|
Nieuwe database onder constructie. Kijk hier.
Echidna. Ook Echidne. Vrouwelijk wezen uit de Griekse mythologie, half slang, half vrouw. Echidna werd genoemd als een van de Phorkiden, kinderen van Keto en Phorkys, samen met de slang Ladon en de gorgonen, waarvan Medusa de bekendste is, en ook nog de graiai en de hesperiden, waar de boom met de gouden appelen der onsterfelijkheid werd beschermd door Ladon. De meesten van hen werden ook genoemd als kinderen van Echidna en Typhon, samen met verder nog de hydra van Lerna, Scylla, een adelaar, de Nemeïsche leeuw en een zeug. Zij was afkomstig uit het Aziatische Kilikia of het land van de Arimaspiërs.
Echidna werd ook nog genoemd als moeder van de sfinx, met als vader Orthus, en ze zou moeder zijn van de Harpijen.
Maar ook werden de aarde Gaia en de hemel Uranos wel als haar ouders genoemd, of Gaia en de onderwereld Tartarus, of de onderwereldrivier de Styx en Peiras, die familie was van Argos Panoptes, die Echidna zou doden. Volgens deze mythe was Echidne geboren in Argos.
Volgens de Theogonie van Hesiodus was ze voor de ene helft een slang, en voor de andere helft vrouw. Echidna leefde in Arimi in een grot, waar ze mensen rauw verslond, samen met haar echtgenoot Typhon. Hieraan werd een einde gemaakt toen ze werd gedood door Argos.
De kinderen van Echidna en Orthros, de tweekoppige hond van de reus Geryon, waren de hellehond Kerberus, de hydra, een waterslang met vele koppen, en de Chimaera, een geit met de kop van een leeuw en een slangestaart. Ook de sfinx, de orakelende leeuw met het vrouwenhoofd bij Thebe, was volgens sommigen een kind van Echidne en Typhon. Verder worden de Nemeïsche leeuw en de slang Ladon soms tot haar nakomelingen gerekend.
Herodotus noemde ook nog Hercules als de vader van drie van Echidna's kinderen, Agathyrsus, Gelanus en Scytha of Skythes. Herakles kwam met de runderen van Geryon langs de Zwarte Zee, in het land dat later door de Skythen werd bewoond. Daar ontmoette Herakles een vrouw met het onderlichaam van een slang, dat zijn merries had gestolen, en ze pas weer wilde teruggeven als hij de liefde met haar bedreef, waar Heracles gehoor aan gaf. De Skythen stamden volgens de Grieken van deze Skythes af. Gelonus of Helonus verleende zijn naam aan de hoofdstad van de Skythen (nu een archeologisch terrein in de Oekraïne). Herodotus vermeldde dat hier Griekse goden werden vereerd, waaronder Dionysos. De Agathrysi waren volgens Herodotus een mengvolk van Thraciërs en Skythen.
Kerberos, de hond die de hel bewaakt, werd geïdentificeerd met de Egyptische god Anoebis, de god met het hoofd van een jakhals, die de doden naar de onderwereld bracht. De slang Typhon werd door de Grieken gelijk gesteld aan de Egyptische Seth, die zijn broer Osiris doodde, en uit wraak hiervoor werd gedood door Osiris' zoon Horus, die te vergelijken is met Hercules. Orthros kende de Egyptenaren als de ster Sirius.
De slang werd geassocieerd met vrouwen in verband met haar functie als orakel, zoals bijvoorbeeld de pythia van Delphi, of de profeterende slang die Eva wees op de boom der wijsheid. Ook komt de vrouwelijke slang in de mythologie voor als voedster. Hierover wordt een visioen beschreven dat Klytaemnestra had vlak voor haar dood. Egypte kent dergelijke voedster-slangen bijvoorbeeld als Wadjet of Renenutet. Uit Mesopotamië bestaan beelden van een voedster-slangegodin van 4000 jaar v.o.j.
Echidna is het woord dat in (oorspronkelijk in het Grieks geschreven) Handelingen 28:3 wordt gebruikt voor de adder die de apostel Paulus in de hand beet toen hij trachtte te vluchten uit de takken die Paulus op het vuur wierp. Dit gebeurde op het eiland Melite (Malta), tijdens Paulus' lange omzwervingen. Toen Paulus na de beet ongedeerd bleef, en de adder in het vuur schudde, zei men dat hij een god was. Dat was niet voor het eerst dat Paulus met een god werd geassocieerd. In Lystra was hij voor de boodschappergod Hermes aangezien, en zijn metgezel Barnabas werd voor Zeus gehouden.
De naam Paulus is de Romeins/Griekse vorm van de Griekse god Apollo; Paulus' eerdere naam, Saulus, was een vorm van de naam van de Romeinse zonnegod Sol. Apollo was zelf gelijkgesteld aan de zonnegod Sol, net zoals Saulus de naam Paulus kreeg. Associatie van Paulus met Apollo blijkt ondermeer uit zijn bezoek aan Ephese, waar Apollo's zus Artemis de scepter zwaaide, maar ook uit allerlei andere episodes tijdens zijn reis. Een variant van het verhaal van Echidna op Melite bestaat ook over Orestes. Apollo zelf wordt regelmatig geassocieerd met een slang. Hij doodde de python, de slang van het orakel van Delhpi, waar Apollo sprak via de Pythia, en hij stuurde Echidna's alter ego Poine naar Argos als wraak voor de dood van zijn kind Linos en de moord op diens moeder Psamahte, wegens haar ongehuwde moederschap. Deze slangevrouw werd uiteindelijk gedood door Koroibos.
Behalve in de mythe over Paulus op Melite wordt echidna in de bijbel ook een paar keer gebruikt als een woord voor 'nakomelingen' van de slang, i.c. 'adderengebroed' voor Farizeeërs en Sadduceeën in Mattheüs 3:7 (gennhmata echidnon).
Egeria. Egeria was een Romeinse bron- of boomnimf, een van de Camenae. Haar heilige bron en grot waren te vinden in het dal van de Camenae, buiten de Porta Capena ten zuiden van Rome. Ze was ook de geest of lumpa van een stroom in het heilige bos op deze lokatie. Plutarchus noemt haar als een van de dryaden, nimfen van de eikeboom. In het woud van Aricia, het heilige bos van Diana aan het meer van Nemi, werd ze vereerd als geboortegodin. Ze had tevens profetische gaven.
Egeria was de lerares van de legendarische tweede keizer van Rome, Numa Pompilius, en onderwees hem in de wetten van het nieuwe rijk. Ze werd ook wel zijn vrouw genoemd. Op de plaats in haar heilige bos waar zij elkaar ontmoetten, en waar hij in haar wijsheid werd ingewijd, ontsprong een bron. Dit was in het woud van Aricia in Latium, dat gewijd was aan Diana. Volgens een legende zou Egeria na Numa's dood weg zijn gekwijnd en ten slotte door Diana vanwege haar klaagzang in een bron zijn veranderd. Haar heilige fontein en grot zijn nog steeds te bezichtigen.
Uit de identificatie van Egeria met de bron of stroom blijkt de ouderdom van haar verering. In de vroege tijd van de Italiaanse religie kende men nog geen antropomorfe goden zoals de Grieken die hadden. Men vereerde natuurlijke verschijnselen als zodanig, en kende deze een goddelijke kracht of wil toe. Deze natuurkrachten werden numina genoemd. Nimfen die werden geassocieerd met water, bomen of andere natuurverschijnselen, hadden vaak betekenis voor de vruchtbaarheid. Men bezocht de bronnen en grotten om te genezen of zwanger te worden. Aan de rituelen voor Egeria namen voornamelijk vrouwen deel die zwanger waren of wilden worden. De betekenis van het heiligdom was te vergelijken met het water in de grot voor Holda in de Hollestein in de buurt van Hilgershausen, waar vrouwen baadden om hun zwangerschapskansen te verhogen. Egeria was aanvankelijk een watergeest, lumpa genaamd, wat later via lymphae gelijk werd gesteld aan het Griekse nympha, een nimf, vanwege de overeenkomst in klank. Monumenten die aan nimfen waren gewijd, noemde men Nymphaeum. Oorspronkelijk waren dit grotten, die men als verblijfplaats van de nimfen beschouwde. Hier voorzagen zij in de watervoorziening. De tempels, die vaak een ronde vorm hadden, dienden tevens als voorraadkamer en verzamelplaats. Bekend is het Nymphaeum van Ephese. Verder zijn er vele van deze heiligdommen gevonden in Klein-Azië, Corynthe, Constantinopel, in Rome etc. Met het woord nymphaeum werden later nog de fonteinen in de katholieke basilieken aangeduid.
