Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.
Ashnan. Ook Asjnan. Soemerische graangodin. Ze is te identificeren met Ashratum, wat de oudst bekende vorm van de naam van de Semitische godin Asjera is.
Asia. Griekenland. Prometheus wordt genoemd als haar echtgenoot en als haar kind. Ook Iapetos wordt genoemd als Asia's echtgenoot. Zij zijn de ouders van Prometheus, Epimetheus, Atlas en Menoitios. Asia werd ook Klymene genoemd.
Asia was een zeenimf, dochter van Tethys en Oceanus. Door Herodotus genoemd als naamgeefster aan een van de werelddelen; de andere godinnen die hun naam aan een werelddeel gaven waren Europa en Lybia (Noord-Afrika).
Asia. Islamitisch. Asia, Assyya of Assyia wordt in de koran en hadith genoemd als de vrouw van de Pharao. Zij nam het kind Mozes op in de familie. In de bijbel wordt deze rol vervuld door de dochter van de farao, door Josephus Thermutis genoemd, de Griekse naam voor de Egyptische graangodin Renenutet. De naam van de Egyptische vrouw van Joseph in de bijbel is Asenat. In de joodse haggada (legenden) is Asenath de dochter van Dina en Shechem. Dinahs broers wilden het meisje vermoorden, omdat Dina en Shechem niet getrouwd waren, maar Jacob legde haar te vondeling onder een doornbos, en ze werd door een engel naar Egypte gebracht.
Zowel de naam Assyia als Asenat zijn verwant aan Aset of Ayshee, de Egyptische uitspraak van het Griekse Isis, die in latere Egyptische tijd net als Renenutet een graangodin en voedstergodin was. De naam Joseph werd in Egypte geschreven met de hiëroglyf die ook voor de oude farao Djoser werd gebruikt.
Isis werd in de Syrische woestijnstad Petra vereerd door Arabieren, die haar gelijkstelden aan Al-laat. Haar zoon en metgezel heette hier Dushara, die werd gelijkgesteld aan Osiris. Zowel de Egyptische Osiris als de Arabische Dushara werden door de Grieken en Romeinen gelijkgesteld aan Dionysos of Bachhos. Dionysos had een functie in de graanrituelen voor Demeter, de Griekse vorm van Isis.
Asjera. Ook Ashera of Asherah; Aherah. Geboortegodin en hemelgodin van de Feniciërs en de Israeliten. Met haar naam wordt verwezen naar de boomstammen die in de Semitische godsdienst als de godin werden vereerd. Asjera betekende ook vijgeboom. De naam komt van een woord dat 'rechtop' betekent. Het kan ook 'vrouw' of 'heerseres' betekenen. Ook wordt het in verband gebracht met het Oud-Iraanse 'asja, 'Universele wet', te vergelijken met de Romeinse ius naturale.
Het woord 'Asjera' in het Oude Testament wordt vertaald als 'bos' of 'boomstam'. Het heilige bos vertegenwoordigde de geboorteplaats van alles; het was een voorstelling van de genitaalstreek van de godin. De Hebreëers vereerden de godin vooral in deze heilige bossen, zoals ook uit de bijbel blijkt. Dit bos heette Athra qaddis, 'heilige plaats'; volgens Walker werd hiermee ook de vulva aangeduid. De letterlijke vertaling is 'goddelijke hoer'.
Asjera Yam was de godin van de geboorte, beschermvrouwe van de vissers en schippers en godin van de zee (vooral aan de kust). Ze was ook godin van de wijsheid; in wijsheid was ze 'heerseres der goden'. Ze werd vereerd in Fenicië (Ugarit) door de Kanaänieten, in Palestina en door de Hebreeërs.
Vormen van haar naam waren Athirat (Hebreeuws: Ugarit), Atharat of Athirat, Athra of Aethra, Athyr, en ook het Egyptische Hathor. Walker vermeldt dat ze in Egypte ook voorkwam als Asjesj, een oude vorm van Isis; ze had hier de functie van wetgeefster. Asjesj is zowel te vertalen als 'uitgieten' als door 'verschaffen'; dit is de functie van haar borsten. Een heiligdom in Thebe heette Asjer, Asjrel of Asjrelt.
Namen waaronder zij bekend is zijn Asjera Yam (vrouwe van de zee), Chawwa (Eva = leven; ook in verband gebracht met Aramees Chiwja = slang), Thanit ('vrouwelijke slang'), Dat ba'thani (vrouwe van de slang, Sinai), Labi'atu (leeuwenvrouw), Rabat Chawat ´Elat, (Grote vrouwe Eva de godin), vrouwe van de sterren, hemelkoningin, hemelgodin. Rabat ´Athirat Yam (Grote vrouwe die over de zee loopt); Qnyt. ilm of qaniyatu ´ilima (voortbrenger van de goden) (Kanaän). Rabbatu was de vrouwelijke vorm van Rabbi. Haar titel Elat (Semitisch voor 'godin') ligt aan de basis voor de naam van de Griekse Leto of Leda, de Etruskische Leta en de Romeinse Latona. 'Elat brengt haar ook in verband met de door de eveneens Semitische Arabieren vereerde Allat die Mohammed uit het heiligdom in Mekka verwijderde.
In Soemerië werd ze Asjnan (kracht van alle dingen) of Asjratoem genoemd. Athirat (Akkad), Ashirta (Amorieten). Turkooizen (hemelsblauwe) Vrouw. Vrouw van het bos. Patai laat zien hoe in de Hebreeuwse Sjekina de gedachte aan Asjera voortleeft.
Als haar metgezel wordt in Kanaän de stiergod El genoemd. Ze is een van de twee vrouwen uit een Oegaritische mythe van de -14e eeuw, die trouwen met de stiergod El. El slaat hen vanuit de verte gade als zij op een dag met haar begeleidster haar kleren wast in de zee, en vraagt hen of ze zijn dochters of zijn vrouw willen worden. Zij worden zijn vrouw. Na het heilig huwelijk tussen El de 'Stier' en Asjera als de 'heilige koe' baart zij zeventig kinderen, allen goden, waaronder de hemelse tweeling Sjaher (ook Sjar of Shachar), de ochtendster, en Sjalem of Shalim ('Vrede' of 'zonsondergang', de avondster). Zij bouwen een heiligdom in de woestein, waar ze gedurende acht jaar wonen. Asjera werd ook zelf geassocieerd met de planeet Venus. De vrouwen worden niet met name genoemd, maar uit de mythe waarin voor Baäl een huis wordt gebouwd wordt Asjera genoemd als moeder van zeventig kinderen.
