BESCHRIJVINGEN

Nieuwe database onder constructie: kijk hier. Deze pagina's worden ingevoerd in een nieuwe database. Zolang dat niet af is, blijven ze hier nog staan, maar ze worden niet meer bijgewerkt.

Nieuwe database onder constructie. Kijk hier.


Belit-Ili 'Meesteres van de Goden'. Ook Belet-Ili. Titel van de Akkadische Isjtar en van de Soemerische Inanna. Andere namen: Mami, Ninlil,
In de mythe van Atrahasis wordt ze ook Mami en Nintu genoemd. Als vroedvrouw en godin van de baarmoeder is zij degene die de sterfelijke mens schept, zodat deze het werk voor de Annunaki kan verrichten. Ze gebruikt hiervoor niet haar baarmoeder, maar klei die ze van Enki kreeg. Na een reinigingsceremonieel wordt de intelligente god Geshtu-e geofferd; zijn bloed mengt Nintu met de klei. Er verscheen een ziel in, en Nintu verklaarde dit als het levensteken. In de kamer van het lot, waar de baarmoedergodinnen waren verzameld, reciteerde Nintu gezangen. Vervolgens haalde ze veertien stukken van de klei, plaatste er zeven links en zeven rechts, en plaatste er een baksteen (bahar) tussen. De baksteen had betekenis als geboortesteen. De geboortesteen nam zowel een functionele als een religieuze plaats in bij de geboorterituelen.
Met riet werd de navelstreng doorgesneden, en de baarmoedergodinnen maakten zeven vrouwen en zeven mannen, de eerste zeven mensenparen.
Er werd als regel ingesteld dat in het huis waar een kind werd geboren zeven dagen een baksteen moest staan, en Belet-Ili wordt vereerd, en moest Mami worden genoemd. De moeder snijdt zelf de navelstreng door. Tien maanden later vond de eerste geboorte plaats, en Mami opende de baarmoeder. Met bedekt hoofd voerde ze haar taak van vroedvrouw uit. Ze deed haar gordel om, sprak een zegen uit, maakte een tekening in meel en plaatste een baksteen. Na de geboorte wordt het bed klaargemaakt voor de vrouw en haar echtgenoot. De liefdesgodin Isjtar, die zich verheugt in de band tussen man en vrouw, wordt dan Ishhara genoemd. De qadistu-priesteres, in wiens woning de vroedvrouw verblijft, is misschien aan haar gewijd. Qadishtu ('heilige') is zowel een titel van Ishtar als de naam van de heilige tempelvrouwen en -mannen, die ondermeer de heilige prostitutie beoefenden.
Ninbahar en Mami waren titels van Ninhursag. Ook in Egypte werden gewijde geboortestenen gebruikt.
De baksteen en het scheppen van mensen uit klei zijn metaforen voor het ontstaan van het leven in de baarmoeder. Ook het bakken van brood in de oven komt hiermee overeen. De ingrediënten worden gekneed, gevormd en verwarmd, tot er ten slotte een nieuw materiaal ontstaat. De baarmoedergodin had ook de functie van pottenbakster. Het maken van aardewerk behoorde tot de taken van vrouwen. Het tekenen in de meel was een magische handeling, die een goede afloop van de geboorte zeker moest stellen. De baarmoedergodin was tevens de lotsgodin, die over het leven beschikte.
Het maken van leven uit klei is een veel voorkomend gegeven in mythen over de hele wereld. De Babyloniërs kenden ook nog Aroeroe als godin van het leven. In de bijbel wordt Adam uit rode klei gemaakt, en in de verdere Hebreeuwse literatuur ook Eva en Lilith. De Grieken lieten Prometheus met de hulp van Athene mensen uit klei maken, in Rome deed Cura het. Ook de Chinese slangegodin Nugua maakte mensen van klei en water naar haar evenbeeld, om haar eenzaamheid te verdrijven.
In de mythe van de Anzu-vogel wordt Belet-Ili opgevoerd als de wijze raadgeefster van de goden. Ze was degene die de Anunaki had geschapen en de raad der goden had ingesteld. In deze mythe moet haar zoon Ninurta de lotstabletten terughalen, die door de Anzu-vogel waren gestolen.