Egeria werd samen met Numa als historische persoon genoemd. Maar Egeria was geen vrouw, maar een vorm van de godin Diana zelf, uit een tijd dat de Romeinse goden antropomorfe trekken kregen. De bron waarin Egeria veranderde was de bron van Diana's heilige meer van Nemi, dat al bestond voor de stichting van Rome.
Ook is er geen bewijs dat Numa zelf ooit heeft bestaan; de begintijd van het Romeinse keizerrijk is in nevelen gehuld. Volgens de Romeinse jaartelling overleed Numa in het jaar 673 v.o.j., maar net zoals het eerste jaar van onze jaartelling pas achteraf is bepaald, en is vastgelegd op de mythische geboorte van het kind Jezus, is ook het begin van de Romeinse jaartelling een verwijzing naar een mythisch verleden.
Diana werd door haar titel Vesta net als de Camenae geassocieerd met deze godin van het vuur. Het water van Egeria's bron bij de Porta Capena, dat daar uit een spelonk uit een rots stroomde, werd dagelijks door de Vestaalse Maagden gehaald om de tempel van Vesta te reinigen. Het heilige water uit deze bron werd ook genezende kracht toegeschreven. Ook in het heiligdom van Nemi bestaan aanwijzingen dat Diana hier werd vereerd met een vuur. Vrouwen bezochten het heiligdom op de ides van augustus, de dertiende van de heetste maand, met volle maan, als de vruchtbare kracht van de natuur het grootst is. Zij droegen fakkels waarmee het woud werd verlicht. In het heilige gebied werden bronzen beeldjes gevonden van de godin, die een fakkel in de hand had. Er zijn aanwijzingen dat in het heiligdom een eeuwig vuur brandend werd gehouden. Ook het water van de bronnimfen had betekenis voor de rituelen van de Vestales.
Volgens een Latijnse mythe bracht Artemis, de Griekse Diana, haar beschermeling en vereerder Hippolytos verborgen in een wolk naar haar heilige woud in Aricia, nadat hij tegen Zeus' wil was teruggekeerd uit het dodenrijk. In Aricia trouwde hij met Egeria. Hippolytos was de zoon van Theseus en de Amazone Antiope of Hippolyte. De Amazones waren vereerders van Artemis, en werden ondermeer genoemd als de grondleggers van haar oorspronkelijke heiligdom in Ephese. Artemis veranderde Hippolytos' naam in Virbius. Frazer citeert de verklaring van Servius dat Hippolytus of Virbius verbonden is met Diana op de manier waarop Attis is verbonden met de Moeder der goden, Adonis met Venus en Erichtonius met Minerva.
Maar Egeria is ook verwant aan de Griekse beschermgodin van het huwelijk en de doden Hera, die in Pagai een heilig bos bezat van zwarte populieren. Graves leidt Egeria's naam af van het Griekse Aigeiria, 'Van de zwarte populier'. Zij werd ook geassocieerd met Hercules, de Griekse held die net als Hippolytus na zijn dood weer tot leven kwam en in de hemel werd opgenomen. Hercules huwde met Hera's dochter of jonge aspect, Hebe. In de mythologie van de Etrusken was Hera Hercules' moeder. Ook de koningin van de onderwereld Persephone werd geassocieerd met een bos van zwarte populieren, dat te vinden was in het verre westen, traditioneel het gebied waar de doden de toegang vonden tot het hiernamaals.
Hera is de moeder van Hephaestus, die de Romeinen gelijkstelden aan Vulcanos. Tijdens de Volcania ter ere van de smidgod op 23 augustus werden ook de Camenae geëerd, van wie Egeria er een was.
Eileythyia. Eileythyia (kindbarende). Griekenland, Kreta. Een naam voor Artemis als beschermster van de geboorte. In Italië werd Mater Matuta als Eileythyia vereerd. Ook was het een naam voor de Etruskische Uni.
Eir. Geneeskunst. Skandinavie. Eir was de godin van de geneeskunst. Ze was arts en werd beschouwd als de beste dokter, die zich vooral met sjamanistische geneeswijzen bezighield. Ze was een van de goden die de berg Lyfia ('genezen door magie') bewoonde. Ze leerde haar kunst aan Skandinavische vrouwen. Alleen vrouwen hielden zich bezig met genezen. Zij hielden zich bezig met zowel het genezen van het lichaam als met psychologie.
Eir verschijnt in het gezelschap van Frigga.
Ekhi of Eki. Baskische zonnegodin. Ook Eguzki. Haar zuster is de maan Illargui ('maanlicht'), Iretargui of Ilazki, haar moeder is de aarde Lur, die soms gelijk werd gesteld aan Mari. Ekhi's warme stralen kunnen de kwade macht van tovenaars en nachtgeesten verdrijven; één lichtstraal is al voldoende om de nachtelijke demonen weg te jagen.
Eguzki ('zon') komt van egun, 'dag', en het achtervoegsel zki. Andere spellingen zijn iguzki en iduzki. De oostelijke variant Eki wordt gevormd uit egun en suffix ki. Het woord voor 'dageraad' is egunantz of eguantz.
Aberri Eguna is een Baskische nationale feestdag, die altijd wordt gevierd op paaszondag. Het is een Baskisch nationalistisch feest, ingesteld door Sabino Arana in de negentiende eeuw.
De Baskische taal heeft geen enkele bekende verwantschap met andere talen. Wel is het woord voor het cijfer 2 in Altaïsche talen (o.a. Turks) eki of iki, in het Hongaars eghi. Het Turkse woord gün betekent 'dag', günus is zon.
Hoewel de Baskische taal geen geslachtsvormen kent, en er geen oude Baskische teksten zijn overgeleverd, komt uit de Baskische folklore naar voren dat de Basken de zon voorstelden als vrouwelijk. Dat was vroeger in heel Europa normaal; 'zon' was vrouwelijk in bijna alle Europese talen, zoals blijkt uit Sunna in de Edda. Ook de Baltische Saule, eveneens vooral bekend uit de folklore, is hiermee verwant.
Electra. 'Barnsteen'. Ook Elektra. Een Electra wordt genoemd als de legendarische stichtster van Troje. Als de dochter van de zeegodin Tethys en de zeegod Oceanos is ze een Oceanide. De Oceanide Elektra is de moeder van Iris en de harpijen; haar echtgenoot is Thaumas ('wonderbaarlijk'). Verder is Electra een der Pleiaden en een van de Danaïden.
Een Electra werd genoemd als echtgenote van ene Oedipus. Zij was de moeder van Dardanus, de stichter van Troje, en Iason, de aanvoerder van de Argonauten. De Pleiade Electra werd genoemd als moeder van Iasion, de mooie jongen op wie Demeter verliefd werd, en met wie zij het heilig huwelijk voltrok in een driemaal omgeploegd veld. Ook is ze de vrouw van Corythus; verleid door Zeus wordt ze zwanger van Dardanus, stichter van Troje en een voorouder van koning Priamos. Als Oceanide is ze gehuwd met Thaumas, en moeder van de harpijen en de psychopompos Iris. Bij Euripides trouwt ze met Pylades, die een vorm is van de psychopompos Hermes. Deze huwelijken wijzen op een relatie met de doden en de onderwereld. Ook als Pleiade is er een relatie met de zielen; de Griekse versie van Allerzielen viel als de Pleiaden in november weer onder de horizon verdwenen. Haar rol in de literatuur als moordenares van haar moeder, samen met haar broer, kan zijn geïnspireerd door deze functie van dodengodin of geleidster van zielen. Een van Electra's dochters, de harpij Celaena ('zwarte', 'duistere'), komt tevens voor als een Pleiade.
Bij Euripides, Sophokles en Aischylos is Elektra de dochter van Klytaemnestra en Agammemnon, en de zuster van Orestes. Zij hielp haar broer hun moeder te vermoorden in een verhaal waarin de oude orde, waarin het moederrecht gold, werd vervangen voor een nieuwe orde ten gunste van mannen en vaders.
Het verhaal kan worden gelezen als het omverwerpen van het pythische heiligdom van Moeder Aarde, dat was gewijd aan Artemis, door haar tweelingbroer Apollo. Orestes kan worden vereenzelvigd met Apollo, zijn vriend Pylades met Hermes, de god die toegang had tot de wereld der doden. Elektra, die eerst was gehuwd met een boer, trouwde later met Pylades.
De vrouwelijke hoofdfiguren zijn gelijk te stellen aan aspecten van Artemis of de machtige godin uit een oudere tijd. Ook Electra heeft kenmerken van Artemis, maar Euripides laat haar de oude wet veroordelen en de nieuwe tijd verdedigen. Het noemen van een Electra als grondlegster van Troje legt een verband tussen Electra en Artemis, want Klein-Azië is van oudsher het gebied waar deze godin, onder verschillende namen, werd vereerd.