De mythe is een voorloper van de Griekse mythe over de ontvoering van Europa. In Israël was Yahweh haar wederhelft.
Haar attributen zijn de slang, de vijgeboom (sycamore), lelie, leeuw, duif, geit, ezel, caduceus (vooral als Thanit), zon en halve maan (ook omgekeerd als hemel).
De vroegste inscriptie waarin Asjera werd genoemd was een Akkadische tekst die dateert van 1750 v.o.j., een Ammoritisch gedenkteken ter ere van Hammoerabi. Hier wordt haar naam gespeld als Asjratoem; ze is de 'bruid van Anoe', de Akkadische El. De Kanaänitische Asjera wordt wel genoemd als metgezel van El. Bij de Soemerische An of Anu ('hemel') rusten koningschap en kosmische wetten, voor ze door Inanna van hem werden afgenomen. Asja in Asjratoems naam betekent 'Universele wet'. Anu is te vergelijken met de Kanaänitische stiergod El. Asjerah stond in de tempel van Jeruzalem naast Jahweh, die karakteristieken van o.a. El heeft. Haar symbolen waren in deze tempel aanwezig tot de tempel in het jaar 70 AD door de Romeinen werd verwoest. In het Oude Testament staat dat de heilige vrouwen in de tempel doeken weefden waarmee ze een boomstam bekleedden, het symbool van Asjera.
Ammorieten noemden haar ook Asjirta. In het Egyptische Amarna, dat bloeide in de -14e eeuw, is in de briefwisseling met de Kanaänieten sprake van 'Athirat. In de brieven worden Asjera en Astarte veelvuldig met elkaar verwisseld. Ze was tot in Zuid-Arabië bekend, waar haar naam voorkwam als Atharat. In Tel Miqne (de huidige naam van de bijbelse plaat Ekron), nabij Ashdod, komen inscripties voor met de naam Aherah.
In een latere tijd werd Asjera geïdentificeerd met de Egyptische Hathor, die net als Asjera het epitheton 'turkooizen' of 'hemelsblauwe vrouw' droeg. Als Thanit in Fenicië en Carthago werd ze begeleid door dolfijnen en vissen. Als Chawwa (Sinai) is een slang haar metgezel. Chawwa is Hebreeuws voor Eva uit het Oude Testament. De joodse nehusj tan ('bronzen slang') van Mozes is in feite een embleem van Asjera.
In het gebied waar Asjera werd vereerd zijn duizenden kleine beeldjes van haar gevonden voor huiselijk gebruik. Asjera wordt hier meestal naakt afgebeeld, met de handen ondersteunend gevouwen onder de borsten. Men gaat ervan uit dat de beeldjes een beschermende rol hadden bij zwangerschap en geboorte.
Ook de vijgeboom is een van haar emblemen. Dit woord komt van dezelfde wortel als het woord 'rechtop'. Asjera is in het gebied dat nu Israel heet het woord voor vijgeboom: de levensboom. Ze staat evenals de boom 'rechtop'. In de bijbel wordt de levensboom of boom der kennis asjera genoemd. In Noord-Babylonië wordt ze 'de Godin van de levensboom' of 'goddelijke vrouw van Eden' genoemd.
In de mythe 'Baäl krijgt een huis' komt de heilige Qadesj Wa-Amrur voor, een bediende van de Kanaänitische Asjera. Hij werd de 'visser van Vrouwe Asjera van de zee' genoemd. Hij zadelde haar ezel en hielp haar opstijgen toen zij op weg toog naar El om zijn toestemming te vragen voor Baäl een godenhuis te bouwen. Ashera had een bemiddelende functie, omdat zij de enige was die de stiergod kon benaderen. Zij bemiddelde gewoonlijk ook tussen de mensen en El; smeekbeden aan El werden vaak tot haar gericht.
Asjera beschermde de vruchtbaarheid van land en mensen. Ze was beschermster van de kudden, bosjes met bomen en het vruchtbaarmakende water. Haar macht werd vooral aangeroepen om bij te staan bij de geboorte en in de zaaitijd. Ze is de hemelkoningin die in de bijbel wordt genoemd, voor wie het vuur wordt gestookt en brood wordt gebakken (Jeremia 7:18-19, 44:15). Als ze werd vereerd, bracht zij de mensen vrede en overvloed. Wie de hulp van El wil, zoekt liever contact via Asjera (hoewel ook Anat wel als bemiddelaar fungeert).
Als 'Leeuwenvrouw', Labi 'atu, wordt ze afgebeeld terwijl ze een leeuw berijdt; ze houdt lelies en slangen in haar hand. In de Sinai werd ze voorgesteld met het hoofd van een leeuw. Ook in de Punische tempel bij Siagu heeft ze een leeuwenhoofd. Als Qadasja, 'Heilige vrouw', staat ze op een leeuw. Als Qetesh is ze bekend in Egypte. Hier werd ze begeleid door de fallische god Min.
Afbeeldingen van deze soort zijn gevonden in de Levant, Egypte en Noord-Afrika. In de teksten van Oegarit wordt naar haar zoons verwezen als 'leeuwen'. Haar priesters hadden de functie van orakel.
Als 'Hemelkoningin' of 'Vrouwe van de sterren in de hemel' wordt ze begeleid door zon, maan en hemel.
Bij de zeevarende volken had Asjera een rol als beschermster en gids van de scheepslieden. Dit blijkt onder andere uit haar titel op inscripties uit Oegarit, 'Grote Vrouwe die de zee bewandelt', Rabat ´Athirat Yam, of 'Vrouwe van de zee', Asjera Yam. Als Tanit werd ze begeleid door dolfijnen en vissen.
