Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.
Aphrodite. Ook Afrodite. De Grieken vertaalden haar naam als "Uit schuim geboren" (aphros = schuim). Etruskisch: Apru.
Namen en titels voor Aphrodite zijn Aphrodite Urania (Aphrodite van de hemel, de hemelse: de planeet Venus); dit is een vertaling van Semitische of Arabische malkat ha-ssamayim, 'hemelkoningin'. De naam Urania geeft ook Aphrodites verband aan met de Muzen. Als kind van Dione heette ze Dionaea of Pandemos (gewoon). Xeinia ('Vreemdelinge': Herodotus vermeldt deze naam in Memfis, en associeert haar met Helena). Nymphia ('bruid'). Melainis of Melaina ('de Zwarte'); Skotia ('Duisternis'). Als Paeonia ('genezeres') (in Attica) en als Hygeia ('gezondheid') heeft ze genezende kracht. Als Moira kan ze worden geassocieerd met de moiren, de Griekse lotsgodinnen. Ze wordt vereenzelvigd met de planeet Venus. De Romeinen stelden Venus aan haar gelijk. De Etrusken noemden haar Turan.
In de latere Griekse mythologie heeft Aphrodite nog uitsluitend betekenis als liefdesgodin, maar haar functies omvatten alle fases van de geboorte tot de dood, alsmede de patronage van alle takken van de kunsten en wetenschappen. Haar naam Moira herinnert aan haar identificatie met de schikgodinnen. Van Moira werd gezegd dat ze ouder was dan de tijd. Tijdens begrafenissen zong men moirologhia, hymnen om de doden bij haar aan te bevelen.
De cultus van Aphrodite stamt af van de Fenicische Astarte. Ze heeft vele minnaars, ondermeer Adonis, Ares, Aeneas en Anchises, en meerdere kinderen. Onder andere de muzen en de horen worden genoemd als haar priesteressen. Deze nimfen zijn beroemd om hun zang en dans ter ere van de godin. Zij staan haar bij tijdens haar geboorte of wedergeboorte, en kleden en kronen haar.
Haar attributen zijn een baard en de cestus (gordel die liefde op kon wekken). Ze houdt van lachen, en een van haar titels verwijst hiernaar. Er bestaat een afbeelding van haar waarop ze rijdt op een gans. De duif, zwaan en dolfijn waren attributen van haar, en ook de citroen en de granaatappel.
Aphrodite werd volgens de Griekse mythen geboren uit het schuim van de zee, toen Kronos de geslachtsdelen van zijn vader Uranos in zee wierp. Ook de Titaanse Dione en Zeus werden als haar ouders genoemd. Ze was tegen haar zin gehuwd met de lamme smidgod Hephaistos, maar ze had een hele reeks minnaars, waaronder Ares: deze was de vader van drie van haar kinderen, nl. de zonen Deimos (schrik) en Phobos (paniek) en een dochter, de huwelijksgodin Harmonia. Hephaistos vangt haar een keer in een bronzen net uit jaloezie voor haar verhouding met Ares, maar hij maakt hiermee alleen maar zichzelf belachelijk. Het leidde tot een nieuwe relatie met Hermes, waaruit Hermafroditus werd geboren, en een affaire met Dionysos, die de vader werd van Priapos, de tuinman met het snoeimes. Deze kreeg van Hera een enorme fallus. Dionysos had in zijn cultus zelf betekenis als fallische godheid.
Als Aphrodite Nymphia had Aphrodite net als haar dochter betekenis als huwelijksgodin. Theseus richtte voor haar een tempel op ter gelegenheid van zijn huwelijk met Helena.
De sterfelijke Trojaanse held Anchises is de vader van Aeneas. Toen Aphrodite het leven van haar zoon vanuit het strijdgeweld in Troje trachtte te redden, werd zij door de sterfelijke held verwond aan haar hand, en het onsterfelijke godenbloed, de ichor, stroomde over haar lichaam. Ze vluchtte naar haar moeder Dione op de steile Olympus, die haar liefkozend troostte en vertelde dat alle goden te lijden hadden onder het geweld der mensen. Maar, sprak Dione, wie het tegen de goden opneemt, heeft niet lang meer te leven. Aphrodite werd vanwege haar kleinzerigheid uitgelachen door de andere goden, en Zeus raadde haar af zich nog verder met het oorlogsgeweld te bemoeien.
Haar minnaar Adonis is een stervende en herrijzende jaargod. De naam Adonis komt van het Fenicische Adon, dat 'heer' betekent. Net als de Fenicische Adon is Adonis de geliefde van de godin. Adonis' moeder was Smyrna of Myrhhe: zij werd zwanger van haar vader, door Aphrodite in een mirreboom veranderd en in tweeën gespleten, waarop ze Adonis baarde. Aphrodite gaf het kind in een kistje aan de onderwereldkoningin Persephone, die er liefde voor opvatte en hem niet weer wilde afstaan. Door de muze Kalliope werd geoordeeld dat beide godinnen evenveel recht op de jongeling hadden, en hij mocht een deel van het jaar in de onderwereld bij Persephone blijven, en de rest van het jaar bovengronds bij Aphrodite. Ares werd echter jaloers, en vermomd als zwijn doodde hij Adonis. Uit zijn bloed ontsprongen anemonen, en Adonis daalde af naar de Tartaros. Toen hij stierf sprong de rouwende godin in haar smart van de Leucadische rots. Voor de gestorven Adonis werd ritueel geweeklaagd en er werden klaagzangen gezongen.
Kinderen van Aphrodite en Adonis zijn een zoon Golgos: stichter van Golgi op Cyprus, en een dochter Beroë: stichtster van Beroia in Thrakië. Ze gaf ook haar naam aan Beiroet in Libanon. Ook Priapos, de tuinman met de enorme fallus die de tuin besproeit, wordt wel genoemd als kind van Adonis. De godin komt al voor in de vroegste epi, maar haar naam ontbreekt in de Myceense literatuur bekend van het tablet met het lineair B-schrift.