Bellona. Romeinse oorlogsgodin. Ze draagt een helm op het hoofd, en in de handen een zwaard of een fakkel. Ook blaast ze soms op een trompet. Haar naam wordt in verband gebracht met bellum, 'oorlog'. Haar verering kwam al voor bij de oud-Italische volken, in Toscane en bij de Etrusken. Ze kan worden geïdentificeerd met Ma, Enyo, Nerio en andere oorlogsgodinnen.
Bellona werd geassocieerd met de oorlogsgod Mars, wiens wagenmenner ze was. Een telg van het Sabijnse geslacht Claudius bouwde in het jaar 296 v.o.j. voor haar een tempel op het Marsveld, buiten Rome, vlak bij een altaar voor Mars. Voor de tempel stond een zuil, de columna bellica; over deze zuil wierp de Fetialis een speer in een afgebakende ruimte bij wijze van oorlogsverklaring. In 64 v.o.j. brandde de tempel af.
Als echtgenote van Mars werd Bellona ook gelijkgesteld aan Nerio, die uit een oude, Sabijnse cultus met Mars (de Romeinse Ares) stamt. Maar Mars werd ook haar broer of vader genoemd.
Bellona's priesters werden gerecruteerd uit gladiators.
De Romeinen identificeerden Bellona met de Klein-Aziatische Ma, die behalve associatie met de oorlog ook betekenis had als landbouw- of vruchtbaarheidgodin. Dezelfde combinatie is ook te vinden bij Mars, die zelf voortkomt uit een oude landbouwgod. Deze godin werd in Rome geïntroduceerd tijdens oorlogen met de koning Mithridatus van Pontus, uit Cappadocië. Zij werd ook vereerd door de Skythen en Thrakiërs. De priesters van deze godin heetten Bellonarii. Ook priesteressen namen deel aan de orgiastische dienst voor deze godin. Hun diensten werden gekenmerkt door het toebrengen van bloedige wonden aan zichzelf; het bloed werd geofferd aan de godin. De orgies werden begeleid door opzwepende muziek met trommels en trompetten. Deze tradities kenmerkten ook de dienst voor Cybele, een andere klein-Aziatische godin die omstreeks deze tijd vanwege oorlogsperikelen naar Rome werd gevoerd.
Deze godin heette eerder Duellona.
Ook in de bijbel wordt een feest genoemd dat wordt gekenmerkt door zelfverwonding. Tot in deze tijd wordt een dergelijk bloedfeest gevierd in Iran en Libanon, waar het als Ashura voortleeft om de gesneuvelde zoon van Fatima, Hoessein, ter herdenken. Volgens de islamitische overlevering kenden ook de joden een Ashura-feest, dat de uittocht der joden uit Egypte herdacht, wat op dezelfde dag werd gevierd als het islamitische Ashura. Het is niet duidelijk of dit verder niet bekende joodse Ashura-feest iets te maken heeft met het in Koningen 18 genoemde bloedfeest.
Ook werd Bellona geïdentificeerd met de Griekse Enyo, de oorlogsgodin die een rol speelde tijdens het strijdgeweld in de Ilias. Pausanias noemde een beeld van Enyo dat stond in de tempel in Athene voor Ares, de Griekse naam voor Mars. Enyo heeft meer gemeen met Ares en Eris dan met Athene, vanwege de verschrikkingen van het oorlogsgeweld die zij verspreidden.
Bellona werd afgebeeld met woest zwaaiend haar, een zweep in haar ene hand en verder gewapend met een speer en een schild. Ook werd ze soms afgebeeld met slangenhaar, net als Enyo's zuster Medusa. Ze is verantwoordelijk voor het vernietigen van steden. Toen Troje was verwoest, trok zij in een feestelijke extase door de stad, in een roes gerakend door het dronkenmakende bloed. Precies dezelfde beeldspraak wordt gebruikt over de West-Semitische Anat en de Egyptische Hathor of Sekhmet. De overgang van landbouwgodin naar oorlogsgodin is bij veel godinnen gebruikelijk geweest. In de mythologie over Anat wordt door de militaire beeldspraak een duidelijke parallel zichtbaar tussen de agrarische cycli en militair geweld.
Enyo werd genoemd als een van de Graiai, zusters en bewaaksters van de gorgonen, waar Medusa er een van is. De Graiai werden vergeleken met zwanen, vogels die worden geassocieerd met de dood of het oordeel na de dood. De Graiai en de gorgonen waren dochters van het zeemonster Ceto.


