleidden.
Haar gevolg bestond uit blaffende honden en schimmen uit de dodenwereld. Voor hen werden 'met afgewend hoofd' op de laatste dag van de maand honden geofferd, en ook brood, kaas en eieren. De offers werden 's nachts gebracht, op verlaten plaatsen, en achtergelaten voor de wie 's nachts leefde, wilde dieren, bedelaars etc. Ook de Furiën of Erinyen behoorden tot haar gevolg.
In latere tijden werd Hecate, beïnvloed door de oosterse cultuur, geassocieerd met tovenarij en magie, en gingen de bloedzuigende lamiae en strigae tot haar gevolg behoren. Hecate wordt in oude gebeden wel Koningin van de nacht of Vijandin van de zon en Vriendin van de duisternis genoemd. Men zei dat ze verscheen als de 'ebbenhouten' (zwarte) maan scheen. Maar naast haar duistere kant is zij ook goed in staat om het kwade af te weren. Aristophanis meldt in de vierde eeuw voor chr. dat vooral vrouwen om haar bescherming vroegen bij het verlaten van hun huis. In 485 richt Proclus van Constantinopel een gebed tot haar, kort voor het verbod op heidense godsdiensten door de opkomst van het christendom: Reik mij de hand, ik smeek u, en wijs mijn zoekend hart de goddelijke paden, zodat ik het heerlijk licht zal aanschouwen... etc. Louis Janssen citeert dit gebed als voorbeeld van syncretisme: hieraan is te zien hoe de Hecate-cultus wordt aangepast aan de behoefte aan de nieuwe mysteriegodsdiensten.
Hekate wordt ook wel beschouwd als lid van een triade, samen met Demeter en Kore. Zij is degene die aan Demeter meldt dat haar dochter door Hades is ontvoerd. Een epithet voor haar is Baubo, de vrolijke, obscene grapjes makende oude baker uit de Eleusinische mysteriën.
Hekate werd door de vissers aangeroepen voor een goede vangst.
Tegenwoordig proberen sommigen haar in verband te brengen met de Egyptische Heket.


Heket. Ook Hekit. Egyptische godin, moedergodin, hulp bij de geboorte. Zij werd afgebeeld als kikker, het symbool van leven en herboren worden. In de predynastieke tijd, 3100 v.o.j., werd ze afgebeeld met het hoofd van een kikker, of als kikker, die de kikkergodin representeerde. Haar hiëroglyfteken was het teken voor 'kikker'.
Een mogelijke relatie tussen de kikker en de geboorte is de houding van de kikker terwijl hij zit, die overeenkomt met de houding van de foetus in de baarmoeder. De grote hoeveelheden jonge kikkers die elk voorjaar verschenen waren het eerste teken van het wassen van de Nijl, en dus van de terugkeer van de vruchtbaarheid van het land en de natuur. Hekets kikkeramulet draagt de tekst 'Ik ben de wederopstanding'. Deze amuletten werden aan mummies meegegeven, als hulp bij hun wedergeboorte.
Heket is wel in verband gebracht met de Griekse voedster of vroedvrouw Baubo en met de Soemerische Bau of Baba.
Heka of Hekau zijn de 'Machtige Woorden' waarmee de doden hun weg door het hiernamaals konden vinden, door ze van buiten te kunnen reciteren.


Hel. Noorse Godin van het dodenrijk Helheim. Ze heet ook wel Hella, Holla of Holda, Hilde, Helle, Hol, Hulda etc. De Gothen noemden haar Halja. Een andere naam is Nifl ('nevel'). Er is ook wel gesuggereerd dat Nehallenia een variant van Hel is. Ze was de dochter van de god Loki en de reuzin Angerboda. Haar kinderen waren de slang Midgardsormr en de wolf of hond Fensir. Ze was half wit en half zwart. De ekster was aan haar gewijd. Hel bezat een oog van vuur waarmee ze alles kon zien; stervelingen konden niets voor haar verborgen houden. Dit oog werd wel gesymboliseerd door een diamantvormig teken met hierin een kruis. Hels geheime land werd wel 'rozentuin' genoemd. Dit was het dodenrijk Niflheim.