Astarte. West-Semitische godin van liefde, seksualiteit en oorlog, vereerd door de Joden, Hebreërs, Israelieten en de Feniciërs (Kanaänieten). Haar cultus ligt ten grondslag aan die van de Cypriotische Aphrodite en Adonis. In Egypte is ze te herkennen in Hathor en Qetesh. Haar rituelen zijn vergelijkbaar met die voor de Phrygische Cybele en Attis. Zij is ook verbonden met de Mesopotamische Isjtar ('Ster'), aan wie ze haar naam ontleende.
'Astarte' is de Griekse vorm van de West-Semitische naam Asjtart of 'Ashtart. In de mythen van Ugarit wordt haar naam gespeld als Athtart of Atrhartu. Een bijnaam is Athtartu van het Veld. Athirat (vrouwe van de zee). De Moabieten kenden een godin Asjtar, die werd vereerd gezamenlijk met de god Kamos. Andere namen zijn Baälat (Vrouwe); Koningin van de hemel; Urania (hemelse). Ook wordt ze De Sterke genoemd. Ze wordt soms ook wel gelijkgesteld aan de Fenicisch/Punische godin Tanit. Als godin van de hartstocht, seksualiteit en vruchtbaarheid wordt ze ook wel Zij van de baarmoeder genoemd. Haar titel was Qadashu ('Heilige'). In de bijbel wordt ze Astaroth genoemd, of ook verkeerd gespeld Astoreth. Deze naam wordt soms geïnterpreteerd als 'vrouw Toren', van het Hebreeuwse woord voor toren tr, naar de toren waarmee ze in afbeeldingen is gekroond. In de functie van stadsgodin, gekroond met een toren, komt ze overeen met de Griekse Rhea of Tyche, de Griekse of Phrygische Magna Mater Cybele, de klein-Aziatische, Artemis van Ephese, of de Arabische Allat. Ook werd ze geïdentificeerd met de Egyptische Hathor.
Haar metgezel is Baäl-Hadad, de stormgod, afgebeeld als stier. Astarte werd ook wel shem b'l genoemd, 'Naam van Baäl'. Heilige bomen die aan haar waren gewijd waren de acacia en de cypressen.
Astarte komt voor in de mythische teksten op kleitabletten uit het Syrische Ras Sjamra (Oegarit). In de Oegaritische mythologie speelde ze een kleine rol, als helpster van Anat en Baäl in de strijd tegen Mot en Yammoe. Astarte was de belangrijkste godin van het Fenicische Sidon en Tyrus. Verscheidene koningen en koninginnen droegen de titel 'priesteres van Astarte'. Ook was ze de hoofdgodin van de stad Byblos, waar ze Baälat (Vrouwe) werd genoemd.
Astarte was van belang voor de vruchtbaarheid en seksualiteit. Orgiastische rituelen maakten deel uit van haar verering. In haar tempels waren zowel mannelijke als vrouwelijke hiërodules, heilige prostituees, werkzaam. De mannelijke heetten kalbu, de vrouwelijke Qodesha. Over hun precieze rol en functie is echter niet veel bekend.
Haar attributen zijn de leeuw en de beker waarin zij de minnaar haar drank aanbiedt. Ze wordt vaak voorgesteld staand op een leeuw, of met een leeuwehoofd, en met bloemen en slangen. Dit komt overeen met de uitbeelding van de Qadashu ('heilige') of de Egyptische Qetesj. Qadashu was een titel voor Astarte in haar rol van heilige prostituee. Verwantschap is zichtbaar met de Egyptische liefdesgodin Hathor, die haar naam heeft gegeven aan het typerende kapsel dat ook door deze Hittitische of Hebreeuwse godin wordt gedragen. Hathors naam is eveneens verwant aan de naam Astarte. Misschien is Astarte een combinatie van Asjera, Anat en Hathor sinds de handelscontacten met de Egyptenaren op gang kwamen. In oostelijke richting vormden deze godinnen zich tot de Indiase Doerga.
Volgens Jeremia in de bijbel worden geuroffers gebrand voor de hemelkoningin. Dit zou Astarte kunnen betreffen. In de openbaringen wordt de Hoer van Babylon beschreven in een paarse jurk, met beker etc: dat is een beschrijving van deze godin, met alle attributen die bij haar en haar inwijdingsritueel horen.
Astarte werd alom vereerd in Palestina. Van haar zijn honderden beeldjes opgegraven, die in verschillende categorieën kunnen worden onderverdeeld. Volgens een opsomming door Patai komt ze voor terwijl ze lelies of slangen in de handen houdt, met de handen voor de geslachtsdelen, zwanger, pilaarvormig etc. Ze worden gedateerd van het Midden Brons (2000 - 1500 v.o.j.) tot de Vroege IJzertijd (900 - 600 v.o.j.), het einde van de Israelitische monarchie. Ook uit een nog latere periode zijn nog beeldjes gevonden. Over diverse beeldjes bestaat onduidelijkheid of ze Astarte, Asjera of Anat voorstellen. In andere gevallen zou het ook om prostituees van de godin kunnen gaan, in plaats van om de godin zelf.
Lucianos van Samosate vermeldt naar aanleiding van zijn bezoek aan de tempel van Sidon in Fenicië dat Astarte dezelfde was als de Griekse maangodin Selene of Europa. De priester die hij daar sprak vertelde hem dat Europa uit het koningshuis van Agenor stamde, en door Zeus in de gedaante van een stier naar Kreta was gevoerd. Dezelfde mythe werd ook in Tyrus verteld. Het verhaal lijkt te zijn geëvolueerd uit een verhaal uit de Hittitische traditie van Oegarit, over de stiergod El en twee vrouwen, waarvan er een wordt geassocieerd met Asjera. Het gebied van Fenicië is in het verleden meermalen het nieuwe thuisland geworden van culturen die van Kreta wegtrokken, zowel de Minoïsche als de latere Myceense. Fenicië/Kanaän was in het Middellandsezeegebied een belangrijke handelsnatie, zodat beïnvloeding in de andere richting ook veelvuldig heeft plaatsgevonden. De Cyprische Aphrodite is van oorsprong de Fenicische Astarte. De naam Europa geldt als Grieks, en wordt vertaald als 'breed gezicht', geassocieerd met de 'volle maan'. Maar waarschijnlijk ligt het Semitische woord ehreb ('avond') eraan ten grondslag. Astarte werd hier ook vereerd als de planeet Venus.