De cyclische rite met Adonis komt overeen met die van de Kanaänitische of Fenicische Astarte en Adon Tammoetz ('Heer Tammoetz') of Baäl ('Heer') en de Akkadische Isjtar en haar minnaar Tammoetz. De bekendste cultusplaats was te vinden op Cyprus. Aan haar verering op dit eiland dankt ze de bijnaam Cypris ('koper', naar het metaal dat hier werd gedolven). Haar belangrijkste tempel was te vinden bij de stad Paphos. De zeevarende Feniciërs brachten de cultus van Astarte naar Cyprus, waar deze godin als Aphrodite de beschermvrouwe van het eiland werd. De tempel die aan haar was gewijd dateerde uit de -9e eeuw. Uit de administratie van de tempel blijkt dat daar priesters, zangers, bakkers, kappers en heilige prostituees van beide geslachten in dienst waren. De mythe over Atalanta en Hippomenes herinnert aan de betekenis van de godin voor de tempelprostitutie. Als Aphrodite Pandemos ('Van het volk', 'gewoon') zou Aphrodite betekenis hebben gehad voor de lichamelijke liefde. Hiertegenover werd Aphrodite Urania gesteld, die een hogere, spirituele liefde vertegenwoordigde. Urania was echter geen naam die speciaal betrekking had op spirituele liefde. Het was een naam voor Aphrodite als de planeet Venus, waarmee ze van oudsher de heilige seksualiteit en de vruchtbaarheid vertegenwoordigde. In deze betekenis is ze terug te voeren tot op de Babylonische Isjtar. Urania was ook een naam voor een de muzen, die bij de Grieken voorkwamen als een geabstraheerde inspiratie, maar een belangrijk aspect van deze inspiratie was in feite de vrouwelijke seksuele energie.
Er werden planten en dieren geofferd. Ook mensenoffers hebben plaatsgevonden; deze werden later vervangen door dierenoffers. Aphrodite werd hier ook aangeduid met de naam Mari. De Egyptenaren noemden het eiland Ay-Mari. Mari is ook een andere naam voor Myrrhe (mirre), de moeder van Adonis; dit is een van de indicaties dat Aphrodite zelf de moeder was van Adonis. Mirre werd gebrand als aphrodisiacum tijdens de rituelen voor de Adonis. Met de komst van het Christendom werd de tempel hier gewijd aan de maagd Maria; de maagd bleef hier de naam Panaghia Aphroditessa dragen. Mirre wordt dan als geschenk aangeboden bij de geboorte van Jezus. Ook bij zijn dood kreeg hij mirre. Dit was een symbool voor de dood en wedergeboorte van een god, en het was in het vroege christendom nog steeds verbonden met zijn moeder.
In Klein-Azië, bij de stad Aphrodisia, stond een tempel voor Aphrodite, die eerder was gewijd aan Isjtar. Tot in de twaalfde eeuw fungeerde de godin hier als beschermgodin van de kunsten en letteren, ambachten en cultuur. Haar relatie met deze uitingen van beschaving blijken ook uit de taken die haar priesteressen, de muzen en de horen, hadden. Zij bewaakten de kennis van de astronomie, kalenderwetenschappen, geschiedschrijving, het schrift en andere wetenschappen, en waren verantwoordelijk voor het handhaven van de wetten of natuurwetten.
Ook komen haar rituelen overeen met die voor de Phrygische Cybele.
Aphrodite droeg een magische gordel, de cestus, waardoor iedereen verliefd op haar werd. De Hellenen verboden de seksorgiën van de Grote Godin van de Middellandse Zee. Haar priesteressen in Paphos baadden iedere lente in de zee, waarna zij gereinigd werden herboren.
Het jaarlijkse feest dat voor Aphrodite in Argos werd gehouden, heette hysteria, 'baarmoeder'. Van het feest maakte een orgiastisch ritueel deel uit, en een symbolische bevruchting.
De cultus voor Aphrodite bij het heiligdom op Sicilië op de berg Eryx was misschien de eerste waarbij Aphrodite door de Romeinen werd vereenzelvigd met Venus. Op last van de Sibylla werd de godin in Rome geïntroduceerd. Er werd een tempel op het Capitool gebouwd naar aanleiding van de Romeinse nederlaag tijdens de Tweede Punische oorlog. De cultus op Sicilië was al een voortzetting van de oudere verering van de Fenicische godin Astarte. Bij Eryx werd de hogepriesteres van Aphrodite Melissa ('Bij') genoemd. Een attribuut was hier een gouden honingraat. Bijen waren al tijdens het neolithicum een symbool van wedergeboorte. Melissa maakte het de zielen mogelijk opnieuw te worden geboren. Ook in Ephese was de bij een van Artemis' dieren; bijen zijn hier afgebeeld in haar kleding. Haar priesters waren castraten, essenes (zoemtoon) geheten. De Ephesische Artemis werd ook vereenzelvigd met Rhea op Kreta; het gezoem van bijen speelde hier in de mythologie een rol om de geboorte van het kind Zeus te verhullen. Misschien is er een relatie met de bijbelse priesteres Deborah, wiens naam eveneens 'bij' betekent. Bijen hadden dezelfde betekenis als vlinders, die ook de zielen van de overledenen in zich opnamen, tot ze ergens anders een verblijf vonden. De manier waarop deze in het neolithicum werd uitgebeeld doet denken aan de latere labrys, de dubbele bijl die overal in Klein-Azië en op Kreta een symbool was van de godin.
Robert Graves vermeldt dat in Syrië, Klein-Azië en Griekenland het heilige jaar van de godin werd verdeeld in drie delen: leeuw, geit en slang. De geit, het midden, werd verbonden met Aphrodite, de slang met Persephone, die de dood en het einde van het jaar vertegenwoordigde, de leeuw met de geboorte door Smyrna: de mirreboom stond bekend als afrodisiacum. Griekenland kende twee seizoenen, die werden gescheiden door de equinoxen (oosterse traditie) of de solstitia (Athene, Thebe). De drie dieren staan in verband met de sterrenbeelden die in de desbetreffende seizoenen aan de hemel staan.
Api. Skythen. Aarde. Haar echtgenoot was de zonnegod Papaios (Gr. Zeus). Aarde en zon (Api en Papaios) vormen een paar. Papaios betekent vadertje (vgl Grieks: Zeus wordt vader van goden en mensen genoemd).
Apru. Etruskische naam voor Venus, waarschijnlijk afgeleid van de naam van de Griekse godin Aphrodite. Zij zou haar naam hebben gegeven aan de maand april (mensis Aprilis). De Veneralia, een feest voor Venus Verticordia, werd op 1 april gevierd. De tempel voor Venus Erycina werd gewijd op 23 april in het jaar 215 v.o.j.
Zie ook Turan.