De grote wereldboom, de es Yggdrasil, had drie reusachtige wortels, waarvan er een zich uitstrekte over het dodenrijk Niflheim. De boom werd verzorgd door de nornen. Hels naam Nifl verwijst naar haar functie als bewaakster van het dodenrijk. Niflheim is te vertalen als 'huis van nevel' of 'huis van duister'. Het is een van de negen werelden uit de Noorse mythologie. In Niflheim ontspringen de elf of twaalf rivieren, de Elivagar, waaruit het leven ontstond. Nifls kinderen waren de Niflungar of Nibelungen; zij waren de geesten van de voorouders, die als zwartgekleurde schaduwen leefden in het rijk van Nifl.
Er is verwantschap met de nephilim, de bijbelse vooroudergeesten. In de Joodse traditie stammen de nephilim uit het geslacht der reuzen, evenals Hels moeder Angrboda. Ook is Nifls naam verwant aan Nephele, een manifestatie van Hera als wolk. Beide namen zijn te vertalen als mist, wolk of duister. Ons woord 'nevel' is erin te herkennen. Ook door de overeenkomsten tussen de tuin der Hesperiden en aspecten van het rijk Niflheim wordt verwantschap van Hel met Hera zichtbaar.
Hier in de onderwereld kon men de geheimen der vrouwen leren, zoals de magische betekenis van de runen. Volgens de mythe offerde Odin een oog en hing hij negen nachten aan de boom voor het verkrijgen van deze kennis. In het bomenalfabet van de druïden vertegenwoordigde de es de N of nion, wat kennis betekent.
De vlier was gewijd aan de Caillegh of Kroon (oude, wijze vrouw): dit was Hel. Deze boom leverde in het bomenalfabet de R (Ruis). De vlier leverde het hout voor de heksenbezem, en stond dan ook bekend als heksenboom. De boom had ook genezende Een takje hulst. Het rode sap van de bessen symboliseerden haar bloed, het teken van vruchtbaarheid. eigenschappen; een herinnering hieraan was het middeleeuwse geloof dat het dragen van een krans van vlierbladeren pijn in de nek verjaagt. Ook de hulst, die de letter T verschafte, behoorde tot Hels rijk. De Engelse naam van hulst, holly, is aan varianten van Hels naam gerelateerd. Het rode sap van de bessen werd vergeleken met het levenschenkende bloed (te zien als menstruatiebloed, ook wel maanbloed genoemd); hierin lag het geheim verscholen van de 'onsterfelijkheid' van deze boom, die het hele jaar door groen bleef. De hulst hoort nu nog tot de standaarddecoratie tijdens het kerstfeest, waarin de eveneens eeuwiggroene den het middelpunt vormt. Het sap van de bessen symboliseerde na de overgang na het christendom het 'bloed van Christus'. Dit is te vergelijken met de wijn van het sap van de druif, die eveneens het bloed van god voorstellen.
Met de 'appels van Hel' wordt het geschenk bedoeld van de onderwereldgodin, die het mogelijk maken onder de aarde te leven.

Hels betekenis is overgeleverd in sprookjes. Mensen die afdalen via een put, komen in haar rijk uit.Via waterputten stond het rijk van Hel in verbinding met de aarde. Walker vermeldt dat putten alom centraal stonden in cultussen waarin de seksualiteit van vrouwen werd vereerd, een gebruik dat in de middeleeuwen nog zo volhardde dat de kerk naar deze heilige putten verwees met de term cunnus diaboli, duivelse vagina. Mensen gingen naar de putten om een wens in vervulling te laten gaan. In Engeland verwijzen nog overal namen naar deze putten, zoals Hellywell, Holywell, Helen's well, en ook Brideswell of Morgans well, naar Hels Keltische tegenhangers Morgan en Brigid.
Onderdeel van de rituelen rond de heilige put was het aankleden van de put. Dit vond plaats op wat nu hemelvaartsdag is, veertig dagen voor Pasen [?]. Het was de dag dat de godin van de onderwereld een zoon baarde. Volgens het volksgeloof in christelijke tijden zou het water in alle putten op kerstavond in bloed veranderen, of ook wel in wijn; wie hiervan getuige was, zou geen jaar meer te leven hebben.
Als Hels moeder wordt wel Angurboda genoemd, de oude of wijze vrouw (hagia of heks) van het IJzeren Woud. Haar vader was de vuurgod Loki. Haar hemelse maanhonden droegen de doden weg. De toegang naar de onderwereld werd bereikt door de hond Garm.