Lucianos noemde ook nog een Astarte-tempel uit Byblos. De door hem Aphrodite genoemde godin werd hier echter eenvoudig Baälat ('Vrouwe') genoemd; ze was ook bekend als Baälat Gebal, de 'Vrouwe van Byblos'. In de Griekse mythologie komt ze voor als Beltis. Lucianos heeft het nog over de rituelen voor Adon; het verhaal komt overeen met dat van de Griekse Aphrodite en Adonis, die stierf na te worden gecastreerd door een zeug. Dit wordt jaarlijks door de bevolking herdacht door rouw, zich op de borst slaan en klaagzangen.
Uit Lucianos' verslag blijkt ook nog dat Astarte dezelfde is als de Griekse Hera.
Astarte wordt door de Feniciërs naar Cyprus gebracht, waar ze vereerd wordt als Aphrodite. Uit een tweetalig tablet blijkt dat ze bij de Etrusken Uni heette.
Asteria. Ook Asterië. Asteria is een Titaanse uit de Griekse mythologie. In de Theogonie van Hesiodus en door Apollodorus worden als haar ouders de Titanen Phoebe en Koios genoemd. Haar zuster was Leto. Hekate was haar dochter; de vader was Perseus.
Asteria wierp zich in de versie van Apollodorus in de gedaante van een kwartel in zee om aan Zeus' avances te ontsnappen. Het eiland van Artemis en Apollo, Delos, zou oorspronkelijk naar Asteria zijn genoemd.
Hesiodus noemde Asteria als echtgenoot van Perseus of Perses, een vorm van dezelfde Syrische godheid die de basis was voor Hercules. Perseus kan ook verwijzen naar de Babylonische Mardoek, die in de Babylonische tijd gehuwd was met Ishtar, een voorganger van Asteria, en tevens een voorganger van Leto's dochter Artemis. Ook Mitra, later als de soldaten- en slavengod Mithras door de Romeinen overgenomen, kan met Perseus worden bedoeld; hij wordt geassocieerd met Anahita, die sinds de Achaemenidische tijd aan Ishtar gelijk was gesteld. 'Asteria' betekent 'ster', een betekenis die waarschijnlijk aan de naam Ishtar voor de planeet Venus te danken is.
Hesiodus en Apollodorus noemden Leto de zuster van Asteria. Leto was de moeder van Artemis, die ze baarde op het kwarteleiland Ortygia, en Apollo, die ze baarde op Delos. Zowel Artemis als Apollo heetten Phoebe, respectievelijk Phoebos. Asteria en Leto zijn beide verbasteringen van de naam van Semitische godin. Asteria komt van Athart, de Syrische naam voor Astarte; Leto komt van Elat of Lat, 'godin', de algemene naam waar Astarte mee werd aangeduid. De Romeinse Hyginus noemde de zusters Asterië en Latone. Latone was de grondlegster van de Latijnse cultuur.
Astraea. Ook Chrysothemis. Sterren, maagd, godin van de rechtvaardigheid. Griekenland. Sterrenbeeld virgo (maagd).
Dochter van Zeus en Themis ('wet'), de geblinddoekte godin van het recht. Ze kan ook met Themis worden geïdentificeerd. Ze leefde in het gouden tijdperk op aarde, maar verliet deze toen de mens steeds oorlogszuchtiger werd, in de vierde, ijzeren tijd. Ze wordt gelijkgesteld aan Dice (de Romeinse Iustitia) (Themis). Volgens oude dichters zal zij ooit in haar witte jurk terugkeren op aarde, en de gouden tijd terugbrengen, waarin de mensen zorgeloos op de aarde konden leven. Virgilius, zich baserend op een voorspelling van de sibylle van Cumae, beschrijft hoe na het laatste tijdperk een nieuwe cyclus begint, waarin de maagd en Saturnus terugkeren. Dit einde wordt aangekondigd door de geboorte van een kind, dat in de keizertijd in de vorm van een bepaalde troonopvolger werd verwacht, maar volgens Constantijn en Augustinus op de geboorte van Christus sloeg. De maagdelijke godin van het recht maakte zo plaats voor de maagd Maria.
Als Chrysothemis, 'Gouden Orde' krijgt ze een rol in de hervormingsmythe waarin Agammemnoon en Klytaemnestra centraal staan, in bijvoorbeeld Homerus' Ilias en het literaire werk van Euripides. Zij vertegenwoordigt hierin de oude orde, als dochter van Klytaemnestra, de godin van de oude cultuur, gelijk te stellen aan Artemis. Door haar zuster Electra, die de nieuwe orde verdedigt, werd ze beschuldigt van kruiperij en verraad van haar vader. In de hervormingsverhalen van het Nieuwe Testament zetten de schrijvers zich eveneens af tegen deze oude religie. Artemis-Klytaemnestra komt hier naar voren als 'Hoer van Babylon', en de terugkeer van de godin is nu Armageddon.
Astraea is ook een titel van de Punische godin Tanit van Carthago. Astraea is een verbastering van de Fenicische Astarte, net als de verwante naam Asteria.
Atabey. Ook Atabei; Atabeira. Aardgodin op Cuba.
Atalanta. Ook Atalante. Op een vaas met de Calydonische jacht als onderwerp is haar naam gespeld Atalate. De Etrusken noemden haar Atlnta of Atlenta. Griekse jageres. Haar attributen zijn: leeuw, everzwijn (varken) en beer; gouden appels; water of bron; speer. Atalanta was een afstammeling van de Amazones. Ze wordt in bepaalde aspecten ook wel geïdentificeerd met Artemis, de grote godin van de Amazones.
In Arcadia heette haar moeder was Klymene, haar vader Iasos; in Boeotië werd Schoeneus als haar vader genoemd. Atalanta werd bij haar geboorte te vondeling gelegd in de bergen, op de Parthenische heuvel (maagdenheuvel) bij Kalydon, waar ze werd gevonden en gezoogd door een berin, een verschijningsvorm van de godin Artemis. Artemis werd zelf beschouwd als godin van de bergen en de wildernis. Atalanta groeide op temidden van de jagers die haar vonden en grootbrachten. Ze jaagde zelf ook, en nam deel aan de Kaledonische jacht. Ook was ze een der Argonauten, als enige vrouw. Tijdens een worstelwedstrijd versloeg ze Peleus.