Arachne. Arachne werd door Athene in een spin veranderd, nadat zij de godin had uitgedaagd voor een weefwedstrijd, die ze uiteindelijk niet kon winnen. De godin was ontstemd over haar arrogantie, en over het feit dat Arachne liefdesgeschiedenissen van de goden uitbeeldde, maar erkende haar talent; als spin kon ze haar kunst voorgoed blijven uitoefenen. De naam Uttu, Athenes Soemerische voorloper, betekent spin. De mythe over Arachne herinnert waarschijnlijk aan Athenes vroegere identificatie met de spin, die betekenis had als weefster van de levensloop.
Aradia.
Aramalti. Iraanse aardgodin. Zij was de moeder van de 'Mensen gemaakt van Klei',
Ararat. Godin met scheppende kracht, vereerd in Anatolië. De berg Ararat draagt haar naam.
Arduinna. Dea Arduinna. Woud- of boomgodin; berengodin. Kelten (Ardennen). Diana. Arduinna werd onder andere vereerd door de Sicambriërs (voorlopers van de Franken) en de Merovingen. De Sicambriërs werden ook wel het volk van de beer genoemd, vanwege hun verering van de beergodin.
De Ardennen waren het heilige woud van de boomgodin Arduinna, die gelijk wordt gesteld aan Diana. De Ardennen zijn zijn naar haar genoemd. Arduinna is waarschijnlijk een lokale vorm van de Tsjechische mythische naam Devena of Debana. In Polen heette ze Dziewona, in Servië Dilwica. Ze was een godin van het bos en van de jacht. Ze reed door de bossen op haar paard, in gezelschap van haar gevolg, waaronder zich ook honden bevonden. Ze werd wel voorgesteld rijdend op een mannelijk varken. Het varken was van grote betekenis in de Keltische religie. Jaarlijks met oud en nieuw vond een varkensoffer plaats. Tacitus vermeldde dat de Aesti (oude Pruisen afkomstig uit het westelijk-Baltische gebied) de Moeder der Goden vereerden; het symbool van haar verering was een zwijn.
De verhalen over de door een varken gedode Adonis of Attis, geliefden van respectievelijk Aphrodite en Cybele, kennen in de Keltische mythologie een parallel in het karakter Diarmaid ua Duibhne, de geliefde van Grainne. Dit was een magisch varken, berucht vanwege de verwoestingen die het aanrichtte aan het land, waarom alle jagers zich tegen het dier verzamelden. Deze geschiedenis kenden de Griekse als de Kalydonische jacht, waaraan Atalanta deelnam, een volgelinge van Artemis.
Ook wordt Arduinna wel in verband gebracht met Aredvi Sura of Arduisur, de Iraanse watergodin die sinds haar gelijkstelling aan Anat Anahita heette.
Misschien is er een relatie met de Zwitserse berengodin Artio.
Soms wordt aangenomen dat Devena terug te voeren is op Diana, maar waarschijnlijk gaat het om een oudere vorm van dezelfde godin die de basis vormde voor de Romeinse Diana. Ze komt ook overeen met maagdelijke Griekse jachtgodinnen zoals Artemis en haar alter ego's. De Slavische vormen van haar naam kunnen in verband worden gebracht met het woord 'maagd'; de betekenis van Arduinna wordt ook wel uitgelegd als 'Allerhoogste'.
Voor Arduinna werd de tafel gedekt, net als voor Diana.
Arethusa. Ook Arethousa. Haar naam kan in verband worden gebracht met ardusa, 'watergietster'. Griekse naiade (waternimf) uit het gevolg van Artemis, afkomstig uit Elis. Ze is de beschermster van een beroemde bron op Sicilië. Ze werd genoemd door dichters als Ovidius in zijn Metamorfosen, en door Pindarus en Vergilius. Ze was een dochter van Doris en Nereus. Arethousa werd ook genoemd als een der Hesperiden, de verzorgsters van de tuin van Hera.
Ze zwierf graag door de bossen en velden. Op een dag zag ze, vermoeid na een lange jacht, een schitterende, kristalheldere rivier, in de schaduw van zilveren wilgen, en ze werd verleid een bad in het koele water te nemen. Ze zwom wat rond, maar opeens voelde ze iets onder zich. De maagdelijke nimf wilde hier niets mee te maken hebben, en vluchtte weg. Achter zich hoorde ze een stem 'Waarom vlucht je, mooi meisje?', en haar achtervolger stelde zich voor als de riviergod Alpheus (Alpheios). Met hulp van Artemis vluchtte Arethusa als een zoetwaterstroom onder de oceaan door, helemaal naar Sicilië, en kwam uiteindelijk terecht op Ortygia, het eiland van Artemis, vlak bij Syracuse. Artemis veranderde Arethusa in een fontein om aan haar belager te ontkomen.
De beroemde fontein is nu nog te zien in Syracuse op Sicilië. Het water van de Griekse Alpheus zou een weg naar de bron gevonden hebben, en vermengde zich met het water van de nimf. Wie een houten beker in de Alpheus zou gooien, vindt hem terug in de bron Arethusa.
Op de bodem van de heldere bron zou je soms Griekse bloemen kunnen zien bloeien.
Arethusa wordt soms met Artemis geïdentificeerd. Alpheios, de zoon van Thetis, achtervolgde Artemis naar Ortygia: hier smeerde Artemis haar eigen gezicht en dat van alle nimfen in met witte modder, zodat Alpheios Artemis niet meer wist te onderscheidden. Onder luid hoongelach droop hij af.
Artemis wordt vaker geassocieerd met het laten ontspringen van bronnen. Ook de maagdelijke jageres Atalanta, een ander alter ego van Artemis, verstond deze kunst. Artemis werd door de Grieken gelijkgesteld aan de Perzische watergodin Anahita, die misschien onder haar oudere naam Aredvi Sura een raakvlak heeft met Arethusa. Aredvi Sura ging in oostelijke richting op in de hindoeïstische riviergodin Sarasvati, die net als Arethusa woont op een kruispunt van twee rivieren, een witte en een zwarte rivier. Alpheus' naam is te vertalen als witachtig. Zij heeft eveneens een waterkan en bloemen als attribuut. Het bad in de rivier is in het hindoeïsme een heilig ritueel. De onbevlekte, maagdelijke Anahita werd zelf net als Arethousa ooit belaagd tijdens een bad in een rivier, evenals haar opvolgster Fatima; deze werd wel zwanger van het bad, en beviel van imam Hoessein.