Beltis. Ook Baltis. De Griekse of Syrische vorm van het Semitische Baälat, 'Vrouwe', een titel van de West-Semitische godin. Het mannelijk equivalent was Baäl. In oude Babylonische documenten kwam de vorm Beltu, Belit of Belet voor, samen met het mannelijke 'Bel'. De titel Belti is te vertalen als 'Mijn Vrouwe', een titel die tot vandaag is overgeleverd als Madonna.
De titel werd vaak gebruikt zonder te verwijzen naar de naam. Net als Baäl kon Belit of Beltis voor de naam van iederen godin worden gebruikt. Samenstellingen komen voor met Zer-Panîtum, Nanaya en Isjtar.
In Nippoer in het zuiden van Mesopotamië (tegenwoordig Niffar in Irak) stond een grote tempel voor Belet en haar gemaal Bel. Bel viel later samen met Mardoek, Belet met Isjtar. In Assyrië werd Beltu wel de echtgenote van Assur genoemd, de god aan wie de Assyriërs hun naam ontleenden. Een latere vorm heeft ook betrekking op Astarte of een equivalent hiervan, zoals de 'Meesteres van Byblos', Baälat Gebal. Maar 'Astarte' is zelf te vertalen als 'Vrouwe van de stad' of 'Vrouwe met de toren' (naar de toren die Astarte op het hoofd droeg). In de bijbel wordt de meervoudsvorm gebruikt als wordt gesproken van de 'baäls en astarten', die door het hele land worden vereerd.
'Beltis' werd gebruikt alsof het een naam was. Op dezelfde manier werd de Griekse naam 'Adonis' afgeleid van het Fenicische 'Adon', dat 'heer' betekent. Met 'heer' werd bijvoorbeeld verwezen naar Tammoez ('Adon Tammoetz'), de geliefde van de godin die bij de Grieken gelijk werd gesteld aan Aphrodite.
De Griekse mythische koning Belos ontleende zijn naam aan 'baäl', een ander Semitisch woord voor 'heer'.


Bendis. Afgietsel van marmeren reliëf uit Piraeus, 330 v.c. Jachtgodin, maangodin. Er bestond een cultus in Thracie; het orgiastische feest dat hier op 4 juni voor haar werd gevierd heette de bendideia. Haar tempel heette Bendideion. Ze wordt gelijkgesteld met Artemis Tauropolos. Vanuit Thracië kwam haar eredienst in de 5e eeuw aan in Athene, waar het werd gevierd in Pireaus, in de maand thargelion. Haar heiligdom bevond zich hier waarschijnlijk op de rotsachtige heuvel van Mounichia. In Pireaus kwamen er een optocht en een hardloopwedstijd met fakkels bij, de lampadêphoria. Deze fakkelloop was een uitgroeisel van het jaarlijks aansteken van de haard met vuur van het altaar. Een soortgelijke fakkelwedstrijd werd ook gehouden tijdens de Panathenaea voor Athene, en voor andere goden, zoals Prometheus en de vulkaangod Hephaistos.
Nu is de fakkelloop nog steeds bekend van het ontsteken van het Olympisch vuur aan het begin van de Olympische spelen, die ooit zouden zijn ingesteld voor de godin Hera, de moeder van Hephaistos. De race voor Bendis werd te paard gehouden. De Parthenos, het heiligdom voor de beschermgodin van Napels in Italië, was misschien een gehelleniseerde vorm van Bendis.
Bendis werd afgebeeld met een speer, of met een fakkel en een hond. Ze droeg een korte, Thracische mantel en hoge laarzen, en soms een kap van een vossehuid.
Plato verwijst in zijn Republica naar overeenkomsten in de processie voor de Thracische Bendis en voor Athene met de Egyptische Isis, Neith van Sais, en Bast in Boubastis, voor wie jaarlijks een indrukwekkend lichtfeest werd geassocieerd.