Pausanias vermeldt dat ze bij de ruïnes van Kyphanta, aan de weg naar Zarax, toen ze bijna omkwam van de dorst tijdens de jacht, Artemis aanriep. Ze sloeg met de punt van haar speer op een rots, waarop een waterbron ontstond. Hetzelfde vermogen om een bron uit een rots te laten ontspringen is toegeschreven aan Rhea op Kreta, toen Zeus werd geboren. Zowel Rhea als Atalanta kunnen worden geïdentificeerd met Artemis. In de Hebreeuwse mythen komt de bron van Mirjam voor, een naam voor de bron die het joodse volk begeleidde tijdens hun zwerftocht door de woestijn na de Exodus.
Atalanta nam deel aan de jacht op het Kalydonische zwijn, dat door Artemis was gezonden om de oogst van de vader van Meleager, koning Oineus uit Kalydon in Aitolië, te vernietigen, omdat Oineus de offers aan Artemis had verzuimd te schenken. Het everzwijn was het embleem van Kalydon; het was gewijd aan Ares, die volgens sommigen Meleagers vader was.
Tijdens deze jacht doodde Atalanta twee centauren die het plan hadden opgevat haar te verkrachten.
Meleager schonk haar de huid van het zwijn, omdat zij dit ten dode had verwond voor het door de overige jagers kon worden overmeesterd. Zijn ooms eisten echter de buit op, en Meleager doodde hen. Hierop verbrandde Meleagers moeder Althaia, de zuster van zijn ooms, het stuk hout dat de schikgodinnen haar hadden gegeven, en dat in verband stond met Meleagers leven. Deze werd verteerd door pijn en kon door zijn vijanden worden verslagen. Althaia is een geneeskrachtige plant, in het Nederlands heemst of witte malve geheten. Een herinnering aan deze geschiedenis is afgebeeld op een Etruskische spiegel, waar de lotsgodin Athrpa het noodlot vastlegt.
Uit de verbintenis tussen Meleager en Atalanta werd het kind Parthenopaios ('Uit een maagd geboren') geboren, dat net als Atalanta zelf op de Parthenische heuvel te vondeling werd gelegd. Anderen noemden Ares als de vader van Parthenopaios; Ares werd ook genoemd als de vader van Meleager, die hem verwekte bij zijn moeder Althaia.
Atalanta, die door het orakel van Delphi was gewaarschuwd voor een huwelijk, stelde zich alleen beschikbaar voor degene die haar in een hardloopwedstrijd kon overwinnen.
Volgens de Griekse mythe lukte het Meilanion of Hippomenes om Atalanta te overwinnen. Hij had van Aphrodite drie gouden appels gekregen, afkomstig uit de tuin der Hesperiden, waarmee hij haar wist af te leiden. De twee bedreven de liefde in een tempel van Aphrodite of Cybele, die hen daarop in leeuwen veranderde en voor haar strijdwagen bond. Dit werd wel een straf genoemd vanwege het onzedelijke gedrag van de twee in de tempel, maar in werkelijkheid waren aan Aphrodites tempel heilige prostituees verbonden, en seks kwam voor in de tempel.
Vermoedelijk herbergt dit verhaal een herinnering aan de Pytische Spelen, die in Delphi werden gehouden. Aan deze spelen was, evenals aan de Olympische Spelen die waren gewijd aan Hera, het heilige huwelijk (hieros gamos) verbonden, een motief dat in de mythe terugkeert in de seksuele verbintenis van Melanion met de winnares van de spelen in Cybeles tempel. Ook Artemis was door haar titel Phoebe aan het orakel van Delphi verbonden. Spelen, vaak hardloopwedstrijden, waarbij de winnares in dienst trad van de godin, werden overal gehouden. Herodotus vermeldt het bestaan hiervan in Lybië, waar ter ere van Athene zulke wedstrijden bestonden bij het Tritonus-meer. De godin werd geëerd door jonge meisjes in een kamp bestaande uit twee groepen, die elkaar bevochtten met stenen en knuppels. Wie hierbij werd gedood, kon geen aanspraak maken op de titel 'maagd'. In deze omgeving werden als ouders van Athene Poseidon en Tritonis genoemd.
Een afbeelding van een worstelwedstrijd tussen Atalanta en Peleus verbindt Atalanta met de begrafenisspelen voor Peleus, de echtgenoot van de zeegodin Thetis. Peleus had net als Atalanta deelgenomen aan de Kaledonysche jacht.
Meleagris was een naam van Artemis op het eiland Leros en op de Atheense Akropolis. De naam betekent parelhoen. Ook berinnen waren aan Artemis gewijd. Graves vermeldt een afbeelding van de heilige koning die met drie appels in de hand de dood in wordt gejaagd door Artemis; dit kan de basis zijn geweest voor het verhaal van de wedloop van Atalanta.
Atanea. Polynesische godin van de dageraad. Meerdere dageraadsgodinnen geven de verschillende stadia van de dageraad aan. De zee ontstond toen Atanea een miskraam kreeg, uit haar vruchtwater. Atanua maakte 's ochtends het vuur aan. Haar echtgenoot was Atea, haar zoon Tu Mea, de eerste man. Volgens een verhaal op Tahiti was Atea echter een vrouwelijk wezen, een godin van de ruimte, zonder vorm. De tweeslachtigheid van Atea komt naar voren in de mythe waarin zij in tweeën splitste en zo Papa (aarde) en Rangi (hemel) voortbracht. Atarapa, ook een vorm van de dageraad, is het eerste schepsel.
Ate. Griekse lotsgodin, godin van het ongeluk, dochter van Eris.