In de als ouder geldende Ilias van Homerus komt geen Electra voor als dochter van Klytaemnestra en Agammemnon. Hun drie dochters heten Laodike ('gerechtigheid van het volk', 'volksgericht'?), Chrisothemis ('Gouden Orde') en Iphianassa ('Machtige Koningin'). Toch zit ook hier misschien al het thema in verborgen van het omverwerpen van een oudere orde, waarin wordt verwezen naar zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. De namen van de dochters verwijzen naar de oude tijd en een oudere rechtspraak en wetten. Homerus laat ze echter opsluiten, en Agammemnon is bereid zijn dochters weg te schenken aan Achilles, die overigens niet op het aanbod ingaat. 'Machtige Koningin' maakt in geen enkel opzicht haar naam waar, en 'Gouden Orde', de oude orde die werd geschonken door wetgevende godinnen zoals Themis, moet zich onderwerpen aan de nieuwe orde, waarin zij volledig ondergeschikt is aan haar vader en echtgenoot, en ze moet al haar rechten opgeven.
Dit staat in contrast met het gegeven dat de Trojaanse oorlog werd veroorzaakt door de 'ontvoering' van Helena door Paris. Deze ontvoering was in de oudheid een betwist feit, en velen waren ervan overtuigd dat Helena uit vrije wil met Paris meeging, iets wat in de context van de overheersing van mannen over vrouwen nauwelijks aannemelijk is. Het vertrek van Helena is veel verstrekkender dan alleen maar eigenzinnigheid van een verliefde vrouw; het zijn de vrouwenrechten in het algemeen die moeten worden overwonnen.
Bij Homerus staat dit gegeven niet centraal; de Ilias draait vooral om heldenverhalen, het verrichten van heldendaden en het sterven van een heldendood.
Elissa. Ook Elyssa, Elyssar of Elishat. Dido, Deido. Fenicische, mythische stichteres van de stad Carthago. Elissa is waarschijnlijk een weergave van de Fenicische naam, de naam Dido is Romeins. Elissa werd ook gelijkgesteld aan Tanit, sinds de vijfde eeuw v.o.j. de belangrijkste godin van Carthago.
De naam Elissa is bekend van o.a. Junianus Justinus, een Romeinse historicus uit de derde eeuw, die tekstfragmenten overleverde van oudere schrijvers als Trogus en Plinius. Vergilius noemde haar in de Aenaeas Dido of Deido ('zwerfster'), vanwege haar lange zwerftocht. De Romeinse Servius noteerde dat Vergilius de originele namen in Romeinse veranderde, indien dat beter paste. Volgens hem was de oorspronkelijke naam van Elissa's echtgenote Sichaeus Sicharbas, wat meer overeenkomt met Acerbas, de naam die Justinus gebruikte.
Elyssa was de mythische stichtster van de Fenicische stad Carthago. Romeinse munten tonen Dido die de stad bouwt, of Dido met een galei waarin ze de stad Tyr ontvlucht.
Haar vader was de koning Mutto (Mutgo) of Belus, de koning van Tyr. Belus is een Griekse weergave van het Fenicische 'Ba'al' ('heer'), een titel voor een god, in dit geval voor de stadsgod van Tyr. Josephus noemde hem Matgenus. Ook komt de naam Methres nog voor, en Agenor, die ook wordt genoemd als de vader van Europa en Cadmus. Verder wordt de naam 'Mattan' genoemd als vader van Elissa. Josephus noemt een Mattan als priester van de Baal-tempel die was opgericht door Athaliya, de dochter van Izabel, en haar echtgenoot Jehoram. Zij werden alle vermoord door Jehoiada, die vervolgens de Levieten installeerde.
Haar vader maakte Elissa en Pygmalion beide tot zijn erfgenaam, maar het volk plaatste alleen Pygmalion op de troon. Pygmalion vermoordde vervolgens haar echtgenoot Sichaeus (volgens Vergilius) of Acerbas (Junianus Justinus), in de hoop dat hij via Elissa de grote schat zou kunnen verkrijgen die Acerbas ergens in de grond bewaarde. Acerbas was een priester van Hercules, de Griekse naam voor Melqart ('koning van de stad'), de grote god van Tyr, die ook in Carthago werd vereerd. Melqart werd op Carthaagse munten afgebeeld, rijdend op zijn hippocampus over de zee, de reis van de zon langs de hemel naar het westen symboliserend. Op de andere kant was vaak een uil afgebeeld, met kromstaf en dorsvlegel. De combinatie is ontleend aan Athene, de stad die wordt geassocieerd met Poseidon, die eveneens een hippocampus bereidt, en Athene, die werd geassocieerd met de uil. De Carthaagse uil wordt ook wel in verband gebracht met de havik van de Egyptische Horus, die zelf weer kan worden geassocieerd met Hercules of Melqart. Misschien werd deze uil ook geassocieerd met de zee, omdat de Egyptische hiëroglyf voor water werd uitgebeeld door drie uilen.
Sichaeus waarschuwde Elissa in een droom, en zij vluchtte met de schat eerst met haar gevolg naar Cyprus, en vervolgens naar de plaats in Noord-Afrika die tegenwoordig Tunesië heet, misschien een herinnering aan de naam van de godin Tanit. Zij landde, op de vlucht voor haar broer Pygmalion, volgens de mythe met haar gevolg in de negende eeuw voor de kust van Noord-Afrika. Daar werd in de grond een stierenhoofd gevonden, en later een paardenhoofd, tekenen dat hier de stad kon worden gebouwd. Een paard kwam veel voor op Carthaagse munten, vaak gecombineerd met een palm, met op de andere zijde een hoofd van Tanit.
De Siciliaanse Timaeus (356–260 v.o.j.) noemde het jaar 814 v.c. als het stichtingsjaar van Carthago, evenals de stichting van Rome. Elyssa zou volgens zijn informatie eerst een kolonie hebben gesticht op Cyprus, en daarna zijn doorgereisd naar Noord-Afrika. Cyprus wordt geassocieerd met Aphrodite Cypris, die verwant is aan de Fenicische Astarte. Op Cyprus leefde volgens de Griekse mythologie een Pygmalion die uit liefde voor Aphrodite een seksuele relatie had met een beeltenis van deze godin.
Elissa kwam na vele omzwervingen, waaraan ze haar naam Dido ('zwerfster') ontleende, aan in Noord-Afrika, waar tijdens haar aankomst de Numidische koning Hiarbas of Iarbas regeerde. Hiarbas was een zoon van 'Zeus-Ammon' (Ba'al Hammon, de belangrijkste Carthaagse god). Elyssa kreeg van de oorspronkelijke bewoners toestemming om al het land te gebruiken dat ze kon omcirkelen met een enkele ossehuid. Ze sneed een huid in hele dunne repen, waarmee ze de heuvel omcirkelde waarop Carthago werd gebouwd. Om die reden zou de ommuurde citadel van de stad 'Bursa' (Grieks voor 'ossehuid') zijn genoemd. 'Bosra' of 'borsa' (van het Semitische brt) is echter een Fenicisch woord voor citadel. Misschien verwijst het ook naar de toren of polis, het symbool van de stedelijke beschaving, waarmeer vele godinnen werden afgebeeld. Ook Tanit, die volgens sommigen met Dido kan worden geïdentificeerd, droeg soms deze toren.
Carthago betekent letterlijk 'Karth hadasht', 'nieuwe stad'. De Romeinse historicus Appianus, die leefde in ca. de eerste eeuw, schreef dat Carthago was gesticht door Zoros en Karkhedon; deze namen verwijzen naar Tyr, in het Fenicisch Tzor of Zur (rots) en Cyprus, waar de Feniciërs ook een kolonie hadden gesticht met de naam Karth Hadasht. Karkedon is hiervan de Griekse transcriptie.
De stichting van de stad door Dido is vooral bekend uit de Aeneas van de Romeinse schrijver Vergilius. Een aantal Trojanen ontvluchtten de Trojaanse oorlog per schip, en stichtten Rome. Onderweg kwamen ze langs Carthago, waar Aeneas een liefdesrelatie kreeg met Dido. Aeneas werd deze richting uit gestuurd door Poseidon of Neptunus, een god die overeenkomt met de Carthaagse Melqart, die hier werd vereerd samen met Tanit en Baal Hammon.
De Aeneas is een variatie van de Ilias van Homerus, waarin Odysseus na de Trojaanse oorlog tien jaar lang rondreisde, voortgejaagd door de goden, voor hij naar huis kon terugkeren. Dido betoverde Aeneas met haar liefde zodat hij vergat verder te varen, een lot dat Odysseus ook al was getroffen. De godin Hera joeg Dido met Aeneas door een enorme regenbui naar een grot, waar de geliefden een 'heilig huwelijk' sloten.