Benten. Benten,de beschermgodin van de kunst, spelend op haar biwa Ook Benzaiten. Japanse shintogodin, beschermgodin van de kunsten en de muziek. Ze is een van de zeven goden van het geluk. Ze wordt verbonden met water, haar tempels staan vaak op eilanden of langs de kust. Ze wordt vaak begeleid door zeeslangen of een draak. Benzaiten is de beschermster van de kunsten en van de liefde. Ze heeft ook betekenis als inspiratie van kunstenaars, schrijvers etc. Ze speelt graag op de biwa, een soort luit. Ook wordt ze geassocieerd met het meer Biwa. Ze wordt wel afgebeeld rijdend op een draak, terwijl ze haar biwa bespeelt. Haar oorsprong is terug te voeren tot de hindoegodin Sarasvati, die via het boeddhisme naar Japan werd gebracht.
Benzaiten beschermt haar vereerders ook tegen de gevaren van aardbevingen.


Berehynia. Russische oogstgodin. De vrouwen borduurden voor haar een kleed voor haar feestdag, ca. 8 september. Acht september werd beschouwd als haar geboortedag. Ook de geboortedag van Maria wordt op deze dag gevierd. Berehynia kan worden vertaals als 'nimf' (bruid?).


Berecynthia. Naam voor Cybele in Gallië, gedurende de Romeinse bezetting. Ze werd vereerd als graangodin, en haar beeld werd tijdens een graanfeest door de velden gedragen. Een zingende en dansende menigte begeleidde haar in een processie. Vanaf de vierde eeuw werd haar verering verboden. Cynthus was een epitheton voor Artemis als de godin van de berg Kynthos op Delos, waar haar broer Apollo en soms ook zijzelf geboren was; hun moeder Leto rustte daar uit op de berg Kythos, bij een palmboom en de stromen van Inopus. Ook Cynthia.


Beroë. Dochter van Aphrodite en Adonis. Ook de Titanen Tethys en Oceanos werden als haar ouders genoemd. Ze werd ook Amymone genoemd. Amymone was een van de Danaïden; naar haar was een fontein genoemd.
Beroës broer was Golgos. Golgos stichtte Golgi op Cyprus, Beroë stichtte Beroa in Thrakië. Ook de stad Berytos (Beiroet) in Libanon was naar haar genoemd. Een oude, Semitische vorm van 'Beiroet' was Birot, wat 'bron' betekent. Aphrodite vroeg aan Harmonia, de Voedster van de wereld, of ze het recht aan de stad van haar dochter kon schenken. De fallische wijngod Dionysos en de zeegod Poseidon streden om haar liefde; Poseidon kwam als de winnaar uit de strijd.


Bertha. Zie Perchta.