Athene. Ook Athena. Godin van de wijsheid, kracht, beschaving en oorlogsgodin. Beschermster van de gemeenschap. Ze werd vereerd in Griekenland; Athene, Peloponnesos (Argos, Sparta), en in West-Turkije. In Athene was ze de godin van de landbouw, de olijf, wet. Als beschermster van de stad Athene wordt ze Polias (stedehoudster) genoemd. Een titel voor haar is Parthenos, wat 'maagd' betekent. Ook haar naam Pallas, die altijd voor haar eigen naam wordt geplaatst, wordt vertaald als 'maagd'. Andere bijnamen van Athene die maagd betekenen zijn Kore, Koria of Koresia. Haar tempel op de Acropolis heette het Parthenon, de 'tempel van de maagd'.
Als Athena Nike ('Overwinning') was Athene een oorlogsgodin en godin van de overwinning. Op een Cyprische inscriptie wordt Athena Soteira Nike gelijkgesteld aan de Hittitische Anat.
Haar naam Ergane ('arbeidster') verwijst naar haar functie als godin van de beschaving en uitvindster. Als Hygeia ('gezondheid') heeft ze genezende kracht. Andere namen of titels waaronder ze bekend is zijn onder andere Ilias, Krathia, Alea en Pronaia (Tempelwachtster). In Elis werd door vrouwen een tempel opgericht voor Athena Meter (Athene de Moeder). In Corynthe draagt Athene de bijnaam Hellotis ('schijnende'). In een tempel voor Athene in Korynthe werden Athene en Hellotis gezamenlijk vereerd. Hellotis was ook een naam voor Europa op Kreta.
Athenes tempel het Erechtheion werd in -409 voltooid. Het Erechtheion is een conglomeraat van heiligdommen. Het is ondermeer beroemd vanwege de kariatidenhal, waarin zes korai ('maagden') als zuilen fungeren. In het Erechtheion ontving Athene tijdens de Panathenaeën jaarlijks een saffraankleurige peplos, die was geweven door de dochters van vooraanstaande inwoners van de stad. Winnaars van de atletiekwedstrijden ontvingen als prijs een panathenaeïsche amfoor, waarop onder andere Athene Polias ('de stedenbeschermster') was afgebeeld, en bijvoorbeeld twee Nikes (gevleugelde vrouwen). Sinds Pisistratus werd dit feest vierjaarlijks gehouden.
De naam Athene is verwant met Anath en Neith. Misschien is de naam verwant met het Kretenzische Atanata. Op een tweetalige inscriptie uit Larnax-Lapithou (Cyprus) wordt Athene Soteira Nike in het Fenicisch weergegeven als Anat. Op een oude, Griekse munt uit deze omgeving, toen hier de stad Imeroessa lag, was een gehoornde Athene afgebeeld.
Athene werd wel vereenzelvigd met de Lybische Neith; ze heeft dezelfde oorsprong als haar moeder Metis en haar alter ego Medusa. Ook de vormen Anath of Ath-enna komen voor. De Etrusken noemden haar Menerva, die door de Romeinen werd overgenomen als Minerva. Athenes herkomst is ook te herleiden tot de Akkadische godin van de liefde en de oorlog Isjtar. Isjtars bijnaam elletu ('schijnende') kan in verband worden gebracht met Hellotis (lichtende), een naam voor zowel Athene als Europa. Hellotis werd geassocieerd met heilige fakkeldansen, een andere overeenkomst met Isjtar, die zelf wordt geassocieerd of geïdentificeerd met een fakkel.
Athene is de moeder van het geciviliseerde leven en uitvindster en beschermvrouwe van de ambachten. Zij was de godin van de ambachten: spinnen, weven, metaalbewerking etc. vielen onder haar bescherming. Ook is ze de moeder van het leven. Athene blies de kleipop die door Prometheus was gevormd leven in; hieruit ontstond de mens. Prometheus modelleerde zijn gestalte naar evenbeeld van de goden. Hij gebruikte klei en water van Panopeos te Phokis. Deze scheppingmythe is net als het bijbelse scheppingsverhaal terug te voeren op oude scheppingsverhalen uit Mesopotamië, zoals de vorming van de eerste mens Eabini door Aroeroe. Athene leerde de mensen het vuur en de ploeg hanteren. Ook handhaafde ze het recht en de wet.
Haar heiligdom in Athene, het Athenaion, was een centrum van geleerdheid. De Romeinse keizer Hadrianus (117 - 138) gaf voor het eerst de naam aan het instituut voor hoger onderwijs, dat nu nog het Atheneum heet.
Als oorlogsgodin speelde Athene ook een rol in de Trojaanse oorlog. Zij beschermde onder andere helden als Diomedes, Achilles en Odysseus.
Athenes attributen zijn de slang en de uil, een helm en een schild (aigis) van geitenleer, met hierop een afbeelding van Medusa.
Athene stamde af van een oude vogel- en slangegodin uit het oude Europa. Op een kleitablet uit Knossos komt ze voor als Atana potinija, 'vrouwe Athene'. Ze is naakt en heeft de kenmerken van een vogelgodin. Ook ligt de Minoïsche slangengodin, met in haar beide opgeheven handen een slang, aan haar ten grondslag. Deze verlenen haar betekenis als zowel godin van het leven als van de dood.
In de bronstijd kreeg ze militaire karakteristieken. In latere mythen wordt haar geboorte beschreven, in volle wapenuitrusting uit het hoofd van Zeus, met hulp van Hefaistos de smid. Een andere weergave van dit verhaal kan worden gevonden in de bijbel, waar Eva wordt geboren uit een rib van Adam. Eva wordt eveneens geassocieerd met een slang en wijsheid, en de uil is eveneens in de christelijke iconografie toegevoegd. Ook de schepping van de eerste mens uit klei is in de eerste hoofdstukken van Genesis te vinden; Kain heeft kenmerken van Prometheus en Hephaistos, hoewel die in de legenden duidelijker naar voren komen dan in Genesis zelf. Kenmerken van de giergodin worden vermengd met Indo-Europese attributen als schild, gekamde helm en speer.
Volgens Herodotus is de aigis afkomstig uit Afrika (Lybië): aigissen zijn onthaarde, rood geverfde geitevellen, door vrouwen gedragen. Athene draagt op haar aigis het gorgonenhoofd. Volgens bepaalde varianten van de mythologie kreeg ze deze van Perseus; volgens anderen is zij zelf Medusa. Dit is inderdaad af te leiden uit haar identificatie met Anath of Neith, die op hun beurt weer worden vereenzelvigd met de Lybische Lamia; voor deze godin werden mysteriën uitgevoerd met gorgonenmaskers, en waarvan razernij en kinderoffers kenmerken waren. Athene wordt, ondanks haar verwantschap met andere oorlogsgodinnen, steeds gepresenteerd als een beschaafde godin, waar deze bloeddorstige rituelen niet goed bij passen.