Hel was als universele moeder ook de patrones van de pasgeboren kinderen. Haar taak was deze een naam te geven, iets wat is te vergelijken met het geven van een ziel. Volgens de christelijke kerkleiders zouden niet door de kerk gedoopte kinderen die stierven eeuwig branden in de hel. In het volksgeloof zei men echter dat kinderen die niet naar de hemel konden liefderijk in het rijk van Hel zouden worden opgenomen. Zij werden dan heimchen genoemd, waarmee werd bedoeld dat zij terugkeerden naar huis, naar hun oorspronkelijke moeder.
In het rijk van Hel werden verder degenen opgenomen die stierven van ouderdom of aan een ziekte. Mensen die stierven in de oorlog, kwamen terecht in het dodenrijk van Freija, het Valhalla. Om in Niflheim te komen, kwam men over de weg Helvig, en moest men de hellehond Garm en de bewaakster Modgud passeren. De doden kregen Helsko (helschoenen) aangepast voor hun reis naar het dodenrijk.
Oorspronkelijk zou de 'hel' een heiligdom kunnen zijn dat bestond uit een heilige grot; deze fungeerde als baarmoeder, of als plaats waar de doden werden wedergeboren. Een dergelijke plaats werd aangeduid met het Noorse woord hellir. Het idee om het rijk van Hel te verbinden met het vagevuur verwijst mogelijk naar de betekenis van Hel als vulkaangodin. Gesuggereerd is wel dat haar naam etymologisch verwant is aan de vulkaangodin Pele. In de Duitse legenden komt Hel ook voor als een vuurberg.
In dit verband wordt Hel ook gelijkgesteld aan een oven, met een Latijns woord aangeduid als Infernus, een woord afkomstig van de Romeinse vuurgodin Fornax. Het bakken van brood was een functie van priesteressen, en was een metafoor voor het ontstaan van nieuw leven in de baarmoeder. Aan dit motief wordt in het sprookje van Vrouw Holle nog herinnerd. Ook de naam Brunnhilde uit de Middeleeuwse legenden komt hieruit voort. Brunnhilde is te vertalen als 'brandende hel'. Zij was de aanvoerster der Valkyri, ook wel Hild de Wreker genoemd. Verder komt ze voor als Matabrune, 'Brandende Moeder', die de zonnegod Oriant baart.

In Japan komt de vulkaangodin Sengen voor. Haar vulkaan wordt ook beschouwd als toegang naar de onderwereld. Haar bijnaam Abkai Hehe ('vrouwelijk geslachtsdeel') komt overeen met de naam 'Venusheuvel', in de Middeleeuwen de berg die het onderaardse dodenrijk van Hel herbergde. In de bijbel komt in 2 Kon. 22:14-20 een profetes Hulda voor. Deze vertaling gaf Luther voor de naam Chuledda. Misschien associeerde hij haar met de Germaanse Hulda.


Helena. Grieks Helene De betekenis van haar naam is niet verklaard, hoewel volgens Graves helene het Griekse woord is voor een mand. De Etrusken noemden haar Elina. Op Rhodos werd Helena Dendritis ('van de bomen') genoemd. In Kenchreai en op Chios werd ze vereerd als bronnengodin. Uit rituelen komt naar voren dat de verering van Helena een functie had bij het volwassen worden van vrouwen. In latere tijd kreeg ze een belangrijke rol in de gnostiek. Sommigen brengen de namen van de Ierse Elin of de Nederlandse Nehellenia met Helena in verband.
In de Griekse mythologie was Helena de dochter van Nemesis, die zwanger werd na een ontmoeting met Zeus in de gedaante van een zwaan. Helena kruipt uit haar ei, helemaal alleen. Wit kalkstenen beeldje met sporen van rode verf, uit de vijfde eeuw. Moeders mooiste is ze nog niet, vind ik eerlijk gezegd.Nemesis legde een ei, dat door de herders die het vonden aan Leda werd gegeven, die haar opvoedde. Ook werd wel gezegd dat Nemesis Helena door Leda liet opvoeden. Volgens een andere versie was Leda Helena's moeder. Helena was de zuster van Klytaemnestra en de Dioscuren, de tweeling Castor en Pollux of Polydeuces. De vierling, geboren uit het ei dat Leda legde, waren kinderen van de god Zeus of van de sterveling Tyndareos.
Helena zou een liefhebster zijn geweest van jagen en worstelen. Mannen van Helena waren Theseus, Menelaos, Achilles, de herder-koning Paris en Paris' broer Deiphobus. Paris werd door Herodotus Alexander genoemd.
Hesiodus noemde Helena als dochter van Tethys ('voedster' of 'moeder') en de wereldstroom Okeanos.
Haar kinderen van Menelaos waren dochter Hermione en zoon Nikostratos. Theseus was de vader van haar dochter Iphigeneia. Achilles was de vader van haar zoon Euphorioon. Van Paris kreeg ze een dochter die ook Helena heette, en drie zoons, Bounomos, Aganos en Idaois, die alledrie omkwamen tijdens het beleg van Troje. Haar graf bevond zich in Therapne in Sparta, waar ze gezamenlijk met Menelaos werd vereerd. Al in de voor-Griekse tijd werd Helena op de Peloponnesos vereerd.

