BESCHRIJVINGEN

Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.


Gabija. Baltische godin of geest van het haardvuur en het huishouden. Ook Gabieta, Gabeta, Polengabija ('schitterend haardvuur') of Gabjaujis. Misschien is ze dezelfde als de Litouwse vuurgodin Panike of Panicke, bij de Pruisen Ponyke geheten. Haar naam Ugnis of Uguns Mate (Letland) is verwant aan die van de mannelijke hindoestaanse vuurgod Agni, en met het Griekse hagne ('zuiver' of 'heilig').
Gabija was een vrouwengodin, die de familie en het huis beschermde. Ze speelde ook een rol als korengodin.
Een heilig vuur, šventa ugnis, werd vroeger brandend gehouden in heiligdommen op hoogtes of bergen en rivieroevers. Een keer per jaar, met midzomernacht, werd dit vuur gedoofd en opnieuw ontstoken.
Sint AgnesMet de komst van het christendom, dat in de Baltische staten nog maar kort verspreid is, werd Gabija geïdentifeerd met Sint Agnes. De heilige Agnes werd in de derde eeuw in verband gebracht met een uitbarsting van de Etna, en zij werd uitgeroepen tot beschermster van de vulkaan de Etna en van ander vuur.
Aan Gabija werd begin februari brood geofferd. Een stuk brood werd thuis bewaard als afweer tegen brand. Agnes werd afgebeeld met brood in haar handen. Op 5 februari, traditioneel aan Gabija gewijd, werd aan Sinte Agnes in de kerken brood met water en zout gewijd.
In het gebed is het onderscheid tussen Gabija en Agnes moeilijk te maken. Vrouwen vroegen 'Gabija en sint Agnes hen tegen het vuur te beschermen.' 's Avonds, als het vuur met as werd bedekt om het te laten smeulen, werd nog in de vorige eeuw Gabija aangeroepen. Dit gebruik, abgaupti ('toedekken') genaamd, werd beschouwd als het in slaap brengen van Gabija. De kolen en as werden zo gerangschikt dat het vuur niet om zich heen kon grijpen. Later werd haar plaats ingenomen door Agnes.
Vrouwen stemden haar gunstig door offers als zout in het vuur te gooien. Voor de Romeinse Vesta bestond een soortgelijk gebruik. Er werden gewijde zoute koeken in de haard gegooid om haar toorn af te wenden.
De vrouwen waakten ervoor dat het vuur niet zou doven, op één keer per jaar na, met rasa ('dauw'), vlak voor de zomerequinox. Dan werd er een nieuw vuur gemaakt, en vrouwen gaven dit door van huis tot huis, door het hele land. Het vuur hoorde bij de familie, en had symbolische betekenis voor de ononderbroken lijn van stamboom.

De naam Agnes komt ook overeen met een andere naam voor Gabija, Ugnis ('vuur'). Ugnis is het traditionele Baltische vreugdevuur dat tijdens feesten wordt ontstoken. Deze naam is verwant met de Indiase vuurgod Agni, wat Sanskriet is voor 'vuur'. 'Agni' is ook het vuur dat de levensbrengende stralen symboliseert van Ahura Mazda uit het Perzische Zoroastrisme. Bij de Romeinen komt de godheid voor als Ignis (igneus betekent 'vuur'), bij Slavische volkeren als Ognito. Ook de naam van de Keltische godin Aine ('vuur') is hieraan verwant.
Ugnis is ook verwant met het Griekse hagne, 'heilig', maar ook 'zuiver', wat te maken heeft met het zuiverende vuur. Hagnos of Hagne was soms ook een titel voor Demeter en Kore, de Griekse graangodinnen. Een letterlijke opvatting van reiniging door vuur komt nog naar voren in het vuuroffer waarvan sprake is bij andere haardgodinnen zoals de Skytische Tabiti. Agnes' naam wordt ook nog geassocieerd met het Latijnse Agnus, een lam, of het offerlam.
Op sommige plaatsen werd het vuur in een stoof bewaard, zodat het nooit het huis zou verlaten, en als bescherming tegen brand.
Brood werd beschouwd als beschermer tegen allerlei gevaren en kwalen, zoals bij oorlog, bij het zoeken naar voedsel in het bos, of tegen ziektes. Brood werd toegevoegd aan medicijnen tegen vele ziektes. De waarde van brood als voedsel werd vroeger overal bijzonder hoog gewaardeerd, wat nog blijkt uit het feit dat gevangen werden gehouden aan een dieet van water en brood, omdat dit essentiële levensmiddelen zouden zijn. Tegenwoordig heeft men meer aandacht voor de noodzaak van diversiteit.
Bier werd eerst aan Gabija geofferd, vervolgens aan de aardgodin Zemyna.
Brand in de dorsschuur (jauja) werd geïdentificeerd met Gabjauja.
Gabija is afkomstig uit dezelfde traditie als de Griekse en Romeinse haardgodinnen, Hestia en Vesta, en Caca en Fornax. Fornax, waar wij ons woord 'fornuis' aan ontlenen, laat goed het verband zien tussen het vuur en het bakken van brood. Ook is Gabija verwant aan de Keltische Brigid.