Athene werd volgens de mythe de patrones van de stad Athene na een weddenschap met Poseidon wie de stad het beste geschenk zou verschaffen. Poseidon schonk de stad paarden, die hen roem en rijkdom door strijd zou verschaffen. Athene schonk de olijfboom, die voorspoed door handel bood. Hiermee won zij de prijs. Volgens een andere mythe zou het paard Pegasos, dat voortkwam uit Medusa, zijn verwekt door Poseidon, in een tempel van Athene. Als wraak hiervoor kreeg Medusa van Athene haar afschrikwekkende uiterlijk. Medusa en Athene zijn verder verwant vanwege hun beider relatie met het paard en met de god Poseidon. De geboorte van de krijger Chryasos ('gouden kromzwaard'), die in volle wapenrusting samen met het paard Pegasos uit het hoofd van de gedode Medusa tevoorschijn kwam, herinnert aan Athenes eigen geboorte, in volle wapenuitrusting uit het hoofd van Zeus, die haar moeder Metis had opgeslokt. Chryasor, in deze versie van het verhaal evenals Pegasus een kind van Medusa en Poseidon, was een teken van de nieuwe maan bij Demeter. Dit geeft ook een andere dimensie aan het huwelijk van Athene en Poseidon, dat soms wordt genoemd. De geboorte van Athene doet ook denken aan de geboorte van Kali uit het hoofd van Durga. Ook komen dezelfde motieven voor aan de andere kant van de oceaan bij de Azteken, waar Coatlicue het hoofd van haar dochter Coyolxauhqui aan de hemel plaatste, nadat het was afgesneden door haar zoon Huitzilopochtli, die ze in volle wapenrusting uit haar hoofd had gebaard.
Athene vond de fluit uit toen ze het klagende gezang trachtte te imiteren van Medusa's achtergebleven zusters, de onsterfelijke Stheno en Euryale.
Tijdens de elke vier jaar voor haar gehouden Panathenaeën weefden de Atheners voor Athene, de beschermvrouwe van de weefsters, een kostbaar bovenkleed, de peplos. Dit viel rond begin september, op Athenes verjaardag, en het begin van het Griekse nieuwe jaar. Vrouwen met de naam 'Werkers' begonnen met het weven van dit kleurige kleed op de laatste dag van de maan Pyanepsion, ongeveer 26 oktober. Het werd in een processie gedragen naar het Erechtion, Athenes oudste tempel in Athene (-409).
Erichtonius, 'Wol-aarde', was de vrucht van het zaad van de smid Hephaistos en de aarde. Hephaistos maakte ooit een prachtige nieuwe wapenuitrusting voor Athene, en toen ze zei dat ze niet wist hoe ze hem moest betalen, gaf hij aan genoegen te nemen met betaling in de liefde. De eeuwig maagdelijke godin, die officieel geen echtgenoot had, stond nog in dubio, toen hij zijn erectie al tegen haar aanduwde, maar voor ze zich verenigden, kon hij zich niet meer bedwingen en spoot zijn zaad tegen haar dij. Ze veegde het weg en stopte het onder de grond, zo de vruchtbare aarde bezwangerend. Hetzelfde gebaar maakte eerder de Soemerische ambachtsvrouw en Moeder van het leven, Ninhoersag, voor haar dochter Uttu ('Spin'), de Soemerische weefster van het leven en godin van de textiele werken.
Negen maanden later, op haar feestdag, kwam het kind Erichtonius tevoorschijn, en Athene verborg het in haar aegis alsof het haar eigen kind was. Gaia, per ongeluk de officiële moeder van het kind, had geen belangstelling voor hem, maar Athene wilde hem graag verzorgen. In deze mythe werd in feite verwezen naar Athene als geitgodin; ze kreeg de rol van voedstergeit, zoals de geit Amaltheia Zeus zoogde. Volgens sommigen was Athene zelf de moeder van het kind. Haar titel Meter zou ook kunnen verwijzen naar een mogelijk moederschap ergens in de tradities rond Athene. Apollodoris noemde ene Atthis als moeder van Erichtonius; deze naam suggereert mogelijke verwantschap met Athene. De naam Attica, de streek waar Athene ligt, zou kunnen zijn voortgekomen van dezelfde bron.
Athene schonk Erichthonius het bloed van Medusa. Dit bloed had zowel genezende als dodende kracht. In een variant van dit verhaal schenkt ze het bloed aan de genezende god Aesclapios, een kind van Koronis, wat een titel van Athene zelf is. In een latere tijd, vanaf circa -420, werd Hygieia de dochter van deze god genoemd; maar aanvankelijk was dit een titel van Athene zelf, als schenkster van een goede gezondheid.
Een ander kind dat Athene samen met Hephaistos en de aarde maakte, was Pandora, de 'al schenkende', de eerste vrouw. De creatie van Pandora was uitgebeeld in haar tempel, het Parthenon, onder de uitbeelding van de geboorte van Athene zelf uit het hoofd van Zeus. Shearer wijst op de onnatuurlijke geboortes van dit viertal: Athene uit haar vaders hoofd, Hephaistos van alleen een moeder, Hera, en Erichthonius en Pandora door ongebruikelijke handelingen van Athene en Hephaistos, met behulp van de aarde.
Slangen zijn niet alleen een kenmerk van Medusa, ze zijn ook aan Athene gewijd. Rond haar tempel krioelde het van de slangen. Zij zou de reus Pallas hebben verslagen, om vervolgens zijn huid af te stropen en deze aan te trekken. Dit is ongeveer analoog aan het kenmerk van slangen jaarlijks hun huid te vernieuwen en hun oude huid af te werpen.