Helena is vooral bekend uit de verhalen over de Trojaanse oorlog, waarin ze door de Trojaan Paris naar Troje werd ontvoerd, een gebeurtenis die de Trojaanse oorlog in gang zette. Maar dit is niet de enige ontvoering waarmee zij kan worden geassocieerd. Helena was al eerder ontvoerd door Theseus en Peirithoös; met hun leger vielen ze Lakedaimon binnen, en namen Helena mee, die juist een offer bracht in de tempel van de Rechtopstaande Artemis in Sparta. Bij Tegea werd ze door loting aan Theseus toegewezen.
Omdat Theseus Helena niet mee durfde te nemen naar Athene, liet hij haar achter bij zijn moeder Aithra in het dorp Aphidnai in Attica; zij verzorgde Helena, die naar men zei nog geen twaalf jaar was. Theseus stichtte een heiligdom op een rots bij de plaats Hermione voor Aphrodite Nymphia ('bruid') ter ere van zijn huwelijk met Helena. Het was niet voor het eerst dat Theseus een verovering niet mee durfde te nemen naar de stad waar Athene heerste; al eerder had hij Ariadne van Kreta achtergelaten op het eiland Naxos, uit angst voor de toorn van deze godin.
Theseus zou door zijn huwelijk een band willen verkrijgen met Helena's tweelingbroers de Dioscuren, die toen natuurlijk ook nog geen twaalf jaar waren. Volgens een versie zou Helena haar dochter Iphigeneia aan dit avontuur hebben overgehouden; Pausanias vermeldde dat ze ter ere van haar geboorte op deze plaats een heiligdom stichtte voor de geboortegodin Eileithyia, een bijnaam van Artemis. Maar volgens een ander verhaal vertrok Theseus met zijn vriend Peirithoös naar de Hades, om voor hem Persephone te ontvoeren, die zelf al juist eerder de onderwereld ín was ontvoerd. Dit liep in elk geval slecht af, en Theseus zat lang vast in het dodenrijk. Intussen keerde Helena naar huis terug.
Een andere variant vertelt hoe de Dioskuren met een leger Attica binnenvielen om Helena terug te halen, aldus Theseus' diplomatieke doelstellingen doorkruisend.
Volgens een ander verhaal werd Helena niet ontvoerd door Theseus, maar door Idas en Lynkeus, om de ontvoering van hun verloofden door de Dioscuren, Helena's broers, te wreken. Dat ging om Phoebe, een priesteres van Athene, en Hilaeira, een priesteres van Artemis. De Dioskuren ontvoerden de priesteressen en verwekten kinderen bij hen, toen zij nog geen twaalf jaar oud waren, als de overlevering over Helena tenminste klopt. In Sparta werden de priesteressen de Leukippiden genoemd; aan het dak van hun heiligdom hing het ei waaruit Leda's kinderen werden geboren. Hun beeltenissen in het heiligdom waren gemaakt van ebbehout.
Phoebe is een naam voor Artemis, maar het is ook de naam van de eerste bezitter van het Orakel van Delphi, in de hervormingsliteratuur rond de Trojaanse oorlog de plaats waar Apollo de macht zou overnemen. Maar Helena heeft ook een zuster Phoebe, met Leda als moeder. Ten slotte heet Leto's moeder Phoebe.
In de buurt van dit heiligdom bevond zich ook een tempel voor de geboortegodin Eileithya, die was opgericht door Helena toen ze zwanger was van Theseus. Ze baarde haar dochter Iphigeneia, die ze aan Klytaemnestra gaf voor haar opvoeding.


Behalve met ontvoeringen werd de mooie Helena ook geassocieerd met het huwelijk en vrijers die naar haar hand dongen. Een van deze vrijers was Odysseus, wiens vrouw Penelope beroemd was vanwege de ontelbare vrijers die zij afweerde gedurende de twintig jaar afwezigheid van haar ega, terwijl hij werd voortgejaagd door de huwelijksgodin Hera. Ook Helena's zuster Klytaemnestra werd met vrijerij geassocieerd. Helena's vrijers zworen een eed dat zij de uitverkorene zouden bijstaan tegen mededingers die haar keuze niet zouden respecteren. En terwijl Odysseus later in zijn eentje alle vrijers van Penelope versloeg, verenigden al Helena's vrijers zich tot een bondgenootschap, gedwongen door deze eed, die iedereen verplichtte Menelaos bij te staan in zijn strijd om de ontvoerde Helena terug te halen uit Troje. De vurigste in deze oorlog was echter niet Menelaos, maar zijn broer Agammemnoon, die desondanks een andere thuiskomst wachtte dan Odysseus; zijn vrouw Klytaemnestra was opnieuw getrouwd en moest hem niet meer.