Sarasvati heeft ook een raakvlak met de bijbelse Sara. In de bijbel wordt echter Sara's door dorst gekwelde slavin Hajar met het ontspringen van een bron geassocieerd. Dit laten ontspringen van bronnen wordt in de Griekse mythologie vaak toegeschreven aan Artemis of alter ego's van deze godin; Artemis is de Griekse versie van de Aziatische Arethusa of Anahita. Sarasvati was de Shakti van Brahma, wiens naam terug te vinden is in Sara's echtenoot Abraham. De Urdarbron van de nornen en de bijbelse hof van Eden, van Adam en Eva, is terug te voeren op hetzelfde geloof. Vanuit deze tuinen onstpringen de oerbronnen van een aantal heilige rivieren. Ook de Balten kennen deze voorstelling; de zonnegodin Saule bewoont een dergelijke tuin, terwijl de lotgodinnen de Zorya overeenkomen met de verzorgster ervan, zoals de nornen en de Hesperiden.
Op munten werd Arethusa wel afgebeeld begeleid door dolfijnen.
Arevhat. Armeense zonnegodin. Haar naam kan worden vertaald als 'zonnemaagd'. Haar man was de zoon van een slang en een koning. Toen ze hem in een put ontmoette, veranderde hij in een mooie prins. Later werden ze beiden in het water gegooid. Arevhat was een berggodin, die werd voorgesteld zittend op een rots op een berg. Haar stiefmoeder dwong haar de hele dag te spinnen. De motieven uit haar mythologie spelen nog een rol in onze sprookjes.
Areatha. De Etruskische naam voor de Griekse Ariadne. Haar metgezel heette Fufluns, de Griekse Dionysos.
Argimpassa. Skythische godin, door Herodotus genoemde de 'Hemelse Aphrodite', Urania of de planeet Venus.
Ariadne. Ariadne. Grieks. Varianten: Arianna; Areatha; Ariagne; Aridela. De Romeinen vereerden haar als Libera. De Etruskische naam was Areatha. De Etruskische naam 'Areatha' toont duidelijk dat Ariadne overeenkomt met Athtart, de Semitische naam voor Ariadne. Hetzelfde geldt voor de moeder van Ariadnes geliefde Theseus, Aethra. Een andere geliefde van Ariadne was Dionysos (Liber). Liber en Libera werden door de Romeinen vereerd als graangoden. Libera is dezelfde als de Punische hemelgodin Tanit. Over de hele wereld werden voor de graangoden orgiastische bacchanalen gehouden. De klaagrituelen voor de overleden Dionysos komen overeen met de rouw voor goden over de hele wereld, zoals de geliefde van Inanna Dumuzi, of Isjtars minnaar Mardoek of Tammoetz, Anahita's zoon Mithras, Cybeles geliefde Attis, Aphrodites geliefde Adonis enz.
Attribuut: draad van Ariadne, betoverd zwaard; Corona Borealis.
Ariadne was de dochter van Pasiphae en Minos. Nadat Theseus de Minotaurus had verslagen dankzij de draad die zij hem schonk, nam Theseus haar mee uit Kreta, maar hij liet haar achter op Naxos, waar zij metgezellin van Dionysos werd en onder de sterren werd opgenomen. Haar jaarlijkse lentefeest op Naxos werd gekenmerkt door enerzijds rouw en droefheid vanwege haar dood nadat Theseus haar verliet, maar anderzijds de vreugde als ze weer ontwaakt of tot leven komt en huwt met Dionysos. De geschiedenis is een metafoor voor het sterven of de tijdelijke slaap van de natuur in de winter, en de lenteperiode daarna, als alles weer tot leven komt. Haar dood en ontwaken is te vergelijken met die van Adonis, Attis, Kore en vele anderen. Ariadne werd vaak afgebeeld slapend op de kust van Naxos, terwijl Dionysos, in het gezelschap van saters en menaden, haar bewonderend gadesloeg.
Ariadne wordt soms Ariagna genoemd, wat een versterking is van Hagna, de Zuivere. Hagna was een titel van Persephone als onderwereldgodin; het Engelse woord hag (heks, oude vrouw) stamt hiervan af. Ariagne betekent zuivere of kuise, van Grieks agnos.
De Corona Borealis was haar bruidskrans.
Ariadne was een titel van de Grote Godin van Kreta. De draad die ze volgens de Griekse mythologie aan Theseus meegaf naar het labyrint wordt wel een voorstelling van de navelstreng genoemd. Het labyrint is de baarmoeder, waardoor een symbolische reis werd gemaakt en waar je uitkwam als opnieuw geboren.
De Etrusken kenden een Esia, die de ziel van Ariadne zou zijn. Pausanias noemde een Ceramus als zoon van Ariadne en Dionysos; deze gaf zijn naam aan Cerameicus in Attica.
Arianrhod. Keltische godin, afkomstig uit Wales. Haar naam wordt vertaald 'Zilveren wiel' of 'koningin van het wiel'. Ze komt overeen met de Ierse Eithne ('vrucht' of 'voortbrengen'). Arianrhod heeft betekenis voor de geboorte en voor de reïncarnatie.
In de genealogie van de Keltische goden is Arianrhod de dochter van Don en Beli. Zij corresponderen met de Ierse Dana, Danu of Donu en Balor. Hun herkomst wordt wel gezocht in de Punische Tanit en Baal Hammon.
Over haar is maar één volledig verhaal bewaard gebleven, in de Mabinogion, die dateert uit de veertiende eeuw. Hier komt ze voor in de Romance of Math, de zoon van Matonwy. Graves behandelt dit verhaal in The white goddess (pagina 304 - 313).
Ze is in de Mabynogion de moeder van Dylan en Lleu Llaw Gyffes. Voor de laatste wordt het bloemenmeisje Blodeuwedd gemaakt; deze kiest echter voor zichzelf een andere geliefde. Soms wordt als vader Arianrhods broer Gwydion genoemd; in de Mabinogion komt hij echter alleen voor als hun opvoeder. Een aantal motieven in het verhaal zijn terug te voeren op de Keltische matrilineaire organisatie van de maatschappij. Arianrhod tracht schijnbaar in de loop van het verhaal te verhinderen dat Lleu een naam krijgt, zich kan wapenen of een vrouw krijgt toegewezen, tenzij zijzelf hiervoor zorg draagt. In het verhaal is het steeds de tovermacht van haar broer Gwydion die bewerkstelligt dat Arianrhod deze rechten zonder het te weten verstrekt. In feite echter behoort het uitvoeren van deze functies door moeders of vrouwen tot de gangbare Keltische gebruiken. Zo beschrijft Tacitus bijvoorbeeld dat jongens de wapens van hun moeder ontvangen. Ook de opvoeding van de jongens door Gwydion is een kenmerk van een matrilineaire traditie, waarin de broer van de moeder van meer betekenis was voor de familieverwantschap dan de vader.