In Lybië was Athene een drievoudige godin. Een van haar namen was Metis of Medusa, die verwijst naar haar aspect van oude, wijze vrouw. In de Griekse mythologie is dit aspect opgesplitst in twee verschillende mythologische verhalen. Het opeten door Zeus van Metis en de orakelende uitspraken die hij daarna deed zou een verwijzing kunnen zijn naar de functie van de godin als leidende inspiratiebron voor het verkrijgen van wijsheid. Maar Zeus heeft verder geen betekenis als god van wijsheid, in tegenstelling tot Athene, die bij de Grieken zijn dochter is.
Volgens de Egyptenaren was Athene een titel van Isis; het betekende 'Ik kom vanuit mijzelf'. Dit wil zeggen dat zij zonder ouders ter wereld is gekomen.
De oudste gevonden afbeeldingen van gorgonenhoofden dateren van 8000 jaar geleden: oorlogsgodinnen van het type van Athene hadden toen nog geen gestalte gekregen. De symboliek verwijst voornamelijk naar dood en regeneratie en de geheime mysteriën rond de kennis hierover. Op oudere afbeeldingen van Athene draagt zij nog geen schild, maar draagt ze zelf de tekens van Medusa.
De betekenis en titels van Athene zijn in de huidige tijd voort blijven bestaan in ondermeer de islamitische Fatima, de dochter van de profeet.
Athirat. Godin der Kanaänieten of Feniciërs. Namen: Asjera, Astarte, Asthoret, Godin (´elat), Grote vrouwe die de zee bewandelt (rabatu ´athiratu yammi), Heilige (qdsh, qadashu), Schepper/voortbrenger van de goden (qnyt. ilm, qaniyatu ´ilima).
Atirat. Godin der Kanaänieten of Feniciërs. Haar naam betekent 'schittering' of 'helderheid'. Stadsgodin van Sidon, het huidige Saïda. In Zuid-Arabië stond Atirat in verband met de sterren. Ze werd gekoppeld aan de maangod Amm. Dier: de leeuw. Met het woord Il (godin) wordt naar Atirat verwezen. De mannelijke vorm van dit woord (god) is El.
Ze komt overeen met de Westsemitische Asjertu en de Hittitische Aserdus.
Athrpa. Etruskische lotsgodin of dodengodin. Athrpa is de Etruskische naam voor Atropos, een van de drie Moiren. Een andere naam voor de dodengodin is Muira, bij de Grieken Moira. Deze naam is verwant aan de Romeinse Morta of Mors ('dood'), een van de Parcen.
Verwant zijn ook Necessitas, Fatum en Fors en Fortuna. Athrpa is verder verwant aan de eveneens Etruskische Nortia. Nortia is Latijn voor 'geluk'.
Op een Etruskische Athrpa-spiegel van ca. de vierde eeuw v.o.j., die is gevonden in Perugia, is een gevleugelde godin afgebeeld met de naam Athrpa afgebeeld die op het punt staat een spijker in te slaan. (Klik voor grote afbeelding.) Links van haar staan Atune (Adon) en Turan, de Etruskische Aphrodite. Rechts zijn Atlenta (Atalanta) en Meleacr (Meleager) afgebeeld. De overeenkomst tussen deze paren is het varken, dat in hun noodlotsgeschiedenis een centrale rol speelt. Atune, de geliefde van Turan/Aphrodite, werd omgebracht door een varken. Meliacr stierf indirect doordat hij Atalanta beloonde voor de wond die zij toebracht aan het Kalidonisch everzwijn; in de strijd die hierop losbrandde doodde hij zijn ooms, en uit smart wierp zijn moeder Althea toen het houten blok dat zijn levensloop vastlegde in het vuur.
Althea had dit blok gekregen van de lotsgodin Moira, die haar naam had gegeven aan de lotsgodinnen de Moirae, en met wier naam ooit Aphrodite werd aangeduid. Moira is identiek aan Athrpa, wier naam in het Grieks bekend is als Atropos, een van de Moiren. Athrpa vertegenwoordigt de onafwendbaarheid van het lot. Het inslaan van de spijker bekrachtigde de onherroepelijkheid van het gebeurde. Op de plaats waar de spijker wordt ingeslagen is op de achtergrond het hoofd van het everzwijn zichtbaar.
Het gebruik van het inslaan van een spijker om het lot te bezegelen speelde ook een rol in rituelen voor Nortia. Voor haar werd in het Fanum Voltumnae, het heilige bos van Voltumna, jaarlijks een spijker in de muur geslagen, als bezegeling van het afgelopen jaar.
Atla. Germaanse watergodin, dochter van Ran. Haar naam is verwant aan de naam van de Atlantische oceaan.
Attart. Fenicische vruchtbaarheids- en oorlogsgodin. Ze werd genoemd in Oegarit. Ze wordt geassocieerd met de planeet Venus; ze is de vrouwelijk vorm van de mannelijk godheid Attar. Zie Astarte.
Atthar. Arabische god, waarschijnlijk een mannelijk vorm van Venus die in andere Semitische culturen Astarte heeft. Venus werd vaak afgebeeld samen met de zon Shams.
Atthis. Atthis gaf haar naam aan het koninkrijk Attica. Ze werd genoemd als de moeder van Erichthonius, met als vader de smid Hephaistos. Volgens anderen was het kind van Hephaistos en de Aarde (Gaia), of van Hephaistos en Athene.
Aulat.
Aurora. Romeinse godin van de dageraad.
Auxesia. Vruchtbaarheidsgodin. Grieks: in Epidauros gezamenlijk met Damia vereerd. Auxesia was een naam voor Demeter.
Aya. Ook Aja, Aia of Aa. Soemerische godin, genoemd als echtgenote van de zonnegod Sjamasj. Haar belangrijkste heiligdom bevond zich te Sippar, samen met Shamash. Hun kinderen waren Littu, het recht, en Misharu, de wet. Aa's verering behoort tot de vroegst bekende tijd. Haar naam komt al voor in een inscriptie voor Man-Ishtusu, die regeerde voor Sargon (2300 v.o.j.). Ze droeg namen die ook hoorde bij haar echtgenoot Utu, de Soemerische naam van de zonnegod. Hieruit is afgeleid dat zij zelf een zonnegodin was, of in een oude tijd dezelfde als Utu.
Ayaba. Ook Ayabba Haardgodin in Benin (Afrika) (Fon).