Gaia. 'Aarde' (Ge). Griekse aardgodin, Tellus geheten bij de Romeinen. Haar naam komt ook voor als Gaea of Ge. Een titel is Pangaea, 'universele Gaia'. Deze titel droeg de aardgodin in het bergaltaar in Thrakië. Andere titels als bergmoeder waren Ida, Olympia, Panorma en Universele Bergmoeder.
Gaia, zittend op een troon met een kind in de armen. Op haar hoofd draagt ze een poloskroon. Beeld uit Thebe, vijfde eeuw.Haar echtgenoot was de hemel Uranus; zij bracht eerst uit zichzelf Uranus voort. Kinderen van Uranus en Gaia waren de Titanen, Cyclopen en de Hetaconcyren. De titanen waren een ras van reuzen, die werden beschouwd als personificaties van natuurverschijnselen. Zij waren zes dochters en zes zonen, die met elkaar huwden: Rhea en Kronos, Themis en Iapetus, Tethys en Oceanus, Theia (ook Dione) en Hyperion, Mnemosyne en Crius, en Phoebe en Coeus. Uit Gaia's verhouding met de onderwereld Tartaros kwam de half slang half man Typhon voort.
Attributen: slang; hoorn des overvloeds, bloemen of vruchten.
Gaia was volgens sommigen het eerste orakel van Delphi. Gaia kwam zelf voort uit de oerchaos. Zij brengt de hemel (Uranus) voort door spontane creativiteit, tegelijk met hoge bergen en de zee; met Uranus, dus uit de vereniging van hemel en aarde, krijgt zij de andere kinderen. Uranus probeerde de kinderen in Gaia's buik te houden vanwege een voorspelling dat hij door zijn kinderen van de troon zou worden verstoten. De titanenhuwelijken leveren rivieren en bossen en zon, maan en sterren: de geordende kosmos: al wat hiertoe behoort is bezield en goddelijk. Door de titaan Chronos (tijd) of Kronos (kraai, van Coronos) werd Uranus verminkt: Kronos greep Uranos' genitalieën en sneed ze af met een vuurstenen sikkel. Zowel de sikkel als Uranus' geslachtsdeel wierp hij vervolgens in zee. Uit het bloed dat op aarde neerdruppelde en zich hiermee vermengde ontstonden de giganten en erinyen.
Het verhaal van Gaia en Uranus komt op punten overeen met de geschiedenis van de Soemerische Ki (aarde) en An (hemel).
Gaia werd door de Grieken vereerd op de 10e dag van de maanmaand Elaphabolion (26 maart). Ook 25 mei was een feestdag voor haar.