Het draaien van het zilveren wiel is de jaarlijkse loop van de sterren. Ze is de godin van het sterrenrad, dus de bewegingen van sterren in de hemel. Het middelpunt van dit rad was het ronddraaiende kasteel Caer Sidi, dat was verborgen in een ondergronds land van geesten, Annwn. Het wiel werd soms ook wel gezien als een boot waarin de goede zielen naar hun huis tussen de sterren werden gevaren; dit heet het Oar-wiel. Het tehuis van de zielen was het maanland Emania; de zielen wachten hier op hun moment van wedergeboorte.
Ze staat in verband met het sterrenbeeld Corona Borealis, aan de noordelijke hemel. De Keltische naam hiervoor, Caer Arianrhod, betekent 'Arianrhods kasteel'. De sterrengroep maakt deel uit van de circumpolaire sterren aan de noordelijke hemel, die gedurende het hele jaar zichtbaar blijven. Zij verdwijnen nooit onder de horizon, en vertegenwoordigen daarom een onvernietigbare, eeuwige plaats. De sterren symboliseren daarom de rustplaats waar de zielen verblijven tussen de periodes van hun incarnaties in.
Ook de Egyptenaren associeerden de dode zielen met de sterren.
Het pad naar Caer Arianrhod is spiraalvormig. Dit concept vertoont een metaforische overeenkomst met de draad en het labyrint van Ariadne, die ook de wedergeboorte symboliseren. De dichter Taliesin uit de zesde eeuw zong in een gedicht over koning Maelgwyn dat hij in Arianrhods kasteel was geweest. Dit wil zeggen dat hij opnieuw was geboren.
De wilg was aan haar gewijd. In het bomenalfabet vormde het hout van deze boom de letter S (saile). Arianrhod spint ook het leven van de stervelingen.
Arifa. Godin genoemd in de joodse talmoed ('Ab. Zarah 12a), die werd vereerd in Ashkelon, een kuststad in het huidige Palestina. Uit de Hebreeuwse spelling van haar naam zou kunnen worden afgeleid dat het gaat om Serapia of Sarapia, een naam voor Isis Pharia, de beschermgodin van de zeevaarders. Met het woord 'Arifa' werd ook in het algemeen een tempel met een kegelvormig dak aangeduid, en in het bijzonder een tempel in Ashkalon.
Ook is wel gesuggereerd dat met Arifa de visgodin Derceto of Atargatis werd bedoeld, de moeder van Semiramis. Zij werden gezamenlijk in Ashkelon vereerd. 'Arifa' betekent 'samengesteld', en zou dus kunnen verwijzen naar de manier waarop Derceto werd afgebeeld, half vis en half vrouw.
Herodotus vermeldt een verhaal over de Skythen, die de tempel van de Hemelse Aphrodite zouden hebben beroofd, waarop zij werden getroffen door een ziekte die hen in vrouwen veranderde. Het verhaal komt overeen met het bijbelse verhaal waarin de Ark des Verbonds door de Filistijnen werd geroofd. In een ander verhaal verwoest de zonneheld Samson (Rechteren) de tempel van Ashkelon. Aan Aphrodite waren, net als aan Atargatis, duiven gewijd. Deze werden in de stad Ashkalon dan ook ongemoeid gelaten, en vlogen overal vrij rond. Ook vissen waren in deze stad heilig, en de vijver waarin de heilige vissen werden gehouden was beroemd.
Arinna. Arinnidu, Arinitti. Zonnegodin van Arinna, of zonnegodin van de aarde, vereerd door de Hettieten. Ze droeg de bijnaam Fakkel van het Hittitische rijk. Als Moeder van de zon was de zonneschijf haar symbool. Een titel was Koningin van Hemel en Aarde.
Arinna was een plaats in het Hattische rijk. De zonnegodin van Arinna was de voornaamste Hettitische godheid, aan wie de koning verantwoording moest afleggen. Met de naam 'zonnegodin van Arinna' werd verwezen naar de Hoerritische godin Hebat. Zij assimileerde al eerder met de oudere Hattische zonnegodin Wurusemu. In een mythe daalde ze af naar de onderwereld. Zij werd hierheen geleid door de lotsgodin Istustaya. Arinitti had verder betekenis als oorlogsgodin en godin van het recht.
Haar echtgenoot was de hemel- en weergod Isjkoer. Iskoer komt overeen met de Hoerritische Tesjoeb en de oudere weergod Taru. Deze god werd geïdentificeerd met een stier. Ook wordt de stormgod U of Im genoemd als echtgenoot. In het Hittitische spijkerschrift werd haar naam geschreven met het teken voor de zon.
Ook wordt een zonnegodin Arinna genoemd die werd vereerd in Lombardije, in de omgeving van de Italiaanse Alpen. Volgens de legendes was ze gehuwd met de weergod, en waren haar kinderen de vier winden. Romeinse soldaten vulden hun kruiken bij de bron van dit heiligdom, voor ze aan hun veroveringstochten begonnen. Het bronwater werd sole genoemd, naar de zon.
Aroena. Dageraad; Aroena ment de zonnewagen. Vedische godin. Zij was de dageraad in de Rigveda, moeder van de zon Soeriya.
Aroeroe. Aroeroe. Ook Aruru. Babylonische aardgodin, moedergodin of baarmoedergodin. Zij is dezelfde als de Soemerische Ki of de latere Ninhursag. Ze werd geïdentificeerd met Ninmah en met Belet-Ili, die ook Nintu en Mami of Mammi werd genoemd. Ze wordt vroedvrouw van de goden genoemd.
Aroeroe wordt genoemd als de godin die de eerste mens, Eabini, vormde uit klei, daarbij geholpen door Enki of Enlil. In een tekst werkt ze met Mardoek, in een andere alleen. Ze vormde in haar hart een mens in de gelijkenis van Anoe. Ze brak wat klei af, spuugde hierop, en zo ontstond de held Eabani.
Als Belet-Ili, in de mythe van Atrahasis, vermengde ze klei met het bloed van de rebelerende god Gesjtoe-e, en maakte hiervan zeven vrouwen en zeven mannen. Deze eerste mensen dienden om het werk van de Igigi, de hemelgoden, te verlichten. Ze maakte Enkidoe, de vriend van Gilgamesj, door een stuk klei in de wildernis te gooien.