Om aan een huwelijk met Iarbas te ontkomen, die haar begeerde om haar paleis en de stad over te kunnen nemen, pleegde Elissa zelfmoord door zelfverbranding. Vanwege deze daad werd zij vervolgens als een godin vereerd. Een dergelijk verhaal is ook bekend uit een historische overlevering van de Romeinen, en is daar misschien op gebaseerd. In 146 v.c., tijdens de laatste Punische oorlog, zag de generaal Hasdrubal van Carthago geen uitweg meer, toen de stad praktisch was verwoest, en alleen de citadel nog overeind stond, en hij smeekte voor zijn leven. Toen verscheen boven de muur de vrouw van de generaal, met haar twee kleine kinderen op de armen. Ze schold haar echtgenoot uit voor lafaard, vervloekte de Romeinen voor de verwoesting van Carthago, en sprong vervolgens met haar kinderen in de vlammen van de brandende stad. Ook herinnert de mythe misschien aan het brandoffer, een Fenicisch mensenoffer dat werd uitgevoerd op de tophets. Dit betrof gewoonlijk kinderoffers.
Na haar dood veroverde Iarbas de stad, en Elissa's zuster Anna vluchtte naar het eiland Melite (Malta), waar ze werd ontvangen door koning Battus. Door de voortdurende agressie van Pygmalion moest ze echter opnieuw vluchtten, en uiteindelijk kwam ze in het verafschuwde Rome, waar ze als nimf zich verschool in de rivier de Numicius, en zoals Ovidius in zijn Fasti zei veranderde ze in de jaargodin Anna Perenna.
In de Aenaeas wordt een aangepaste versie van Elissa's zelfmoord beschreven. Na Aeneas' vertrek, of om de haat van de Lybische stammen vanwege haar liaison met Aeneas, verkoos Dido voor de dood door zelfmoord door de brandstapel. Zij doorstak zich met Aeneas' zwaard, en ging met zijn wapens en andere relieken die aan hun het huwelijk herinnerden in de vlammen op.
De naam Elissa is misschien verwant aan Ilias, en aan Ilium, een andere naam voor Troje.
De mythe wordt gekenmerkt door een reeks verdubbelingen. Elisha ontvluchtte Tyr omdat haar broer een grote schat begeerde, die het eigendom was van haar echtgenoot Acerbas, en ze vluchtte naar de nieuwe stad Carthago. Later begeerde Iarbas, wiens naam nogal lijkt op Acerbas, haar nieuwe rijk; zij pleegt zelfmoord, en haar zuster Anna vlucht naar de zojuist door Aeneas gestichtte stad Rome. In eerste instantie vlucht ze naar Malta, maar wordt hier net als eerder haar zuster door haar broer Pygmalion verjaagd.
In deze versies vluchtte Elissa voor haar moordzuchtige broer, maar mogelijk bestaat er ook een versie waarin zij haar echtgenoot vermoordt. Eustathius noemt Dido in zijn commentaar op Homerus de 'moordenares van haar echtgenoot'.
Pygmalion is bekend van een andere mythe, waarin hij zo verliefd is op Aphrodite dat hij uiteindelijk een seksuele relatie aangaat met haar beeltenis. Het beeld kreeg later de naam Galathea. Aphrodite wekte het tot leven, en een dochter werd geboren met de naam Paphos, de vroegste cultusplaats voor Aphrodite op Cyprus. Pygmalion zou een Griekse verbastering zijn van pumiyathon of pumayyaton, volgens George Frazer een naam voor de priesterkoningen van Astarte in Byblos. In Tyr schijnt een koning met de naam Pummayaton, een zoon van een Mattan 1, te hebben geregeerd van 829-821 v.c., dus in de tijd dat in het Mediterrane gebied veel kolonies werden gesticht. Maar in Carthago vereerde men ook de beschermgeest Pygmaeus of Patechus (Pataikos, Grieks voor 'dwerg van Pthah' of Pataeke), een afzichtelijk monster, dat op de boeg van de schepen werd afgebeeld om de vijand schrik aan te jagen. Pygmaeus betekent 'pygmee'. Misschien gaf dit gedrocht aanleiding tot de voorstelling van Pygmalion als een moordzuchtig monster. In Egypte werden de Pataike 'zonen van Ptah' genoemd. Patechus/Pygmaeus is een god van de zeevaart en een beschermer van zeelieden.
De mythe over het verkrijgen van het land komt overeen met Germaanse mythen over Gefion. Een andere mythe waarbij de stichtingsplaats van een stad wordt bepaald door een koe is Thebe, gesticht door Kadmos tijdens zijn zoektocht naar zijn zuster Europa. Kadmos ('morgen') en Europa ('avond') zijn beide kinderen van de koning Phoenix, een naam die verwijst naar de Fenicische herkomst.
Een eeuw na de vernietiging door de Romeinen bouwde Julius Caesar de stad weer op. In de vierde eeuw leefde hier de christelijke kerkvader Sint Augustinus, die veel heeft bijgedragen aan de vorming van het Christendom. Ten slotte werd de stad met de komst van de islam voorgoed verwoest.
Eneth. Anuta. Hongaars. Ook Boldog Asszony. Godin van de wateren, rivieren en vruchtbaarheid. Ze werd ook door de Skythen vereerd. Ze stond aan de hemel als het sterrenbeeld maagd. In de Hongaarse mythologie wordt Nimrod als haar echtgenoot genoemd. Nimrod is de bijbelse verbastering van de Soemerisch Ninurta ('Heer Aarde'), de echtgenoot van Bau. De Soemerische Bau werd in een latere tijd door de Babyloniërs en Iraniërs Anuta genoemd. In Hongaarse en Assyrische legenden waren Anatu en Nimrod de ouders van de tweeling Hunor en Magor, de voorouders van de Hunnen en de Magyaren. Ze waren volgens de legende ook de voorouders van de Iraniërs. Een hinde leidde de tweeling naar hun toekomstige land.
Het Hongaarse Eneh of Uno is mogelijk verwant aan het woord voor koe of hinde. Assyrische mythen noemen zonen van Nimrod met titels die lijken op Magor.
De naam Anuta is verwant aan de Fenicische naam Anat.
Enyo. Griekse oorlogsgodin. Ze begaf zich vaak in de strijd in gezelschap van de oorlogsgod Ares Enyalios. Enyo werd vaak gebruikt als een andere naam voor Eris ('twist'). De Romeinen stelden haar gelijk aan Bellona.
Hesiodus noemde Enyo als een van de Graiae ('grijzen' of 'oude vrouwen'), de zusters en bewaaksters van de gorgonen. Het hoofd van de gorgoon Medusa was afgebeeld op het borstschild of de aegis van de meer gecultiveerde oorlogsgodin Athene. De moeder van de graien en de gorgonen was het zeemonster Ceto. Enyo droeg een saffraankleurig gewaad. Griekse schrijvers als Apollodorus en Aeschylos zeiden dat zij het uiterlijk hadden van zwanen, dat ze samen één oog en één tand deelden. Perseus kreeg het oog in zijn bezit toen hij Medusa's hoofd veroverde, dat vervolgens op het borstschild van de aan Enyo en Medusa verwante godin Athene terecht kwam.
In de Ilias werd ze gezamenlijk met Athene voorgesteld als 'plunderaars' van de stad Troje. Quintus Smyrnaeus, die in de vierde eeuw een versie van de val van Troje schreef, gaf een voorstelling van Enyo die overeenkomt met Anat in haar strijd tegen Yam. Als in een roes waadde de verwoestende strijdgodin door het bloed van de vele slachtoffers die werden gemaakt tijdens het hoogtepunt van het gevecht, onder het uiten van een verschrikkelijk gebrul. Ook Tryphiodorus vermeldde hoe zij dronken van het bloed, in hevige extase, door de nachtelijke straten van de stad danste. Samen met Eris en Ares veroorzaakten zij een geweldig tumult. In de Dionysiaca wordt het krankzinnige geweld vergeleken met het oogsten tijdens maaiseizoen. Dit roept de verwante Fenicische strijdster Anat in de herinnering, maar ook de Egyptische leeuwgodin Sekhmet, die in een roes de verdorven mensheid vernietigt, en pas tot rust komt als ze wijn drinkt in de waan dat het bloed is. Wijn is als produkt van de oogst een drank die een rol speelt in feesten tijdens de oogsttijd. In verschillende religieuze culturen werd wijn gelijkgesteld aan bloed, zoals bijvoorbeeld ook het bloed van Jezus of Dionysos bij wijze van sacrament in de vorm van wijn werd genuttigd.
Enodia. Thessalia.