Blodeuwedd of Blodeuwydd ('Bloemengezicht' of 'Bloedbruiloft', 'Bloedverbintenis') was een bloemenmeisje uit de Keltische mythologie van Wales. In de Mabinogion uit de veertiende eeuw wordt beschreven hoe zij geheel uit bloemen werd gemaakt als echtgenote voor Llew Llaw Gyffes. Deze komt overeen met de Ierse Lugh. Hiermee trachtte Gwydion, de broer van Arhianrod, de uitspraak van Arianrhod te ontkrachten dat hij geen vrouw zou vinden uit het ras dat op dat moment op de aarde heerste, tenzij zij zelf hem een vrouw gaf. Deze uitspraak is een verwijzing naar de Keltische gewoonte, waar volgens het matrilineaire recht de moeder een rol speelde als huwelijksmakelaar. In het Middeleeuwse verhaal wordt dit echter uitgelegd als een vloek, waarbij Lleu wordt verhinderd te kunnen trouwen.
Met Math vervaardigde Gwydion haar uit onder andere eikebloesem en brem; ze werd het mooiste meisje dat ooit door mensen was gezien. Haar naam werd Blodeuwedd. Het meisje werd echter verliefd op Gronw, de heer van Penllyn. Zij doodden Llew op een magische manier. Blodeuwedd maakte hem onschadelijk door zijn haar aan een boom te binden. Hij werd gedood door een speer die op zondagen was gemaakt, terwijl hij met zijn ene voet op een geit stond en met zijn andere in het bad.
Graves wijst op de overeenkomst van motieven bij de moord op Agamemnoon door Klytaemnestra en haar geliefde Aegistus; Agamemnoon werd vermoord terwijl hij niet gekleed was en niet ongekleed (hij was gevangen in een net), niet in het water en niet op het droge (hij stond met zijn ene voet in het bad, met zijn andere op de vloer), niet in zijn paleis en niet erbuiten. Ook het belemmeren van zijn kracht door het binden van het haar komt in vele verhalen voor, zoals het verhaal van Samson en Delila, de Ierse Blathnat en Curoi, en Skylla en Nisos. Het haar is een symbool van kracht, en in het bijzonder van de warmte van de zon. Het verhaal is dus een variant van het jaarlijkse offer van de heilige koning tijdens midzomer, als de dagen weer korter gaan worden.
Ook Walker signaleert via haar naam en verhaalmotieven verwantschap met een koningsoffer. De naam Blodeuwedd kan worden geïnterpreteerd als 'bloedbruiloft'. Zowel Lleu als Gronw worden gedood door een steek in de zij met een speer. Hetzelfde patroon komt voor in geofferde goden als Balder, Krisjna en Jezus. Lleu kreeg na zijn magische dood de gedaante van een adelaar, zoals Nisos, de vader van Skylla, in een zeeadelaar veranderde. Om later Gronw te kunnen doden verkreeg hij weer een menselijke gestalte. Lleu doodde hem en veranderde Blodeuwedd in een uil, die haar betekenis als wijze vrouw symboliseert; overeenkomstig werd Skylla in een vogel of vis veranderd.
Blodeuwedd wordt gelijkgesteld met Guendoloena, de voorloopster van Guenevere uit de latere Arthur-legenden. Ze wordt ook geïdentificeerd met de negenvoudige godin van de paradijselijke eilanden in het westen, en werd dan ook Morgan genoemd.
Ze heeft overeenkomsten met de Romeinse Flora.


Boldog Asszony. Hongaarse vruchtbaarheidsgodin, geassocieerd met geboorte en de oogst. Er worden in totaal zeven godinnen met deze algemene naam aangeduid. Nagy Boldog Asszony is een van hen; zij is tevens de moeder van de rest. Het zevental wordt beschouwd als beschermster van het leven en de familie. Zij hebben de macht te genezen en bezitten kennis over genezende kruiden. Ze reguleren de vruchtbaarheid van het leven in de natuur, van de oogst en van de mensen.