Galatea. 'Godin die melk geeft'. Galatea was een titel van de witte Aphrodite op Paphos. Hier huwde de hogepriester Pygmalion met de beeltenis van Aphrodite of Galatea. Aphrodite Galatea was dezelfde melkgevende godin als de Egyptische Hathor en de Fenicische Astarte, godinnen die beide werden voorgesteld als koe. Pygmalion was de Griekse versie van de hogepriester Pumiyathon uit Byblos. De melkweg zou zijn ontstaan uit de moedermelk van de borsten van deze hemelgodinnen. In de Griekse mythologie wordt Galatea wel genoemd als zeenimf, dochter van Doris en Nereus. Ze is een van de Nereïden, zuster van Thetis en Amphitrite.


Ganymede. Ook Ganymede. Griekse godin, bekerdraagster van de goden. Pausanias vermeldde dat voor haar een heiligdom was in Corynthe, dat was omgeven door een cypressenbos. Dit was al sinds een bijzonder heilige plaats sinds de oudste tijden. Later noemde men de draagster van de beker die hier werd vereerd Hebe. In de mythologie komt een mannelijke Ganymedes voor als bekerdrager.


Ganga. Hindoeïstische godin, dochter van de berggodin Nanda Devi, een van de bergen van de Himalaya. Ze was de godin van de heilige rivier van India, de Ganges. In deze rivier kunnen de zondaren worden gereinigd, door hun zonden weg te wassen.


Gautéovan. Scheppingsgodin uit Columbia, vereerd door de Cágaba. Zij maakte uit haar menstruatiebloed de zon, en vervolgens andere dingen.


Gefion. Germaanse godin. Haar naam betekent 'geven' of 'schenkster'. Ze is een van de godinnen die Snorri Sturluson noemde in de Proza Edda. Ze is een van de Aesir. Aangenomen wordt we dat Gefion een naam is voor Freya, die de bijnaam Gefn had; dit woord is verwant aan 'Gefion'.
Gefion werd een maagd genoemd, en zij ontving ongetrouwde meisjes na hun dood. Maar elders worden haar vier zoons genoemd, waarvan de vader een reus was. Later trouwde ze met Skjold, een zoon van Odin, waarmee ze in Leire in Denemarken ging wonen. Odin was de echtgenoot van Frigg, die ook is te vereenzelvigen met Freya.

Gefion wordt er in een mythe door Odin opuit gestuurd om land te vinden. De Zweedse koning Gylfi belooft haar zoveel land te geven als ze kan omploegen. Hierop bezoekt ze een reus, en ze baarde vier zoons, die ze in ossen veranderde en voor haar ploeg spande. Vervolgens ploegde ze rond een groot gebied, zodat het loskwam van Zweden. Dit land is nu het Deense Sjaelland, het eiland waarop Kopenhagen ligt. De oude naam van dit eiland was Niartharum, een naam die mogelijk in verband staat met Nerthus. Tacitus beschrijft rituelen voor Nerthus die raakvlakken vertonen met deze mythe.
De mythe is ook verwant aan de stichting van de Fenicische kolonie Carthago, door Elyssa of Elyssar, een koningin uit Tyr. De Grieken noemden haar Dido.
Gefion is mogelijke verwant met Freyja. Een van Freyja's namen was Gefn ('geefster'). Misschien was 'Gefion' haar naam in Denemarken. Gefion had eveneens een ketting die ze van de maker verkreeg in ruil voor seksuele attenties. Er is misschien ook verband met het woord geofon, dat in oud-Engelse poëzie werd gebruikt als een naam voor de zee.
'Schenkster' is een naam of bijnaam van vele godinnen. zoals de Griekse Pandora ('Schenkster van alles") of de Etruskische Turan. Turan was de Etruskische naam voor Aphrodite, die vele mythen gemeenschappelijk heeft met Freija of Frigga. Haar echtgenoot was Adonis, net als Odin een god wiens dood en herrijzenis jaarlijks werd herdacht.


Gerd. De Germaanse Gerd is een der Vanen. Ze is de personificatie van de vruchtbare aarde. Ze is de reusachtige vrouw van Freij, de broer van Freija. Ze was beroemd om haar schoonheid, en haar blanke armen waren zo helder dat ze hiermee de lucht en de zee verlichtte.