Eos. Griekse godin van de dageraad. Ze maakt deel uit van de mythologie over de Hesperiden. In heel Europa en onder de Slavische volkeren komt een vergelijkbare drie-eenheid voor. De Noren kenden de nornen. Zij zijn identiek aan de Slavische Zarya. Ook komt Eos overeen met de Indiase dageraadgodin Oesja.
In de Griekse mythologie is Eos kind van de titanen Hyperion en Theia. Ze trekt 's morgens in het oosten de deuren open van de paardenstal van haar broer Helios. Haar wagen wordt getrokken door de paarden Lampos (fakkel) en Phaeton (schijnende). Ze rijdt naar de Olympos om daar de komst van Helios aan te kondigen. Als deze komt, wordt ze Hemera (dag); 's avonds komt ze als Hespera (avond) met Helios aan aan de westelijke oceaankust.
Phaeton wordt ook wel genoemd als haar zoon. Zijn vader is Kephallos. Phaeton is in feite de morgen- en avondster Venus. Ook wordt Phaeton genoemd als de zoon van Helios, die door een ongeluk met de zonnewagen van zijn vader veroorzaakt dat de inwoners van Afrika zwart werden. Een andere naam voor Kephalos was Astraios, de 'sterachtige'; met deze aanduiding wordt ook naar de planeet Venus verwezen. Kephalos sprong net als Aphrodite van de Leucadische (witte) rots; hij deed dit uit schuldgevoel, omdat hij zijn vrouw Prokis had bedrogen met Eos. Aphrodite sprong uit smart voor haar gestorven geliefde Adonis.
Eos had vele minnaars. Homerus verklaart dit doordat ze ooit door Aphrodite betrapt werd tijdens een samenzijn met Ares; zij strafte Eos met een onophoudelijk verlangen naar jongelingen. Behalve Kephalos behoorde de jager Orion tot haar minnaars.
Eos is oorspronkelijk dezelfde godin als de Germaanse of Angelsaksische Eostre of Ostara. Ook is ze in naam en wezen verwant aan de Indiase rigvedische dageraadgodin Oesja. Anderen vermelden een connectie, ook etymologisch, tussen Ostara, Isjtar, Esther, Astarte etc. Eos zou dan ook in deze lijn liggen. Dat zou haar vele minnaars verklaren. Eos zou dan een aspect kunnen zijn van Aphrodite, die zelf voortkomt uit de Fenicische Astarte. Een van haar functies, of van haar priesteres, was die van heilige prostituee.
Epiuna. Etruskische graangodin. Haar naam staat in verband met het woord ep (doen, werken). Haar Latijnse naam is Ops.
Epione. Griekse moeder van Hygieia, de godin van de gezondheid.
Epona. ('paard'.) Keltische paardengodin. Haar naam komt voor in Romeinse inscripties. In Wales werd Epona Rhiannon; in Ierland werd ze Macha of Etain genoemd. Ze kan worden gelijkgesteld aan de Grieks/Kretenzische Leukippe (Leuca = wit, hippos = paard). Zij werd 'Witte merrie' ('White mare') genoemd, hoewel ze tegenwoordig bekend staat als 'Wit Paard', naar aanleiding van de reusachtige krijtafbeelding van haar op de heuvel van Uffington. Deze is misschien gemaakt door de Belgen, die haar vereerden. Ze werd vaak afgebeeld rijdend op een paard, maar ook met naast haar een kind of veulen. Het is mogelijk dat de middeleeuwse legende van Lady Godivah op haar is terug te voeren.
Epona werd vooral vereerd in het oosten van Gallië en aan het grensgebied met de Germanen. Maar ze werd ook vereerd in Groot-Brittannië, Dalmatië, Noord-Afrika en in Rome, waar ze als enige Keltische god een eigen feestdag had. In Hagondange in Duitsland werd ze voorgesteld als drievoudige godin, op dezelfde manier als de Matres werden afgebeeld. Een heiligdom in Entrans (Nievre) in Bourgondië was aan haar gewijd.
Ze werd in verschillende gebieden om andere aspecten vereerd. Soms was ze bewaakster van de doden, elders was ze genezeres of krijgsgodin. Ze werd waarschijnlijk lang voor de Romeinen Gallië en Brittanië binnenvielen vereerd als aardgodin of aardmoeder.
In Ierland huwde de koning ritueel met de aarde; in de twaalfde eeuw nog bestond een verslag waarin de koning op zijn kroningsdag trouwde met een witte merrie. Soms werd ze als drievoudige godin vereerd, de Drie Epona's genaamd.
De hoorn des overvloeds, waarmee ze vaak wordt afgebeeld, was misschien een toevoeging van de Romeinen. Epona zit meestal schrijlings, in Amazonezit, op haar paard, maar niet altijd. Ook werd ze soms vergezeld door een hond. Ook droeg ze soms een mappa, een doek waarmee het startsignaal van paardenrennen werd aangegeven.
Haar naam stamt van het Gallische 'epo' (paard), dat van hetzelfde Indo-Europese woord afstamt als het Latijnse equus. Het paard had betekenis in verband met macht en vruchtbaarheid en met het heilig koningschap. Epona was de meest geliefde Keltische godin bij de Romeinse cavalerie; ze was de enige die in de stad Rome werd vereerd met een feest.
Uit Romeinse bronnen is bekend dat zich in stallen voor Epona gewoonlijk altaren bevonden. In het oosten van Frankrijk bestond een belangrijke cultus die met Epona in verband wordt gebracht. In de Romeinse tijd werd Epona naar Groot-Brittanië gebracht. Hier bestond al eerder paardenverering waarin Rhiannon en Macha een rol speelden. Inscripties voor Epona zijn tot in Joegoslavië en Roemenië gevonden. Ook in Spanje zijn een aantal inscripties en beelden gevonden.
Erato. Haar naam betekent Beminnelijke. Erato is de muze van de hymne, het lied en de lyriek. Ze wordt afgebeeld met snaarinstrumenten.
Eresjkigal. Haar naam betekent 'Koningin van het grote rijk beneden'. Assyrische godin van de dood en onderwereld (Kur). Een naam voor haar was Allatu. Door deze naam wordt ze in verband gebracht met Al-Ilat, een van de godinnen die werd genoemd in de koran vanwege haar verering in Mekka. Eresjkigal heerste over de doden, en was niet aan een bepaalde stad verbonden.
In latere astrologische teksten werd ze met het sterrenbeeld hydra verbonden. In Babylonië had dit sterrenbeeld de vorm van een gevleugelde slang met de voorpoten van een leeuw en het hoofd van een draak. Eresjkigals boodschapper Mutum ('dood') had eveneens het hoofd van een draak.
Ninazu ('Heer genezer') werd zowel als haar zoon als als haar echtgenoot genoemd. In Babylonische gezangen kwam hij voor als de 'koning der slangen'. Later werd Eresjkigal gecombineerd met de onderwereldgod Nergal, als zijn moeder of echtgenote. Nergal werd geïdentificeerd met de planeet Mars. Hij kan worden gelijkgesteld aan de Kanaänitische Resjeph. Eresjkigals Semitische tegenhangster heette Husbisjag. Husbishag kondigde de dood aan; zij hield het boek bij waarin de naam en tijd om te sterven van ieder levend wezen stond opgeschreven. In haar naam werden plechtige eden gezworen. De boeken van de onderwereld worden bijgehouden door Beletseri.
In het verhaal 'De afdaling van Inanna naar de onderwereld' noemt Inanna haar 'oudere zuster'. Eresjkigal werd bezocht door Inanna in verband met de begrafenis van Gugul-ana, de 'hemelstier', Eresjkigals echtgenoot. Dit is de enige bekende tekst waarin zijn naam wordt vermeld. Ereshkigal liet Inanna niet meer uit de onderwereld vertrekken.
Het verhaal over Inanna's afdaling naar de onderwereld (Irkalla of Aralu) symboliseerde de wisseling der seizoenen en de continuïteit van het sterven en opnieuw tot leven komen van de natuur. Het was zo belangrijk dat het in latere godsdiensten voortleefde, in diverse varianten. De naam van de Griekse koningin van het dodenrijk Persephone herinnert aan de herkomst uit Perzië van dit verhaal, hoewel de versie van Ereshkigal ongetwijfeld ook voorlopers had. Ook de mythe over Aphrodites geliefde Adonis is een variant van dit oude verhaal.
In een ander verhaal huwt Ereshkigal met Nergal, die vervolgens koning van de onderwereld wordt.
Eresjkigals boodschapster, die de mensen de dood bracht als hun tijd was gekomen, was de lotsgodin Namtar.
Eresjkigal wordt soms vereenzelvigd met Ninlil, de beschermgodin van Nippur. Zij achtervolgde Enki, de vader van de vrucht die zijn droeg, naar de onderwereld, waar ze de maan baarde.