De meeste karakters uit de verhalen over de Trojaanse oorlog zijn te herleiden tot godheden uit de cultuur die aan de Griekse cultuur voorafging. In feite is het een neerslag in mythologische verhalen van hoe de oude godsdienst werd omgevormd tot de wereld van de Griekse goden en godinnen, waarin uiteindelijk de macht wordt overgenomen door Apollo. Helena heeft bijvoorbeeld kenmerken die kunnen worden geassocieerd met Athene, Artemis of Hera. Haar naam brengt Robert Graves in verband met het Griekse woord helene, een mandje. Een mandje speelt een grote rol in de rituelen voor Athene. Volgens een verhaal brengen drie meisjes jaarlijks een mandje naar haar tempel, waarvan niemand weet wat er in zit. Als op een keer een paar meisjes toch hierin kijken, schrikken ze zo van de inhoud dat ze wegrennen en zich van een rots naar beneden storten. Volgens een ander verhaal bevindt zich in het mandje Athenes stiefkind Erichthonius, dat voor de helft een slang is. Een van Athenes namen is Ilias.
In de mythologie weeft Helena een jurk van paarse wol voor haar zuster, die ze op haar graf wil leggen. Paars is de traditionele kleur van priesteressen of koningen. Het wordt wel gezien als een metafoor voor bloed, dat wil zeggen het levensschenkende bloed dat de geboorte van mensen begeleidt. De Fenicische Astarte werd al met deze kleur kleding geassocieerd. De Feniciërs zelf ontleenden hun naam aan deze kleurstof, die zij over de hele bekende wereld exporteerden. De bijbelse 'hoer van Babylon' is een voorstelling van dezelfde godin of priesteres, in haar paarse jurk en met haar beker.
Helena werd ook geassocieerd met een haaroffer voor haar zuster, maar omdat ze niet al te bereidwillig was om haar haar af te knippen, moest haar dochter Hermione dat uiteindelijk doen. Haaroffers werden ook gegeven voor Athene Hygeia, die werd vereerd in Sykion, en op het eiland Paros. Haaroffers zijn ook genoemd in verband met de godin in Syrië, waar het haaroffer werd gegeven als alternatief voor het verrichten van seksuele handelingen in de tempel voor de godin. Het haaroffer was verder verplicht als onderdeel van rouwrituelen. Pausanias beschrijft een afbeelding waarop Helena voorkomt met Aethra, de moeder van Theseus, met kaalgeschoren hoofd.
Euripides beschrijft hoe Helena door Apollo in een wolk wordt veranderd en mee wordt gevoerd naar de hemel. Voortaan maakte ze deel uit van het godenpantheon, waar ze zat naast Hera en Hebe. Ze werd, samen met haar broers Castor en Pollux, beschermster van de zeelieden. Door deze vlucht naar de hemel ontkwam Helena aan de wraak van Orestes en Pylades, die haar wilden ombrengen, omdat ze haar schuldig hielden voor het feit dat zijzelf ter dood waren veroordeeld. Orestes en Pylades zijn zelf een literaire vorm van Apollo en diens boezemvriend Hermes.
Het was niet voor het eerst dat Helena met een wolk werd geassocieerd. Volgens een alternatief verhaal over de oorlog met Troje vaarde Helena eerst met Paris naar Egypte. Daar werd zij vastgehouden door de farao Proteus, die Paris zonder het te weten een wolk meegaf die de gedaante had van Helena. Deze verhaalelementen herinneren aan Hera's alter ego, de wolk Nephele. Herodotus brengt een tempel in de omgeving van Memphis voor Aphrodite Xeinia ('Vreemdelinge') in verband met Helena. Deze Aphrodite is dezelfde als de Fenicische Astarte.
De Syrische godin Aphrodite en Helena hebben ook de manier waarop ze werden geboren gemeenschappelijk. Aphrodite werd geboren toen een ei uit de hemel in de Eufraat viel. Het werd door vissen naar de kant gebracht en door duiven uitgebroed. Dit verhaal verklaart eens te meer waarom de Syriërs geen vis en duiven eten, omdat ze deze vereenzelvigden met hun godin. Zowel Aphrodite, Astarte als Helena zijn beschermgodin van de zeelieden.
Toen het Paard van Troje de stad werd binnengereden, deed Helena zo goed de stemmen na van de vrouwen van de mannen die zich in het paard hadden opgesloten, dat zij bijna werden misleid en te vroeg uit het paard kwamen.