Bona Dea. 'Goede godin'. In Rome heette ze Fauna. Ze is dezelfde als Diana. Verder werd ze vereenzelvigd met Maia, Ops, Fatua en Fauna. Ze bezat helende kracht, en ze schonk vruchtbaarheid. Ze werd afgebeeld als een oudere vrouw met puntige oren, en met een slang. De attributen van de godin waren de hoorn des overvloeds en de slang, die geneeskracht symboliseerde.
Twee belangrijke feestdagen werden gevierd op de eerste dag van de maand, de calendae, met nieuwe maan. Deze dagen waren 1 mei en 1 december. Op de eerste dag van de maand werd een gedekte tafel klaar gezet, als bezwerend middel, opdat het jaar overvloed en geluk zou verschaffen. Dergelijke gebruiken werden tot ver in de Middeleeuwen beschreven, vooral door christelijke monniken die het veroordeelden. De gasten die werden verwacht, werden algemeen aangeduid met de naam 'goede vrouwen', of 'goede godin'. In heel Europa bestaan hierover verhalen, ondermeer over Perchta en Holda, en vrouwen die bekend stonden als feeën of Parcen. In Italië deed men dit voor Diana, of voor haar verschillende manifestaties. In de Middeleeuwen kreeg de Bona Dea namen als Habundia of Herodias.
Op 1 mei werd ze geëerd in haar tempel op de Aventijnse heuvel. Deze tempel werd uitsluitend onderhouden door vrouwen. In de tuin van de tempel werden zieken verzorgd met de geneeskrachtige kruiden die hier werden verbouwd. Haar orakels werden uitsluitend aan vrouwen onthuld. Vanwege haar betekenis voor vrouwen werd ze ook wel Feminae Dea genoemd. Als profetes was ze ook verbonden aan de archaïsche tempel van de faten in Albunea, ooit de zetel van de Tibertijnse Sibylle, tot het door mannelijke priesters werd overgenomen onder leiding van Faunus, nadat hij zijn vrouw Fenta Fauna, zijn voorgangster als orakel, had doodgeslagen, volgens de legende omdat zij wijn had gedronken, wat voor vrouwen onder de Romeinse wet verboden was. Wijn drinken hoorde bij de rituelen en fungeerde als middel om contact te krijgen met de goden. Toen de macht van vrouwen werd afgenomen, werd hun ook het recht ontzegd contact te zoeken met hun godin.
Op 1 mei werd Bona Dea verder geëerd opdat zij aardbevingen zou voorkomen. De verjaardag van de inwijding van haar tempel werd gevierd. Tijdens het feest werd een zeug geofferd die damium werd genoemd. De godin heette volgens de beschrijving van Festus Damia, haar priesteressen heetten damiatrix. Het is waarschijnlijk dat de Griekse Damia aan de Romeinse Bona Dea ten grondslag lag. Deze is verwant aan de graangodin Demeter. Misschien kwam de identificatie met Maia voort uit het feit dat deze godin ook op de eerste mei werd vereerd.
Begin december werd voor haar een feest gegeven in het huis van een der hoogste Roomse magistraten, waarbij geen mannen of mannelijke dieren aanwezig mochten zijn. Tijdens dit feest waren wijn en mirte taboe; de naam hiervan mocht zelfs niet worden uitgesproken. De wijn die als plengoffer werd geschonken, werd 'melk' genoemd.
Propertius beschrijft hoe de mannen uit de verte het lachen hoorden van meisjes. Zij bevonden zich in een heilig bos, de geheime plaats van de Vrouwengodin, met heilige fonteinen. De deuren waren verborgen achter een sluier van purperen kransen, en uit een hut kwam het schijnsel van een geurig vuur. Het altaar stond in de schaduw van een populier, dat de takken erover spreidde, en zingende vogels zaten tussen het gebladerte.


Brid. Keltische godin van het licht, de oudste vorm van Brigid. Haar naam is verwant aan bright, 'helder' of 'schitterend', via beorth, wat verwant is aan het Germaanse berkhiaz, 'wit' of 'lichtend', teruggaand op de Indo-Europese wortel bhereg, 'glanzend', 'wit'. Haar naam is dus mogelijk verwant aan het Germaanse Perchta.
Ze was een maagdelijke godin voor wie net als voor de Romeinse haardgodin Vesta een eeuwig vuur werd brandend gehouden. Zij werd geassocieerd met licht en inspiratie en met vaardigheden die in verband stonden met het vuur, zoals de metaalbewerking en zuivering.


Brigantia. Ook Brigant. Beschermgodin van de Keltische Briganten. De Briganten waren een aan de Kelten verwant volk dat de Britse eilanden al vroeg bewoonde. Ze spraken Britse en Keltische dialecten. De diverse kleine staten van de Briganten strekten zich uit van Derbyshire tot aan de Schotse grens. De godin die dit volk hun naam was was Brigant of Brigantia; zij werd later gelijkgesteld met Brigid.
Brigantia betekent 'Verhevene'. Zij was een godin van het landleven en de rivieren, en de beschermster van de kuddes. Ze was grootgebracht met de melk van een witte koe met rode oren, die afkomstig was uit de Andere Wereld. Brigantia heeft ook kenmerken van een oorlogsgodin. Als symbool van de overwinning was ze gekroond, staande op een wereldbol. Ze was gewapend en droeg een borstplaat. Ze werd ook wel met ontblote borsten afgebeeld in gezelschap van de oorlogsgod en een slang met het hoofd van een ram.
Brigantia bezat het vermogen om te genezen. In deze hoedanigheid wordt ze geassocieerd met water. De rivieren Briant en Brent zijn naar haar genoemd.
Een bekende aanbidster van Brigantia was de Keltische koningin Cartimandua.
Uit een inscriptie in de Muur van Hadrianus blijkt dat de Romeinen haar identificeerden met Dea Caelistis. Het is ook mogelijk dat de heiligdommen die door de Romeinen werden gewijd aan Minerva aanvankelijk van haar waren.