Op de zesde dag van de maand Kislim moesten mannen water schenken aan de thuiskomende kudde en een oude vrouw kussen. Dan zou toverkracht geen macht over hen krijgen.
Erinyen. Betekenis: de vertoornden. De Erinyen zijn de Griekse wraakgodinnen. Hun namen zijn Alecto (de onnoembare), Tisiphone (de moord wrekende) en Megera of Megaera (wrok). De Romeinen noemden hen Furiën.
Ze behoorden tot het gevolg van Hekate. Ze waren uitgerust met fakkels en slangen.
De Erinyen zijn een aspect van Demeter in haar functie als Demeter Thesmoforos, de Schenkster van de Wet'. Ze wordt ook wel aangeduid als een enkele godin Erinys.
Volgens sommige verhalen ontstonden de Erinyen toen het bloed van de hemel Uranos in zee viel, nadat hij door Kronos was gecastreerd. Anderen zeiden dat ze ouder waren dan alle andere goden.
Megaera is misschien verwant aan Megara ('grot'), de grot waarin Demeter verbleef toen zij, boos vanwege Poseidons opdringerige gedrag, rouwde om het verlies van haar dochter. Heracles wordt genoemd als de echtgenoot van een Megara.
Als Tisiphones moeder werd soms de pythia Daphne genoemd.
Na de vrijspraak van Orestes zouden de Erinyen de naam Eumeniden (welgezinden) hebben ontvangen. Erinys ('Wreker') is een naam voor Demeter op Kreta en in Arcadia. Demeter werd als Erinys of Erinnys ook Melanippe genoemd, het 'Zwarte paard', zoals ze zich 's nachts manifesteerde. In de gedaante van een nachtmerrie bezocht zij 's nachts de zondaren, en strafte hen in hun slaap.
De paardengodin Melanippe werd ook vereerd door de Amazones. Penthesileia werd met behulp van Priamos van Troje gereinigd, en zo bevrijd van de achtervolging van de Erinyen, nadat zij per ongeluk haar zus Hippolyte, ook Glauke of Melanippe, had gedood tijdens een jachtpartij.
Het vernietigende aspect staat tegenover 'Leukippe', het 'Witte paard', Demeter zoals ze overdag vertoonde. Demeter werd in deze hoedanigheid afgebeeld met een merriehoofd.
Als wreekster komt Demeter of Erinnys overeen met Nemesis de Furie. Erinnys is een naam van een van de dienaressen van de wraakgodin Nemesis. Nemesis werd in een latere tijd ook wel gelijkgesteld aan de essenimf Adrastea ('onontkoombare'). De essenimfen waren volgens de mythologie zusters van de Erinyen; zij werden tegelijk geboren toen het bloed van de gecastreerde hemel Uranos op de aarde viel.
De Furiën wreekten in het bijzonder vermoorde moeders. Volgens de Grieken werd het bloed van de moordenaar van een moeder vergiftigd met miasma, de vloek van een moeder. Hierdoor werden de Furiën aangetrokken. Orestes werd eeuwig door de Erinyen achtervolgd nadat hij zijn moeder Clytemnestra had vermoord. Op een afbeelding is te zien hoe Clytemnestra zich tegen Orestes verdedigt met de labrys of dubbele bijl, een wapen of cultusvoorwerp van de Amazones, die de wraakgodinnen vereerden als Melanippe, Erinys of Demeter.
Griekse schrijvers beschrijven de Erinyen als oude vrouwtjes met slangen als haar en hondekoppen. Ze zijn zwart als kool, hebben vleermuisvleugels en bloeddoorlopen ogen. Ze dragen gesels met geelkoperen gesels. Ze wonen in Erebos en zijn veel ouder dan de Olympiërs. Ze straffen mensen die zich hebben misdragen tegenover hun medemens. In de iconografie zijn ze meestal krachtige vrouwen, vaak gevleugeld. Ze dragen toortsen en gesels, en door hun haar zijn slangen gevlochten zoals dat ook voorkomt bij de gorgonen.
De Romeinse schrijver Vergilius stelt de Furiën gelijk aan de Griekse harpijen, vanwege enige gemeenschappelijke kenmerken.
De naam van de Ierse godin Erin, Eriu of Eire is wel met de Erinyen in verband gebracht.
Eris. "Twist".
Eris wordt door Hesiodus genoemd als een van de dochters die Nacht baarde zonder hulp van een echtgenoot, als zuster van de Hesperiden, de Schikgodinnen, Nemesis en anderen. Hierna baarde Eris vele verschrikkingen van de mens, zoals moord en strijd. Eris kan worden vergeleken met oorlogsgodinnen als Bellona of Enyo en vele anderen.
Ook wordt Eris genoemd als de tweelingzuster van de oorlogsgod Ares. Ze werden geboren toen Hera een bloem aanraakte, of Hebe, de schenkster der goden, een krop sla. Hebe werd later vervangen door Ganymedes, die in de mythologie wordt vermeld als degene die honing uitreikte op de bruiloft van Thetis en Peleus, het feest dat later door Hebes dochter Eris verstoord zou worden met haar appel.
Eris wordt vaak verguisd als ruzieveroorzakende intrigante, in een onafscheidelijke samenwerking met haar moordzuchtige broer Ares; bij elke oorlog zijn zij aanwezig, om te zorgen dat er overal wordt gevochten. Eris veroorzaakte ruzie, en ze benam mensen het verstand.
Hesiodes geeft een bijna apocalyptische beschrijving van het schild van Heracles, waarop een schrikwekkende beeltenis van Eris voorkomt, die zweeft boven de angstaanjagende gestalte van Vrees, met zijn starende ogen en vele, witte tanden. De figuren staan temidden van andere zinnebeeldige voorstellingen uit de oorlogstijd, en verder twaalf slangen, varkens en leeuwen. De bedoeling hiervan was het schrik aanjagen van de vijand. Deze beschrijving vertoont enige gelijkenis met de beschrijving door Homerus van de aigis die door Athene wordt gedragen, waarop de bloedstollende Strijd is afgebeeld naast het hoofd van de gorgo.
Pausanias vermeldt dat in de Ephesische tempel van Artemis Eris voorkomt op een afbeelding gemaakt door Calliphon van Samos, waar ze een plaats had op de Griekse oorlogsschepen.
Op een vaas uit ca. -420 is Eris afgebeeld in een tunica met gordel, terwijl ze haar haar in een paardestaart draagt. Themis heeft haar rechterhand over de linkerschouder van Eris geslagen. Verder komen op deze vaas vrouwelijke, gevleugelde wagenmenners voor, en Zeus, die een krans draagt van olijftakken.
In de Griekse mythen werd Eris door Zeus en Hera veiligheidshalve niet uitgenodigd op het huwelijk van Thetis met Peleus; zij leverde hier de appel af 'voor de mooiste', wat uiteindelijk leidde tot de Trojaanse oorlog. Volgens Graves is de gebeurtenis met de appel in feite een verkeerde interpretatie is van een ouder verhaal of oude afbeelding, waarin de appel door Paris niet wordt uitgereikt, maar hij hem juist ontvangt van de godin. Dit was gebruikelijk in de tuin van Hera; haar appels werden bewaakt door de Hesperiden. In de tuin vond het heilige huwelijk tussen de koning en de godin plaats. Hera ontstak persoonlijk haar huwelijksfakkel op het bruiloftsfeefst van Thetis en Peleus. Het ritueel van het overhandigen van een appel ligt ook aan het verhaal van Adam en Eva ten grondslag.
De geschiedenis is een variatie op het thema van de goede fee of wijze vrouw die niet wordt uitgenodigd op een feest, waarop zij dan een boze wens uitspreekt.
Euripedes laat Eris in Orestes de onveranderlijke natuurwetten wijzigen, ten gunste van het koningsschap van de Myceense Atreus; zij keert de baan van de zon om, zodat deze ondergaat in het oosten. Zeus sluit zich hierbij aan en doet de Pleiaden terugkeren, en alle andere sterren volgen hun pad. Identieke verhalen zijn ook bekend uit andere mythen.
Deze rol van Eris is een uitbeelding van het natuurprincipe dat door Aristoteles in zijn Metafysica wordt besproken, waar hij de leer van Empedocles over de natuurverschijnselen behandelt. Hierin wordt de tegenstelling tussen eeuwige en vergankelijke verschijnselen behandeld, en een theorie opgesteld over wat de veranderingen in de wereld veroorzaakt. Strijd is nodig om verandering en voortgang mogelijk te maken. God, die alleen liefde is, is een onveranderlijke, statische entiteit; deze alleen kan de beweging in de wereld niet veroorzaken. 'Strijd' is weliswaar een destructief element, maar het is een noodzakelijke macht voor de voortgang van alle verschijnselen in de wereld. Aristoteles gebruikt overigens niet het woord Eris voor strijd.