Het zelfde gegeven komt voor in vele mythen, zoals die over de Soemerische Annunaki (Grote Goden) met Ninhoersag en Ninmah, die de eerste mens maakte met het bloed van de god Lamga. Zijn bloed vormde het verbond tussen de goden en de mensen. Het gegeven komt verder voor bij de Romeinse Cura, die 'homo' maakt, naar de humus waarvan hij werd gemaakt, of de bijbelse Lilith en Adam, wiens naam rode of bloedige klei betekent. De Griekse eerste mens werd gemaakt door Prometheus en Athene. Aroeroe leerde vrouwen hoe ze zwanger konden worden door een magisch amulet te maken van een kleipoppetje, dat ze besmeerde met menstruatiebloed. Menstruatiebloed was een belangrijk aspect in het vermogen zwanger te worden. De rol van de menstruatie voor de vruchtbaarheid was groot, omdat het duidelijk was dat na de overgang, als vrouwen niet langer menstrueren, zwangerschap niet meer mogelijk was. Het woord 'mens' is verwant aan het woord 'menstruatie'.
Er is zelfs wel een relatie gelegd tussen dit soort bezweringen en de vondsten van vrouwelijke figuren uit de prehistorie, die waren beschilderd met rode oker, zoals de paleolithische vrouwenfiguur die werd gevonden bij het Oostenrijkse Willendorf.
Artemis. Artemis werd door de Grieken vereerd als maagdelijke bosgodin, jachtgodin, maangodin of geboortegodin. Ze was maagd, jager, en ze werd aangeroepen als hulp bij de bevalling. Een naam voor Artemis als jachtgodin was Agrotera. Haar naam wordt soms in verband gebracht met Artio, de Keltische berengodin. De Romeinen stelden haar gelijk aan Diana. Ook de Etruskische godin van de nacht en de doden Artume kan met haar worden gelijkgesteld. Haar naam Caryatis ontleende Artemis aan de godin Carya van de walnootboom; deze assimileerde met Artemis. De Thraciërs stelden hun orgiastische godin Bendis aan Artemis gelijk.
De namen Delia en Cynthia herinneren aan haar geboorte op Delos, op de berg Kynthos. In Sparta stond voor haar een tempel onder de naam Dapnaia. Als geboortegodin werd Artemis Ilithya of Eilithya genoemd, naar een oudere beschermgodin van de geboorte en van de vroedvrouwen. Ook Hera, Ino, de Etruskische Uni of de Romeinse Matuta werden wel Eilithya genoemd. Als Kourotrophos was ze de 'voedster van de jeugd'; als Locheia een geboortehulp.
De naam Letoia, Letoïs, Latoïs of Latoë verwijst naar haar moeder Leto. Een tempel voor Artemis Soter ('Verlosster') stond in Troezen. De naam Cynthia of Cynthus droeg Artemis naar de berg op Delos, waar zij en haar broer Apollo zijn geboren. In Gallië heette ze Berecynthia. Homerus noemde haar Eustephanos, vanwege haar mooie kroon (stephanos). Potnia theron was een titel voor Artemis als 'Meesteres der dieren'.
De Grieken stelden de maagdelijke Artemis ook gelijk aan de moedergodin Rhea en de Aziatische Cybele en Artemis van Ephese. Een aantal kenmerken van Artemis en haar verering komen overeen met de godsdienst van de Feniciërs. Artemis wordt wel vergeleken met de maagdelijke en vechtlustige Fenicische Anat. Ook wordt Artemis wel teruggevoerd op een oude Indo-Europese godin. De Kelten vereerden in de Ardennen de jachtgodin Arduinna, die werd geassocieerd met een varken. Ook de Hittitische zonnegodin wordt wel opgevat als Artemis. Ook zou ze de grote godin van de Amazones zijn geweest, die volgens de Griekse mythen de oorspronkelijke oprichters van het heiligdom in Efese waren.
Haar attributen zijn de zilveren pijl en boog (maanboog), een fakkel, een hert of hinde, gans, wilde honden. Het klaverblad is aan haar gewijd, en vooral op Delos ook de olijfboom. Verder werd de wilg met haar geassocieerd.
Artemis was meesteres van bergen, bos, stenen, dieren, bronnen en geneeskrachtig water. Ook was ze het lot dat het leven spint en weeft. Met haar pijlen straft ze mensen. Bekend is het verhaal hoe ze met haar tweelingbroer Apollo de kinderen van Niobe doodde, omdat deze opschepte dat ze meer kinderen had dan Artemis' moeder Leto. Pijlen speelden ook een rol in sommige orakels, en hadden dus betekenis voor het lot. De aan Apollo verwante Arabische Hubal was een orakelgod die het lot door middel van pijlen bekend maakte.
De jager Actaeon werd verscheurd door zijn honden, toen hij Artemis eens per ongeluk naakt zag baden. De jager Orion, op wie ze verliefd was, schoot ze per ongeluk dood met haar pijl. Volgens een ander verhaal gebeurde dit toen hij trachtte haar te verkrachten. Een ander verhaal vertelde hoe Artemis hem een giftige schorpioen stuurde, toen Orion erover opschepte dat hij alle dieren op de aarde zou vernietigen. Volgens nog een verhaal werd ze verliefd op Orion, en haar jaloerse broer Apollo, die het niet kon verkroppen dat zijn maagdelijke zuster een geliefde had, misleidde haar, zodat ze Orion doodde in de veronderstelling dat hij een hert was. Artemis doodde vele anderen die probeerden haar of andere vrouwen te verkrachten. Nu staat Orion als sterrenbeeld aan de hemel.
Het hert was aan Artemis gewijd. In de verhalen rond de Trojaanse oorlog werd verteld hoe Agammemnon een hert doodde, waarop Artemis een slechte wind veroorzaakte, zodat de Trojaanse vloot niet kon uitvaren. Agammemnon offerde nu zijn dochter Iphigenia, maar Artemis bevrijdde haar, en liet een hert in haar plaats offeren. Iphigeneia werd naar Taurus aan de Zwarte Zee gebracht, waar mensen aan haar werden geofferd. Iphigeneia is net als Artemis een herinnering aan de grote godin uit dit gebied, en aan de mensenoffers die hier voor haar zouden zijn gebracht. Een Arabisch woord voor 'gazelle' is kora, een woord dat herinnert aan een verwante maagdelijke dochter, de korenmaagd Kore, die na haar verblijf in de onderwereld voortleefde als dodengodin. Ook de bijbel herinnert aan deze vorm van de Aziatische godin in de geschiedenis over het offer van de dochter van Jefta, die net als Agammemnon zijn dochter offerde omwille van zijn oorlogsdaden. De dochter van Jefta kwam hem dansend en trommelspelend tegemoet, volgens de rituelen die voor de godin werden gehouden. Toen ze moest worden geofferd trok ze zich een periode terug in de bergen, wat ook herinnert aan deze godin, die net als Artemis met het ruige bergland wordt geassocieerd. Na haar dood werd ze vereerd door huwbare meisjes.