Brigid. Brigid was beschermster van de dichtkunst, de smeedkunst en het heilige vuur. Kelten (Ierland). Andere namen zijn Brid, Bride (bruid), Brigit, Brigidda of Brighid. Ze werd gelijkgesteld met Brigantia, de beschermgodin van de Briganten in het noorden van Engeland. In Romeinse verslagen werd ze gelijkgesteld aan Minerva. Door de christelijke kerk werd ze later tot heilige uitgeroepen, een lot dat vele niet uit te roeien voormalige goden en godinnen ondergingen. Brigid was ook een graangodin en vruchtbaarheidsgodin, en de godin van de wijsheid. Ze was beschermster van de cultuur en beschaving. Ze wordt soms vereenzelvigd met Dana, haar moeder.
Brigid werd door vrouwen vereerd. Voor haar werd een heilig vuur brandend gehouden. Haar tempel bij Kildare in Ierland werd een groot Christelijk centrum, waar maagdelijke nonnen een vuur brandend hielden tot dit tijdens de Reformatie werd gedoofd. Volgens de middeleeuwse historicus Gerald of Wales was het mannen niet toegestaan het heiligdom te betreden waar het heilige vuur brandde, dat was afgebakend door een heg. Een soortgelijk vuur gewijd aan Minerva brandde bij Aquae Sulis, het oude heiligdom van Sul. In Schotland is St. Bride nog steeds de beschermheilige van het haardvuur, een familieheilige.
Brigid was de maagdelijke zuster van de grote godin van de Kelten. Ze werd vereerd in Gallië en Brittannië. Gebeden voor haar overleefden tot in de twintigste eeuw. In de Schotse traditie wordt ze wel beschouwd als de pleegmoeder van Jezus.
Brigid was beschermster van de dichtkunst en de filibrehct, de traditie van Ierse barden, een soort priester-dichters die de cultuur bewaarden. In Cormac's Glossary wordt gezegd dat Brighid een drievoudige godin was. Ze werd voorgesteld als drie zusters, alle met de naam Brigid. Zij waren patrones van respectievelijk de dichtkunst, de heelkunde en de metaalbewerking of smidskunst. Vanwege deze functie als leermeesteres van de ambachten, een puur Keltische traditie, stelde de Romeinse Julius Caesar haar gelijk aan Minerva.
In oude, Ierse volksverhalen lijkt Brigid naar voren te komen als een zonnegodin. Haar attributen zijn licht, inspiratie, vuur en werkzaamheden die aan vuur zijn gerelateerd, zoals metaalbewerking. Dit hoeft niet te betekenen dat ze een belichaming van de zon is, maar dat ze het innerlijke vuur, genezende kracht en inspiratie aanwakkert.
Brigid bezat een magische koe. Ze hing haar mantel aan de stralen van de zon, en haar verblijf straalt licht uit alsof het in brand staat.
Haar feestdag, het lentefeest Imbolc, valt op 1 februari, als de lammetjes in de wei lopen en de ooien melk geven. Imbolc betekent zuivering. Het is hetzelfde feest als Maria Lichtmis of Candlemass, dat op 2 februari werd gevierd. Op deze dag werd het nieuwe jaar ingeluid. Haar standbeeld bij de tempel in Kildare werd gewassen in zee, als een vorm van reiniging. Vervolgens werd het op een wagen door de velden gedragen, omringd door kaarsen. In deze tijd werd in de Angel-Saksische wereld het land geploegd, en gereed gemaakt om te zaaien. Als offer werden aan de godin een brood en een korenaar voor haar witte koe aangeboden. Dit ritueel, dat diende om de vruchtbaarheid van de velden te verzekeren, was overal in Europa en Azië bekend, en bestond ondermeer rond godinnen als Cybele, Berecynthia, Hertha of Nerthus en Hera.
Rond Lammas, het oogstfeest op 1 augustus, krijgt de korenpop of laatste korenschoof een bruidsjurk aan en ze wordt in een mand gelegd, die Bride's bed wordt genoemd. In de mand wordt ook een staf, kaars of ander fallisch object gelegd.
De feestelijkheden komen overeen met die van de Thesmophoria voor Kore en Demeter.
Het Brigantium was Brigids heiligdom in het Spaanse Compostela, dat tegenwoordig bekend is als christelijk bedevaartsoord. Brigid is hier de Keltische versie van de uit het schuim van de zee geboren Aphrodite. De kammosselschelp, die nog in de huidige cultus een belangrijk symbool is, is in feite een teken van het vrouwelijk geslachtsorgaan. Deze zelfde schelp komt voor op Botticelli's Geboorte van Venus. De latere legende van de heilige Jacobus was een opzettelijke vervalsing, zoals zelfs katholieke wetenschappers nu toegeven.