Er zijn verschillende verhalen over de gebeurtenissen na Helena's terugkeer. Volgens een versie keerde ze terug naar Menelaos, en zij werden in Sparta als goden vereerd. Helena's neefje Orestes smeedde plannen om haar, geholpen door zijn vriend Pylades, te vermoorden, omdat hij haar de schuld gaf voor zijn ter dood veroordeling, vanwege de moord op zijn moeder Klytaemnestra. Deze plannen werden echter verijdeld, en uiteindelijk trouwde Orestes zelfs met Hermione, die hij eerder trachtte te gijzelen en vermoorden.
Naar Helena zijn een aantal plaatsen genoemd, onder andere een eiland bij Attica en een stroom met zout water in Corynthe, bij Cencreae, die vanuit een rots in de zee stroomt.


Heliaden. Ook Heliades. Zij zijn de dochters van Klymene en Apollo Phoebus, de zon. Er is sprake van drie of vijf. De oudste noemde Ovidius Phaethusa, de volgende Lampethia. Hun broer was Phaeton. De Heliaden rouwden toen hun broer door zijn onverstandige gedrag uit de zonnewagen van vader viel en in zee stortte. Volgens sommigen werden ze verteerd door schuldgevoel, omdat zij degene zijn die de paarden voor de zonnewagen inspannen. Zij leven eeuwig voort als populieren, goudkleurige tranen van hars wenend, de kleur van het zonlicht. Hun tranen verharden in de hete zon, en veranderen langzaam in barnsteen, het kostbare gesteente dat de brandende zon gevangen houdt. Barnsteen betekent eigenlijk 'brandende steen'.
Ovidius noemde hun tranen een 'nutteloos geschenk'. Hij beschreef hun verdriet, waarbij de dochters van de zon zich op de borst sloegen, daarbij tevergeefs om hun broer roepend, die zijn zusters toch niet meer kon horen. Klymene trachtte haar dochters te bevrijden, maar door het beschadigen van de hars raakten ze gewond en begonnen te bloeden.
Ook de mannelijke afstammelingen van de zon werden Heliaden genoemd. Als kinderen van Rhodos en de zon werden de volgende Heliaden genoemd: Actis, Candalus, Cercaphus, Electryone, Macareus, Ochimus, Tenages en Triopas. Kinderen van Clymene waren: Aegiale, Aetheria, Dioxippe, Merope, Phaeton, Lampethia, Phaethusa en Phatusa.
Verder komen nog voor een Astris, Aegle (heldere), Helie (helder) en Phoebe (heldere). Al hun namen verwijzen naar de zon of het licht. Sommigen van hun namen komen ook voor als dochters van Helikonis (de Thespiaden). Phoebe is een naam voor Artemis.
Phaeton is een van de vele voorbeelden van zonnehelden die omkomen nadat ze met hun hitte de aarde hebben verschroeid.
Astris huwde de rivier Hydaspes; haar zoon Deriades werd koning van India.
In Trier bestaat een christelijke heilige met de naam St. Heliada; ze wordt ook St. Helena genoemd.