Maar ook Hesiodus vermeldt in 'Werken en Dagen' dat naast de verachtelijke Strijd ook een heilzame Strijd voorkomt. Zij is de dochter van de Nacht, die door Kronos in de wortels van de aarde werd geplaatst. Zij had de macht om zelfs de meest inititiatiefloze mensen hard te laten werken, enthousiast geworden als zij zagen hoe hun buren zich rijkdom vergaarden door hun ijver. Eris is de drijfveer die tot handelen en beweging aanzet. Deze drijfveer is echter wel een negatieve, zoals honger of haat.
Hesiodus geeft in 'Werken en Dagen' aan welke dagen tijdens een maanomloop het meest geschikt zijn om bepaalde handelingen uit te voeren. Hij raadt af werkzaamheden te verrichten op vijfde dagen, omdat op een vijfde dag Eris, bijgestaan door de Erinyen, Horkus ('Eed') baarde, om het meinedigen moeilijk te maken.
Ertha. Moeder Aarde. Ertha is een Germaanse godin. Haar zegewagen staat in een grot op een eiland, verhuld in sluiers. De enige die erbij mag is haar priester. Hij zorgt voor de wagen, die wordt getrokken door koeien. Tijdens haar seizoen heerst overal vreugde en de wapens worden neergelegd. Aan het einde van het seizoen, als de godin er genoeg van heeft zich met aardse zaken bezig te houden, wordt ze door de priester teruggeleid naar de tempel. Vervolgens wordt de wagen, naar verluidt met de godin erin, gereinigd in een meer. Dit ritueel wordt uitgevoerd door slaven, die samen met de wagen onder de oppervlakte verdwijnen. Zie Nerthus. De mythe is ook verwant aan Griekse en Semitische mythen over ondermeer Hera en Cybele. Het bijbelse verhaal over de zoektocht naar een stichtingsplaats voor de tempel door koning David herinnert hier ook aan.
Europa. Haar naam tracht men als Grieks woord te vertalen als 'breed gezicht', een verwijzing naar de 'volle maan', maar is waarschijnlijk een verbastering van een oud Semitisch woord, ehreb, dat 'avond' of 'westen' betekent. Op Kreta en in Korynthe heette ze Hellotis. Hellotis is ook een bijnaam voor Athene. Hesychios noemt een Hella die de bijnaam Europia had. In Boeotië is ze dezelfde als Demeter. Een Europa komt voor als zuster van de Kretenzische Klymene; deze Europa is de moeder van Agammemnon, de echtgenoot van Klytaemnestra en Menelaos, echtgenoot van Helena.
Als haar ouders werden genoemd de Fenicische koning Agenor en Telephassa, Phoenix en Perimede, en Agenor en Argiope.
In de Griekse mythologie komt ze voor als de Fenicische koningsdochter, afkomstig uit de stad Tyros. Haar vader is Agenor, haar moeder Telephassa ('ver schijnend'). Door Zeus werd ze in de gedaante van een sneeuwwitte stier over zee meegevoerd naar Kreta, waar hij haar verleidde. Volgens een variant veranderde hij bij Gortyna op Kreta in een adelaar, en verkrachtte hij haar bij een wilgebosje bij een bron. Haar zonen waren Minos, Radamanthys en Sarpedon, die een functie kregen als rechter in de onderwereld, waar ze trouwde met Asterios. Asterios komt ook voor als een naam voor de Minotaurus, een zoon van Europa's schoondochter Pasiphae.
Haar vader, de Fenicische koning Agenor, stuurde haar broers Kilix, Thasos, Phoenix, Phineus en Kadmos erop uit om haar te zoeken. Daar ze geen idee hadden waar ze haar konden vinden, vertrokken ze in de verkeerde richting. Kilix werd genoemd als de stichter van Cilicia in Klein-Azië; Thasos stichtte een stad in Thrakië; Phoenix stichtte de Fenicische nederzettingen in Afrika; Phineus trok naar Thynia, waar hij later werd gekweld door de harpijen. Haar beroemdste broer was Kadmos; deze reisde met hun moeder Thelephassa naar Rhodos, vervolgens naar Thera en ten slotte naar Thrakië, waar Thelephassa stierf. Toen trok Kadmos op advies van het orakel van Delphi naar Boeotië, waar hij de stad Thebe stichtte op de plaats waar de koe die hij volgde ging liggen om te rusten. Hij richtte hier een beeld op voor Athene, die hij, zoals Pausanias vermeldt, haar Fenicische naam gaf, Onga. In deze omgeving werd Europa vereerd als Demeter. Een andere bijnaam van Demeter was Tauropolos ('stierenslachtster'); als Tauropolos werd Demeter op dezelfde manier afgebeeld als Europa, schrijlings zittend op een stier. Ook Artemis had deze titel.
De naam 'Europa' werd vaak opgevat als een Griekse naam, en door Graves bijvoorbeeld vertaald als 'breed gezicht', een verwijzing naar de volle maan. Tegenwoordig wordt het in verband gebracht met een oud Fenicisch of Assyrisch woord, ereb of ehreb, dat avond betekent. Hetzelfde woord is ook te herkennen in het huidige Maghreb, dat te vertalen is als 'avondland', 'westen' of 'land waar de zon ondergaat'.
Dit komt overeen met de vertaling van Kadmos, een Semitisch woord dat 'oosten' zou kunnen betekenen, en dus kan worden beschouwd als het gebied waar de zon opkomt; dit verklaart waarom Kadmos Europa niet kon vinden.
Het is niet duidelijk sinds wanneer de naam van Europa aan een heel werelddeel werd gegeven, maar het zou te maken kunnen hebben met het gebruik om plaatsen aan te duiden door de richting aan te geven, in termen van bijv. oost en west of respectievelijk ochtend en avond.
Het gebied dat nu Europa heet, werd misschien door de Feniciërs of anderen, voor zover bekend, aangeduid als 'avondland', of 'land in het westen'; door de Grieken is dit woord uit een hun onbekende taal overgenomen in een vorm die voor de Grieken betekenisvol of uitspreekbaar was. Het Griekse woord voor 'avondland' was Hesperia; dit verwees naar het gebied in de westelijke avondschemering waar de Hesperiden hun mythische tuin verzorgden. De tuin werd ook wel gesitueerd in Noord-Afrika, op de hellingen van het Atlas-gebergte, en heet nu nog steeds 'avondland' (Maghreb). Hera, de eigenares van deze tuin, werd door ondermeer Lucianos van Samosate geïdentificeerd met Europa; beide godinnen zijn volgens hem verschijningsvormen van de beroemde Syrische godin (Dea Syria), waar hij tijdens zijn reis door Syrië onderzoek naar deed. Hera's heiligdom in Argos was in de vroegste tijd een heilig wilgenbos, en ze baadde in een bron; verder werd jaarlijks haar heilige huwelijk met Zeus gevierd. Deze motieven spelen ook een rol in de mythe van Europa.
Herodotus vermeldt dat al in zijn tijd, de vierde eeuw v.o.j., niemand wist waar de namen van de werelddelen vandaan kwamen. De bekende wereld werd in drieën verdeeld en werden elk genoemd naar een vrouw; Europa, Azië (naar Asia), en Lybia, zoals Afrika door de Grieken werd genoemd. Lybië was met name de naam van noord-Afrika, ten westen van Egypte, dus in feite hetzelfde gebied dat als 'avondland' werd aangeduid. Herodotus sprak verder nog zijn verbazing uit over het feit dat Europa zelf nooit het vasteland dat haar naam draagt heeft betreden.
Strabo concludeert uit de vermeldingen van topografische namen in de Ilias en de Odyssee dat in de tijd van Homerus nog geen scheiding tussen Europa en Azië heeft bestaan.
Soms werd de mythe opgevat als de historische roof van een koningsdochter. Graves vermeldt de beschrijving van Ioannes Malalas, die beschrijft hoe de Kretenzische koning Taurus ('stier') Tyrus bestormde tijdens de afwezigheid van koning Agenor, en hoe Europa en vele anderen gevangen werden genomen. Deze zwarte avond zou in Tyrus jaarlijks worden herdacht. In feite betreft het hier nog steeds dezelfde mythe; koning Taurus is nog altijd de Fenicische god El, wiens bijnaam was thoru ilu, 'stiergod'. Deze koning wordt ook genoemd in de mythe over de minotaurus, het monster dat de liefde opwekte van Pasiphae. Zij was gehuwd met koning Minos, een zoon van Europa. Dezelfde vermenging van mythe en geschiedenis is zichtbaar in de roof van Helena door de Trojanen.