Gesjtinanna. Ook Geshtinanna. Soemerische godin. Zij is schrijfster en ze verklaart dromen. Haar moeder was de schapengodin Duttur.
In het verhaal 'De droom van Doemoezi' verklaart zij de droom van haar broer Doemoezi; ze voorziet hoe hij om het leven wordt gebracht. Haar echtgenoot heet Ningiszida. Ze wordt ook wel Belet-Seri genoemd; dan is haar echtgenoot de stormgod Martu.
In het verhaal over Inanna's afdaling naar de onderwereld wordt verteld hoe zij elk halfjaar de plaats van haar broer inneemt. Inanna, die was gevangen in de onderwereld, het domein van haar zuster Eresjkigal, mocht alleen terug naar de aarde op voorwaarde dat een vervanger haar plaats zou innemen. Ze ging naar huis en trof haar geliefde Dumuzi aan, die in plaats van te rouwen haar plaats als heerser had ingenomen en feestvierde. Ze wees hem tegen zijn wil aan als haar plaatsvervanger. Met hulp van de zonnegod Utu nam Dumuzi diverse gedaantes aan om aan zijn lot te kunnen ontkomen, maar uiteindelijk werd hij naar de onderwereld gebracht. Gesjtinanna bemerkte zijn verdwijning en zocht hem overal. De vlieg vertelde haar waar ze haar broer kon vinden. Uiteindelijk beloonde Inanna de vlieg en stond toe dat Gesjtinanna halfjaarlijks de plaats van Dumuzi zou innemen. De mythe verklaart de afwisseling tussen het droge en het natte seizoen.


Gna. Germaans. Boodschapster van Frigg. Zij wordt genoemd in de lijst van Snorri Sturluson als godin, maar komt vaker voor als bediende en boodschapster van Frigga, die haar er vaak opuit stuurt. Ze berijdt het snelle paard Hofvarpnir ('hoefwerper'), dat net zo snel rijdt over land als door de lucht en over het water.


gorgonen. Grieks. De namen van de drie Gorgonen zijn Stheino (sterk, machtige), Euryale (ver zwervend) en Medusa (koningin, heerseres). Door de Orphici werd de maan het 'hoofd van Gorgo' genoemd. De Gorgonen zijn de drievoudige godin. Ooit waren ze mooi, maar volgens de mythe gaf Athene ze een afschrikwekkend uiterlijk nadat Medousa een affaire had gehad met Poseidon, volgens bepaalde bronnen Athenes echtgenoot. Ze kreeg enge ogen, grote tanden, een uitstekende tong, koperen klauwen en slangehaar. Athene bevestigde het hoofd op haar aigis: volgens anderen is Athene echter Medusa zelf.
De gorgonen waren kinderen van het zeemonster Ceto. Hun zusters waren de Graiai ('grijzen'), waaronder de oorlogsgodin Enyo, die eveneens aan Athene is verwant. Enyo was gehuwd met Chryasor, de zoon van haar gorgoonse zuster Medusa, die in volle wapenuitrusting uit haar hoofd was geboren. Het gruwelijke uiterlijk van de gorgonen werd afgebeeld op afschrikwekkende sjamanistische maskers. Deze dienden om nieuwsgierigen op afstand te houden van de geheime mysteriën, die niet door oningewijden mochten worden bijgewoond. Dit komt ook nog naar voren in de Griekse mythe over Medusa, die de toegang tot het eiland der Hesperiden bewaakte, waar het mysterie van het heilige huwelijk tussen de godin en de koning werd voltrokken.
Gimbutas beschrijft de vondst van gorgonenmaskers die dateren uit het zesde millennium v.o.j. Bij uitgravingen in Varna, in Bulgarije aan de kust van de Zwarte Zee, in het Roemeens Sultana en in Sesklo in het Griekse Thessalië zijn maskers of afbeeldingen gevonden van de godin in haar aspect van slangegodin; deze hadden grote, starende ogen, grote tanden en een uitstekende tong. De slang staat in verband met de dood en wedergeboorte. De maskers zijn versierd met regeneratiesymbolen, die wijzen op de innige relatie van leven en dood. Een antropomorfe vaas uit Sultana, die een vrouwenlichaam met gorgonenhoofd uitbeeldt, werd waarschijnlijk gebruikt in een ritueel voor de doden. Boven het hoofd met de uitgestoken tong zijn tien giftanden aangebracht. De vaas vertoont aan de voorkant een afbeelding van een vagina, met maansikkelvorminge versieringen hieromheen. De achterkant is versierd met spiralen en twee eieren. Bovendien heeft de vaas vogelvoeten.
In deze oude afbeeldingen zijn de kenmerken van de latere Medusa goed te herkennen. Deze gorgoon heeft dezelfde starende ogen en uitgestoken tong; haar haar bestaat uit slangen; haar blik verandert mannen in steen, en ze beneemt hen de adem. Dezelfde uiterlijke kenmerken zijn ook aanwezig bij godinnen uit heel andere culturen, zoals de Indiase Kali, de Lybische Lamia en de Azteekse Coatlicue.
In Eleusis zijn ook gorgonen gevonden met het hoofd van een bij, met slangen in plaats van voelsprieten en voorbenen; deze dateren van 675-650 v.o.j. De gorgoon van Rhodos heeft bijenvleugels.
De oude Grieken verwijzen naar de kracht van Medusa's bloed, dat zowel dood als leven kan brengen. Gimbutas suggereert dat dit een vervormde herinnering kan zijn aan het verband dat in het neolithicum werd gelegd tussen het vrouwelijke menstruatiebloed en de maanstanden. Door het naast elkaar voorkomen van de vrouwelijke vruchtbaarheidsattributen zoals de vulva en symbolen die naar de dood verwijzen werd het neolithische geloof weerspiegeld dat de godin zowel het leven bracht als de dood.