Helike. Ook Helice; Eliki. Als het sterrenbeeld Helike (de Grote Beer) heette ze ook Metgezel van reizigers.
Een Helice werd genoemd als boomnimf, een hamadryade; zij was voedster geweest van Zeus. Haar vader was Oleon. Ook wordt een hamadryade genoemd als moeder van Merope, met Oenopion als vader.
De bekendste Helike was gehuwd met Ion, zoon van Kreusa, de dochter van Praxithea en Erechtheus, het pleegkind of kind van Athene. Ion werd bij Kreusa in een grot door Apollo verwekt, maar deze god maakte Xouthos wijs dat hij de vader was. Door Ions huwelijk met Helike kon Ion de opvolger worden van Helikes vader Selinus, de koning van Aegialus.
Helikes dochter was Bura. Naar haar is de rivier Buraicus genoemd. Een andere rivier in dit gebied was de Selinus, naar Helikes vader. Andere kinderen waren Aiclups, Cothus en Ellops.
Ion werd ook genoemd als een zoon van Hellen, de zoon van Pyrrha en Deukalion, de enige overlevenden van de vloed die alle mensen vernietigde.
In Corynthe lag een naar Helike genoemde stad die was verzwolgen door een aarbeving die de aarde onder de stad openscheurde, en vervolgens na een vloedgolf onder de zeespiegel verdween. Ondermeer Pausanias vermeldde dat ruïnes of resten van de waterstad eeuwen later nog zichtbaar waren onder de waterspiegel, maar uiteindelijk verdween de stad volledig onder het zand. Helike was de hoofdstad van Achaia (Aegion) aan de golf van Corynthe.
In het jaar 2000 is in dit gebied een stad ontdekt. Deze was geheel onder de aarde verdwenen. Dit zou Helike kunnen betreffen. Het opgravingsterrein is iets meer landinwaarts dan verwacht, door het dichtslibben van de lagune. De stad was verwoest in het jaar 373 v.o.j. De archeologen hebben hier ook nog een oudere laag ontdekt, waarin al 2000 jaar eerder ook een verzwolgen stad werd gevonden.
In de naar Helike genoemde stad werd de Helikonische Poseidon geëerd. Deze god was verantwoordelijk voor aardbevingen en vloedgolven. In de Ilias werd Poseidon door Homerus 'Heer van Helike' genoemd. Poseidon was degene die het paard Pegasus naar de zonneberg de Helikon stuurde toen deze gevaarlijk begon te groeien door het gezang der muzen. De Helikon lag aan de overzijde van de Corynthische Golf, in Boeotië.
De Grieken gaven de naam Helike aan het sterrenbeeld dat wij de Grote Beer noemen. Hierdoor wordt ze geassocieerd met de nimf Kallisto, die eveneens als dit sterrenbeeld aan de hemel was geplaatst. De poolster heette de as van Helice; deze naam verwijst ernaar dat de nachtelijke sterrenhemel rond de sterren van de noordelijke hemel lijken te draaien. Aan de hand van de Grote Beer is de poolster aan het firmament op te sporen. Omdat de noordelijke sterren het hele jaar door zichtbaar zijn, fungeren ze ook als een sterrenklok. Griekse schrijvers vestigden er de aandacht op dat de schippers van Achaia hun richting bepaalden aan de hand van Helike, terwijl de Feniciërs van Sidon hiervoor de Kleine Beer gebruikten.


Helikonis. Grieks. Ook Heliconis of Helikones. Moeder van Phalis, van vader Herakles. Heliconis was een van de vijftig Thespiaden, de kinderen van Megamede en Thespias. Al deze dochters werden zwanger van Hercules tijdens diens gevecht tegen de leeuw van Cithaeron die het gebied rond de Helicon onveilig maakte. Deze prestatie werd door sommigen wel Hercules' dertiende werk genoemd. Maar Megamedes prestatie van het baren van vijftig dochters in vijftig nachten mag nog wel groter worden genoemd. Haar naam is dan ook te vertalen als 'Grote heerseres'.
De Helikon of Heliconis is de heilige berg aan de Corynthische Golf in Boeotië waarop de muzen wonen. De muzen werden ook wel de Thespiaden genoemd. De muzen worden beschouwd als inspiratiebron voor mannelijke kunstenaars en wetenschappers.
Hesiodus' Theogonie wordt geopend met het aanroepen van de muzen. Vervolgens wordt beschreven hoe zij dansen op de Helicon, rond het altaar van Kronion (Kronos). Zij baadden in het heilige water van de Permessos of de Hippokrene, de heilige bron van het paard.
De werkelijke inspiratie van de muzen komt overeen met die van de hindoeïstische Shakti, de vrouwelijke energie, die via seks wordt overgedragen. Het verhaal van Hercules' gemeenschap met de Thespiaden verwijst naar deze betekenis. De fallische Eros aan de voet van de berg, waar de bewoners van de berg hun seksuele rituelen beoefenden, past in deze traditie. De combinatie van seksuele kracht en een belangrijke zang- en danstraditie bestaat in deze tijd nog steeds bij de Hindoeïstische tempeltraditie van de devadasi's, in dienst van de godin Yellama, en gewijd aan Shiva (deva), de fallische beschermgod van de dans. Ze komen overeen met de Cambodjaanse apsara's.

Op de christelijke Heiligenkalender komt een heilige Helikonis voor, op 28 mei (ook Helconides of Heliconides). Helikonis trok van Thessaloniki naar Korynthe, waar ze de leer van Jezus wilde verkondigen en tegen het vereren van 'afgoden' wou preken. Ze werd gedwongen om Aesculapius te eren. Omdat ze dit deed werd ze gemarteld en in een vuur geworpen. Het bloed dat uit haar lichaam stroomde, doofde de vlammen, en Helikonis brak de beelden in de tempel. In de gevangenis werd ze verzorgd en genezen door Jezus en de aartsengelen Gabriël en Michaël, tot ze ten slotte met een zwaard werd onthoofd. Helikonis stierf als martelaar in het jaar 244.
Helikonis werd de moeder van Phalis of Phalias genoemd; deze naam lijkt op Pales, volgens sommige legendes de naamgever van de Palestijnen of Filistijnen, ook volgens bepaalde verhalen een ezel. Jezus, de brenger van het licht, die als verlosser identiek is aan Simson, bereikte Jeruzalem reizend op een ezel. In Rome werd op 15 januari een nieuwjaarsfeest gevierd met de naam Feest van de Ezel, voor Vesta of Diva Palatua, de godin van de haard of het vuur. Demeter vertoont karakteristieken van een zonnegodin als ze zich net als Samson boos terugtrekt in een grot, waar ze de gedaante aanneemt van een paard. Door haar woede verdrogen de gewassen, zoals het koren in Palestina door Samsons woede verbrandt.