Als ouders van Europa werden Agenor en Telephassa genoemd, maar ook wel Phoenix en Perimede. Phoenix werd door anderen als Europa's broer genoemd. Graves vermeldt dat de naam Agenor de vergrieksing is van de Fenicische held Chnas, die in Genesis Kanaän werd genoemd. In dat geval zou Agenor dezelfde naam zijn als Phoenix, want Phoenix is de Griekse vertaling van Kanaän. De Feniciërs, die hun naam aan Phoenix ontleenden, zijn dezelfde als de bijbelse Kanaänieten. Beide namen betekenen 'rood' of 'bloed'. Dit is een verwijzing naar de oorsprong van het leven of van de mens. De Feniciërs werden ook wel met de kleur rood geassocieerd vanwege de beroemde rode of purperen kleurstof die zij produceerden van het bloed van een bepaalde soort zeeslakken. Met deze kleur werden de kostbare, heilige gewaden van priesters en koningen geverfd. De roodgekleurde kleding van hooggeplaatste personen in het Vaticaan en de Rooms-Katholieke kerk is nog een herinnering aan dit gebruik.
Ook worden Agenor en Argiope wel genoemd als de ouders van Europa.
Deze verhalen zijn verwijzingen van de voorgeschiedenis van de Griekse mythologie in de mythen en verhalen van de Feniciërs, een volk van zeevaarders en handelaars die hun cultuur over de hele bekende wereld verspreidden. Een voorloper van de mythe van Europa werd gevonden op een kleitablet uit de bibliotheek van Oegarit, dat dateert uit de -14e eeuw. Het is een Hittitische tekst; de Hittieten hebben grote invloed uitgeoefend op de Fenicische cultuur. Het verhaal gaat over de god El, die op het strand twee vrouwen ziet baden of de was doen. Hij voert de vrouwen naar zijn huis en stelt ze voor de keuze zijn vrouw of zijn dochter te worden. Zij worden zijn vrouw, en baren later de goddelijke tweeling, de zoons Shaharu en Shalemu, de ochtendhemel en de avondhemel; zij worden door El aan de hemel geplaatst als de planeet Venus, respectievelijk als morgenster en als avondster. Vervolgens baren ze de overige goden.
De vrouwen worden niet bij name genoemd, maar worden gewoonlijk geïnterpreteerd als Asjera, die vaak wordt gekoppeld aan El. Haar aanwezigheid op het strand verwijst naar haar rol als 'Vrouwe van de zee" (Asjera Yam), of 'Vrouw die over de zee wandelt', (Rabat 'Athirat Yam). El is de stiergod van de Feniciërs; hij wordt thoru ilu genoemd, de 'stier El', of 'stiergod'. Deze bijnaam herinnert aan die van koning Taurus van Kreta. In de Griekse mythe neemt Zeus zijn gedaante aan. Zeus ziet Europa spelen op het strand, en voert haar mee over de zee naar Kreta.
De stier speelde een rol in de mythen die verwezen naar de pre-Helleense tijd op Kreta. Zo baarde Pasiphae, de vrouw van Europa's zoon Minos, de minotaurus, een monster dat voor de helft mens was en voor de helft stier, nadat zij gemeenschap had gehad met een stier terwijl ze zich verborg in een namaakkoe, om zo de stier te foppen.
Dat de stier een rol speelde in de oudere religie blijkt uit de overblijfselen van de Minoïsche cultuur, die eindigde rond het jaar -1450. Een stier speelt een rol in de behendigheidsspelen van de jeugd. Ook is het van belang als offerdier.
Europa was ook een naam voor Hera of Io. In Boeotië was het een bijnaam voor Demeter.
Eurynome. Vertaald als 'ver zwerven', naar haar bewegingen als de maan. Pre-Helleense, Pelasgische maangodin.
Euterpe. "De verblijdende". Euterpe is de muze van het fluitspel. Haar attributen zijn de fluit en andere muziekinstrumenten.
Eva. 'Leven' of 'Moeder van al het leven'. Ze wordt ook wel Zoë (leven) genoemd. Attributen: slang, vijgeboom (boom der kennis). Arabisch: Hawa. In het Hebreeuws: Chawwa. Dit komt van Chai, wat 'leven' betekent. In Genesis wordt zij tegelijk met Adam geschapen naar het evenbeeld van god: man en vrouw. Dit komt overeen met andere bijbelversies, waar Adam, wat 'mensheid' betekent, als een androgyn of hermafrodiet wezen wordt gecreeërd.
Eva (in andere versies van Genesis ook wel Lilith) werd van Adam gescheiden nadat hij in slaap was gebracht. In de bijbel werd geen androgyn wezen genoemd, maar Eva komt wel voort uit Adams rib, terwijl hij slaapt. De schepping uit de rib zou ook in verband kunnen worden gebracht met de geboorte van de godin Nin-ti, die door de Soemerische godin Ninhursag werd gebaard om de god Enki van een ziekte aan zijn rib te verlossen. Ti kan zowel rib als leven betekenen.
Chawwa ('leven') is een epitheton van de Kanaänitische Asjera, metgezel van de hoofdgod El. Asjera heeft een aantal kenmerken van de Eva in de bijbel, maar is hier ontdaan van haar goddelijkheid en scheppende kracht. De boom der kennis, waarvan Eva niet mag eten, is in feite haar heilige boom, de vijgeboom. Het eten van de vruchten staat in verband met een ritueel waarin sacrale seks een rol speelt. De slang, in de bijbel voorgesteld als duivel, hoort bij haar, en is de wijste van alle dieren.
De Arabische vorm van Eva is Haiwa of Hawwas. In de koran wordt Eva niet genoemd. Al haar eigenschappen, zoals haar belangstelling voor het verkrijgen van wijsheid, worden hier aan Adam toegeschreven.
Na de verdrijving uit het paradijs leert Eva vuur maken en ontwikkelt de kookkunst. Zij is dus een brengster van de beschaving, te vergelijken met godinnen als de Griekse Athene of Hestia. Deze verwantschap komt ook in de verte naar voren in de joodse mythologie, waarin Eva's zoon Kain een bedrog met een offer wordt toegeschreven dat overeenkomt met het bedrog dat Prometheus ooit pleegde tijdens een offer voor Zeus. Prometheus, de beschermeling van Athene, stal ook het vuur van Hestia, om dit naar de mensen te brengen.
Eva wordt wel vergeleken met Pandora, die door de Grieken wordt genoemd als moeder van de mensheid die de val van de mens veroorzaakte. Pandora was gehuwd met Epimetheus, de broer van Prometheus. Epimetheus was net als Adam de Heer der Dieren. Prometheus waarschuwde Epimetheus om geen geschenk van Zeus aan te nemen; dit was de vaas met ziektes en rampspoed die later door Pandora zou worden geopend. In deze godsdienstige verdraaiing werd de werkelijke betekenis van de vaas die het levenswater bevatte juist vernietigende kracht toegeschreven. De godin wordt vaak afgebeeld met een waterkruik, zoals bijvoorbeeld de godin Isjtar uit Mari. Een andere variant komt voor in de bijbel, waar Jezus het idee van het levenswater overneemt van de Samaritaanse vrouw in Sechem.
Op dezelfde manier werd Eva's levensboom in het paradijs geassocieerd met de verdrijving uit het paradijs. God verbiedt zijn twee schepselen de vruchten te eten van een boom, die de dood zou brengen. In werkelijkheid schenken deze vruchten wijsheid en onsterfelijkheid. Eva nam de appels van de boom der kennis, en haar ogen worden geopend. Maar god drijft de twee uit het paradijs om te voorkomen dat ze ook de appels der onsterfelijkheid van de levensboom konden nuttigen, want dan zouden de mensen gelijk worden aan de goden.
Oudere versies van dit verhaal zijn al bekend uit Mesopotamië. De Soemerische Adapa luisterde wel naar het advies van Ea (El) om niet het 'water en brood der doden' van Anu aan te nemen: het zogenaamde 'levensbrood en levenswater', dat onsterfelijkheid zou geven, zou in werkelijkheid de dood brengen. Het mocht niet baten, want helaas was Ea de jokkebrok, en Anu was dan ook zeer verbaasd dat Adapa het goddelijke geschenk afsloeg. Kleding en olie nam Adapa wel aan. Adapa was gemaakt door Ea. Deze gaf hem wijsheid, maar geen eeuwig leven. Hetzelfde wist Eva te bereiken in het paradijs.
In de islamitische traditie kreeg Eva 20 paar tweelingen, waaronder Kabil en Abil (Kain en Abel). De moord door Kabil op Abil werd geïnterpreteerd als straf voor Eva's gedrag. De oorzaak van de ruzie was echter dat Adam Kabils tweelingzuster als vrouw aan Abil had gegeven. Abil had zijn tweelingzuster wel aan Kabil afgestaan. Vervolgens eiste god het offer dat leidde tot de moord.
|