Later keerde Iphigeneia met haar broer Orestes terug naar Mycene. Ze namen een beeld van de godin mee. Iphigenia nam het beeld mee naar Brauron in Attica, en werd hier een priesteres van Artemis Brauronia. Iphigeneia wordt gewoonlijk beschouwd als de dochter van Clytaemnestra en Agamemnon, maar soms ook van Helena en Theseus. Iphigeneia's graf was te vinden in Brauron; een ander graf bevond zich in Megara. Een andere legende vertelt dat Iphigeneia nadat ze was gered van het offer door Artemis in Hekate werd veranderd, of ze huwde als Orsilochia met Achilles. In Sparta werd verteld dat Iphigeneia en Artemis een beeld van Artemis naar Lacona brachten, waar ze werd vereerd als Artemis Orthia. Hier werd het mensenoffer vervangen door het slaan van jongeren met zwepen, een vruchtbaarheidsritueel dat overeenkomt met de Romeinse Lupercalia, waarin de wolvin-prostituee Lupa centraal stond. Pausanias vermeldde dat Artemis in Hermione als Iphigeneia werd vereerd.
De aan Artemis gewijde hinde op de berg Cerynia werd door Hercules gevangen als een van zijn twaalf werken. De Arkadische of Kerynitische hinde zou volgens een van de diverse verhalen een van de vijf hindes zijn die Artemis ving toen ze hen vond aan de rivier de Anauros in Thessalië, waar hun horens het zonlicht weerspiegelde. Vier hindes bond ze voor haar zegewagen, maar de vijfde ontsnapte over de rivier de Keladon naar de Cerynia. Herakles, die het dier een jaar lang achtervolgde, liet het vrij in Argos. De hinde had een groot, gouden gewei en bronzen hoeven, volgens Vergilius. Een titel van Artemis was Elaphos (hinde), naar de vijf herten, die de Elaphoi Khrysokeroi ('gouden hindes') werden genoemd. De Grieken kenden een sterrenbeeld aan de noordelijke hemel met de naam 'hert'; de Romeinen identificeerden dit later met Hercules, onder welke naam het nu nog bekend is. Volgens anderen zou de hinde door de Pleiade Taygete aan Artemis zijn geofferd.
Artemis veroorzaakte de plotselinge dood van vrouwen. Ze werd al in de pre-Helleense tijd vereerd. In Arcadia bestond een belangrijke cultus. Haar belangrijkste tempel bevond zich in Efese.
Artemis' oorsprong is terug te voeren op de pre-Helleense tijd. In de Myceense tijd, op Kreta en in Griekenland, was zij de Potnia Theron, 'Vrouwe der dieren'. De swastika's en spiralen tussen de Potnia Theron en de dieren zijn zonnesymbolen. Op tabletten uit de Myceense bronstijd, afkomstig uit Pylos, wordt Potnia in het schrift lineair b weergegeven als Po-ti-ni-ja. Artemis wordt hier weergegeven als A-ti-mi-te of A-ti-mi-to. Pausanias vermeldt een priesteres van de Knagische Artemis, die een beeld van de godin meenam van Kreta, dat ze noemde naar Knagios, degene met wie ze wegliep.
Bijnamen voor Artemis waren verder o.a.: Enodia (Thessalia); Artemis Eileithya (kindbarende). Basileia (koningin). [Eg.Boubastis, vgl Bastet]. In de Odyssee wordt haar bijnaam de Luidruchtige verklaard door het plezier dat ze had met haar nimfen tijdens de jacht, spel en dans. Als Meleagris (parelhoen) staat ze in verband met Atalanta, die door Artemis werd gezoogd in haar gestalte van berin.
In Arcadia wordt ze ook wel Kallisto (de mooiste) of de Agrotera (de wilde) genoemd. Als Kallisto staat ze aan de hemel als de Grote Beer (Ursa Major). In Athene dansten meisjes verkleed als beer ter ere van Artemis Brauronia; Brauronia was een stad in Attica. Haar naam Lygodesma betekent 'gebonden door wilgen'. Ze is tevens de maan. Als Phoebe ('heldere') was Artemis het orakel van Delphi.
Als Artemis Tauropolos (stierendoder) was ze een stiergodin. Deze vorm van Artemis werd ook wel geassocieerd met de Perzische Anahita, de moeder van de stiergod Mithras.
Dezelfde bijnaam hebben ook de godinnen Demeter en Athene en de goden Helios en Apollo; ook Europa draagt de titel Tauropolos.
De naam Tauropolos is ook wel geassocieerd met het Semitische woord voor toren, tr of trt; deze vorm is ook terug te vinden in de naam Astarte. Deze godin werd gekroond met een toren, een wijd verspreid gebruik. In Ephese droeg Artemis eveneens een toren op het hoofd. Deze Artemis met de vele borsten werd in een groot gebied in Azië op deze manier afgebeeld, tot in het tweestromenland. Artemis' tempel in Ephese, het Artemision, was een van de zeven wereldwonderen. De eerste tempel, die zou zijn opgericht door de Amazones, werd verwoest door de Kimmeriërs in de zevende eeuw v.o.j., rond 550 door de legendarische Lydische koning Croesus opnieuw opgebouwd, en vervolgens door een brand verwoest, volgens de legende in de geboortenacht van Alexander de Grote. De tempel werd opnieuw opgebouwd, en volgens de bijbel bezocht door Paulus, die vaak kan worden geassocieerd met Artemis' tweelingbroer Apollo. Artemis werd in de eerste eeuw nog breed vereerd. In het jaar 262 werd de tempel nog eens verwoest door de Gothen, maar toch weer gerestaureerd. De tempel functioneerde nog als heiligdom van Artemis na de tijd van keizer Theodosius, die verordonneerde alle heidense tempels te sluiten. In het jaar 406 predikte sint Johannes van Chrysostomos tegen de tempel. Ten slotte werd niet land daarna het materiaal van de tempel geroofd en gebruikt voor een kathedraal en een Byzantijnse kerk. Tijdens het concilie van 431 werd Maria hier uitgeroepen tot Theotokos ('goddragend'), de 'moeder van God', waarmee ze de 'Mater Dei' opvolgde, een naam voor Cybele, die ook wel met de Ephesische Artemis werd geassocieerd. In deze tijd woedde de discussie of Jezus de zoon van god was of een mensenzoon. Dit concilie probeerde een eind te maken aan deze kwestie.