Volgens de overlevering zou de bron Hippokrene zijn geslagen door het paard Pegasus, nakomeling van Medusa en Poseidon, die hier met zijn hoeven in de grond sloeg. Dit gebeurde na een zangwedstrijd tussen de muzen en de Piëriden (ook een benaming voor de muzen). De Piëriden zongen zo erbarmelijk vals dat de lucht verduisterde. Toen zongen de muzen, en iedereen hield stil om naar hun prachtige gezang te luisteren, ook de natuurkrachten en de rivieren. De Helikon begon te zwellen, en na enige tijd begon Poseidon zelfs bang te worden dat hij tot de hemel zou reiken. Hij stuurde Pegasus om hier iets aan te doen; deze beëindigde de groei van de berg door zijn hoefslagen, maar veroorzaakte hierdoor het ontspringen van de heilige bron.
Pegasus trok in het dagelijks leven de wagen van de zon Helios, of van de dageraad Eos. Juist dit paard kon invloed op dit probleem uitoefenen omdat de berg zelf ook betekenis had voor de verering van de zon, zoals blijkt uit de aan Helios verwante naam Helicon. Helikonis is een naam die in verband staat met de zon of met de berg.
Dit verhaal vertoont verwantschap met het verhaal van de bijbelse Simson, de laatste der rechters (Rechters 15). Simson of Samson is een verbastering van Sjamasj, de zonnegod in het Westen van Syrië, vooral in Palestina en wat nu Libanon is.
Samsons kracht was zo verwoestend dat de Palestijnen of Filistijnen hem trachtten te binden, wat pas lukte nadat Delila het geheim had ontdekt dat dit mogelijk maakte. Terwijl de touwen van vlas waarmee de Filistijnen Simson trachtten te binden verteerden door de hitte die van hem uitging, sloeg Simson duizend Filistijnen dood met de kaak van een ezel.
Vervolgens wierp hij de kaak weg, en noemde de plaats waar deze neerkwam de Hoogte van Lehi. Op deze plaats, of uit deze benen, ontsprong een bron, Bron van de Roeper genaamd, daar god gehoor zou hebben gegeven aan Simsons roep om hulp. De naam Lehi doet enigszins herinneren aan de bron van Lethe, of de bron der Vergetelheid, die behoorden tot het orakel van Zeus Trophonios. Ook bevond zich hier de bron van Mnemosyne (herinnering), de moeder van de muzen.
Samsons bezoek aan een prostituee betreft dezelfde heilige seks als die van Hercules met de Thespiaden.
De ezel staat vaak in verband met zonneverering. Zo had volgens een Arabische legende de zonaanbidster Sheba ezelshoeven.

In de cultus van de zon komen vaak bronnimfen voor, die het water halen uit de heilige bron. Voorbeelden hiervan zijn de Romeinse Camenae en de Griekse Vestaalse maagden. Hoewel in het verhaal van Simson geen vrouwen met deze functie werden genoemd, wordt soms Delila, de vrouw die Simson voor elfhonderd zilverlingen aan de Filistijnen verkocht, herleid tot de waterdraagster. Haar naam is te vertalen als '(haar) emmer', ofwel de emmer of vaas van de waterdraagster. Het sterrenbeeld waterman heet in de joodse mythologie de Emmer, DLY; dit is de kan waaruit het levenswater wordt geschonken. Deze kan was al een eeuwenoud embleem van de godin die het leven schonk.
In de Ugaritische mythe 'Baal krijgt een huis'komt een Tallya (Tatallya) voor. Haar naam is te vertalen als 'dauw' of 'vochtig'.
Hercules huwde de Griekse bekerdraagster Hebe na het doden van de Nemeïsche leeuw; Delila, haar Filistijnse equivalent, huwde Samson, de joodse Hercules, die eveneens een leeuw had gedood. Ook Helikonis had een seksuele relatie met Herakles, waaruit Phalis voortkwam, wiens (wier?) naam voortleefde in de Filistijnen.


Hemelkoningin.