Britomartis. Britomartis was een jachtgodin die werd vereerd op Oost-Kreta. Door verschillende Griekse schrijvers werd ze later vereenzelvigd met Artemis of Hekate. Op West-Kreta werd de maan vereerd als Diktynna, de netgodin. Diktyon betekent net, en Diktynna's naam lijkt samen te hangen met de jacht of visvangst met het net. Graves meldt dat voor de komst van het patriarchaat de koning gewapend met een net moest trachten te ontkomen aan zijn opvolger.
Pausanias vermeldde dat zij dezelfde was als de Coryntische Aphaea, die een heiligdom had bij Aegina. Britomartis was de dochter van Carme, een achterkleinkind van Demeter, en Zeus. Zij hield van rennen en van de jacht. Op een dag sprong ze van een rots om te ontkomen aan koning Minos, waarbij ze in de netten van vissers verward raakt. Artemis redde haar, en maakte haar tot godin. De heuvel waarvan Britomartis sprong, werd volgens Kallimachus door de mensen van Kydonia sindsdien de 'Netheuvel' (Diktaion) genoemd. Hier werden offeraltaren opgericht. Strabo wees erop dat dit niet kon, omdat Kydonia hier niet in de buurt lag; bij Kydonia bestond wel een tempel met de naam Diktynnaian, op de berg Tityros. Ook de Pollyrheniërs hadden een tempel voor Diktynna op Kreta.
Ook Cassiopeia en Phoenix werden wel genoemd als ouders van Britomartis' moeder Carme.
In Sparta, aldus Pausanias, bevond zich een heiligdom voor Artemis Issoria, die de bijnaam Limnaia droeg, Vrouwe van het Meer; degene die hier werkelijk werd vereerd was niet Artemis, maar Britomartis van Kreta. Op Aegina werd Diktynna ook Laphria genoemd. Dit was ook een naam van Athene, de geitgodin, die Pallas vilde en zijn of haar huid bewerkte tot haar schild of aigis.
In de Keltische mythologie kwam als equivalent van Britomartis Goda (goed) voor. Zij reed naakt op een geit, alleen gehuld in een net, met een appel in haar hand. Ze werd begeleid door een haas en een raaf, en was op weg naar haar jaarlijkse liefdesfeest, aan de vooravond van mei. Onderdeel van het ritueel was een geit, of een man gehuld in geitenkleren. De appel is symbool voor de dood van de koning, de haas voor de jacht, de raaf orakelt vanaf het graf van de koning.


Buto. Egyptische cobragodin, voedster van Horus. Andere namen: Uto, Edjo, Wadjet, Wadjit.


Burung Une. Landbouwgodin op Borneo in Indonesië, vereerd door de Dajaks.


Bruid. Zie Brigid.







home: www.nissaba.nl/godinnen