Artemis' naam wordt wel in verband gebracht met de Keltische berengodin Artio. Ook wordt wel gewezen op het feit dat haar naam eindigt op 'temis', waardoor ze kan worden geassocieerd met Themis, een godin die evenals Artemis wordt genoemd als oprichtster van het orakel van Delphi. Graves beschrijft Artemis als een triadische godin: maagd, rijpe vrouw en oude vrouw, die samen de verschillende gestaltes van de maan of de drie seizoenen belichamen. Haar zilveren boog verwijst naar de maan, in het eerste kwartier. Ze reed in een zilveren wagen met vier witte paarden. Dit is eveneens een verwijzing naar de godin als maan. Haar recht om haar paarden te voeden met klaver verwijst door middel van de drie klaverblaadjes naar de drie-eenheid die ze als maan is.
Een naam van Artemis was Lygodesma, gebonden door wilgen. Haar armen waren met wilgetenen omwonden. De wilg staat in verband met de maan omdat ze beide zijn verbonden met water; de wilg groeit aan de waterkant, en de maan beïnvloedt de waterstand.
Het belangrijkste heiligdom van Artemis was de tempel in Ephese in Klein-Azië, waar zij werd vereerd als moedergodin. De grote tempel, een van de zeven wereldwonderen, werd hier gebouwd rond -550. Volgens de mythen werd het eerste, legendarische heiligdom op deze plaats gesticht door de Amazones. De tempel te Ephese bevond zich ca 50 km van Smyrna (Izmir), in het huidige Turkije. Dit heiligdom was tot in de verste uithoeken van de oude wereld beroemd: er zijn zelfs giften gevonden afkomstig uit Perzië en India. Artemis werd hier soms ook Diana genoemd. Ze werd hier afgebeeld met vele borsten en een toren op het hoofd, een teken van haar identificatie met de Syrische godin.
De Hellenistische Artemis was de dochter van Leto en Zeus. Volgens Hesiodus veranderde Zeus zichzelf en Leto voor de paring in kwartels. De kwartel was Artemis' heilige vogel. Anderen beschrijven hoe Leto op last van Hera door de slang Python werd achtervolgd, die haar moest beletten te bevallen. Op de vleugels van de zuidenwind arriveerde Leto op Ortygia ('Kwarteleiland') bij Delos in de Egeische zee. Hier beviel Leto van Artemis, die haar moeder meteen na de bevalling over de zeestraat hielp. Op Delos werd, na een draagtijd van negen dagen, Apollo geboren, op de berg Kynthos. Hier was het mensen verboden te worden geboren of te sterven.
Andere namen voor haar waren Britomartis ('Zoete jonkvrouw') of Diktynna ('Heerseres van het net'). In deze hoedanigheid was zij de beschermster van de visvangst. Er zijn aanwijzingen dat hier mensenoffers tot de rituelen voor de godin behoorden. Artemis' tempel in Arcadia was bekleed met hertevel. Tot haar cultus behoorden orgiastische rituelen. De priesteressen droegen gorgonenmaskers om niet-ingewijden af te schrikken.
In klein-Azië werden in de lente de Artemisia of Ephesia voor Artemis gevierd. Hier vonden net als bij dit soort Griekse feesten sportevenementen plaats, maar het karakter was vooral orgiastisch. Volgens de Grieken die hier leefden, lag Ortygia, Artemis' geboorteplaats, bij Ephese, en was het geen eiland in de buurt van Delos. Artemis van Ephese werd vereerd als steen die uit de hemel zou zijn gevallen. De godin werd hier uitgebeeld met een gewaad versierd met dieren, en met vele borsten. Een op munten afgebeelde godin die veel leek op de Ephesische Artemis was Leucophryne of Leucophrys, die was geïmporteerd door de Magneten.
Bij Perga in Pamphylia werd jaarlijks een feest gevierd voor Artemis Pergaea. Tot haar gevolg behoorden bedelmonniken.
Artemis verschijnt als vlinder of bij, of als pad (Egypte, Italië, Litouwen), kikker, egel, vis of haas (dieren die worden geassocieerd met de vulva). De pad kan net als de godin vergiftigen en genezen. Als Artemis Eileithya is ze een geboortegodin. Het kruid artemisia was een bekend middel om de bevalling te vergemakkelijken. In Thessalië werd ze vereerd als Enodia. De vrouwen riepen haar hulp in tijdens de bevalling. Ze offerden spoelen en spintollen aan haar, en beeldjes in de vorm van barende vrouwen. Dit verwijst naar de functie van de geboortegodin als lotsgodin, die het leven spint en weeft. Herodotus vermeldt dat in Thracië of Paionië offers aan 'koningin Artemis' werden gebracht door vrouwen verpakt in stro. Een ritueel in Boubastis, ook volgens Herodotus: vrouwen klepperen met een ratel of blazen op hun instrument. Ze trekken door de stad, schunnige taal uitslaand en hun rokken optrekkend. Wijn zweept hierbij de gemoederen op.
Callisto wordt soms met Artemis geïdentificeerd, maar zij werd ook wel gezien als nimf uit Artemis' gevolg, die door Artemis in een beer werd veranderd nadat ze door Zeus haar maagdelijkheid verloor en een kind kreeg. Later werd Kallisto als de Grote Beer aan de hemel gezet.
Artemis veranderde mannelijke stervelingen die haar naakt zagen baden in een hert en jaagde daar dan op. Aktaion is hiervan een voorbeeld: Artemis liet hem door zijn eigen vijftig jachthonden aan stukken scheuren. Na zijn dood werd een reinigend bad genomen. Plutarchos beschrijft dit gebruik op de Arkadische berg Lykaion, dat nog zijn tijd, de 1e eeuw, actueel is. Misschien ligt een ritueel als dat rond de Germaanse Hertha ten grondslag aan deze mythe.
De Romeinen identificeerden hun godin Diana met Artemis. Volgens een mythe stuurde Artemis haar beschermeling Hippolytos naar Italië, om daar haar cultus te verspreiden. Hippolytos trouwde in Diana's heilige bos Aricia met Egeria.