Het gorgonenhoofd met slangen wordt afgebeeld op de aigis of aegis, een roodgeverfde borstplaat van geitevel. De slangen die aan het vel of op het Medusahoofd zijn afgebeeld, belichamen de wijsheid van de godin. In de Griekse mythologie wordt de beschermende aegis als schild of op de kleding gedragen door de godin van de wijsheid Athene. Volgens sommigen is dit de afgestroopte huid van Medusa, volgens anderen is de aegis het gorgonenhoofd. Ook werd wel gezegd dat het de afgestroopte huid van het jonge meisje Pallas was, die door Athene zelf werd gevild; volgens andere meldingen was de gevilde Pallas een man of een geitgod. Herodotus meldt dat de aegis oorspronkelijk afkomstig is uit Lybië, uit het gebied rond de rivier de Triton, waar het de normale dracht van vrouwen is. Volgens zijn beschrijving droegen de vrouwen leren kleding, waarover ze onthaarde geitevellen droegen, die met kaprood waren geverfd, en in plaats van slangen kwasten aan de zoom hadden. Het Griekse woord aigis is van deze vellen afkomstig. (Terzijde: Herodotus vermeldt in dezelfde alinea dat de vrouwen hier tijdens de offerplechtigheden voor Neith halleluja (ololu, ololu) roepen, iets wat zo mooi klonk dat het indruk op hem maakte (boek 4:189). Hij neemt aan dat ook deze kreet hiervandaan komt.) Graves vermeldt dat de aigis van oorsprong een magische tas van geitehuid was, waarin een slang werd verborgen. De inhoud werd beschermd door het gorgonenmasker.
Het Medusahoofd dat Athene op haar aegis droeg, was zij een aspect van haarzelf, als oorlogsgodin.
Volgens Graves zijn de namen van de drie gorgonen namen voor de 'maangodin'.
De Egyptische kroniekschrijver Johannes van Nikiu, die schreef in de zevende eeuw, noemt Perseus als zoon van de Assyrische Picus, een andere naam voor 'Zeus'. Deze zag een jong meisje bij Qorontos, sloeg haar hoofd af en plaatste het op zijn schild, waardoor hij onoverwinnelijke macht kreeg in zijn gevechten. Hij bouwde de stad 'Iconium' op de kleine stad Amandra; de nieuwe stad werd genoemd naar het 'icoon' dat hij hier had opgericht van zichzelf en de vreselijke gorgoon, van wie hij onafscheidelijk was. De stad Isaura in Cilicia overwon hij dankzij de magische kracht van zijn schild. Van het dorp Andrasus in Cilicia maakte hij een stad met de naam Tarsus. Na vele veroveringen keerde hij terug naar Assyrië, waar hij zijn koningsschap opeiste, en de naam veranderde in Perzië, naar zichzelf. Tijdens zijn regering zou de Syrische rivier de Orontes buiten zijn oevers treden door overvloedige regenval; na vele gebeden maakte een groot vuur in de vorm van een weerlicht hier een einde aan. Perseus plaatste dit vuur in een tempel als een eeuwigbrandend vuur, en het werd vergoddelijkt, een verwijzing naar de Perzische vuurgodsdienst. Het vuur werd 'zoon' van de zon (Ahura Mazda) genoemd.
Athene wordt geïdentificeerd met de Lybische Neith. Walker weet te melden dat de Lybisch naam voor Medusa Metis (wijsheid) is, de orakelgodin die in de Griekse mythologie als Athenes moeder wordt genoemd.


graiai. 'De grijzen'. Grieks. Van de drie Graiai wordt gezegd dat ze blanke gezichten hebben en op zwanen lijken. Ze hebben grijs haar en bezitten tezamen slechts één oog en één tand: in de Griekse mythe maakt Perseus hiervan listig gebruik om te achterhalen waar de gorgonen zich bevinden. Volgens Graves is deze voorstelling afkomstig van een verkeerde interpretatie van een heilige afbeelding, waarop Hermes een aantal geschenken wordt aangereikt. De zwaan staat vaak in verband met de doden en hun cultussen. Hun namen zijn Enyo, Pemphredo en Deino.


Gula. 'Grote'. Gula was een Soemerische lotsgodin, ook vereerd in Babylonië. Ze werd gesymboliseerd door een hond. Gula werd 'De grote dokter' genoemd; zij kon zowel genezen als ziekte veroorzaken. De Klein-Aziatische Kassieten vereenzelvigden hun genezende godin Hala met haar. Ze werd ook geïdentificeerd met de Soemerische stadsgodin van Isin, Nin Insina. Het sterrenbeeld Waterman werd in Babylonië Gula genoemd. Gula of Gula-Bau kan in verband worden gebracht met de Griekse Demeter.
Gula was een naam voor de grote godin in Babylonië. Ze werd ook Vrouw van de geboorte genoemd, en Moeder van de honden. Met de naam Ma-Munda ('Zij bouwde een boot') werd naar Gula of Ninkarrak verwezen. Er is ook sprake van een godin met de naam Nin ma-mu-un-du; het is echter niet duidelijk over wie het hier precies gaat.
Gula besliste over het lot. De lotsgodinnen of faten werden hier gulses genoemd; zij waren de 'schikgodinnen die schreven', dat wil zeggen het lot beschikten en dit opschreven in hun boeken. In het latere Gilgamesj-epos komt de dienares van Eresjkigal, Beletseri, voor als schrijfster van de onderwereld. Zij komen overeen met de Romeinse Fata scribenda en de Teutoonse Schreiberinnen, 'schrijvende vrouwen', een functie van de nornen.
Gula's echtgenote was Ninurta ('Heer Aarde'), de Babylonische naam voor de planeet Saturnus. Ninurta is een voorloper van Griekse helden als Hercules.
In Nippoer (Niffar) in Zuid-Irak stond een grote, aan Gula gewijde tempel.


Grootmoeder spin. Grootmoeder Spin, Spinnevrouw of Denkende Vrouw was het oerwezen dat alles creëerde. Volgens de legende van de Pueblo-Indianen is haar eerste scheppingsdaad het kruisgewijs verdelen van de aarde in vier kwartieren. Ze spon een draad van oost naar west, en toen een van noord naar zuid; het kruispunt dat nu ontstond was het middelpunt van de aarde.







home: www.nissaba.nl/godinnen